Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

AANVULLING VOOR 2010 OP HET TOEZICHTKADER BVE 2009

13 oktober 2009

Inhoudsopgave................................................................................................................................. 1
1. Hoofdlijnen 2010.................................................................................................................... 1
2. Ontwikkelen risicoanalyse examenkwaliteit.......................................................................... 2
3. Pilots geïntegreerd onderzoek onderwijs- en examenkwaliteit............................................. 3
4. Versterken stelselonderzoek voor Onderwijsverslag............................................................ 3
5. Veranderingen in de aanpak van kwaliteitsonderzoeken...................................................... 4
6. Vroege signalering financiële risico's.................................................................................... 5
7. Opbrengsten.......................................................................................................................... 5
8. Maatwerk in toezicht.............................................................................................................. 6
9. Vergroten toegankelijkheid toezichtbevindingen op internet................................................. 7
10. Themaonderzoeken 2010 ..................................................................................................... 7
11. Transparante vervolgtrajecten............................................................................................... 8 BIJLAGE: STROOMSCHEMA INTERVENTIES BIJ ONVOLDOENDE KWALITEIT BVE............10



1. Hoofdlijnen 2010
Sinds de Inspectie van het Onderwijs ook toezicht uitoefent op de examenkwaliteit in het mbo (vanaf november 2007), werkt de inspectie in deze onderwijssector met twee sterk verschillende toezichtbenaderingen: het risicogerichte, selectieve toezicht op de onderwijskwaliteit en het generieke toezicht op de examenkwaliteit met een steekproefbenadering.

Deze beide benaderingen zetten we in 2010 en 2011 voort, waarbij we tegelijkertijd sterk investeren in de verdere integratie van de beide toezichtonderdelen uitmondend in geïntegreerd risicogericht toezicht onderwijs en examens per 1 januari 2012. Rekening houdend met een vertraagde start bij zowel het onderwijs- als het examentoezicht in 2009, zullen verspreid over de jaren 2009, 2010 en 2011 effectief twee toezichtrondes plaatsvinden. Wel vindt elk jaar een risicoanalyse op basis van de opbrengsten plaats. Deze kunnen aanleiding zijn versneld gesprekken met het bestuur te voeren.

We continueren de fasering in eerste en tweede orde toezicht. Voor alle instellingen stellen we ook in 2010 een risicoanalyse op en bespreken we de uitkomsten met het college van bestuur dan wel de directie. Waar nodig vindt een onderzoek naar de onderwijskwaliteit plaats. In 2009 in gang gezette trajecten van geïntensiveerd toezicht zetten we voort. Tegelijk doen we ook in 2010 onderzoek naar de examenkwaliteit bij een steekproef van opleidingen bij alle instellingen bve.

Er zal in 2010 en 2011 in het examentoezicht geen overgang plaatsvinden naar de risicogerichte benadering. De kritische stand van de examenkwaliteit in 2008 maakt het immers wenselijk om voorlopig nog een generiek beeld van de examenkwaliteit te geven, zowel landelijk als per instelling 1. Ook ontbreekt momenteel nog gefundeerd inzicht in, evenals data over voorspellende risicofactoren m.b.t. de examenkwaliteit.


1 Met instellingen bedoelen we in deze tekst onderwijsinstellingen. Wanneer we (ook) exameninstellingen bedoelen, staat dit er expliciet.
Inspectie van het Onderwijs. Aanvulling voor 2010 op het toezichtkader bve 2009 d.d. 13 oktober 2009 Pagina 1 van 10




Wel zetten we geleidelijke stappen in de richting van meer integratie van beide toezichtvormen. Het doel daarbij is tweeledig:
a. ontwikkelen risicoanalyse m.b.t. de examenkwaliteit; b. ontwikkelen van een onderzoeksaanpak waarbij per opleiding de onderwijs- en examenkwaliteit in samenhang onderzocht wordt.

Verder zal de inspectie in 2010 het maatwerk in het toezicht verder versterken door op het niveau van de instelling onderscheid in het toezicht aan te brengen. Hiermee willen we recht doen aan de kwaliteitsverschillen die de laatste jaren tussen de mbo instellingen zichtbaar worden. De bewezen betere instellingen zullen in het toezicht meer zichtbaar onderscheiden worden van de (nog) minder goed, dan wel ondermaats presterende instellingen. Voorts zullen wij de openbaarmaking van toezichtbevindingen verbeteren.

In 2009 zijn er kleine aanpassingen geweest in zowel het waarderingskader als de examenstandaarden. Beide kaders inclusief de normeringen zullen in 2010 ongewijzigd blijven. Dit geldt ook voor de indicatoren en de grens van de normen voor de beoordeling van de opbrengsten.

In deze aanvulling op het Toezichtkader staan hierna alleen de veranderingen in het toezicht in 2010. Voor het toezicht op bve onderwijsinstellingen in 2010 geldt het Toezichtkader bve 2009, inclusief de Toelichting waarderingskader bve 2009, tezamen met deze aanvulling. De aanvulling is van kracht:
- wat betreft het reguliere toezicht onderwijs vanaf de start van de nieuwe cyclus risicoanalyses en beoordelingen op grond van de opbrengsten 2008/2009;
- wat betreft het reguliere examentoezicht vanaf de start van de nieuwe steekproefronde 2010;
- wat betreft de overige toezichtactiviteiten vanaf 1 januari 2010.

Het toezicht 2010, 2011 en 2012 in beeld:

2009 2010 2011 2012 Toezichtronde 2010/11 Uitstel risicoanalyse op basis van Toezichtronde 2009/2010 ivm opbrengsten 2008-2009 Toezicht onderwijs risicoanalyse op basis van discussie
opbrengsten 2007-2008 norm Tevens in 2011 risicoanalyse op Geïntegreerd toezicht opbrengsten 2009/2010 onderwijs en examens Onderzoek Toezichtronde steekproef Toezichtronde steekproef per Toezicht examens leveranciers per instelling instelling Bij aselecte steekproef Bij aselecte steekproef Bij aselecte steekproef Stelselonderzoek Niet opleidingen mbo opleidingen mbo opleidingen mbo



2. Ontwikkelen risicoanalyse examenkwaliteit
In 2010 ontwikkelt de inspectie een methode waarmee we `op afstand', d.w.z. op grond van nog nader te omschrijven informatiebronnen, een verantwoorde inschatting kunnen maken van mogelijke risico's in de examenkwaliteit van mbo opleidingen. Daarbij onderzoeken we de betekenis hiervoor van tevredenheidonderzoeken bij deelnemers en bedrijfsleven en informatie over de kwaliteitsborging van de instellingen. Met name gaat het om de vraag in hoeverre mogelijke indicatoren daadwerkelijke knelpunten indiceren en welk risico op `gemiste gevallen' we lopen. Dit zal toegepast worden vanaf 1 januari 2012.

Inspectie van het Onderwijs. Aanvulling voor 2010 op het toezichtkader bve 2009 d.d. 13 oktober 2009 Pagina 2 van 10





3. Pilots geïntegreerd onderzoek onderwijs- en examenkwaliteit De beide toezichtbenaderingen leiden tot twee selecties van opleidingen die elkaar zelden overlappen: opleidingen met mogelijke tekortkomingen in de onderwijskwaliteit zijn meestal andere opleidingen dan die in de steekproef examens.
In twee situaties doet zich echter gelegenheid voor om een geïntegreerde onderzoeksaanpak te ontwikkelen:
a. indien er bij de risicoanalyse onderwijs signalen zijn dat er ­ naast knelpunten in de onderwijskwaliteit ­ mogelijk ook problemen kunnen zijn in de examenkwaliteit, dan kan dat aanleiding zijn om bij een onderzoek naar de kwaliteit beide aspecten te onderzoeken. Dit zal in 2010 bij tenminste drie opleidingen beproefd worden. b. Het voorgenomen stelselonderzoek voor het Onderwijsverslag (zie verder punt 4) biedt de mogelijkheid om in een beperkt aantal gevallen ervaring op te doen met geïntegreerd onderzoek. Dit zal in 2010 bij tenminste vijf opleidingen in de steekproef voor het stelselonderzoek beproefd worden.

De tenminste acht pilotonderzoeken worden geïntegreerd voorbereid, uitgevoerd en gerapporteerd, waarbij er met een samenhangend onderzoeksrooster gewerkt wordt. Hiervoor gelden het vigerende waarderingskader onderwijs en de examenstandaarden. Bij eventuele tekortkomingen is de gebruikelijke vervolgprocedure van kracht.

Ook in 2011 voeren we dergelijke pilots uit. Ze worden regelmatig geëvalueerd waarbij ook de betreffende instellingen worden betrokken. Dit leidt tot een standaardwerkwijze die in 2012 regulier toegepast zal worden.

Het voordeel van de combinatie van beide invalshoeken is dat zodra de steekproef per instelling voor het examenonderzoek niet langer nodig is, er soepel over gegaan kan worden op geïntegreerd toezicht onderwijs en examens met een geïntegreerde risicobenadering plus aanvullend het landelijke stelselonderzoek voor het Onderwijsverslag. Overigens biedt dit stelselonderzoek de mogelijkheid om weliswaar niet langer per instelling, maar wel over het stelsel representatieve uitspraken te blijven doen over de examenkwaliteit in het mbo.


4. Versterken stelselonderzoek voor Onderwijsverslag De risicogerichte benadering in het onderwijstoezicht leidt wel tot een goed jaarlijks beeld van de kwaliteit van de opbrengsten en van mogelijke risico's, maar niet tot een representatief beeld inzake diverse onderwijskwaliteitsaspecten. Om dit op te vangen voert de inspectie vanaf 2010 in bve kwaliteitsonderzoeken uit bij een landelijke steekproef van opleidingen, in navolging van de andere onderwijssectoren po en vo 2.

Deze steekproef heeft tegelijk een tweede functie, namelijk het biedt de gelegenheid tot een degelijke validering van de risicoanalyse. Tot nu toe is dit alleen in beperkte mate uitgevoerd.

Dit onderzoek zal ook benut worden voor het combineren van eventueel onderzoek naar de naleving van specifieke wet- en regelgeving en themaonderzoek. Daarmee beogen we de toezichtlast voor de instellingen zo beperkt mogelijk te houden.

In 2010 wordt daartoe een representatieve steekproef getrokken van opleidingen waarmee landelijke uitspraken gedaan kunnen worden naar sector, niveau en leerweg.


2 We werken dus met twee typen steekproef:

- De landelijke steekproef kan een landelijk representatief beeld geven. De omvang van de steekproef bepaalt de mate van betrouwbaarheid van de conclusies. In een landelijke steekproef zijn waarschijnlijk niet alle instellingen vertegenwoordigd.
- Daarnaast werken we bij het examentoezicht met een steekproef per instelling. De omvang is zodanig dat opleidingen binnen de instelling met onvoldoende examenkwaliteit 60 % kans hebben getrokken te worden. De steekproef per instelling (een `gestratificeerde steekproef') leidt in totaliteit tot een aanzienlijk groter aantal opleidingen dan een landelijke steekproef. Inspectie van het Onderwijs. Aanvulling voor 2010 op het toezichtkader bve 2009 d.d. 13 oktober 2009 Pagina 3 van 10




Hiervoor gelden het vigerende waarderingskader onderwijs en als de examinering ook onderzocht wordt (zie de pilots in 3) de examenstandaarden. Voor onderzoek naar de naleving van wet- en regelgeving die niet reeds standaard onderzocht worden, kunnen we per onderwerp een specifiek beoordelingskader toe passen (vgl. onderwijstijd, melding afwezigheid en vsv). Bij eventuele tekortkomingen is de gebruikelijke vervolgprocedure van kracht.


5. Veranderingen in de aanpak van kwaliteitsonderzoeken Actualisatie ten behoeve van cgo
Een bezinning van de inspectie op wenselijke aanpassingen van de examenonderzoeken als gevolg van het competentiegericht onderwijs kan in 2010 tot enkele aanpassingen leiden op de volgende terreinen:

- het betrekken van specifieke gegevens over de examenafname per leerling en het vaker bijwonen van de examenafname t.b.v. de beoordeling van de kwaliteit;
- aanpassingen in de procedure om de exameninstrumenten te beoordelen;
- verhelderen van de rol van niet-kwalificerende examinering/toetsing bij de beoordeling van de examenkwaliteit.
De inspectie informeert de instellingen begin 2010, voor de start van de nieuwe toezichtronde, over eventuele veranderingen in de werkwijze. Deze vinden plaats binnen de vastgestelde examenstandaarden.

Taal en rekenen
Er zal tot juni 2010 geen wijziging plaatsvinden. Daarna zullen er onder voorbehoud van de invoering van de betreffende wetgeving veranderingen optreden. Hierover informeren we de onderwijsinstellingen tijdig.

Pas toe en leg uit
Wij gaan in het toezicht uit van de noodzakelijke dekking van de prestatie-indicatoren in Deel C van de kwalificatiedossiers. Daarbij is het gezien de brief van de staatssecretaris van 9 juli 2008 aan de instellingen mogelijk om hiervan af te wijken en een eigen invulling te geven. Deze invulling dient te passen bij Deel B en te leiden tot het in Deel C genoemde `gewenste resultaat'. Opleidingen die hier gebruik van maken dienen bij de voorbereiding van een inspectieonderzoek een onderbouwing met de redenen van de afwijking te kunnen laten zien. Deze mogelijkheid tot een eigen invulling geldt niet voor de (inter)nationale beroepsvereisten, welke onverkort in de programma's en examens gedekt dienen te worden.

Examenprofielen
De inspectie volgt de ontwikkeling van examenprofielen. Aan de hand van de eerste voorbeeldprofielen gaat de inspectie in 2009/2010 na wat het gebruik van dat profiel kan betekenen voor het examentoezicht. Door de grote variatie in globaliteit versus gedetailleerdheid is het niet op voorhand te zeggen of en in hoeverre de profielen tot vermindering van het toezichtonderzoek zullen leiden.

Examenleveranciers
Examenleveranciers zijn geen toezichtobjecten. Bovendien verhindert het aparte onderzoek bij leveranciers de samenloop van onderwijs- en examentoezicht. We doen daarom vanaf 2010 geen apart onderzoek bij leveranciers meer en onderzoeken ingekochte instrumenten bij de instelling. Oordelen van ingekochte instrumenten bij een opleiding gelden voor alle volgende opleidingen met dezelfde inkoop (mits het instrument ongewijzigd toegepast is en niet een door de instelling aan te vullen kadertoets betreft). Wel vindt er in het voorjaar 2010 bij enkele leveranciers een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering plaats. Begin 2011 maakt de inspectie een overzicht openbaar van de uitkomsten per leverancier van de beoordelingen van ingekochte instrumenten.

EVC
Vanaf 1 januari 2010 is de inspectie geen beoordelende organisatie meer ten behoeve van de erkenning van EVC procedures. De inspectie beoordeelt EVC procedures alleen indien deze tot certificering of diplomering leiden bij opleidingen die vallen in de steekproef. Daartoe gaan we in de inventarisatiefase na in hoeverre bij de getrokken opleiding er op grond van EVC procedures diploma's of certificaten worden uitgereikt.
De inspectie beoordeelt deze procedures aan de hand van de examenstandaarden. Inspectie van het Onderwijs. Aanvulling voor 2010 op het toezichtkader bve 2009 d.d. 13 oktober 2009 Pagina 4 van 10





Aandacht voor maatwerk en contractactiviteiten
Bekostigde instellingen kunnen opleidingen bekostigd maar ook niet bekostigd aanbieden. In zoverre dit ondergebracht is in een aparte rechtspersoon die als niet bekostigde instelling in het crebo is opgenomen, valt deze onder het toezicht op de niet bekostigde instellingen. Indien de als contractactiviteit aangeboden crebo-opleidingen niet apart zijn ondergebracht in een als NBI erkende instelling, vallen deze opleidingen onder het reguliere toezicht op de bekostigde instelling.

In 2010 en 2011 zal de inspectie bij de voorbereiding van een kwaliteitsonderzoek examens dit bij de inventarisatie betrekken en eventueel ook in het onderzoek. In het tweede orde toezicht op de onderwijskwaliteit gaat de inspectie steeds ook na in hoeverre de betreffende opleiding ook niet bekostigd aangeboden wordt. Is dat het geval dan kunnen we ook de kwaliteit van deze opleidingsvariant onderzoeken.

Samenloop onderzoeken
Ook in 2010 en 2011 streeft de inspectie naar transparantie in waar en wanneer welk onderzoek plaatsvindt. Waar wenselijk en mogelijk voeren we de inspectieonderzoeken per instelling geconcentreerd in de tijd uit. Daarbij houden we zoveel mogelijk rekening met praktische mogelijkheden en de voorkeur van de instelling, zowel indien de instelling concentratie als juist spreiding wenst.

Themaonderzoeken koppelen we waar praktisch mogelijk en wenselijk aan andere onderzoeken. Overigens zal dit vaak maar beperkt mogelijk zijn. We maken verder zoveel mogelijk ruim vooraf per instelling de onderzoekskalender voor 2010 bekend, inclusief de onderzoeken voor de vo-afdelingen. Daarnaast kunnen altijd onaangekondigde onderzoeken plaatsvinden.


6. Vroege signalering financiële risico's
In 2009 zijn bij diverse instellingen financiële problemen ontstaan. Deze waren op grond van de analyses van de jaarrekeningen over 2007 niet goed te voorzien. De inspectie heeft maatregelen genomen om eerder zicht te krijgen op mogelijke knelpunten. In 2010 bestaat dit uit:
- identificeren van een groep instellingen die nog geen problemen heeft, maar waar een neerwaartse tendens te bespeuren valt, en het goed monitoren van deze instellingen;
- vroege signalering van financiële problemen met behulp van meldingen van de instellingen zelf en van andere signalen.
Vroege signalering dient om tijdig de bewindslieden te kunnen informeren, alsmede om door intensivering van het toezicht instellingen te stimuleren tijdige maatregelen te nemen.


7. Opbrengsten
In 2010 beoordeelt de inspectie de opbrengsten bij de bekostigde instellingen die behaald zijn in het cursusjaar 2008/2009. Daarvoor hanteert zij de indicatoren jaarresultaat en diplomaresultaat op dezelfde wijze als in 2009, conform de afspraak over de beoordeling in 2009 met de MBO Raad, en parallel aan de Benchmark MBO (zie de notitie `Indicatoren voor opbrengsten', www.onderwijsinspectie.nl). Hierbij wordt dezelfde relatieve norm (percentiel 30) gehanteerd als in 2009 (zie `Beoordeling opbrengsten bekostigd mbo'). De bijbehorende percentages voor 2010 publiceert de inspectie circa april 2010. Ook publiceert de inspectie dan de nieuwe grenswaarden die zij hanteert bij de risicoanalyse.3

De inspectie gaat vanaf de nieuwe ronde risicoanalyse gebaseerd op de opbrengsten 2008/2009 alleen nog uit van BRON, de aparte vragenlijst VK2 vervalt. Voor de detectie van mogelijk risico's wordt gebruik gemaakt van een nog nader te bepalen clustering van opleidingen (Crebo-nummers).

In 2009 is de ontwikkeling gestart van een nieuwe indicator voor toegevoegde waarde, in nauwe samenwerking met de MBO Raad en de AOC Raad. Medio 2010 leidt dit tot besluitvorming over het al dan niet gebruiken van deze indicator in het toezicht. Deze zal dan voor het eerste gebruikt kunnen worden in het toezichtjaar 2011 waarin de inspectie de opbrengsten over 2009/2010 beoordeelt. Op


3 De grenswaarden voor de risicoanalyse 2009 zet de inspectie in september 2009 op internet. Inspectie van het Onderwijs. Aanvulling voor 2010 op het toezichtkader bve 2009 d.d. 13 oktober 2009 Pagina 5 van 10




dat moment, dus medio 2010, zal het geheel van de indicatoren, waaronder dus die voor toegevoegde waarde opnieuw bezien worden.

Voor de niet bekostigde instellingen zijn in 2009 de opbrengsten behaald in het kalenderjaar 2008 beoordeeld. Dit zal eind 2009 geëvalueerd worden. In principe wordt deze werkwijze in 2010 gecontinueerd.


8. Maatwerk in toezicht
Het bijeenvoegen van het toezicht op de kwaliteit van het onderwijs en de examens en de financiële rechtmatigheid biedt de mogelijkheid tot een integraal beeld te komen van de kwaliteit van een bve instelling. Daarbij zien we gaandeweg steeds beter dat er grote verschillen zijn in de ontwikkeling van de bve instellingen. De inspectie wil in het toezicht recht doen aan deze verschillen.

Daartoe verdelen we bij de instellingen bve in drie of vier groepen met een verschillend toezichtregiem:

- groep A: instellingen met zeer terughoudend toezicht: deze instellingen kennen 2 j jaar lang (dus bijvoorbeeld in 2008 en 2009) geen opleidingen met onvoldoende kwaliteit onderwijs of examens en geen financiële problemen. Verder zijn de kwaliteitszorg en de jaarverslagen in orde. De criteria daarvoor bepalen we nog nader.
- groep B/C: één of twee groepen (nog nader te bepalen) instellingen met basis- of deels geïntensiveerd toezicht:
- groep D: instellingen met zwaar geïntensiveerd toezicht: bijv. meer dan twee opleidingen onvoldoende kwaliteit onderwijs of de helft of meer van de opleidingen in de steekproef met onvoldoende examens, en of ernstige financiële problemen

Dit geldt voor zowel bekostigde als niet bekostigde instellingen en inclusief de exameninstellingen. Voordelen hiervan zijn aan de ene kant het belonen van instellingen die de kwaliteit bewezen onder controle hebben en aan de andere kant het beter focussen van toezichtinspanningen op instellingen die achter lopen in de ontwikkeling van de gevraagde kwaliteit.

Zeer terughoudend toezicht houdt in dat er twee jaar lang slechts een beperkte risicoanalyse op afstand plaatsvindt van opbrengsten en jaarverslaggeving zonder nadere informatie van de instelling op te vragen 4. Ook vindt er in beginsel, zonder contra-indicaties, twee jaar lang geen examenonderzoek plaats. Om te bepalen of er contra-indicaties zijn kan nadere, beperkte informatie van de instelling gevraagd worden.

Wel kan er in het kader van de landelijke steekproef (cf. punt 3) bij een of meer opleidingen in deze instellingen onderzoek plaatsvinden. Ook kan bij het terughoudende toezicht bij tussentijdse ernstige signalen onderzoek plaatsvinden en bij geconstateerde tekortkomingen de instelling in een andere toezichtgroep geplaatst worden.

Komende periode gaat de inspectie daartoe van elke instelling na:
- het aantal onvoldoende opleidingen (onderwijs en examens) in 2008 en 2009
- de stand van de kwaliteitszorg zoals waargenomen bij de laatste risicoanalyse, jaarlijks gesprek en eventuele kwaliteitsonderzoeken;
- de kwaliteit van het jaarverslag over 2008;
- de financiële situatie (alleen bij bekostigde instellingen). De criteria hiervoor bepalen we nog nader. De inspectie informeert de instellingen tijdig over het toezichtregiem dat op hen van toepassing is.


4 Bij de huidige reguliere risicoanalyses vindt er na de risicoanalyse op afstand doorgaans nog intensief informatieverkeer tussen inspectie en instelling plaats om aanvullende gegevens te verstrekken en bij de analyse te betrekken. Dit vervalt in het terughoudend toezicht. Inspectie van het Onderwijs. Aanvulling voor 2010 op het toezichtkader bve 2009 d.d. 13 oktober 2009 Pagina 6 van 10





9. Vergroten toegankelijkheid toezichtbevindingen op internet Toezichtkaart bve
Begin 2009 heeft de inspectie de kwaliteitskaart voor alle sectoren omgezet in een toezichtkaart. Hierop is per school/instelling te zien welke toezichtvorm van kracht is, voor bve geeft de inspectie de toezichtvorm af op het niveau van de opleiding. Als er geen basis- maar aangepast toezicht is, is hierop ook te zien of het gaat om een tekortkoming in de onderwijskwaliteit dan wel in het naleven van wet- en regelgeving. Als er tekortkomingen zijn staat er een link naar het inspectierapport. Examenrapporten staan standaard op de kaart. Deze kaart is voor bve medio 2009 nog niet volledig gevuld. Per 1 januari 2010 is de toezichtkaart voor alle bve instellingen bijgewerkt.

Daarbij passen we ook de zoekfunctie en de presentatie van instellingen aan: de zoekfunctie via branches verdwijnt en van instellingen zijn alleen de NAW-gegevens op instellingsniveau te zien en de namen van opleidingen waar tekortkomingen zijn vastgesteld. De namen van de organieke eenheden zijn dan niet meer zichtbaar.

Overzicht opleidingen met onvoldoende kwaliteit onderwijs of examens In het najaar van 2009 is begonnen met het plaatsen van een overzicht op internet van opleidingen met onvoldoende (= zeer zwakke) kwaliteit van het onderwijs en/of van de examinering. Deze overzichten worden maandelijks geactualiseerd. Hier zet de inspectie opleidingen op waarvan de onvoldoende kwaliteit in een onderzoek is vastgesteld en tenminste vier weken nadat het betreffende rapport van bevindingen ­ na hoor en wederhoor ­ is vastgesteld.

Overzicht indeling naar toezichtregiem
In paragraaf 7 is uiteengezet dat de inspectie wil komen tot een indeling van de instellingen bve in drie of vier groepen met een verschillend toezichtregiem. In 2010 plaats de inspectie deze indeling op internet.

Instellingsprofielen
Om meer inzicht te geven in de algehele kwaliteit van een onderwijsinstelling begint de inspectie in 2009 met de ontwikkeling van instellingsprofielen. Per instelling geeft een profiel bij voorkeur op één pagina weer wat de belangrijkste bevindingen zijn met betrekking tot onder andere onderwijskwaliteit, examenkwaliteit, financiële situatie en opbrengsten, alsmede de historie daarvan. Ook worden enkele kengetallen gegeven over onderwijsdeelname en personeel. De profielen komen via de toezichtkaart beschikbaar. Nieuw hierin zijn met name de weergave van de opbrengsten en het op toegankelijke wijze combineren van informatie op instellingsniveau.

Wijze van presentatie
De inspectie zal de wijze van presentatie op internet zorgvuldig voorbereiden. Daarbij zal zij recht doen enerzijds aan zo groot mogelijke transparantie voor de burger en de samenleving van de toezichtbevindingen, en anderzijds aan de context waarbinnen prestaties van instellingen tot stand komen. Over de wijze van presentatie vindt in de loop van 2009/2010 overleg plaats met de onderwijsorganisaties.


10. Themaonderzoeken 2010
In 2010 voert de inspectie de volgende themaonderzoeken uit in de bve sector.

Basisvaardigheden taal en rekenen mbo steekproef mbo opleidingen en studenten Kwaliteit examens gezondheidszorg steekproef zorgopleidingen Naleving bepalingen melding verzuim en vsv representatieve steekproef mbo opleidingen Bestuurlijk vermogen bve instellingen representatieve steekproef instellingen Herhaling bij recidiverende instellingen plus kleine Onderwijstijd steekproef bij de overige instellingen Cgo bij NBI's representatieve steekproef Inspectie van het Onderwijs. Aanvulling voor 2010 op het toezichtkader bve 2009 d.d. 13 oktober 2009 Pagina 7 van 10




Veiligheidsbeleid verkennend onderzoek

Doorlopende leerlijnen vo/bve verkennend onderzoek Rugzakjes in het mbo verkennend onderzoek Zorgplicht informatievoorziening onderwijs en Verkennend onderzoek examen
Rechtmatigheid bekostiging bij maatwerktrajecten Verkennend onderzoek

In 2010 voert de inspectie de volgende themaonderzoeken uit in de vo sector. Een deel van deze onderzoeken kan plaatsvinden bij vo-afdelingen van bve instellingen. We streven er ook hier naar om waar mogelijke onderzoeken te combineren.

Basisvaardigheden taal en sociale vorming Representatieve steekproef Sociale cohesie in po en vo Representatieve steekpoef Integratie en segregatie po en vo Representatieve steekpoef Lichamelijke opvoeding in het VO Schriftelijke vragenlijst Schoolexamens VWO CITO Afsluiten vakken op een hoger niveau Schriftelijke vragenlijst Zorg en begeleiding in het risicogerichte toezicht Regulier toezicht + steekproef Melden van verzuim en voortijdig schoolverlaten Bureauanalyse en bestuursgesprekken Doorlopende leerlijnen vo-mbo Steekproef Bekwaamheidsdossier WVO Bureauanalyse en bestuursgesprekken Bekwaamheid van beginnende leraren vo Bureauanalyse en bestuursgesprekken Veiligheid VO en BVE Steekproef Onderwijstijd in alle sectoren Steekproef Doelmatigheid van bovenschoolse activiteiten in Bureauanalyse en bestuursgesprekken po en vo


11. Transparante vervolgtrajecten
De in het Toezichtkader bve 2009 beschreven vervolgtrajecten bij onvoldoende onderwijskwaliteit worden als volgt aangevuld. Het traject bij onvoldoende examenkwaliteit verandert niet. Voor de volledigheid vermelden we hier wel.

Onvoldoende examenkwaliteit
Opleidingen met onvoldoende examenkwaliteit krijgen een waarschuwing en een hersteltijd van een jaar, waarna een onderzoek naar kwaliteitsverbetering (OKV) volgt. Indien de examenkwaliteit nog steeds onvoldoende is, kan het voornemen kenbaar gemaakt worden om de examenlicentie in te trekken.

Zeer zwakke opleidingen
Opleidingen met onvoldoende onderwijskwaliteit (d.w.z. dat zowel de opbrengsten als het onderwijsproces onvoldoende zijn) noemen we van zeer zwakke kwaliteit en krijgen een hersteltijd van een jaar, waarna een OKV volgt. Dan kan het volgende gebeuren.

a. indien bij het OKV de opleiding nog steeds onvoldoende is, wordt een waarschuwing gegeven en volgt nogmaals een hersteltijd van een jaar. Indien bij het tweede OKV de kwaliteit nog steeds onvoldoende is, start het sanctietraject cf. art. 6.1.4 van de WEB.

Inspectie van het Onderwijs. Aanvulling voor 2010 op het toezichtkader bve 2009 d.d. 13 oktober 2009 Pagina 8 van 10




b. indien bij het OKV de opbrengsten voldoende geworden zijn, maar het onderwijsproces niet, dan blijft de opleiding van onvoldoende kwaliteit en wordt eveneens een waarschuwing gegeven. Indien bij het tweede OKV het onderwijsproces nog steeds onvoldoende is, start het sanctietraject.

c. Indien bij het OKV het onderwijsproces voldoende is, maar de opbrengsten nog niet, dan is de opleiding niet langer van onvoldoende kwaliteit, maar wel zwak, en blijft daarmee staan onder aangepast, geïntensiveerd toezicht. Er is immers nog steeds de onwenselijke situatie dat het voortijdige schoolverlaten te hoog is en wij gaan er vanuit dat alles op alles gezet wordt om dit te verbeteren. Dit aangepaste toezicht zal in deze situatie in elk geval inhouden dat wij van de instelling een plan van aanpak vragen met de maatregelen die de instelling neemt om bij de betreffende opleiding de omvang van de uitval omlaag te brengen. Dit vanzelfsprekend met inachtneming van de bestaande verplichting tot de toegankelijkheid van het onderwijs.

Wij toetsen het plan van aanpak op de gebruikelijk wijze. Er volgt een hersteltijd van nog een jaar. Als bij het tweede OKV de opleiding nog steeds onvoldoende opbrengsten heeft, kan een waarschuwing volgen en krijgt de instelling een derde hersteltermijn. In het kader van het jaarlijks gesprek met het bestuur zullen wij bij de betreffende opleiding(en) de uitvoering van de maatregelen en het effect daarvan op de nieuwe cijfers opnieuw beoordelen. Als de opbrengsten nog steeds niet hersteld zijn, terwijl het onderwijsproces aan de eisen voldoet, dan bepaalt de inspectie afhankelijk van de situatie de aard van het vervolgtoezicht.
Aangezien de huidige indicatoren geen rekening houden met verschil in instroomniveau ­ los van de normering per kwalificatieniveau, ziet de inspectie derhalve af van het toepassen van de wettelijke sanctiemogelijkheid bij het uitsluitend tekortschieten van de opbrengsten.

Zwakke opleidingen, alleen onderwijsproces onvoldoende Opleidingen met onvoldoende onderwijsproces noemen we van zwakke kwaliteit. Er volgt een hersteltijd van een jaar, waarna een OKV volgt.

indien bij het OKV het onderwijsproces nog steeds onvoldoende is, en de opbrengsten voldoende, dan is de opleiding zwak en volgt een verbetertijd van nog een jaar. Als het bij het tweede OKV nog onvoldoende is, kan een waarschuwing geven worden, en volgt een laatste herstelperiode. De opleiding wordt dan als zeer zwak, c.q. van onvoldoende kwaliteit beschouwd. Als het bij het derde OKV nog steeds niet voldoende is, start het sanctietraject.

Zwakke opleidingen, alleen opbrengsten onvoldoende Opleidingen met onvoldoende opbrengsten noemen we van zwakke kwaliteit. Er volgt een hersteltijd van een jaar, waarna een OKV volgt.

Indien bij het OKV de opbrengsten nog steeds onvoldoende zijn en het onderwijsproces voldoende blijft, dan bepaalt de inspectie afhankelijk van de situatie de aard van het vervolgtoezicht. Aangezien de huidige indicatoren geen rekening houden met verschil in instroomniveau ­ los van de normering per kwalificatieniveau, ziet de inspectie af van het toepassen van de wettelijke sanctiemogelijkheid bij het uitsluitend tekortschieten van de opbrengsten.

Zie de bijlage voor het stroomschema interventies bij onvoldoende kwaliteit.

Inspectie van het Onderwijs. Aanvulling voor 2010 op het toezichtkader bve 2009 d.d. 13 oktober 2009 Pagina 9 van 10




BIJLAGE: STROOMSCHEMA INTERVENTIES BIJ ONVOLDOENDE KWALITEIT BVE


1. Kwaliteit examinering

Onvoldoende kwaliteit examinering

formele waarschuwing hersteltijd 1 jaar

Onderzoek kwaliteitsverbetering

Voldoende kwaliteit: Onvoldoende kwaliteit: Einde interventie start sanctietraject, tenzij incidentele bezwaren


2. Kwaliteit onderwijs

Zeer zwakke opleiding KO: Onvoldoende kwaliteit onderwijs Hersteltijd 1 jaar OKV1:
voldoende kwaliteit onvold. opbrengsten, onvold proces, vold. opbr: Tweede maal einde interventie voldoende proces: zwak onvoldoende kwaliteit onvoldoende kwaliteit Waarschuwing Waarschuwing Hersteltijd 1 jaar Hersteltijd 1 jaar Hersteltijd 1 jaar Vold. opbr., vold. kwal., vold kwal. einde einde einde interventie interventie interventie OKV2:
onvoldoende opbr. onvold proces, vold opbr: Onvoldoende kwaliteit (ook continueren interventie door zeer zwak: onvoldoende bij opbr vold): start jaarlijks volgen. kwaliteit: start sanctietraject sanctietraject Geen sancties Inspectie van het Onderwijs. Aanvulling voor 2010 op het toezichtkader bve 2009 d.d. 13 oktober 2009 Pagina 10 van 10