Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Datum 11 december 2009

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over geschorste artsen die toch doorwerken (2009Z19838).

Hoogachtend,

de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van Gerven over geschorste artsen die toch doorwerken.
(2009Z19838)


1.
Wat is uw reactie op de TV-uitzending dat acht artsen c.q. hulpverleners ondanks hun schorsing en doorhaling in het BIG-register (Beroepen Individuele Gezondheidszorg) toch aan het werk zijn.


1.
Ik ben bekend met de uitzending van RTL Nieuws op 24 oktober 2009, waarin melding is gemaakt dat uit onderzoek blijkt dat 8 van de 30 artsen en psychologen die een beroepsverbod opgelegd hebben gekregen toch patiënten blijven behandelen. Het gaat hier om beroepsbeoefenaren die in het kader van de wet BIG een beroepsverbod opgelegd hebben gekregen en zich nu presenterend als alternatief genezer toch patiënten blijven behandelen. Ik vind dat onwenselijk. Zij zijn immers geschorst omdat ze een gevaar zijn voor de patiëntveiligheid. Ik heb dat in de uitzending ook gezegd.


2.
Vindt u het niet een taak voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) om in de gaten te houden of mensen die op de zogenaamde zwarte lijst voorkomen weer zonder BIG-titel aan het werk zijn als `hulpverlener'. Had niet de IGZ het werk moeten doen wat nu RTL 4 heeft gedaan? Zo nee, waarom niet?


3.
Binnen welke termijn wordt het toezichtsgebied van de Inspectie verruimd naar alle mensen die met hun behandelingen pretenderen de gezondheid van mensen te bevorderen?


2 en 3.
Ik wil de wet zo aanpassen dat ook alternatieve genezers die een gevaar vormen voor patiënten beter aangepakt kunnen worden; bijvoorbeeld door hun praktijken te sluiten.
In mijn brief van 2 maart 2009 heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de wijze waarop ik tot een effectievere aanpak van misstanden in de zorg wil komen. Ik heb daarover overleg gevoerd met de Inspectie voor de Gezondheidszorg en mijn ambtgenoot van Justitie.

Ten behoeve van een effectievere aanpak van uitwassen binnen de (alternatieve) zorg heb ik de volgende maatregelen voor ogen:
a.: het in artikel 96, eerste lid, van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) gestelde feit kwalificeren als een misdrijf in plaats van een overtreding;
b.: het toekennen aan de IGZ van de bevoegdheid om een bevel op te leggen indien de alternatieve behandelaar schade veroorzaakt ­ of een aanmerkelijke kans daarop - aan de gezondheid van een ander.

Op dit moment ben ik met mijn ambtgenoot van Justitie in overleg om dit in het kader van de komende wetswijzigingen in de Wet BIG en de Wet Cliëntenrechten Zorg (WCZ) wettelijk te regelen.

Voor wat betreft de vraag of de IGZ niet het werk had moeten doen wat RTL 4 nu heeft gedaan, verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 5.

4.
Met welke capaciteitsuitbreiding van de Inspectie gaat de uitbreiding van dit toezicht gepaard?

Zie mijn antwoord op de vragen 2 en 3. Een capaciteitsuitbreiding van de Inspectie wordt op dit moment niet overwogen.

5.
Bent u bereid ­ zolang de BIG-wetgeving niet is gerepareerd ­ voor BIG- geregistreerden die geschorst zijn, maar alsnog onder een andere naam weer patiënten behandelen, een meldingsplicht in te voeren bij de IGZ, zodat de Inspectie gevaarlijke situaties eerder kan traceren en desgewenst stappen kan ondernemen? Zo nee, waarom niet?

5.
Beroepsbeoefenaren in de zorg die niet via de Wet BIG zijn geregistreerd, mogen in beginsel patiënten behandelen waar het gaat om niet voorbehouden handelingen. Echter ook in dat geval dienen deze beroepsbeoefenaren de patiëntveiligheid te waarborgen. Daar waar dat niet gebeurt, moet worden ingegrepen.
Om een vergelijking te maken: als iemand in Nederland zijn autorijbewijs moet inleveren als gevolg van verkeerd rijgedrag, mag hij nog wel op de fiets aan het verkeer deelnemen. Maar ook dan zal hij als fietser met verantwoord rijgedrag aan het verkeer moeten deelnemen. Doet hij dat niet, dan kan hij als fietser worden aangepakt.
Kortom, binnen de huidige wetgeving mogen de acht bedoelde artsen doorgaan met het leveren van individuele gezondheidszorg, maar niet als `arts'. Zij mogen geen voorbehouden handelingen verrichten. Mocht blijken dat zij ook hierbij de patiëntveiligheid in gevaar brengen, dan zijn zij op grond van de wet BIG nu al strafrechtelijk te vervolgen. De IGZ houdt toezicht op beroepsbeoefenaren die in het BIG-register zijn ingeschreven. Wanneer de IGZ stuit op beroepsbeoefenaren die niet via de Wet BIG zijn geregistreerd en die door hun handelen of niet- handelen de gezondheid van patiënten in gevaar brengen ­ of een aanmerkelijke kans daarop ­ dan meldt zij dat aan het OM. Ik overweeg dan ook niet om op dit moment een aparte meldingsplicht in te voeren bij de IGZ.