Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Wet op de lijkbezorging
Brief aan de Tweede Kamer over de uitvoering van toezeggingen
mbt. de wijziging van de Wet op de lijkbezorging
15 december 2009
Met deze brief zet de staatssecretaris de stand van zaken met
betrekking tot de uitvoering van het amendement-Van Raak/Knops uiteen
en informeert zij de Kamer over de andere zaken die bij de behandeling
van de wijziging van de Wet op de lijkbezorging (Wlb) aan de orde
kwamen.
1. Inleiding
Bij brief van 9 november jl. heeft de vaste commissie voor BZK mij
gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van
het amendement-Van Raak/Knops (Kamerstukken II 2007/08, 30 696, nr.
23). Graag maak ik van de gelegenheid gebruik de Kamer tevens te
informeren over de andere zaken die bij de behandeling van de
wijziging van de Wet op de lijkbezorging (Wlb) aan de orde kwamen. Met
deze brief doe ik de door mij gedane toezeggingen gestand.
De wijziging van de Wlb is op 9 juni van dit jaar door de Eerste Kamer
aanvaard en vervolgens bekrachtigd (Stb. 2009, 320). De wet zal op 1
januari 2010 in werking treden, met uitzondering van de bepalingen
over het Nader Onderzoek DoodsOorzaak (NODO) bij onverklaard
overlijden van minderjarigen (Stb. 2009, 501). De noodzakelijke
voorbereidingen voor een zorgvuldige invoering van deze procedure zijn
nog niet afgerond. De inwerkingtreding van genoemde bepalingen zal bij
afzonderlijk besluit plaatsvinden, zodra de Minister van Justitie de
implementatie voldoende voorbereid acht.
2. Het ruimen van graven
Het amendement-Van Raak/Knops maakt het in aanvulling op het bestaande
artikel 32 Wlb mogelijk om bij AMvB regels te stellen over het ruimen
van graven, het verwijderen van grafmonumenten en de
teraardebestelling van de overblijfselen van lijken. Zoals bekend geef
ik de voorkeur aan regeling op lokaal niveau in combinatie met
zelfregulering door de branche. Blijkens de toelichting op het
amendement hebben de indieners beoogd dat gemeenten tot een jaar na de
inwerkingtreding van de wet de gelegenheid krijgen nadere regels te
stellen met betrekking tot het ruimen van graven en hoe om te gaan met
verzamelgraven.
Nu de wet op 1 januari 2010 in werking treedt, hebben de gemeenten dus
tot 1 januari 2011 de tijd om deze nadere regels te stellen. Ik kan u
melden dat door de VNG wordt gewerkt aan een herziening van de
model-beheersverordening begraafplaatsen, waarbij ondermeer aandacht
wordt besteed aan het respectvol omgaan met menselijke resten bij het
ruimen van graven. De Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB)
is hierbij betrokken. Daarnaast wordt gewerkt aan een onderliggende
handreiking, waarbij ook de Branche Vereniging Ondernemers
Begraafplaatsbeheer (BVOB) betrokken is. Ik zal uw Kamer informeren
wanneer model en handreiking gereed zijn.
Ik ben niet bekend met signalen dat zich hierbij problemen zouden
voordoen. Ik heb er alle vertrouwen in dat de VNG, in samenspraak met
de LOB en de BVOB, er in zal slagen het model en de handreiking tijdig
gereed te hebben, zo heb ik ook in uw Kamer aangegeven tijdens de
recente plenaire behandeling van de BZK-begroting voor 2010. Het is
vervolgens aan de individuele gemeenten om te beslissen of zij het
model overnemen in hun regelgeving. Ik heb er echter alle vertrouwen
in dat gemeenten hier op een verantwoorde wijze mee zullen omgaan. In
de voorlichting die ik naar aanleiding van de wetswijziging zal
verstrekken, zal ik ook om aandacht vragen voor het ruimen van graven.
3. Grafkosten
Bij de behandeling van de wijziging van de Wlb is door uw Kamer met
algemene stemmen een motie-Anker/Van der Staaij (Kamerstukken II
2008/09, 30 696, nr. 28) aangenomen, waarin de regering wordt verzocht
de VNG te vragen een model voor grafkosten te ontwikkelen dat een
reële kostenopbouw en -vergelijking tussen verschillende gemeenten
mogelijk maakt en daarover de Kamer te informeren.
Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een herziening van de
Handreiking kostentoerekening leges en tarieven. De Handreiking geeft
inzicht in de wijze van doorberekening van kosten in rechten,
heffingen en tarieven die maximaal kostendekkend mogen zijn.
Grafkosten vallen hier ook onder. De Handreiking is geschreven voor
alle overheidsinstanties of uitvoeringsinstanties van overheidswege
die een recht, heffing of tarief in rekening brengen. De VNG zal
daarnaast in december, in aanvulling op de Handreiking, een
stappenplan publiceren waarmee gemeenten een goede kostenonderbouwing
kunnen maken voor heffingen die zijn gebaseerd op het verhalen van
kosten.
Reeds enige tijd geleden heeft de VNG overigens een model-verordening
lijkbezorgingrechten uitgegeven die de wijze van heffen beoogt te
uniformeren.
Verder hebben minister Cramer (VROM) en ik op 13 november jl. een
brief aan de Kamer gestuurd over de activiteiten die het Rijk, de VNG
en het IPO hebben ontplooid om de legesheffing transparanter te maken
(Kamerstukken II 2009/10, 31 953, nr. 27). Deze brief focust op de
legesheffing voor omgevingsvergunningen, maar in de brief is ook
aangegeven dat hetgeen voor de leges van de omgevingsvergunning wordt
ondernomen, mutatis mutandis ook voor andere rechten en leges geldt.
Concreet worden in de brief de volgende maatregelen genoemd:
* publicatie van de Handreiking kostentoerekening leges en tarieven
(BZK, december 2009)
* publicatie van het stappenplan kostentoerekening (VNG, december
2009)
* opstellen van activiteitenlijsten per legessoort (VNG en IPO,
begin 2010)
* toepassen van kostentoerekeningsmodellen (opgesteld door VNG en
IPO)
* opstellen leidraad kostentoerekening, waarin wordt beschreven hoe
al deze instrumenten in te zetten en hoe daarover verantwoording
moet worden afgelegd door gemeenten en provincies (VROM/BZK, april
2010)
Kortom, ook voor de lijkbezorgingrechten kan komend jaar een flinke
slag gemaakt worden bij het vergroten van de transparantie. Ik ben van
mening dat de Handreiking en het stappenplan voorzien in hetgeen met
de motie wordt beoogd. Er bestaat geen aanleiding grafkosten anders
te beoordelen dan andere leges. Ik benadruk overigens nogmaals dat
grafkosten maximaal kostendekkend mogen zijn en dat de verantwoording
hierover op lokaal niveau dient plaats te vinden aangezien de
tariefstelling tot de gemeentelijke autonomie behoort.
4. Overige onderwerpen
Tijdens de plenaire behandeling is door de heer Anker nog gesproken
over de uitgifte van eeuwigdurende graven. De VNG zou dit gemeenten
met het oog op de capaciteit op begraafplaatsen en om
beheerstechnische redenen ontraden. Het begraafplaatsbeheer, waaronder
de uitgifte van eeuwigdurende graven, is een verantwoordelijkheid van
individuele gemeenten. Zij maken daarin een eigen afweging. Er bestaat
ter zake géén richtlijn van de VNG. Wel is het zo dat gemeenten die
hierover om advies vragen, door de VNG worden gewezen op de aspecten
van capaciteit en beheer. Vervolgens is het aan die gemeenten zelf om
een keuze te maken. De voorlichting is verder een zaak van de VNG.
De heer Knops had mij gevraagd na te denken over het verhalen van
uitvaartkosten op kinderen die met hun ouders gebrouilleerd waren.
Zoals ik ook al had aangegeven tijdens de plenaire behandeling, zie ik
onvoldoende aanleiding om hier een voorziening voor te treffen, los
van de vraag of het mogelijk zou zijn dit met regelgeving af te
bakenen. Veel mensen hebben tegenwoordig een uitvaartverzekering. In
de meeste gevallen zal die kostendekkend zijn, zodat nabestaanden niet
met dergelijke kosten worden geconfronteerd. Indien geen sprake is van
een uitvaartverzekering of indien deze niet het volledige bedrag
vergoedt, komen de kosten slechts voor rekening van de nabestaanden
indien zij ook de opdracht tot de uitvaart hebben gegeven. In geval
van een gebrouilleerde relatie, ligt het niet in de rede dat de
kinderen opdrachtgever zijn. Men heeft dit dus mede zelf in de hand,
waardoor het een betrekkelijk "probleem" is. Indien niemand opdracht
geeft tot de uitvaart, dan doet de burgemeester dit. De gemeente heeft
dan echter wel de mogelijkheid de kosten te verhalen op de
nalatenschap (artikel 22 Wlb).
5. Tot slot
Begin volgend jaar zal ik de wijziging van het Besluit op de
lijkbezorging, een AMvB, ter hand nemen. Mijn eerste indruk is dat het
Besluit maar beperkte wijziging behoeft naar aanleiding van de
wetswijziging. De wijziging zal hoofdzakelijk technisch van aard zijn,
vandaar ook dat het niet nodig is de inwerkingtreding van de
wetswijziging hiervoor aan te houden. Van nieuw beleid is vooralsnog
geen sprake.
Daarnaast zullen initiatieven worden genomen tot de omzetting van de
VROM Inspectierichtlijn lijkbezorging in een Handreiking
lijkbezorging. Dit zal vanwege het technische karakter worden
uitbesteed aan de branche, waarbij de betrokken departementen, de VNG,
de LOB en andere betrokken organisaties zullen worden gevraagd plaats
te nemen in een begeleidingscommissie. Het is de bedoeling ook in dit
verband aandacht te besteden aan het ruimen van graven.
Ten slotte kan ik u melden dat er een BZK-brede reparatiewet in
voorbereiding is, waarbij ook enige technische verbeteringen in de Wlb
zullen worden aangebracht. Deze technische verbeteringen staan niet in
de weg aan inwerkingtreding van de wijziging van de Wlb per 1 januari
2010.
DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten