Datum 11 december 2009 -
Onderwerp Algemeen Overleg verkeersveiligheid 16 december 2009
1
Geachte voorzitter,
Ter voorbereiding op het Algemeen Overleg Verkeersveiligheid van 16 december
a.s. wil ik u informeren over de voortgang met betrekking tot een aantal eerder
gedane toezeggingen aan uw Kamer.
Inname van auto of kenteken na een alcoholdelict
Naar aanleiding van de motie van de leden Roefs en De Rouwe (Tweede Kamer,
vergaderjaar 2007-2008, 29398 nr. 110) heb ik tijdens het Algemeen overleg
verkeersveiligheid van 25 juni 2008 toegezegd uw Kamer te informeren over het
onderzoek naar de inname van auto of kenteken na een alcoholdelict.
Ik heb onderzoek laten doen naar de aanpak van mensen aan wie de
rijbevoegdheid is ontzegd en die toch blijven rijden. Daarbij is ook de optie "geen
rijbewijs, geen kenteken" aan de orde gekomen. Met name omdat in dat geval
dergelijke mensen in de anonimiteit verdwijnen, is deze optie mij ontraden.
Op mijn verzoek is het onderzoek uitgebreid naar andere mogelijkheden om deze
groep mensen toch aan te kunnen pakken. De mogelijkheden die uit dat
onderzoek naar voren zijn gekomen, zullen op praktische uitvoerbaarheid en
doelmatigheid worden geanalyseerd. Dat zal gebeuren in een aantal sessies waar
deskundigen en betrokkenen gezamenlijk aan deelnemen. Ik verwacht een advies
daarover voorjaar 2010.
Beperking maximumsnelheid motorvoertuigen
Ik heb uw Kamer in een brief (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008,
vw08000501, d.d. 25 juni 2008) toegezegd om in het Nationaal Mobiliteitsberaad
extra aandacht te vragen voor beperking van de maximumsnelheid van
motorvoertuigen op plaatsen waar zij mengen of kruisen met fietsverkeer.
Dit heb ik in het Nationaal Mobiliteitsberaad van 24 september 2009 gedaan.
Gemeenten hebben de laatste tien jaar de verkeersveiligheid verbeterd door veel
woonstraten om te bouwen tot 30km/uur erftoegangswegen. Wel wijst het
onderzoek `De veiligheid van voetgangers en fietsers op 30km/uur-
erftoegangswegen' van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek
Verkeersveiligheid uit dat de snelheidslimiet op 30km/uur wegen nu vaak nog
a
agina 1 van 5
P
ongeloofwaardig is. Automobilisten hebben de neiging harder te rijden dan
Datum
toegestaan, met negatieve gevolgen voor de verkeersveiligheid.
Door deze wegen in te richten met weg- en omgevingskenmerken die een Ons kenmerk
vertragend effect hebben, bijvoorbeeld een smalle weg met begroeiing of VENW/DGMO-2009/11781
bebouwing langs de weg, wordt een lagere limiet geloofwaardig. Hiermee kan het
aantal ernstige letselslachtoffers, met name onder fietsers en voetgangers, verder
gereduceerd worden. De VNG heeft haar achterban geïnformeerd over deze
aanbevelingen.
Motoren
In antwoord op vragen van de leden Van der Ham en De Rouwe (Tweede Kamer,
vergaderjaar 2008-2009, nr. 2425) heb ik toegezegd dat ik eind 2009 het
actieplan verbetering verkeersveiligheid motorrijders aan uw Kamer toe zou
sturen. In een bijeenkomst met het motorplatform in november (waarin alle
belangenorganisaties op het gebied van motoren zijn betrokken) is voorgesteld
om het actieplan nog verder uit te werken. Met het motorplatform is
overeengekomen dat het actieplan in de zomer van 2010 naar uw Kamer zal
worden gestuurd.
Overigens bekijk ik nog de mogelijkheid om bij aanvang van het 'motorseizoen'
aandacht te besteden aan de veiligheid van motorrijders die dan weer op pad
gaan.
Brommers en scooters van het fietspad
Tijdens het Algemeen Overleg Fietsbeleid op 19 november 2009 heb ik toegezegd
uw Kamer vóór het komende AO verkeersveiligheid schriftelijk te informeren over
de mogelijkheid om een landelijke regeling te maken dat brommers en scooters
niet op het fietspad mogen rijden.
De landelijke regeling ,,Bromfiets op de rijbaan is in 1999 ingevoerd, waarbij
bromfietsers van het fietspad naar de rijbaan werden verwezen. Hierdoor
daalde het aantal letselslachtoffers onder bromfietsers. Deze daling is vooral
veroorzaakt doordat bromfietsers die op de rijbaan rijden beter zichtbaar zijn
voor automobilisten. Ook deden zich minder aanrijdingen voor tussen
bromfietsers en fietsers op het fietspad. Vanwege deze regeling is de
maximumsnelheid van de bromfiets op de rijbaan verhoogd naar 45 km/uur,
zodat bromfietsers beter kunnen meekomen met het autoverkeer. Indien
wegbeheerders het vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid ongewenst
achten om de bromfietser op de rijbaan te laten rijden, kunnen zij
bromfietsers in dat soort gevallen verwijzen naar het verplichte
fiets/bromfietspad.
Snorfietsers vallen in verband met hun lagere maximumsnelheid (25 km/uur)
niet onder deze maatregel en moeten dus net als fietsers van het verplichte
fietspad gebruik maken. Scooters vormen geen aparte categorie, maar kunnen
zowel bromfiets als snorfiets zijn, afhankelijk van hun constructiesnelheid.
Ten aanzien van de mogelijkheid om te komen tot een landelijke regeling
waardoor (snor)scooters niet meer op het fietspad mogen rijden, zal ik eerst in
overleg met decentrale overheden en andere betrokken partijen in kaart brengen
welke problemen spelen op het gebied van snorfietsen op het fietspad.
Stijging aantal fietsgewonden
Tijdens het Algemeen Overleg Verkeersveiligheid op 2 september 2009 heb ik
toegezegd schriftelijk terug te komen op de oorzaken voor de stijging van het
aantal fietsgewonden, na overleg met de Fietsersbond.
agina 2 van 5
P
Uit een eerste analyse van de Dienst Verkeer en Scheepvaart en mijn gesprek
Datum
met de Fietsersbond kan ik u het volgende mededelen.
Er is niet één afzonderlijke oorzaak voor de stijging van het aantal fietsgewonden Ons kenmerk
aan te wijzen maar deze stijging kan gerelateerd zijn aan diverse factoren, zoals VENW/DGMO-2009/11781
bijvoorbeeld vergrijzing, stijging van het aantal fietsers op fietspaden, hogere
intensiteit gemotoriseerd verkeer op het onderliggend wegennet, het ontbreken of
de inrichting en het onderhoud van de (fiets)infrastructuur en het gedrag van
fietsers en medeweggebruikers.
Voordat ik effectieve maatregelen in gang kan zetten om de stijging van het
aantal ziekenhuisgewonden tegen te gaan acht ik een zo volledig mogelijk beeld
van de situatie van groot belang. Om die reden treed ik in overleg met de Dienst
Verkeer en Scheepvaart, de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek
Verkeersveiligheid en de Stichting Consument en Veiligheid, om te bezien op
welke wijze onderzoek gestart kan worden naar de achtergronden van de stijging
van het aantal ziekenhuisgewonden. Daarnaast heb ik volgende onderzoeken in
gang gezet:
De Dienst Verkeer en Scheepvaart onderzoekt op dit moment de
oversteekveiligheid van fietsers op verkeersaders binnen de bebouwde
kom.
De Fietsersbond onderzoekt voor mij het verband tussen ongevalrisico
van fietsende ouderen en verschillende aspecten van de infrastructuur,
waaronder onderhoud van fietspaden.
De Fietsersbond onderzoekt voor mij de correlatie tussen onderhoud
fietspaden en ongevalrisico van fietsende ouderen.
In mijn brief van 17 november 2009 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010,
29398 nr. 191) heb ik toegezegd dat ik uw Kamer in het voorjaar van 2010
schriftelijk zal informeren over de resultaten van de analyse en aanpak van het
aantal ziekenhuisgewonden. Daarin zal ik tevens ingaan op de onderzoeken
specifiek gericht op fietsongevallen.
Vereenvoudiging koppeling tussen rijbewijs en voertuigcategorieën
Tijdens het Algemeen Overleg CBR en bromfietspraktijkexamen van 7 oktober
2009 heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de mogelijkheid tot
vereenvoudiging van de koppeling tussen het rijbewijs en het voertuig dat
daarmee bestuurd mag worden.
De Europese rijbewijsrichtlijn bevat een harde koppeling tussen het rijbewijs en
de voertuigen die daarmee bestuurd mogen worden. Deze koppeling is onder
andere gebaseerd op het maximumgewicht van het voertuig en eventuele
aanhangwagens. Zo mag met het rijbewijs B een voertuig bestuurd worden met
een maximumgewicht van 3500 kilogram. Hierdoor moeten bestuurders van
bijvoorbeeld campers van 4000 kilogram, een rijbewijs C behalen. Ook het
benodigde rijbewijs voor combinaties van trekkend voertuig en aanhangwagens is
aan strakke regels gebonden. Ik heb conform de Europese richtlijn op dit gebied
uitsluitend de mogelijkheid om, na instemming van de Europese Commissie, af te
mogen wijken van de rijbewijsplicht voor bepaalde bijzondere typen voertuigen,
zoals legervoertuigen of speciale voertuigen voor gehandicapten.
agina 3 van 5
P
Reductie aantal verkeersborden
Datum
Naar aanleiding van de motie van de leden Roefs en De Rouwe (Tweede Kamer,
vergaderjaar 2008-2009, 29398 nr.145) heb ik tijdens het VAO verkeersveiligheid Ons kenmerk
van 12 maart 2009 toegezegd uw Kamer te informeren of het mogelijk is het VENW/DGMO-2009/11781
aantal verkeersborden langs de Nederlandse wegen te reduceren, onder andere
door strikte toepassing van de essentiële herkenbaarheidskenmerken.
De decentrale overheden in het Nationaal Mobiliteitsberaad hebben aangegeven
dat de verkeersborden bepalend zijn voor de geboden en verboden op de weg,
niet de belijning. Het aanbrengen van essentiële herkenbaarheidskenmerken biedt
daarom geen mogelijkheid het aantal borden langs bestaande wegen te beperken.
Weggebruikers kunnen opmerkelijke situaties met verkeersborden melden bij het
meldpunt dat de ANWB op mijn verzoek heeft opgericht. Bij de ANWB zijn reeds
enkele honderden reacties binnengekomen. Daarnaast voert de ANWB
wegbelevingsonderzoeken op verschillende routes uit, wat ook informatie over
onduidelijke of onoverzichtelijke verkeerssituaties oplevert. De ANWB koppelt
deze informatie rechtstreeks terug aan de betreffende wegbeheerders, zodat zij
hier wat aan kunnen doen.
Bestelverkeer
Tijdens het Algemeen Overleg Verkeersveiligheid van 12 februari 2009 heb ik
toegezegd u te informeren over de evaluatie van het convenant "Verbetering
Verkeersveiligheid Bestelverkeer".
De evaluatie (zie bijlage) is uitgevoerd door Twijnstra Gudde en betrof het
nakomen van de stappen uit het convenant. Geconcludeerd wordt dat dit is
gebeurd. Ik heb echter de behoefte om te bezien welke verdere mogelijkheden er
zijn om de verkeersveiligheid te verbeteren. Om die reden heb ik DHV gevraagd
te onderzoeken welke maatregelen nog verder mogelijk zijn. DHV komt met de
volgende voorstellen:
Professionele bestuurder aanspreken op professionaliteit door hierover
afspraken te maken met de sector. Bestuurders van bestelautos rijden
beroepsmatig in voertuigen die meer risico met zich meebrengen dan
personenautos, terwijl aan de bestuurders geen aanvullende eisen gesteld
worden. Een B-rijbewijs is voldoende.
Onderscheid maken in benadering tussen chauffeurs voor wie de rijtaak ook
de hoofdtaak is zoals koeriers en voor wie de rijtaak bijzaak is zoals service-
en bouwbedrijven.
Zorgen voor feedback aan chauffeur. Dit kan door een ervaren chauffeur mee
te laten rijden met een nieuwe chauffeur of door het rijgedrag
geautomatiseerd te monitoren.
Creëer centraal loket voor kennis en informatie. Bijvoorbeeld een website
voor ondernemers met daarop de Safety Scan, een database met best-
practices informatie over mogelijkheden voor monitoring en evaluatie.
Verkeersveiligheid bestelverkeer koppelen aan andere themas zoals
kostenbesparing en imago.
agina 4 van 5
P
Dit betekent dat verdere verbetering mogelijk is en ik wil dat ook op gaan
Datum
pakken. Ook mevrouw Roefs heeft eerder gevraagd naar verdere
verbeteringsmogelijkheden. Per aanbeveling zal ik samen met de branche de Ons kenmerk
invulling van deze aanbevelingen concretiseren. Ik informeer u daar begin 2010 VENW/DGMO-2009/11781
nader over.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 5 van 5
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat