Algemene Rekenkamer

Nieuwsbrief
16 december 2009

Spanningsvelden in stelsel van toezicht op stabiliteit financiële markten

Een verkenning van de Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer heeft een verkenning uitgevoerd naar het systeem van toezicht op de stabiliteit van financiële markten binnen haar onderzoeksprogramma 'Toezicht op markten'. Het toezicht wordt uitgevoerd door De Nederlandsche Bank (DNB). Deze verkenning is bedoeld om inzicht te krijgen in de context van (internationale) regulering en financiële markten. De Algemene Rekenkamer signaleert in haar rapport elf spanningsvelden die inherent zijn aan het systeem en een aantal kritische thema's.

Het rapport, 'Het systeem van toezicht op de stabiliteit van financiële markten; een verkenning', is gepubliceerd op 15 december 2009.

Spanningsvelden vragen om zorgvuldige afweging
De elf spanningsvelden in het systeem van toezicht zijn relevant voor het functioneren van DNB. Zo kunnen openbare uitingen van DNB over financiële instellingen de stabiliteit van instellingen in gevaar brengen, terwijl het achterwege blijven van waarschuwingen niet bijdraagt aan het vertrouwen in het toezicht. Er kunnen verder ook spanningen bestaan tussen publieke belangen die DNB nastreeft als centrale bank (lage inflatie, monetair beleid) en het prudentieel toezicht door DNB (stabiele instellingen). Daarnaast bestaan er spanningen tussen het toezicht door DNB en toezicht door andere toezichthouders, zoals de AFM (gericht op transparantie van de markt), de NMa (mededinging) en de NZa (toegankelijke en goedkope zorg). Het gaat er uiteindelijk om hoe de toezichthouder in de praktijk afwegingen maakt tussen de verschillende belangen die met de spanningsvelden gemoeid zijn. Deze afwegingen zijn in dit onderzoek niet onderzocht. In deel twee van het onderzoek zal de Algemene Rekenkamer ingaan op het functioneren van DNB in de praktijk. Dit deel staat gepland voor najaar 2010.

Toezicht op het systeem als geheel
Uit diverse analyses is gebleken dat het stelsel van toezicht moeilijk in staat is om risico's die het financieel systeem als geheel bedreigen, het hoofd te bieden. In regelgeving en toezicht is dit aspect tot medio 2008 onderbelicht gebleven. De veronderstelling was dat de stabiliteit van het systeem als geheel voldoende is gewaarborgd als gezorgd wordt voor de stabiliteit van individuele instellingen. Deze veronderstelling is niet juist gebleken. Sinds 2008 zijn er maatregelen genomen ter verbetering van het (macroprudentieel) toezicht, die vooral gericht zijn op internationale samenwerking. Deze maatregelen lossen het probleem niet op dat het financiële systeem vooral internationaal is, terwijl de aanpak van systeemrisico's deels een nationale verantwoordelijkheid blijft. Bij het toezicht op grensoverschrijdende financiële instellingen (microprudentieel) speelt een vergelijkbaar probleem. In Europa (Europese Economische Ruimte) bezitten momenteel 45 grensoverschrijdende instellingen samen meer dan 70% van de activa in het Europese bankensysteem.

Toezicht op kapitaalbuffers bij financiële instellingen De kredietcrisis heeft gebreken in de regelgeving voor kapitaaleisen aan financiële instellingen blootgelegd (Bazel I en II). Zo waren de eisen voor aan te houden kapitaal voor bijvoorbeeld effecten laag vastgesteld. Nieuwe regelgeving is in de maak. Tegelijkertijd is er het besef dat regelgeving in veel gevallen achter de praktijk aanloopt. In de toekomst zullen problemen wellicht in een andere vorm optreden. Een proactieve regelgever en alerte toezichthouder zijn dan essentieel.

Reactie van DNB, AFM en Financiën en nawoord Algemene Rekenkamer De minister van Financiën, DNB en AFM hebben in hun reacties positief gereageerd op het rapport. De minister van Financiën wijst er nog wel op dat er bij de financiële instellingen een cultuuromslag moet komen en vindt dat de codes voor goed bestuur, die het kabinet wil verankeren in de wet, daarbij helpen. De Algemene Rekenkamer noemt dat in haar nawoord een goede stap voorwaarts.



Algemene Rekenkamer