Rijksvoorlichtingsdienst

Snellere afhandeling letsel- of overlijdensschade mogelijk

Er komt een eenvoudige en snelle toegang tot de rechter als partijen in een letsel- of overlijdensschadezaak er door onenigheid over een deelgeschil zelf niet meer uitkomen. Het betreft de zogeheten deelgeschilprocedure. De rechterlijke uitspraak stelt partijen in staat de onderhandelingen weer op te pakken en de schade verder buiten de rechter om af te ronden. De Eerste Kamer heeft ingestemd met een daartoe strekkend wetsvoorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie. Dit wetsvoorstel treedt 1 april 2010 in werking

De afhandeling van letsel- en overlijdensschade duurt vaak lang. Dit wordt menigmaal veroorzaakt door verschillen van mening over de vele vragen die beantwoord moeten worden. Onenigheid over een of meer van zulke deelgeschillen kan ertoe leiden dat partijen de kern van de zaak uit het oog verliezen, waardoor de verhoudingen verslechteren en de afwikkeling van de schade op zich laat wachten.

Het wetsvoorstel biedt zowel de persoon die personenschade lijdt, als degene die daarvoor aansprakelijk wordt gehouden, de mogelijkheid in de buitengerechtelijke onderhandelingsfase een vraag aan de rechter voor te leggen. Partijen kunnen dat ook gezamenlijk doen. De rechter kan dan worden verzocht te beslissen over een deel van het geschil over de aansprakelijkheid voor schade door dood of letsel. Tegen de beslissing in de deelgeschilprocedure staat geen hoger beroep open.

EIGEN POSITIE EN BELANGEN SLACHTOFFER IN STRAFZAKEN ERKEND

Verder heeft de Eerste Kamer een wetsvoorstel aanvaard waardoor slachtoffers in het strafproces ook eigen rechten krijgen. De regeling erkent het slachtoffer als procesdeelnemer met eigen belangen en bevoegdheden. Het slachtoffer is meer dan een getuige, wiens verklaring als bewijsmiddel tegen de verdachte kan worden gebruikt.

Voor het slachtoffer is het van belang te weten op welke rechten hij aanspraak kan maken en welke mogelijkheden hij heeft in het vooronderzoek, tijdens de terechtzitting en het innen van zijn schadevergoeding. Slachtoffers hebben recht op informatie over zowel de strafrechtelijke procedure als de mogelijkheden van schadevergoeding. Daarnaast wordt rekening gehouden met de belangen van het slachtoffer bij het nemen van de vervolgingsbeslissing en het formuleren van de eis. Bijstand van een raadsman, recht op een tolk, en een correcte behandeling door politie en justitie worden in de wet vastgelegd. Verder komen er meer mogelijkheden om kennis te nemen van processtukken. Dit recht komt nu slechts toe aan degene die zich meldt als benadeelde partij. Het slachtoffer mag ook zelf stukken toevoegen aan het procesdossier.

Enkele van de basisrechten die nu in de wet worden vastgelegd, maken al deel uit van het beleid van het openbaar ministerie. Dit geldt voor de behandeling van het slachtoffer, de verstrekking van informatie over het verloop van de procedure tegen de verdachte en informatie over de mogelijkheden van schadevergoeding. Bij het uitblijven van schadevergoeding zal de Staat bij zeden- en geweldsmisdrijven een voorschot moeten verschaffen. Op basis van de wet zullen in de praktijk de werkwijze van politie, openbaar ministerie en rechterlijke macht opnieuw worden beschreven en vastgelegd. De aanpassing van de geautomatiseerde systemen die een betere serviceverlening aan het slachtoffer over de gehele linie mogelijk moeten maken, is in voorbereiding. Inwerkingtreding is voorzien op 1 januari 2011.

Noot voor redacties (