Gemiste kans woningmarkt te hervormen

16/12/2009 17:17

IVBN

IVBN heeft met gemengde gevoelens kennis genomen van de brief van minister Van der Laan aan de Tweede Kamer over het staatssteundossier. Positief is dat er nu veel meer duidelijkheid is gekomen wat Brussel toelaatbaar acht en dat voor de duidelijk commerciële activiteiten van woningcorporaties geen staatssteun meer mag worden gebruikt. De WSW-borging op allerlei combinatieprojecten met sociale én commerciële activiteiten zal moeten worden beperkt. Daardoor ontstaat een meer gelijk speelveld. Positief is ook dat er duidelijkheid is gekomen over wat nu maatschappelijk vastgoed is.

Negatief is echter dat er op de woningmarkt nauwelijks iets zal veranderen, terwijl dat zeer noodzakelijk is. IVBN betreurt het dat de minister het staatssteundossier niet heeft benut om de woningmarkt te hervormen, door de woningcorporaties ruimte te geven om een flink deel van hun woningvoorraad commercieel te exploiteren, in samenwerking met marktpartijen als institutionele vastgoedbeleggers. Daardoor had het nu in de sociale huurwoningenvoorraad opgesloten maatschappelijke vermogen liquide gemaakt kunnen worden. Tevens was er dan tussen de koopwoningenmarkt en de sociale huursector een sterke commerciële huursector ontstaan.

De minister heeft (na aandrang van een meerderheid van de Tweede Kamer) er helaas voor gekozen de doelgroep voor de woningcorporaties sterk te vergroten. Alle inkomens tot EUR 33.000 (zo'n 43% van de Nederlandse bevolking!) zouden in aanmerking moeten komen voor een sociale huurwoning. Ook het scheefwonen van zittende huurders met hogere inkomens wordt helaas niet aangepakt door een inkomenstoets te introduceren. Dat is slechts nieuws voor huurders uit de echte doelgroep (de huurtoeslagontvangers) die geen sociale huurwoning kunnen bemachtigen. De woningcorporaties verspelen daarmee tevens de mogelijkheid fors hogere huurinkomsten te genereren, wat essentieel is om hun sterk geslonken verdiencapaciteit te vergroten. Woningcorporaties zouden hierdoor financieel in staat gesteld worden hun maatschappelijke doelen na te streven.

IVBN betreurt het zeer dat er geen objectieve grens gesteld wordt aan wat een sociale of een commerciële huurwoning is. Alleen als de feitelijke huurprijs boven de EUR 648 komt, is er sprake van een commerciële huurwoning. En dat terwijl 30% van de corporatievoorraad de kwaliteit heeft om -na mutatie- als commerciële huurwoning te worden verhuurd. Er zijn momenteel slechts zo'n 100.000 huurwoningen van corporaties met een feitelijke huurprijs boven de EUR 648 huur per maand. Corporaties bepalen immers zelf de huurprijs. IVBN blijft ervoor pleiten dat alle huurwoningen die de kwaliteit hebben om na mutatie van de huurder voortaan op de vrije markt te worden verhuurd, tenminste een ruimer huurregime krijgen dan de overige sociale huurwoningen.

IVBN wil zowel de brief als vooral ook het besluit van de Europese Commissie nader bestuderen en gaat zich met haar leden beraden of de sterke vergroting van de doelgroep en het niet aanbrengen van een objectieve begrenzing juridisch kan en moet worden aangevochten bij het Europees Hof.





http://www.ivbn.nl