Rijksuniversiteit Groningen

Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen / nummer 195 / 14 december 2009

Embargo tot woensdag 16 december 2009, 2.00 uur

Minder trekvogels in het bos door klimaatsverandering

Alle insecten-etende soorten trekvogels die in Afrika overwinteren en in de Nederlandse bossen broeden, zijn sinds 1984 in aantal zijn afgenomen. Dat blijkt uit een onderzoek van Rijksuniversiteit Groningen, SOVON Vogelonderzoek Nederland, Centraal Bureau voor de Statistiek, Radboud Universiteit Nijmegen en Alterra, dat op 16 december wordt gepubliceerd in Proceedings Royal Society of London, Biological Sciences. De afname is bij sommige soorten enorm: nachtegalen zijn met 37 procent afgenomen, fluiters met 73 procent en spotvogels zelfs met 85 procent.

Door de klimaatsverandering begint de lente steeds vroeger in het jaar. Bomen lopen tegenwoordig twee weken eerder uit dan 25 jaar geleden, en ook rupsen die de jonge blaadjes eten zijn twee weken vervroegd. De eieren van veel vogels komen uit op het moment dat rupsen overvloedig in het bos aanwezig zijn, zodat hun jongen genoeg te eten hebben.

Rupsenpiek

Van twee bosvogels wisten de onderzoekers al dat ze hun broedtijd niet voldoende hebben aangepast aan het opwarmende klimaat. Koolmezen en bonte vliegenvangers broeden tegenwoordig te laat voor de rupsenpiek. De consequenties voor de aantallen van deze en van andere vogelsoorten waren echter slecht bekend.

In Noord-Europa, waar het voorjaar nog nauwelijks is vervroegd, nemen de bosvogels niet af in aantal. Ook de standvogels van Nederlandse bossen laten de afname niet zien. Bovendien zien de biologen geen afname van de Afrika-trekkers die in onze moerassen broeden.

Aanpassing

Uit dit alles concluderen de onderzoekers dat de afname niet alleen het gevolg is van veranderende omstandigheden in Afrika. De afname komt naar hun mening vooral tot stand doordat lange afstandstrekkers onvoldoende hun trektijd hebben aangepast om de vervroeging van rupsen bij te kunnen houden.

Moerasvogels die in Afrika overwinteren hebben hier niet van te lijden. Dat komt omdat in moerassen gedurende de gehele lente en zomer veel insecten te vinden zijn. Voor deze vogels is het daarom minder belangrijk om op precies het juiste moment te broeden.

Bossen steeds stiller

Door de voortgaande klimaatsverandering zal het waarschijnlijk steeds stiller worden in de Nederlandse bossen, vreest de Groningse bioloog dr. Christiaan Both: 'Steeds minder trekvogels zullen tot broeden komen'.

De tellingen voor de studie zijn hoofdzakelijk gedaan door vrijwillige vogelaars, die jaarlijks in vele honderden gebieden op vergelijkbare wijze broedvogels tellen. Alleen door hun jarenlange inzet is het mogelijk om deze gevolgen van klimaatsverandering in beeld te brengen.




Rijksuniversiteit Groningen