Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Antwoord op een kamervraag over de invoering van GBA als
authentieke registratie voor toeslagen
15 december 2009
Antwoord van de staatssecretaris op een kamervraag van het lid Omzigt
(CDA) tijdens het AO van 26 november 2009, gesteld aan de
staatssecretaris van Financiën. De vraag was of het verantwoord is om
de GBA per 1 januari 2010 als authentieke registratie te gaan
gebruiken voor toeslagen.
Datum 15 december 2009
Betreft Kamervraag
In het Algemeen overleg van 26 november 2009 heeft het lid Omtzigt (CDA) aan de
staatssecretaris van Financiën gevraagd of het verantwoord is om de GBA per 1
januari 2010 als authentieke registratie te gaan gebruiken voor toeslagen. De heer
Omtzigt refereerde daarbij aan de mededeling van de Staatssecretaris van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties dat 3% van de gemeenten voldoet aan de
kwaliteitseisen. Op verzoek van de staatssecretaris van Financiën kan ik u het
volgende antwoord geven.
De wettelijke verplichting tot invoering van de GBA als basisregistratie maakt dat
alle gemeenten en GBA-gebruikers bij de uitvoering van hun publieke taken gebruik
maken van actuele persoonsgegevens en dus niet langer terugvallen op een eigen
bronbestand. Het verplichte gebruik van actuele GBA-gegevens in combinatie met
de verplichte terugmelding zal in de komende periode leiden tot een gewenste
kwaliteitsverbetering. De invoering van de GBA als basisregistratie is één van de
maatregelen zoals de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties deze in het Actieplan Kwaliteit GBA van 11 juni 2008 heeft
gepresenteerd. Andere maatregelen zijn bijvoorbeeld het programma
modernisering GBA en de circulaire woonfraude.
In haar brief van 10 november 2009 heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties uw Kamer geïnformeerd over de actuele stand van
zaken over de GBA. Hierin heeft zij aangegeven dat per 1 januari 2010 ongeveer
55% van de gemeenten verwacht de GBA als basisregistratie ingevoerd te hebben.
Hierbij geldt dat de G4-gemeenten gereed zijn of bezig de laatste stap te zetten.
Hoewel sprake is van een duidelijke verbetering van de cijfers in vergelijking met
een peiling uit oktober 2008, heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties op 1 oktober 2009 - naast de reeds lopende activiteiten - een
pakket van aanvullende maatregelen gepresenteerd om de gewenste versnelling
aan te brengen in de invoering. Dit pakket aanvullende maatregelen omvat drie
zaken, te weten de inzet van ambassadeurs, ondersteuning en voorlichting door
adviseurs en een landelijk congres. In bedoelde brief is hier uitgebreid op ingegaan.
Overigens zegt de invoering van de GBA als basisregistratie iets over het verplichte
gebruik (en de verplichte terugmelding) van persoonsgegevens, maar daarmee is
niet gezegd dat in die gevallen dat een gemeente de GBA nog niet heeft ingevoerd
de GBA op dit moment per definitie niet betrouwbaar zou zijn.
Daar waar het gaat om de kwaliteit van de GBA in relatie tot het toeslagenproces
wil ik het volgende opmerken, In de voortgangsrapportage van 9 juni 2009 over
het actieplan Kwaliteit GBA heeft de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, mede namens de staatssecretaris van Financiën, het volgende
gezegd: "Toch is het van belang te onderstrepen dat de gegevens in de GBA
bepalend zijn, maar afnemers van deze gegevens onder omstandigheden tot de
conclusie moeten komen dat één of meerdere gegevens niet juist zijn. Dit zal leiden
tot een terugmelding, maar belangrijker nog tot de conclusie dat voor het recht op
een toeslag, uitkering of anderszins de afnemer tot een eigen afweging komt. Dit
uitgangspunt is bevestigd in vaste jurisprudentie (zie bijvoorbeeld UN: AZ9532,
Raad van State, 200605763/1). Uiteraard laat een en ander onverlet dat het
wenselijk is dat gegevens in de regel juist zijn om te kunnen komen tot een
effectieve uitvoering van overheidstaken."
Deze constatering geeft de Belastingdienst de vrijheid om in zijn beslissing toch af
te wijken van de GBA. Evenwel moet de Belastingdienst de constatering wel
terugmelden aan de GBA. De werkwijze van de Belastingdienst in 2010, zo heeft de
Staatssecretaris van Financiën mij laten weten, ligt in deze lijn.
DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten