Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Antwoorden op kamervragen over declaratiegedrag politietop
15 december 2009
Antwoorden op kamervragen van de vaste commissie voor Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties in de aanloop naar het AO toelagen en
declaraties van de politietop van 16 december 2009.
Datum 15 december 2009
Betreft reactie op Kamervragen declaraties politietop
Hierbij bied ik u een aantal antwoorden aan op de feitelijke vragen die zijn gesteld
door de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de
aanloop naar het AO toelagen en declaraties van de politietop dat op 16 december
plaatsvindt.
Een aantal vragen is door mij op dit moment niet beantwoord.
Er zal een onafhankelijk onderzoek plaatsvinden naar de rechtmatigheid van
declaraties en toelagen. Dit onderzoek zal op een aantal vragen uitsluitsel dienen te
geven. Dit betreft de vragen 14, 15, 16, 24, 26, 28, 33, 35, 39, 43, 51 tot en met
56. Daarna zal afronding plaatsvinden.
Daarnaast is een aantal vragen uitgezet bij de korpsen. Dit betreft de vragen 29,
33, 34, 35, 43, 68 tot en met 75, alsmede de vragen 78 tot en met 83. Ik heb deze
met een verzoek om een ambtsbericht voorgelegd aan de desbetreffende
korpsbeheerders. Ik heb de korpsen gevraagd om mij uiterlijk 11 januari 2010 de
informatie daarover te verstrekken waarna ik in de gelegenheid ben uw Kamer te
antwoorden.
In het in het najaar een nieuw Beleidskader arbeidsvoorwaarden politietop
aangeboden aan het Korpsbeheerdersberaad waarmee ik op 27 januari 2010
overleg. Ik zal daarover alsdan uw Kamer informeren.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
Mevrouw dr. G. ter Horst
1
Beantwoording feitelijke vragen van de vaste commissie voor BZK in aanloop naar
het AO toelagen en declaraties van de politietop dat op 16 december 2009
plaatsvindt
Beantwoording kamervragen declaratiegedrag korpschefs
Vraag 1, vraag 17, vraag 20 en vraag 23
Tot welke acties hebben uw eerdere uitspraken geleid dat u "not amused" bent over de
hoge toeslagen en te hoge declaraties?
Wat is er sinds december 2008 na publicatie van het rapport van de NPB door zowel het
korpsbeheerdersberaad als u gedaan na de toezegging van de heer Leers namens het
korpsbeheerdersberaad in december 2008 dat kritisch naar het stelsel van toelagen zal
worden gekeken met het oog om de zaak te harmoniseren?
Reactie op vraag 1 en 17
In december 2008 heeft de NPB de uitkomsten van haar onderzoek naar het toelagen
beleid bij de politie naar voren gebracht. De Kamer heeft daarop aan mij gevraagd
inzicht te geven in de toekenning van toelages politiebreed, ook in vergelijking met die bij
de sector Rijk. In het voorjaar heb ik de Kamer daarover geïnformeerd. Tegelijkertijd is er
gewerkt aan een nieuw Beleidskader Arbeidsvoorwaarden Politietop dat ik begin 2010
met het korpsbeheerdersberaad bespreek.
Welke stappen gaat u nemen om te komen tot nieuwe regels voor beloningen,
vergoedingen, declaraties en piketregelingen die eenduidig, eerlijk en redelijk zijn en op
een correcte manier worden nageleefd? Wanneer kunnen de concrete resultaten
daarvan uiterlijk worden verwacht?
Op elke wijze bent u voornemens het bezoldigingsbesluit politie aan te passen zodanig
dat de Kamer niet meer ieder jaar wordt geconfronteerd met berichten over excessieve
salariëring van de politietop?
Welke maatregelen zijn er genomen om te voorkomen dat cumulaties van toelagen en
declaraties niet meer zal plaatsvinden?
Reactie op vragen 20, 23 en 27
Op de politietop zijn dezelfde rechtspositionele bepalingen van toepassing als voor
iedere andere politieambtenaar. Qua salariëring vallen zij volgens het
functiewaarderingssysteem in de range van schalen 16 tot en met 18 en zijn deze
salarissen formeel vastgesteld. Ik heb een herziening van het bestaande beleidskader
voor ogen (zie hieronder).
Zoals ik u in de zomer van dit jaar heb laten weten heb ik dit voorstel ingediend bij het
korpsbeheerdersberaad dat ziet op herziening van het beloningspakket waarop de
politieleiding ingevolge de huidige rechtspositie aanspraak heeft. Een belangrijke
2
wijziging daarin ten opzichte van de huidige situatie is dat een aantal toelagen wordt
samengebracht in een algemene toelage die jaarlijks wordt toegekend waardoor
stapeling niet meer mogelijk is. Ik heb daarbij tevens een voorstel gedaan waardoor de
korpsbeheerder bij een benoeming en tussentijdse toekenning van
arbeidsvoorwaardelijke afspraken en bij ontslagregelingen vooraf de Algemene
Bestuurdienst (ABD) moet betrekken. De ABD zal vooraf gaan toetsen. Zij toetst de
beloningsvoorstellen op de voor de overheid geldende maximum-inkomensnorm, op de
inschaling en op de motivatie voor extra beloning. De ABD geeft hierover advies aan de
korpsbeheerder. Hij neemt vervolgens een besluit. Hiermee zal de transparantie en
uniformiteit worden bevorderd.
Daarnaast heb ik recent met het Dagelijks Bestuur van het Korpsbeheerdersberaad en
de raad van Korpschefs afgesproken dat een onafhankelijk onderzoek wordt ingesteld
naar de rechtmatigheid van de beloningen en toelagen.
Vraag 2
Wat rest voor u als mogelijkheden, aangezien de rechtspositie van de korpschefs wordt
besproken met de korpsbeheerders en de schaal vast staat en de rest is
onderhandelbaar? Zijn er wettelijke belemmeringen die uw eventuele ingrijpen
tegenhouden? Wat is de status van afspraken die u maakt met korpsbeheerders:
dwingend of niet.
Reactie:
Het formele werkgeverschap is in twee besluiten (Besluit algemene rechtspositie politie
en Bezoldigingsbesluit politie) neergelegd bij de korpsbeheerder. Hij past de daarin
genoemde regels toe. De regelgeving bevat een discretionaire bevoegdheid voor de
korpsbeheerders en geeft vrijheid ten aanzien van de toekenning en de omvang
daarvan. Dit moet anders. Er moet een pakket komen waarin de kaders vaststaan en
afdwingbaar zijn. De Algemene Bestuurdienst gaat een adviserende rol richting
korpsbeheerder daarin vervullen.
Vraag 3
Wat is uw reactie op de uitspraak van de vakcentrale VMHP dat toeslagen wel nodig zijn
omdat de salarissen voor de top te laag zijn.
Vraag 47
Blijven de salarissen van de top van de Nederlandse politie achter bij de markt in het
algemeen en bij andere directeuren in de veiligheidssector in het bijzonder? Is hier
onderzoek naar gedaan? Zo ja, met welke sectoren is het inkomen, inclusief toelagen
vergeleken? Zo nee, bent u bereid een marktvergelijkend onderzoek te doen?
Reactie op vraag 3 en 47
De constatering van de VMHP is nieuw. Het is in ieder geval niet passend dat daarvoor
compensatie wordt gezocht in toelagen die vanuit een ander oogmerk worden
toegekend.
In vraag 47 informeert u naar het beloningsniveau van de korpsleiding in vergelijking met
de markt en andere directeuren in de veiligheidssector. Er is geen vergelijking
3
opgemaakt. Het beloningsonderzoek dat in de loop van 2009 is uitgevoerd door de
Algemene Werkgeversvereniging Nederland heeft niet de hoogste functies uit de ranking
van salarisschalen meegenomen. Vanuit de cao 2008-2010 waaruit dit onderzoek
voortkwam zag er op om het inkomen van de "doorsnee" politie-ambtenaar te
onderzoeken. Het salaris van de korpschef komt overeen met de schalen 16 tot en met
18 van het Rijk, exclusief de toelagen. Het is een concurrerend inkomen waarvan ik op
dit moment geen aanleiding zie om tot verhoging over te gaan.
Vraag 4
Wat gaat de commissie die u hebt aangekondigd onderzoeken en wie zitten erin?
Reactie
De onderzoeksopdracht is nog niet verstrekt. Het onderzoek wordt verricht door een nog
nader te bepalen onafhankelijke dienst. Het onderzoek zal begin 2010 resultaat geven
zodat dit kan worden besproken in het overleg tussen minister en Kbb over het herziene
beleidskader arbeidsvoorwaarden politietop.
Vraag 5
Welke kaders, wet- en regelgeving zijn van toepassing op de aanstelling van de
politietop?
Reactie:
Op de aanstelling zijn van toepassing:
a. de Politiewet
b. de Wet Veiligheidsonderzoeken
c. het Besluit algemene rechtspositie politie;
d. het Bezoldigingsbesluit politie
e. het Besluit Kroonbenoemingen politie
f. Beleidskader arbeidsvoorwaarden politietop van BZK
g. En de in specifieke regelgeving nader uitgewerkte regelingen als het Besluit
reis,-verblijf- en verhuiskosten politie.
Vraag 6
Welke regelingen zijn van toepassing op de beloning van korpschefs?
Reactie:
In het algemeen zijn, op landelijk niveau, op de beloningen van de politieambtenaar en
dus ook die van de korpschefs van toepassing het Besluit algemene rechtspositie politie,
het Bezoldigingsbesluit politie, en het Besluit reis- verblijf, en verhuiskosten politie. Op
korpsniveau zijn evenwel diverse regelingen die ook van invloed zijn op de beloningen
van de politieambtenaar en in principe dus ook op die van korpschefs. Daarbij kan
gedacht worden aan bijvoorbeeld onkostenvergoedingen voor gebruik van mobiele en
vaste telefonie, de terbeschikkingstelling van een dienstauto en het gebruik maken van
de mogelijkheid van telewerken . Deze regionale regelingen komen evenwel niet in alle
korpsen voor en zijn ook verschillend qua inhoud.
4
Vraag 7
Kunt u aangeven hoeveel verschillende toelagen er mogelijk zijn?
Reactie
Onder toelagen versta ik de inkomenscomponenten die niet bedoeld zijn om tegemoet te
komen in gemaakte kosten zoals representatiekosten of reiskosten. Vanuit die optiek zijn
er op basis van de politierechtspositie de volgende toelagen te benoemen die aan de
politietop toegekend kunnen worden: de operationele toelage, de consignatietoelage
(ook wel pikettoelage genoemd), de functioneringstoelage, de toelage werving en
behoud, de waarnemingstoelage, en de gratificatie.
Vraag 8 en 37
Welke ruimte hebben korpsen om af te wijken van de toepasselijke regelgeving bij de
beloning van de politietop? Welke bevoegdheden heeft u om te zorgen dat er niet van de
toepasselijke regelgeving wordt afgeweken?
Vanaf wanneer bent u op de hoogte van de regelingen voor pikettoelage, toelage
werving en selectie, representatietoelage en functioneringstoelage voor korpschefs en
plaatsvervangende korpschefs?
Reactie
In bestaande regelingen is er afhankelijk van de toe te kennen beloning een zekere vrije
beleidsruimte. Enkele voorbeelden:
- representatiekostenvergoeding is maximaal 5% van het bruto-jaarsalaris;
- toelage (maandelijks) en uitkering werving en behoud is gekoppeld aan
maximumbedragen;
- functioneringstoelage is gerelateerd aan het schaalniveau en gekoppeld aan een
maximum percentage van het voor de ambtenaar geldende maximumsalaris.
- het toekennen van een gratificatie is niet genormeerd;
- in uitzonderlijke gevallen kunnen op andere gronden toelages worden verstrekt,
echter alleen met inachtneming van de door de de minister van BZK daartoe
nadere regelgeving
De toepassing en uitvoering van de regelgeving waarin bovenstaande beloningen zijn
geregeld zijn neergelegd bij de korpsbeheerder. Als gevolg hiervan heeft de minister van
BZK juridisch thans geen interventiemogelijkheden vooraf, wel wordt de minister achteraf
geïnformeerd door toezending van een kopie van het aanstellingsbesluit en/of
wijzigingen in de rechtspositie. Daarmee vindt een melding achteraf plaats. Dit
verandert door de rol die de Algemene Bestuurdienst nu vooraf krijgt. In het
Beleidskader Arbeidsvoorwaarden politietop is daarnaast bepaald dat vooraf bij
aanstelling overleg dient plaats te vinden als het inkomensniveau naar de opvatting van
de korpsbeheerder hoger dient te zijn dan 100% van het ministersalaris (maximum is
130%).
Vraag 9
5
Laat het beloningsbeleid voor de politietop ruimte voor declaraties, los van salaris en
toelagen? Zo ja, wat mag er los gedeclareerd worden?
Reactie
De rechtspositieregelgeving op landelijk niveau biedt geen grondslag voor declaraties in
het algemeen. Als uitzondering kan genoemd worden het Besluit reis-, verblijf- en
verhuiskosten. Dit Besluit biedt wel die mogelijkheid, bijvoorbeeld
maaltijden,versnaperingen tijdens dienstreis, tenzij men voor het maken van dienstreizen
gebruik maakt van een door de dienst beschikbaar gesteld vervoermiddel.
De toekenning van een representatiekostenvergoeding veronderstelt dat daaruit kosten
betaald moeten worden. Nu daarnaast binnen de korpsen de mogelijkheid bestaat van
declareren dient bij toekenning van de representatiekostenvergoeding helder te zijn om
welke onkosten het gaat.
Vraag 10
Zijn de huidige regelingen voor meerdere uitleg vatbaar? Zo ja, hoe kan worden gezorgd
dat deze regelingen verder worden verduidelijkt?
Reactie:
Enkele beloningselementen in de geldende regelingen zijn niet uitputtend omschreven.
Enkele voorbeelden zijn genoemd in het antwoord op vraag 8. Een striktere toepassing
kan bewerkstelligd worden door een specifieke normering en een exclusieve beschrijving
van de toe te kennen beloningscomponenten. In het voorstel "beleidskader
arbeidsvoorwaarden politietop" dat thans voorligt bij het Kbb wordt hierin voorzien.
Vraag 11
Erkent u dat beschikbaarheid en bereikbaarheid functiebestanddelen zijn, die op zich
niet voor een aparte vergoeding in aanmerking komen?
Reactie:
In het algemeen is voor de politieambtenaar in de rechtspositie voorzien in een
vergoeding per uur voor bereikbaarheid en beschikbaarheid. De functie van
politieambtenaar brengt met zich mee dat er sprake is van een eis van 24 uur
beschikbaarheid- en bereikbaarheid. Indien dit niet in een aparte vergoeding tot
uitdrukking wordt gebracht zal dit meegewogen moeten worden in de hoogte van het
salaris, Ik ben hier in zijn algemeenheid geen voorstander van, daar er bij de politie ook
administratief en technisch personeel werkzaam is dat niet hoeft te voldoen aan de 24
uurs-bereikbaarheids- en beschikbaarheidseis.
Voor hogere functionarissen ligt dit anders. Uit hoofde van hun functie is permanente
beschikbaarheid uitgangspunt en zou dit in het inkomen verdisconteerd kunnen worden.
In die zin heb ik dat voorgesteld in het nieuwe Beleidskader Arbeidsvoorwaarden
politietop.
Vraag 12
6
Wat zijn de regels met betrekking tot het krijgen van een onkostenvergoeding en het
voortdurend gebruik kunnen maken van een creditcard van de zaak?
Reactie
Er zijn nu geen landelijke regels met betrekking tot het verkrijgen en het gebruik van een
creditcard. Evenmin voor de toepassing hiervan naast de toekenning van de
representatiekostenvergoeding. Ik beraad mij over beide zaken.
Vraag 13
Hoe kunnen de twee functies van een korpsbeheerder, verantwoordelijk voor
rechtmatigheid en doelmatigheid van declaraties en de controle, in één hand goed
uitgeoefend worden?
Reactie:
Beide functies komen onvermijdelijk bij één persoon terecht. De korpsbeheerder wordt
geacht hiervoor verantwoordelijk te zijn. Ik vind dat een korpsbeheerder in staat is
daartoe binnen zijn korps adequate controlemechanismen in te stellen. Daarbij kan
gedacht worden aan het in handen leggen van de verschillende bevoegdheden bij
verschillende functionarissen door mandatering.
Vraag 14
Welke voorbeelden zijn er in de openbaar gemaakte declaraties en vergoedingen te
vinden, die niet in overeenstemming zijn met de huidige beloningsregels? Welke
vergoedingen weken al af van de geldende regels ten tijde van het maken van de
afspraken?
Reactie:
Het in mijn reactie op vraag 1 geduide onderzoek zal uitwijzen of hiervan voorbeelden
zijn.
Vraag 15
Welke mogelijkheden hebben de politiekorpsen om onterecht uitbetaalde bedragen terug
te vorderen?
Reactie:
Zie aanbiedingsbrief..
Vraag 16
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat de korpsen ook daadwerkelijk overgaan tot
terugvordering?
Reactie:
Zie aanbiedingsbrief.
Vraag 18
7
Wanneer kunnen nieuwe beloningsregels in werking treden? In hoeverre is het mogelijk
om binnen lopende arbeidscontracten de beloning in overeenstemming te brengen met
de nieuwe beloningsregels?
Reactie
Zie ook reactie bij vraag 1 en 4. Het streven is om per 1 februari 2010 de ABD de nieuwe
Zie het origineel
rol van toetsing en monitoring te geven. Ik zal eind januari spreken met het
korpsbeheerdersberaad over het herziene beleidskader arbeidsvoorwaarden politietop
2009. Na accordering door het korpsbeheerdersberaad en raad van korpschefs, zal dit
besproken moeten worden met de vakorganisaties die hieraan formeel hun instemming
zullen moeten geven. Afhankelijk van de duur van dit overleg kan een en ander worden
ingevoerd.
Indien op grond van de aanstelling specifieke arbeidsvoorwaarden zijn afgesproken,
zullen deze niet gewijzigd kunnen worden. Er is sprake van harde juridische
toezeggingen die op grond van algemeen beginselen van behoorlijk bestuur niet zonder
meer eenzijdig kunnen worden gewijzigd ten nadele van het individu.
Vraag 19
Kunt u verklaren waarom de Kamer meerdere malen concrete informatie over de
salarissen van de top van de Nederlandse politie door het kabinet geweigerd wordt om
reden van privacy, terwijl journalisten en andere burgers op grond van de wet
openbaarheid van bestuur, eerder over deze informatie beschikken dan de Kamer?
Reactie
Uitgangspunt is dat leden van de Tweede Kamer op grond van artikel 68 van de
Grondwet meer of tenminste evenveel informatie ontvangen als een burger die een
beroep doet op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Dit betekent niet dat alle
informatie die op grond van de Wob wordt verstrekt reeds bij de Kamer berust of na
inwilliging van een Wob-verzoek automatisch aan de Kamer wordt toegezonden
(Kamerstukken 2001-2002, 28 362, nr. 2, p. 7). Informatie die ik in het kader van de Wob
heb verstrekt, kan ik de Kamer op verzoek zonder meer overleggen. Echter, in dit geval
berust de informatie, met uitzondering van die van het KLPD, niet bij het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en heb ik die ook niet met een beroep op de
Wob verstrekt.
Vraag 21
Hoe wilt u in de toekomst de Kamer in staat stellen de controlerende taak uit te oefenen
in relatie tot informatie en documenten die in het kader van de Wet Openbaarheid van
Bestuur openbaar worden gemaakt?
Reactie:
Op verzoek kan de Kamer, evenals thans het geval is, beschikken over alle informatie
die nodig is voor haar controlerende taak. Zo zijn in het onderhavige geval
salarisrichtlijnen, toelagen en afspraken over declaraties steeds opvraagbaar. Voorts kan
de Kamer in een concreet geval verzoeken om de informatie die ik op grond van de Wob
heb verstrekt (zie ook antwoord op vraag 19.)
8
Vraag 22 en vraag 27
Herinnert u zich de toezeggingen van uw voorganger in 2004 om te komen met een
kader voor korpsbeheerders bij de aanstelling van de politiefunctionarissen van de
politietop? Welke activiteiten zijn er sinds 2004 door u genomen om te komen tot een
uniform en transparant beloningssysteem en om een einde te maken aan de cumulatie
van toelagen?
Welke maatregelen zijn er genomen om te voorkomen dat cumulaties van toelagen en
declaraties niet meer zal plaatsvinden?
Reactie op vraag 22 en 27:
Naar aanleiding van de commotie die in 2004 ontstond is het Beleidskader
arbeidsvoorwaarden politietop opgesteld dat in 2006 aan de Kamer is gezonden. Dit
beleidskader introduceerde de norm van 100% van het ministersalaris als totaal van
salaris en toelagen dan wel maximaal 130% van het ministersalaris. Deze begrenzingen
kwamen tevens voort uit de Wet Openbaarmaking uit Publieke Middelen gefinancierde
Topinkomens (Wopt) die in die tijd is ontstaan. Er wordt sinds die tijd bij aanstelling van
leden van de korpsleiding door mijn ministerie scherp gelet op naleving van dit
beleidskader. Dat bij de jaarlijkse publicatie toch functionarissen naar voren komen heeft
enerzijds te maken met het verleden - sommige functionarissen hebben in het verleden
aanspraken gekregen die arbeidsrechtelijk niet ongedaan gemaakt kunnen worden,
anderzijds zijn het incidentele situaties zoals bijvoorbeeld een uitkering van niet genoten
vakantiedagen bij vertrek.
Vraag 24
Hoe verhoudt de reactie van het korpsbeheerdersberaad en de raad van
hoofdcommissarissen om een onderzoek te doen naar de declaraties en naar het salaris
van de politietop zich met de toezegging die in december 2008 reeds is gedaan.
Wanneer kan de Kamer de resultaten van het onderzoek tegemoet zien?
Reactie
Zie aanbiedingsbrief.
Vraag 25
Klopt het dat de Wet Harrewijn ieder jaar bij de begroting van de politiekorpsen een
gedetailleerd overzicht van de korpsbeheerders ontvangt met daarin gedetailleerde
informatie over de rechtspositie van de individuele korpschefs, de inschaling, de
toelagen en de secundaire informatie . Wat doet u met deze informatie?
Reactie
De wet Harrewijn heeft enkele artikelen toegevoegd aan de wet op de
Ondernemingsraden en legt een verplichting op de werkgever om de ondernemingsraad
te informeren over de beloning van de top van de onderneming.
Ik ontvang deze informatie dus niet.
9
Vraag 26
Kunt u aangeven welke kosten door welke topfunctionarissen ten onrechte zijn
gedeclareerd en op welke wijze deze kosten terugbetaald zullen worden?
Reactie
Zie aanbiedingsbrief.
Vraag 28
Kunt u aangeven welke vergoedingen en toelages aan de subtop van de politie
academie en aan de subtop van het KLPD worden verstrekt? Hoe hoog waren deze
vergoedingen over de afgelopen twee jaar en welke regelingen hieraan ten grondslag
liggen?
Reactie:
Zie aanbiedingsbrief.
Vraag 29
Hoeveel politiemensen hebben de afgelopen jaren disciplinaire maatregelen /ontslag
gekregen voor het onterecht declareren? Voor welk bedrag is er in de afgelopen jaren
teruggevorderd
Reactie:
Deze gegevens zijn bij het ministerie niet bekend.
Vraag 30
Bent u bereid alle informatie aangaande de toelages van de korpsleidingen van alle
politieregio's en de KLPD van de afgelopen drie jaar naar de Kamer te sturen? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, wanneer kan de Kamer deze informatie ontvangen? Bent u bereid
alle informatie aangaande het WOB-verzoek van RTL naar de Kamer te zenden? Zo
nee, waarom niet?
Reactie
Bij de beantwoording van vragen van de vaste commissie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties met betrekking tot de toelagen bij de politie (2008D237673) d.d. 23
juni 2009, heb ik u, naast een algemeen overzicht van toelagen, het overzicht van schaal
17+ over de jaren 2006, 2007 en 2008 verstrekt.
De door u gevraagde informatie die in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur
aan RTL beschikbaar is gesteld, is thans openbaar. Met uitzondering van de informatie
betreffende het KLPD, is deze informatie niet door het ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties zelf openbaar gemaakt. Ik zal de korpsbeheerders vragen
de informatie die aan RTL is verstrekt ook aan mij te verstrekken opdat ik die aan u kan
zenden. De informatie betreffende het KLPD is te vinden op de website van mijn
ministerie: www.minbzk.nl. Indien de Kamer dat wenst, zal ik u de informatie over het
KLPD toezenden.
Vraag 31
10
Indien in het algemeen korpschefs onreglementaire betalingen hebben gedeclareerd
wordt dan de Rijksrecherche ingeschakeld ten einde te onderzoeken of er sprake is van
strafbare feiten en ter vaststelling van de integriteit van betrokkene? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 32
Bent u bereid, daar waar tegen de regels kosten zijn gedeclareerd of goederen zijn
aangeschaft de Rijksrecherche een onderzoek te laten starten en de betrokkenen te
behandelen als elke andere gewone diender? Zo nee, waarom niet?
Reactie
De Rijksrecherche komt in beeld als er sprake is van een vermoeden van een strafbaar
feit. Er vindt een onderzoek plaats naar de rechtmatigheid van ingediende declaraties in
relatie tot de regelgeving. Afhankelijk van de uitkomst van dit onderzoek zal worden
bezien of dan nog nader onderzoek noodzakelijk is.
Vraag 33
Is het waar dat verschillende politiekorpsen de inkomstenbelasting over toelagen
vergoed hebben? Hoe verhoudt dat zich tot de beloningsregels?
Reactie
Zie aanbiedingsbrief.
Vraag 34
Klopt het beeld in de media dat korpschefs vaak, veel en ver reizen? Zo ja, wat gaat u
daar aan doen?
Reactie
Er is inmiddels een WOB-verzoek ingediend over de dienstreizen. De korpsen zullen
langs die weg hier inzicht in geven. Ik ben bereid u over de uitkomsten hiervan te
informeren.
Vraag 35
In hoeverre passen de verschillende woonvergoedingen binnen de toenmalige en
huidige regelgeving? Welke mogelijkheden ziet u om het beleid rond woonvergoedingen
nader uit te werken, om discussies over rechtmatigheid in de toekomst te voorkomen?
Reactie:
Zie aanbiedingsbrief.
Vraag 36
Is de functioneringstoelage nodig, gezien het feit dat van een korpschef mag worden
verwacht dat vooraf gestelde doelen behaald worden? Wat is volgens u het nut van het
bestaan van deze functioneringstoelage? Vanaf welke rang kan men hierop een beroep
doen en hoe is deze regeling binnen de diverse regio's tot stand gekomen?
11
Reactie
Het Besluit algemene rechtspositie politie voorziet voor iedere politieambtenaar dus ook
de top in de mogelijkheid van toekenning van een functioneringstoelage. Het is geen
regeling die in de "diverse regio's tot stand is gekomen" .Deze toelage komt in alle
salarisschalen voor, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van deze toekenning. Het
verstrekken van een functioneringstoelage is een gebruikelijke prikkel om
functionarissen te stimuleren een extra bijdrage te leveren. In die zin is het een
uitstekend instrument, mits het wordt ingezet overeenkomstig het beoogde doel.
Vraag 38
Wie is verantwoordelijk voor het toekennen van het pikettoelage, de toelage werving en
selectie, representatietoelage en functioneringstoelage voor korpschefs en
plaatsvervangende korpschefs ?
Reactie.
De korpsbeheerder is verantwoordelijk voor de toekenning aan de korpschef en hij op
diens beurt voor toekenning aan de plaatsvervangend korpschef.
Vraag 39
Zijn bij het toekennen van de pikettoelage, toelage werving en selectie,
representatietoelage en functioneringstoelage voor korpschefs en plaatsvervangende
korpschefs regels overtreden? Zo ja, wat voor gevolgen heeft dit voor het functioneren
van de betreffende korpschefs en plaatsvervangende korpschefs?
Reactie:
Zie aanbiedingsbrief.
Vraag 40.
Kunt u een overzicht geven van de pikettoelage, toelage werving en selectie,
representatietoelage en functioneringstoelage voor een beginnende agent?
Reactie:
Conform de politierechtspositie zijn de pikettoelage, de toelage werving en behoud, de
representatiekostentegemoetkoming, en de functioneringstoelage in principe aan iedere
politieambtenaar toe te kennen.
De pikettoelage bedraagt ¤1,73 voor ieder uur piket dat aan de ambtenaar is opgelegd.
De toelage werving en behoud bedraagt maximaal ¤45.400 per jaar. De reden om een
toelage werving en behoud toe te kennen en de hoogte van de toelage vast te stellen
hangt af van het oordeel van het bevoegd gezag.
De representatiekostentegemoetkoming is maximaal 5% van het salaris en toekenning
daarvan hangt sterk af van de functie die wordt vervuld.
De functioneringstoelage is bedoeld voor ambtenaren die het maximum van hun schaal
hebben bereikt en waarvan er sprake is van zeer goede of uitstekende functievervulling.
Voor een (beginnende) agent zou de functioneringstoelage, mits hij aan de genoemde
voorwaarden voldoet, 6% van het geldende maximumsalaris bedragen.
12
Vraag 41
Kunt u aangeven wat de bedragen per uur zijn voor pikettoelagen voor de gewone
diender en de ME en welke bedragen voor piket worden toegekend aan de politietop?
Kunt u ook aangeven waarom gekozen is voor het verschil in piketvergoedingen?
Reactie:
De pikettoelage bedraagt conform het Bezoldigingsbesluit Politie ¤1,73 voor ieder uur
piket dat aan de ambtenaar is opgelegd. Dit geldt voor alle politieambtenaren. Het
verschil in hoogte van het totale bedrag dat een ambtenaar aan pikettoelage ontvangt,
hangt af van het aantal uren piket dat door het bevoegd gezag aan die ambtenaar is
opgelegd.
In aanvulling hierop is het mij bekend dat bepaalde korpsen ervoor gekozen hebben om
aan leden van de korpsleiding een afkoopbedrag voor permanente bereikbaarheid en
beschikbaarheid toe te kennen.
Vraag 42
Kunt u aangeven waarom korpschefs een pikettoelage krijgen? Deelt u de mening dat de
functie van lid van de korpsleiding inhoudt dat men 24 uur per dag beschikbaar moet
zijn? Deelt u de mening dat deze vergoeding reeds is geïncorporeerd in de hoogte van
de salarisschalen? Zo nee, waarom niet.
Reactie:
Een korpschef is politiefunctionaris in de zin van het Besluit algemene rechtspositie
politie. In dit besluit is voorzien in een regeling voor piket/consignatie die niet in
toekenning is beperkt. Ook voor een korpschef geldt dus een toekenning van ¤ 1,73 per
uur voor bereikbaarheid en beschikbaarheid. Deze vergoeding is niet geïncorporeerd in
het maandsalaris. Daarover zijn in de rechtspositie geen afspraken gemaakt. Volgens de
bepalingen kan hij dus aanspraak maken op deze piketvergoeding. In het herziene
beleidskader wordt voorgesteld om één bedrag toe te kennen waarmee deze aparte
piketvergoeding komt te vervallen. Zie ook de reactie op vraag 11.
Vraag 43
Hoe beoordeelt u de zogenaamde "bisschoppenregeling" in Amsterdam, waarin de
piketvergoedingen zijn vastgelegd? Is de "bisschoppenregeling" toegestaan?
Reactie
Zie aanbiedingsbrief.
Vraag 44
Kunt u aangeven waarom een toelage in de representatiekosten noodzakelijk en
gewenst is? Aan wie wordt en is deze toelage toegekend en voor welk bedrag?
Reactie
13
De korpschef heeft als hoogste leidinggevende en representant van het korps
verplichtingen naar buiten. In die zin is het gebruikelijk om aan deze functionarissen een
dergelijke toelage toe te kennen. Dit is ook het geval bij andere sectoren.
Ook hierin voorziet het Besluit algemene rechtspositie politie. Ingevolge deze bepaling
kan de korpsbeheerder aan de korpschefs op jaarbasis een toelage toekennen van
maximaal 5% van het salaris.
Vraag 45
Welke andere bijzondere toelagen kunnen worden toegekend? Wat is de motivatie
hiervoor?
Reactie
Ik verwijs hiervoor naar mijn reactie op vraag 7.
Vraag 46
Sinds wanneer wordt er binnen de Nederlandse politie gewerkt met een interim
korpschef van buiten de politie? Wie heeft hiertoe besloten en wat is de achterliggende
redenen? Welke regels gelden bij interim-klussen binnen de Nederlandse politie?
Hoeveel interim korpschefs zijn nu werkzaam binnen de politie?
Reactie
In de regio Twente is per 1 februari 2009 voor het eerst gewerkt met een interim
korpschef van buiten de politie. Per 1 april 2009 is dit omgezet in een tijdelijke
aanstelling.
In overleg tussen BZK en het korps is besloten tot een interim korpschef, vooruitlopend
op de werving en aanstelling van een vaste korpschef, vanwege de continuïteit in de
bezetting van de korpsleiding.
Er zijn geen landelijke regels die gelden bij interim-werkzaamheden binnen de
Nederlandse politie.
Er is op dit moment één interim korpschef met een tijdelijke aanstelling te weten in het
regionale korps Brabant Noord.
Vraag 47
Blijven de salarissen van de top van de Nederlandse politie achter bij de markt in het
algemeen en andere directeuren in de veiligheidssector in het bijzonder? Is hier
onderzoek naar gedaan? Zo ja, met welke sectoren is het inkomen, inclusief toelagen
vergeleken? Zo nee, bent u bereid een marktvergelijkend onderzoek te doen?
Reactie
Ik verwijs voor mijn reactie naar het antwoord op vraag 3.
Vraag 48
Kunt u de Kamer de bij het algemeen overleg van 1 juli 2009 toegezegde brief doen
toekomen waarin wordt ingegaan van de rechtvaardigingsronden voor een inkomen
boven de WOPT-norm bij de negen functionarissen en informatie over de wijze waarop
14
het kabinet ervoor zal zorgen dat het inkomen van deze functionarissen zal worden
verlaagd tot onder de WOPT-norm en per wanneer?
Reactie:
Ik verwijs hiervoor naar mijn reactie onder F. uit de brief naar de Kamer van 22
september 2009, kamernummer 29628.
.
F. Politiefunctionarissen boven de WOPT-norm (Wet Openbaarmaking uit Publieke
Middelen gefinancierde Topinkomens)
Tijdens het AO verzocht u mij nader uitleg te geven waarom 9 politiefunctionarissen
over 2007 boven de norm van WOPT uitkwamen.
De WOPT-norm is gebaseerd op het belastbaar jaarloon, alsmede de
pensioenbijdrage van werknemer en werkgever en aan politiezijde de bijdrage van de
werkgever aan de levenslooprekening. Daardoor is deze norm niet te vergelijken met de
norm van 130% ministersalaris omdat die slechts zuivere inkomenscomponenten betreft.
De mogelijkheid bestaat dat, hoewel een functionaris qua zuivere
inkomenscomponenten (salaris, vakantiegeld, 13e maand) onder de norm van 130%
blijft, deze toch op de WOPT-lijst staat vermeld door andere/meer componenten die voor
de bepaling van de overschrijding van de WOPT-norm dienen te worden
meegeteld. En dat is aan de orde bij deze functionarissen. Inmiddels heeft
de ministerraad ingestemd met mijn voorstel om deze normeringen
samen te laten vallen. Overigens is voor alle uitkeringen en toelagen die naast het
maandsalaris, 13e maand en vakantiegeld worden gedaan een wettelijke basis in de
rechtspositie van de politie. De korpsbeheerder beslist over toekenning
hiervan. Zoals bij de beantwoording van de kamervragen van 23 juni 2009 aangegeven
heb ik in overleg met het Korpsbeheerdersberaad het initiatief
genomen om de arbeidsvoorwaarden voor de politietop verder te harmoniseren.
Vraag 49
Kunt u aangeven vanaf welke rang de toelage werving en selectie (arbeidsmarkttoelage)
wordt verstrekt? Wat is het doel nu überhaupt van deze toelage, omdat dienders met
overtuiging voor een bepaald korps moeten kiezen?
Reactie:
De toelage werving en behoud kan in principe aan iedere ambtenaar worden toegekend,
ongeacht de rang of status (executief of administratief/technisch personeel). Het doel
van de toelage werving en behoud is om in te spelen op een situatie waarin er naar
oordeel van het bevoegd gezag voor een bepaalde functie sprake is van schaarste op de
arbeidsmarkt en/of de organisatie er belang bij heeft een ambtenaar aan zich te binden.
Vraag 50
Kunt u aangeven hoe het mogelijk is dat korpschefs een representatietoelage krijgen en
toch nog allerlei bedragen als "declaratie binnenland" apart declareren? Welke regeling
is hierop van toepassing, vanaf welke rang wordt deze toelage verstrekt en geeft deze
regeling ruimte, extra uitgaven apart te declareren? Indien dit niet het geval is en deze
15
bedragen onterecht dubbel zijn gedeclareerd, bent u dan bereid de Rijksrecherche een
onderzoek in te laten stellen? Zo nee, waarom niet?
Reactie:
Een representatiekostentegemoetkoming wordt toegekend op grond van artikel 20 van
het Bezoldigingbesluit Politie en kan maximaal 5% van het salaris bedragen. Mij is
duidelijk geworden dat deze elementen niet uitputtend zijn beschreven en toepassing
daarvan teveel speelruimte laat. Hierdoor is het in de praktijk mogelijk gebleken dat
korpschefs een representatiekostentegemoetkoming krijgen en daarnaast apart kunnen
declareren.
Inzet van de Rijksrecherche is mijns inziens nu niet aan de orde. Zie daarvoor ook
reactie op de vragen 31 en 32. Immers wordt de Rijksrecherche pas ingezet als er
verdenkingen zijn van strafbare gedragingen (misdrijven). Ik ben juist van oordeel dat de
politierechtspositie op het punt van representatiekosten en declaratiemogelijkheden
tekort schiet en teveel ruimte voor interpretatie biedt. Teneinde deze lacune in
bestaande regelgeving op te heffen, zal ik een nieuw arbeidsvoorwaardenbeleid voor te
politietop tot stand brengen waarmee onderlinge verschillen tussen korpsen verdwijnen
en transparantie en mogelijkheid tot controle aanzienlijk worden verbeterd, ook op het
punt van representatiekosten en declareren.
Als blijkt dat er onterecht gedeclareerd is, verwacht ik dat de betrokkenen de teveel
ontvangen bedragen terugbetalen. Zie daarvoor ook mijn reactie bij vraag 16
Vraag 51
Hoe paste de bonus, die u als burgemeester van Nijmegen in 2006 toekende aan de
nieuwe korpschef voor Gelderland-Zuid binnen de beloningsregels?
Vraag 52
Klopt het dat u destijds als korpsbeheerder ook (cumulatieve) toelagen heeft toegekend?
Zo, ja welke toelagen en aan wie? Kunt u ook toelichten wat de achterliggende redenen
voor het toekennen van deze toelagen is geweest en of deze toelagen binnen de regels
vielen?
Vraag 53
Op welke manier controleerde u destijds als korpsbeheerder de declaraties van de
politietop waarvoor u verantwoordelijk was? Wat waren voor u de regels?
Vraag 54
Hebt u destijds als korpsbeheerder de korpschef van Zwam een toelage toegekend,
omdat hij afstand heeft gedaan van zijn ouderschapsverlof? Is het toekennen van deze
toelage in strijd met de kaders en de wet- en regelgeving? Welke conclusie verbindt u
hieraan?
Vraag 55
16
Hebt u destijds als korpsbeheerder in 2006 de korpschef van Gelderland-Zuid een
compensatie heeft toegekend voor kinderopvang? Hoe hoog was die vergoeding?
Vraag 56
Kunt u aangeven waarom u nu voor "strikte terughoudendheid" pleit, terwijl in uw periode
als korpsbeheerder zelf de toenmalige korpschef een toelage van bijna 9000 euro van u
ontving? Kunt u aangeven waarom u deze toelage heeft verstrekt en welke regelingen
hieraan ten grondslag lagen?
Reactie:
Zie aanbiedingsbrief.
Vraag 57
Bent u destijds als wethouder in Amsterdam medeverantwoordelijk geweest voor de
totstandkoming van het inkomen, inclusief de toelagen van korpschef Welten?
Reactie:
Nee, de korpsbeheerder is formeel verantwoordelijk voor dergelijke beslissingen.
Vraag 58
Welke bijzonder regelingen zijn er getroffen met het hoofd van de Politie Academie?
Reactie
Onder het "hoofd van de Politieacademie" versta ik in dit verband de voorzitter van het
College van Bestuur van de Politieacademie, dat is het bestuur de Politieacademie op
basis van de Wet op het Politieonderwijs. Er zijn geen andere, bijzondere regelingen
getroffen dan het antwoord op vraag 28 opsomt.
Vraag 59
Wat zijn de regels voor het gebruik van een dienstauto? In hoeverre past de wijze
waarop de voorzitter van het college van bestuur van de politieacademie gebruik maakt
van de dienstauto binnen deze regels?
Reactie;
Er is nog geen landelijke richtlijn voor het gebruik van dienstvoertuigen bij
politieorganisaties. Wel heb ik hiervoor een voorstel gedaan aan het
Korpsbeheerdersberaad. De nog vast te stellen richtlijnen zullen in de toekomst ook
moeten gelden voor de Politieacademie
Vraag 60
Kunt u aangeven hoe het precies zit met de rijkosten van de dienstauto met chauffeur
van het hoofd van de politie academie? Waarom is dit hoofd van de politie academie niet
verhuisd, terwijl hij dit wel had beloofd?
Reactie
17
Zie het antwoord vraag 59. De voorzitter van het College van Bestuur (CvB) heeft mij
geïnformeerd dat hij om privéredenen aanvankelijk geen gevolg heeft gegeven aan zijn
voornemen tot verhuizen. Hoewel er geen sprake is van een verhuisplicht heeft de
voorzitter van het CvB besloten om alsnog te verhuizen naar Apeldoorn.
Vraag 61
Welke regeling ligt ten grondslag aan het feit dat het hoofd van de Politieacademie,
naast een salaris ook een pensioen ontvangt als generaal b.d.?
Reactie
De heer Van Baal heeft in het kader van de Uitkeringswet Gewezen Militairen recht op
73% van zijn laatste genoten salaris uit zijn vroegere dienstbetrekking bij Defensie.
Vraag 62
Klopt het dat deze directeur ook ingeschreven staat bij een communicatiebureau en dat
hij zich laat inhuren voor presentaties en dergelijke. Kunt u aangeven of en zo ja hoe
vaak deze directeur dergelijke lezingen e.d. heeft gegeven en of hij hiervoor de
dienstauto heeft gebruikt? Zo ja, kunt u aangeven of deze directeur heeft aangegeven
dat hij de dienstauto privé heeft gebruikt?
Reactie
De voorzitter van het College van Bestuur geeft aan eenmaal door tussenkomst van een
sprekersbureau een nevenactiviteit te hebben verricht. Vanwege meerdere
verplichtingen op dezelfde dag voor de Politieacademie heeft hij die dag gebruik
gemaakt van de dienstauto. De voorzitter van de Politieacademie heeft aangegeven dat
dit in de toekomst niet meer zal voorkomen
Vraag 63
Worden de nieuwe beloningsregels ook toegepast op de Politie-academie?
Reactie:
Ja.
Vraag 64
Wat vindt u van de maatregel van de korpsbeheerder van Kennemerland, die vorige
week direct de creditcard ingenomen en een vaste onkostenvergoeding ingesteld heeft?
Kan dit navolging krijgen?
Reactie
Ik vind het innemen van de creditcard op zichzelf een goed initiatief. De vraag is daarbij
wat er is afgesproken over de onkosten die dan voortaan vallen onder de vaste
onkostenvergoeding. Ik zal bezien of het verstandig is geen onkostenvergoeding te
verstrekken en alle onkosten voor de uitoefening van de functie ten laste te brengen van
het korps waarna jaarlijks de accountant de controle kan uitvoeren.
Vraag 65
18
Kunt u aangeven waarom de korpsbeheerder van Twente besloten heeft de interimkorpschef
in te huren voor 1400 euro per dag? Klopt het dat u hiermee hebt ingestemd?
Zo ja, hoe valt dit te rijmen met uw eerdere opmerkingen aangaande inhuur van
externen in relatie tot de Balkenendenorm?
Reactie:
In overleg met en na instemming van BZK heeft de korpsbeheerder besloten tot een
interim korpschef, vooruitlopend op de werving en aanstelling van een vaste korpschef,
vanwege de continuïteit in de bezetting van de korpsleiding. Het tarief van ¤ 1400 per
dag inclusief alle werkgevers- en werknemerslasten, pensioenpremie, verzekeringen en
risicopremies enz. is getoetst aan de Balkenendenorm.
Overigens heb ik jongstleden november in de Kamer aangegeven geen voorstander te
zijn van maximering van het salaris van inhuur.
Vraag 66
Kunt u aangeven waarom de interim korpschef van Twente toch een werving en behoud
toelage heeft gekregen, terwijl deze toelage is bedoeld om werknemers aan het korps te
binden, wat in strijd is met het zijn van interim? Kunt u aangeven hoeveel deze toelage
voor werving en behoud behelst en op welke regeling deze toelage is gestoeld? Wie
heeft besloten deze toelage te verstrekken en had deze persoon het mandaat hiervoor?
Reactie:
Artikel 19 van het Besluit bezoldiging politie (Bbp) biedt de mogelijkheid om een
ambtenaar maandelijks een toelage toe te kennen om reden van werving of behoud. De
toelage kan worden toegekend bij schaarste op de arbeidsmarkt,
arbeidsmarktknelpunten of onmisbaarheid van individuele deskundigheid en kan
daarmee los staan van een tijdelijk dienstverband. Gezien het belang van de vervulling
van de functie van korpschef in Twente, afgezet tegen de ervaring van de specifieke
kandidaat heeft de korpsbeheerder hierin aanleiding gezien deze toelage toe te kennen.
De toelage mag het bedrag van ¤ 45.400 per jaar niet overschrijden. Hij is hiertoe
bevoegd.
Vraag 67
Kunt u aangeven of er de afgelopen drie jaar meer interim korpsleidingleden zijn
aangesteld voor een dergelijk buitensporig bedrag? Zo ja, voor welke korpsen hebben zij
gewerkt en welke regeling, welke toelagen en bijzondere beloningen is met deze
personen afgesproken?
Reactie:
In de afgelopen drie jaar zijn in een drietal korpsen interim leden van de korpsleiding
werkzaam geweest. Het betrof waarnemende korpschefs voor Zeeland en Gelderland
Midden en een lid korpsleiding KLPD. In geen van deze gevallen is sprake van externe
inhuur, het betrof medewerkers van de politie.
Vraag 72
19
Klopt het dat de korpschef van Zaanstreek-Waterland de portefeuille integriteit onder
zich heeft binnen de Raad van Hoofdcommissarissen? Hoe komt het dat deze korpschef
naast een representatietoelage van ruim 8000 euro, nog eens ruim 4000 euro apart
declareert? Deelt u de mening dat door dergelijk declaratiegedrag de integriteit van de
korpschefs onder spanning komt te staan? Heeft de korpschef van Zaanstreek-
Waterland zichzelf hierop aangesproken?
Reactie:
De betrokken korpschef is tot eind 2008 portefeuillehouder Integriteit bij de Raad van
Hoofdcommissarissen geweest. Over de declaratiemogelijkheden van korpschefs verwijs
ik u naar de beantwoording van vraag 9. Uw vraag of daarmee de integriteit van
korpschefs onder spanning staat, is afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek naar
de rechtmatigheid van deze declaraties.
Vraag 76
Heeft het korps Rotterdam-Rijnmond de afgelopen jaren het politiekorps op de
Nederlandse Antillen ondersteund? Zo ja, kunt u aangeven voor hoe lang dit is gebeurd
en hoe vaak Nederlandse politiemensen naar de Antillen zijn geweest de afgelopen drie
jaar, wat de verblijf- en vliegkosten hiervan waren en hoeveel Nederlandse
politiemensen hierbij waren betrokken? Kunt u aangeven wat concreet de resultaten van
deze inzet is geweest?
Reactie
Ja. Na de ontvlechting van het Korps Politie Nederlandse Antillen (2010) (brief en bijlage
2009-000097450) gaan in de nieuwe korpsen Nederlandse collega's (uit de zogenoemde
'Twinning" korpsen) op de Antillen werken voor een periode van 2-3 jaar. Het is nog niet
duidelijk op welke functies zij zullen gaan werken.
Als de uitzendingen na 1 januari a.s. plaatsvinden, valt men onder de
Voorzieningenstelsel Uitzendingen BZK. Voor wat betreft de vraag naar dienstreizen zal
het WOB-onderzoek hier op ingaan.
Vraag 77
Klopt het dat het korps Amsterdam-Amstelland politiebureaus in Suriname ondersteund?
Zo ja, hoeveel dienstreizen zijn er de afgelopen drie jaar verricht voor dit soort projecten,
wat waren de verblijf- en vliegkosten hiervan en hoeveel Nederlandse politiemensen
hierbij waren betrokken? Kunt u aangeven wat concreet de resultaten van deze inzet is
geweest?
Reactie:
Ja. Het regiokorps Amsterdam-Amstelland en het korps Suriname hebben een
samenwerkingsverband dat vooral is gericht op het tegengaan van identiteits-en
documentfraude, bestrijding van georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit en
het versterken van een integraal veiligheidsbeleid door het geven van opleidingen en
trainingen, uitwisseling van expertise en het leveren van apparatuur en software.
20
Om dit mogelijk te maken is een huisvestingsprogramma voor politiebureaus in
Suriname in uitvoering waarvoor o.m. het korps samen met de gemeente Amsterdam in
het kader van de samenwerking met Suriname al eerder bijdragen hebben geleverd.
Dienstreizen worden gemaakt op basis van Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten
politie. Het WOB-onderzoek zal uitsluitsel geven over de dienstreizen.