Centraal Planbureau

Datum: 17 december 2009

Meer vertrouwen vermindert criminaliteit in Nederlandse gemeenten

Waarom zijn er zulke grote verschillen in criminaliteit tussen Nederlandse gemeenten? Zelfs wanneer rekening wordt gehouden met lokale condities en kenmerken van de populatie, blijft ongeveer de helft van deze verschillen onverklaard. Utrecht en Leiden lijken bijvoorbeeld wat socio-economische achtergronden betreft erg op elkaar, maar per hoofd van de bevolking is het aantal misdaden in Utrecht ruim twee keer zo groot. Dit onderzoek toont aan dat een deel van de onverklaarde verschillen tussen Nederlandse gemeenten voortkomt uit verschillen in sociaal kapitaal. De schattingsresultaten laten zien dat verschillen in sociaal kapitaal ongeveer tien procent van de variatie in criminaliteit kunnen verklaren. Ter vergelijking, verschillen in werkloosheid, het aantal coffeeshops en onderwijsniveau verklaren samen ongeveer zes procent van de variatie in criminaliteit.

Dit is de belangrijkste conclusie uit het vandaag gepubliceerde CPB Discussion Paper 136, The impact of social capital on crime: Evidence from the Netherlands.

Wat is sociaal kapitaal?
Sociaal kapitaal is een diffuus begrip dat op vele manieren kan worden gedefinieerd en geïnterpreteerd. In dit onderzoek is ervoor gekozen een aantal indicatoren te gebruiken die bijdragen aan het sociale kapitaal van een gemeenschap: het aantal bloeddonaties en giften aan goede doelen als maat voor altruïsme, de opkomst bij lokale verkiezingen en de inzet tijdens wijkactiviteiten als indicator voor betrokkenheid, en het vertrouwen dat mensen in elkaar hebben. Ook is gekeken naar indicatoren die sociaal kapitaal juist verminderen, zoals het aantal scheidingen en de heterogeniteit van de gemeentelijke populatie. Uit deze variabelen is een aantal indicatoren geconstrueerd die in de statistische analyse zijn gebruikt. Criminaliteit bestaat uit 27 categorieën, van winkeldiefstal tot moord. Ook hieruit is een aantal indicatoren gemaakt.

Geschiedenis bepaalt hedendaagse uitkomsten
De analyse van 142 gemeenten met meer dan 30 duizend inwoners laat zien dat sociaal kapitaal en criminaliteit niet alleen samenhangen, maar dat er een verband bestaat dat aangeeft dat meer sociaal kapitaal leidt tot minder criminaliteit. Om dit aannemelijk te maken kijken we naar drie historische variabelen gemeten in 1859, die worden gebruikt om te laten zien dat meer sociaal kapitaal minder criminaliteit tot gevolg heeft. Dit zijn het aantal etnische groepen in een gemeente als maat voor de heterogeniteit van de populatie, het aantal scholen als maat voor investeringen in menselijk kapitaal en het aantal protestanten per gemeente. Hoe heterogener de populatie 150 jaar geleden, hoe lager het sociale kapitaal van een gemeente. Hoe meer scholen in 1859 bestaan, hoe hoger opgeleid de bevolking historisch gezien is. Dit heeft een positief effect op het onderlinge vertrouwen. Protestanten waren relatief vaker actief in sociale activiteiten binnen gemeenten en werden gestimuleerd de Bijbel te lezen, terwijl dit minder het geval was bij het katholieke deel van de bevolking. Dit leidde ertoe dat zij eerder konden lezen en schrijven. Dit heeft een positief effect op het sociale kapitaal rond 1850.

De effecten van sociaal kapitaal op criminaliteit De analyse laat zien dat de exogene component van sociaal kapitaal een negatief effect heeft op criminaliteit: hoe hoger het sociaal kapitaal, des te lager de criminaliteit. Er wordt hierbij gecontroleerd voor zoveel mogelijk waarneembare kenmerken van gemeenten. Uit de analyse blijkt dat ongeveer tien procent van de criminaliteit is toe te wijzen aan verschillen in sociaal kapitaal. Deze resultaten blijven overeind en vergelijkbaar wanneer verschillende maten voor sociaal kapitaal en criminaliteit worden gebruikt. Ook wanneer rekening wordt gehouden met verschillen in het gemiddelde inkomen of in de inkomensongelijkheid tussen gemeenten, blijven de resultaten ongewijzigd. Ten slotte worden verschillende indicatoren voor etnische samenstelling van de gemeenten gebruikt, zoals onderscheid tussen westerse en niet-westerse allochtonen. Opnieuw blijven de resultaten ongewijzigd.

Beleid
Sociaal kapitaal is volgens deze resultaten een lange-termijnfenomeen, dat zorgvuldig wordt opgebouwd over een lange tijdsperiode. In een beleidsperspectief maakt dit de studie moeilijk toe te passen, omdat het exogene deel van sociaal kapitaal niet snel te veranderen is. De resultaten laten echter ook zien dat wel voortgang geboekt kan worden door de determinanten van criminaliteit aan te pakken. De cijfers in deze studie laten zien dat gemeenten met meer jongeren en laagopgeleiden meer last hebben van criminaliteit. Het binnenboord houden in het onderwijssysteem van jongeren en het stimuleren van onderwijs draagt bij tot de opbouw van sociaal kapitaal, wat uiteindelijk de criminaliteit zal doen afnemen.

CPB Discussion paper 136 The impact of social capital on crime: Evidence from the Netherlands is (gratis) beschikbaar als pdf-bestand op de website van het CPB (www.cpb.nl).