Vondst Oost-Aziatische boktor in boomkwekerijgebied Boskoop
17 december 2009 - kamerstuk
Kamerbrief over een tweede vondst in Nederland van de boktor. Deze kan
op grote schaal schade veroorzaken aan alle belangrijke loofbomen en
beplantingen en is een grote bedreiging voor de groene ruimte.
Datum 17 december 2009
Betreft Vondst Oost-Aziatische boktor in boomkwekerijgebied Boskoop
Geachte Voorzitter,
In mijn brieven van 17 januari en 26 augustus 2009 heb ik u geïnformeerd over
een uitbraak van de Oost-Aziatische boktor, in de groene ruimte in het Westland
(dat wil zeggen buiten landbouwproductiebedrijven) en de maatregelen die de
Plantenziektenkundige Dienst (PD) heeft getroffen om dit zeer schadelijke
organisme effectief uit te roeien.
Met deze brief informeer ik u over het feit dat deze boktor opnieuw is aangetroffen,
ditmaal in het boomkwekerijgebied Boskoop. Het gaat om een vondst in een
singelbeplanting op een kwekerij, die planten importeert uit landen waar deze
boktor voorkomt. Het is de tweede keer dat in Nederland een aantasting gevonden
wordt in de groene ruimte.
De Oost-Aziatische boktor is een organisme dat in Nederland op grote schaal
schade aan alle belangrijke loofbomen en beplantingen kan veroorzaken. De
boktor vormt daarmee in potentie een zeer grote bedreiging voor de groene
ruimte.
Huidige situatie
Naar aanleiding van de vondsten van de Oost-Aziatische boktor in 2007/2008 is
de survey in de omgeving van bedrijven die waardplanten importeren uit landen
waar deze boktor voorkomt, geïntensiveerd. De huidige vondst is gedaan tijdens
de survey bij een van deze bedrijven.
De PD heeft acht uitvlieggaten en twee levende larven aangetroffen in een singelbeplanting
op een kwekerij in het centrum van Boskoop. Het gaat om drie loofbomen:
twee esdoorns (Acer) en een haagbeuk (Carpinus). Beide soorten staan
bekend als voor de boktor gevoelige waardplanten. Het gaat om een bedrijf dat al
lange tijd planten importeert uit landen waar de boktor voorkomt. Ten tijde van
de eerste vondst van de boktor in Nederland in 2007/2008 zijn er op dit bedrijf
een groot aantal partijen met uitvlieggaten aangetroffen. Deze partijen zijn destijds
vernietigd en sindsdien zijn er op het bedrijf geen aantastingen meer gevonden.
Op grond van de leeftijd van de aangetroffen larven bestaat het vermoeden
dat er twee jaar geleden voor het laatst kevers zijn uitgevlogen, wat heeft geleid
tot eiafzetting en besmetting van de singelbeplanting.
Internationale context
De Oost-Aziatische boktor is een quarantaine-organisme dat in Richtlijn 2000/
29/EG van de Europese Unie is ingedeeld in de hoogste risicocategorie (bijlage
IAI). Op grond van deze Europese regelgeving moet Nederland maatregelen
nemen gericht op uitroeien, ook in de groene ruimte. De maatregelen moeten
verplicht worden gemeld aan de Europese Commissie.
Naar aanleiding van de vondst in het Westland in 2007 en eerdere vondsten in
Italië van de Oost-Aziatische boktor heeft de Europese Commissie eind 2008
noodmaatregelen vastgesteld (beschikking 2008/840/EG) om binnenbrengen en
verdere verspreiding van de boktor in de EU te voorkomen. Het gaat daarbij onder
andere om verscherpte eisen bij import van voor deze boktor gevoelige waardplanten
vanuit derde landen en om eisen voor gebieden in de EU waar de Oost-
Aziatische boktor is gevonden. Zo moet op grond van de beschikking rond een
vondst een besmette zone en een bufferzone daar om heen afgebakend worden.
In de afgebakende gebieden gelden verscherpte eisen voor verhandeling van
waardplanten van origine uit deze gebieden en een verplichting om verscherpt te
inspecteren op de aanwezigheid van de boktor. De bufferzone moet een straal van
minimaal 2 km hebben. Bij een eerste vondst kan de bufferzone worden beperkt
tot een straal van minimaal 1 km.
Maatregelen naar aanleiding van deze vondst
Om de boktor effectief te kunnen uitroeien is, conform de in het Westland gehanteerde
aanpak, besloten om in een straal van 100 meter rond de besmetting alle
loofbomen en struiken te verwijderen. Binnen dit gebied liggen 2 kwekerijen, 5
openbare instellingen of bedrijven die actief zijn buiten de "groene" sector en 18
particuliere tuinen. De kans dat de boktor zich buiten een straal van 100 meter
rond de besmette bomen heeft verspreid wordt als zeer klein ingeschat.
Om elk risico op aanwezigheid en verdere verspreiding van de boktor te kunnen
uitsluiten zal daarnaast in een straal van 200 meter rond de vondst intensief
geïnspecteerd worden. De teeltbedrijven in dit gebied (tussen 100 meter en 200
meter rond de vondst) zullen worden vastgelegd, zodat vervoer van mogelijke
waardplanten van deze bedrijven voorkomen wordt en de planten beschikbaar zijn
voor nader onderzoek. Deze intensieve inspecties betreffen 1 kwekerij, 3 openbare
instellingen en ongeveer 200 particuliere tuinen.
De direct betrokken bedrijven en particulieren zijn per brief op de hoogte gesteld
van deze maatregelen. Tevens wordt een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd,
waar belanghebbenden uitleg krijgen over de vondst, de maatregelen en de vervolgactiviteiten.
Kosten als gevolg van de maatregelen
De kosten voor het ruimen van bomen en struiken bij de bedrijven komen voor
rekening van de ondernemer. De ruiming van de loofbomen en struiken in particuliere
tuinen zal onder beheer van de PD en op kosten van het Rijk plaatsvinden.
Er wordt niet voorzien in een vergoeding voor de schade die voortvloeit uit de
ruimingsmaatregelen. De Plantenziektenwet beoogt immers geen algemene
schadevergoedingsplicht in het leven te roepen. Bij de vondst in het Westland heb
ik bij hoge uitzondering op grond van art. 4 van de Plantenziektenwet een tegemoetkoming
in het herstel van de tuinen van de betrokken particulieren toegezegd.
Dit vanwege het feit dat er sprake was van de uitzonderlijke situatie dat deze
particulieren voor de tweede maal getroffen worden door dezelfde uitbraak van
deze boktor en de te treffen maatregelen der mate ingrijpend waren dat deze
eigenaren hiermee onevenredig worden getroffen. In Boskoop wordt er voor de
eerste maal ingegrepen. Ik zie in deze situatie dan ook geen aanleiding om af te
wijken van mijn beleidslijn om geen schadevergoeding te geven.
Inspecties rond andere bedrijven met import uit landen waar de boktor
voorkomt.
Om vast te stellen of de boktor zich ook op andere locaties binnen Nederland heeft
verspreid wordt de omgeving van alle bedrijven die waardplanten importeren uit
landen waar de boktor voorkomt, de komende tijd intensief geïnspecteerd op
eventuele aanwezigheid van de boktor. Deze bedrijven bevinden zich voor een
deel in het boomkwekerijgebied Boskoop, voor een deel verspreid over de rest
van Nederland. Het valt niet uit te sluiten dat er nieuwe vondsten gedaan worden
en dat dus ook op andere locaties maatregelen getroffen moeten worden.
Naar verwachting zullen deze inspecties half januari 2010 kunnen worden afgerond,
zodat op dat moment een totaalbeeld gegeven kan worden van de situatie.
Op grond van de resultaten van het nadere onderzoek rond de vondst in Boskoop
en de inspecties in de omgeving van andere bedrijven zal worden bezien of
verdergaande maatregelen noodzakelijk zijn.
Mogelijke gevolgen
Conform de EU-verplichtingen zal ik de Europese Commissie inlichten over deze
nieuwe vondst en de door mij genomen maatregelen. Vooralsnog sta ik daarbij op
het standpunt dat het verwijderen van alle loofbomen en struiken in een straal
van 100 meter als afdoende kan worden beschouwd om de boktor uit te roeien en
dat er daarmee geen aanleiding is om gebieden af te bakenen.
Wanneer het nadere onderzoek rond de huidige besmetting in Boskoop nieuwe
vondsten van de boktor oplevert, of de Europese Commissie niet kan instemmen
met deze aanpak, zal ik zonodig alsnog overgaan tot afbakening van een
besmette zone en een bufferzone.
Mocht afbakening van een bufferzone noodzakelijk zijn dan zal dit vergaande
consequenties hebben voor teelt en handel. Deze zullen verder in kaart worden
gebracht zodra de nadere onderzoeken in Boskoop en bij de andere locaties zijn
afgerond.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit