Raad voor de Journalistiek
Uitspraken Raad voor de Journalistiek december 2009

Uitspraak vastgesteld d.d. 11 december 2009
door mr. A. Herstel, voorzitter, mw. E.J.M. Lamers, mw. drs. M.G.N. Mathot en mw. drs. P.C.J. van Schaveren, leden, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, plaatsvervangend secretaris.

D. Doesburg-Maas / B. Nielsen en Dagblad van het Noorden
Uitspraak: ongegrond
Klaagster maakt bezwaar tegen het artikel "Aangifte tegen Diette Doesburg wegens fraude" met de onderkop "Werfdirecteur zou volgens personeel pensioenpremies hebben verduisterd".
Uit de stukken, waaronder een groot aantal publicaties uit de periode 2001 tot 2009, blijkt dat klaagster zich heeft geprofileerd als het gezicht van Maas Shipyard B.V. en dat zij en haar bedrijf als het ware vereenzelvigd konden worden. Uit het gewraakte artikel blijkt duidelijk dat daar waar de naam van klaagster is genoemd, haar bedrijf wordt bedoeld en dat aangifte is gedaan tegen klaagster in haar hoedanigheid van directrice van Maas Shipyard B.V. Verweerders hebben derhalve niet journalistiek ontoelaatbaar gehandeld door in het gewraakte artikel de naam van klaagster te vermelden. (zie punt 2.4. van de Leidraad van de Raad)
Verweerder overweegt de Raad dat klaagster er zelf voor heeft gekozen geen contact meer te hebben met Nielsen. Deze kon daarom niet weten welke advocaat betrokken was bij de behandeling van de vordering van een ex-werknemer, waarover wordt bericht. Bovendien hebben verweerders onbetwist gesteld dat Nielsen diverse pogingen heeft ondernomen om wederhoor toe te passen, door diverse advocaten van klaagsters bedrijf te benaderen. De reactie van een van die advocaten is in het artikel opgenomen. Gesteld noch gebleken is, dat de weergave van die reactie onjuist is. Dat verweerders de reactie van de advocaat die de vordering van de ex-werknemer in behandeling had, niet hebben afgewacht alvorens tot publicatie over te gaan, is onder deze omstandigheden niet journalistiek onzorgvuldig. Daarbij komt dat zij de reactie van die advocaat alsnog, en slechts één dag later, hebben gepubliceerd. Ook dit onderdeel van de klacht slaagt daarom niet. (zie punt 2.3.1. van de Leidraad)
Ten slotte overweegt de Raad dat in het artikel de feitelijke gang van zaken wordt beschreven rond de aangifte van fraude en de rechtszaak inzake het achterstallig loon, die de ex-werknemer heeft gewonnen. De Raad ziet geen aanknopingspunten om te oordelen dat deze feitelijke beschrijving zou getuigen van eenzijdige dan wel tendentieuze berichtgeving. Uit het overgelegde proces-verbaal van de aangifte van fraude blijkt dat van een gerucht geen sprake is. (zie punten 1.1., 1.2., 1.4. en 1.5. van de Leidraad)
Het feit dat achteraf bezien de stelling van de ex-werknemer, dat hij zijn achterstallig salaris nog niet had ontvangen, achterhaald bleek te zijn - zoals verweerders ook hebben toegegeven - maakt nog niet dat het artikel tendentieus is en dat verweerders ter zake journalistiek onzorgvuldig hebben gehandeld. Daarbij komt dat verweerders direct de volgende dag op eigen initiatief een ruimhartige rechtzetting hebben geplaatst, die ondubbelzinnig duidelijk heeft gemaakt dat de berichtgeving in het gewraakte artikel op dit punt niet juist was. (zie punt 6.1. van de Leidraad) Ook dit onderdeel van de klacht is ongegrond.
Trefwoorden:
· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Privacy: vermelding persoonlijke gegevens
· Feitenweergave: onjuiste, tendentieuze berichtgeving
· Rectificatie/weerwoord: rectificatie
Publicatie op www.rvdj.nl/2009/64

----------
Uitspraken vastgesteld d.d. 4 december 2009
door mr. A. Herstel, voorzitter, T.R. Harkema, mw. E.J.M. Lamers, mw. drs. M.G.N. Mathot en mw. drs. P.C.J. van Schaveren, leden, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, plaatsvervangend secretaris.

C.J. van Soest / F. Brocken en Leiderdorps Weekblad
Uitspraak: deels gegrond
De klacht heeft betrekking op het artikel "'Milieudefensie bedrijft pure obstructie'" met het chapeau "Felle kritiek van Belangenvereniging A4".
Klager heeft allereerst bezwaar gemaakt tegen de vermelding van zijn adres. Verweerders hebben zowel in de stukken als ter zitting erkend dat het adres van klager niet gepubliceerd had mogen worden. Zij hebben hiervoor uitdrukkelijk hun excuses aangeboden en klager heeft deze ook aanvaard. Dit neemt niet weg dat verweerders journalistiek onzorgvuldig hebben gehandeld door klagers adres te publiceren, terwijl dit in het kader van de berichtgeving niet nodig was. Dit onderdeel van de klacht is gegrond. (zie punt 2.4.1. van de Leidraad van de Raad)
Verder heeft klager gesteld dat het artikel tendentieus is nu hem belangenverstrengeling wordt verweten en dat verweerder ten onrechte heeft nagelaten wederhoor toe te passen. Naar het oordeel van de Raad kan de zinsnede 'met dubbele pet' niet anders dan diffamerend worden opgevat. Verweerders hebben hiermee willens en wetens klager in een minder positief daglicht gesteld. Zij hebben echter op geen enkele wijze aangetoond dat klager daadwerkelijk gelijktijdig bij de Stichting Analyse en Verificatie Onderzoek Luchtkwaliteit als bij Stichting Buurtactief Oude Dorp betrokken is (geweest) en - als dit al zo zou zijn - op wat voor manier dit een belangenverstrengeling zou opleveren. Verder is door verweerders niet bestreden, dat zij geen contact hebben opgenomen met klager om hem in de gelegenheid te stellen op deze beschuldiging te reageren. Ook deze onderdelen van de klacht zijn derhalve gegrond. (zie punt 2.3.1. van de Leidraad)
Ten slotte heeft klager betoogd dat onjuist is geciteerd uit een nieuwsbrief van de Belangenvereniging A4/HSL. Hoewel de publicatie een onjuiste parafrasering bevat, betekent dit niet dat op dit punt journalistiek ontoelaatbaar is gehandeld. De gewraakte passage wordt direct gevolgd door het letterlijke citaat uit de nieuwsbrief. De Belangenvereniging wordt niet iets in de mond gelegd, wat zij niet heeft gezegd. Voor de lezer is zonder meer duidelijk wat de Belangenvereniging daadwerkelijk heeft gesteld. De klacht is op dit punt ongegrond.
Trefwoorden:
· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Privacy: vermelding persoonlijke gegevens
· Feitenweergave: onjuiste, tendentieuze berichtgeving
· Aard van de publicatie: citaat
Publicatie op www.rvdj.nl/2009/62

A.A.M. Luijten / 112 Zuid-Limburg
Uitspraak: gegrond
In december 2008 is op de webpagina van 112 Zuid-Limburg het artikel "Eigenaar autobedrijf gewond na brand / XTC Lab Ontdekt" gepubliceerd. De berichtgeving is een dag later aangevuld onder de (tussen)kop "XTC-lab ontdekt bij brand in autogarage". Bij het artikel is een link geplaatst naar foto's van de brand. Op een van de foto's is het garagebedrijf met daarop de naam van klaagster te zien. Op een andere foto is de reclameauto van klaagster inclusief kenteken in beeld gebracht. Klaagster heeft medio 2009 aan verweerder verzocht de foto's van zijn website te verwijderen. Verweerder heeft niet aan dat verzoek voldaan.
De Raad ziet geen aanleiding om te oordelen dat de feiten die in de artikelen zijn vermeld, onjuist zijn. Verder is het niet ongebruikelijk om berichtgeving als de onderhavige - die een relevant nieuwsfeit betreft, waarbij de garage van klaagster een essentiële rol speelt - te illustreren met beelden van die garage c.q. de omgeving daarvan. Bij het bepalen van de wijze waarop die garage c.q. de omgeving wordt afgebeeld moet echter een afweging plaatsvinden tussen de vrijheid van meningsuiting enerzijds en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van klaagster anderzijds.
De combinatie van het aanvullende artikel met de gewraakte foto's kan voor de gemiddelde lezer niet tot een andere conclusie leiden dan dat klaagster een XTC-lab heeft (gehad). Klaagster heeft echter onbetwist gesteld dat zij is vrijgesproken van de verdenking van het houden van een XTC-lab. Verweerder heeft voorts op geen enkele manier aannemelijk gemaakt dat publicatie van de foto's, zonder dat de naam van klaagster en het kenteken hiervan waren verwijderd of afgeplakt, noodzakelijk was. Onder deze omstandigheden heeft verweerder - door niet te voldoen aan het verzoek van klaagster om die foto's van zijn website te verwijderen - de grenzen overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is. (zie punt 2.4.1. van de Leidraad van de Raad en vgl. RvdJ 2008/59 en RvdJ 2008/62)
Trefwoorden:
· Privacy: foto's
Publicatie op www.rvdj.nl/2009/63