`Gelieve de piano uitsluitend op de toetsen te bespelen'
Pianospelen met je onderarm, plukken aan pianosnaren, de piano
doorzagen: pianist Luk Vaes promoveert op alle speeltechnieken waar
een piano niet voor is gemaakt. Zijn promotie bestaat uit drie
concerten en een openbare verdediging. `Al in 1790 speelde men op de
binnenkant.'
Luk Vaes is de eerste musicus die promoveert in het docARTES
programma (foto Mara Jong) -------- Een glissando maken over de
pianotoetsen alsof je met je vinger over een vioolsnaar glijdt,
zogeheten clusters op de toetsen produceren met de vuist of
onderarm, plukken aan de snaren binnenin de piano, strijken
over een pianosnaar, een snaar al spelend met de vinger
inkorten om een boventoon te kunnen maken, een piano doorzagen:
het zijn allemaal voorbeelden van extended piano techniques,
het onderwerp van het proefschrift van de Gentse pianist Luk
Vaes.
Vaes: `Ik heb laten zien dat het geen 20e-eeuwse
nieuwlichterij is maar een oud gebruik, dat je er mooie muziek
mee kunt maken, en dat het niet schadelijk hoeft te zijn voor
het instrument, als je maar weet wat je doet.'
Eerste promoverende musicus
Hij is de eerste musicus die promoveert in het docARTES
programma. Dit promotietraject voor musici is een
samenwerkingsverband tussen de Universiteit Leiden, het
Koninklijk Conservatorium in Den Haag, het Conservatorium van
Amsterdam, het Orpheus Instituut in Gent en de Associatie KU
Leuven waartoe ook de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst, het
Lemmens Instituut, behoort. De promoverende musici moeten niet
alleen een wetenschappelijk proefschrift afleveren, ze moeten
ook nog eens in de praktijk laten zien dat hun onderzoek hun
uitvoeringspraktijk heeft veranderd.
Afbeelding - Vroegst bekende klavierglissando, in Christophe
Moyreau's Apollon vient les exterminer (
Rijkdom
Vaes geeft daarom ook drie concerten om zijn doctorstitel te
behalen. Een met 18e -, een met 20e-eeuwse muziek en een met
visuele en geprepareerde composities. `Ik wil ook de rijkdom
van de geschiedenis laten zien. Er zit heel mooie muziek
tussen, en veel is nu onbekend.' Als voorbeeld noemt hij de
vrijwel vergeten componist Friedrich Wilhelm Rust, tijdgenoot
van Mozart en Haydn. `Wat ik 18 december van hem speel heeft
het esthetische niveau van een pianosonate van Mozart.'
17.000 partituren
Dat hij diep in de geschiedenis zou duiken en meer dan 17.000
partituren zou bekijken uit de periode tussen 1700 en 2000 had
hij zelf nooit gedacht. `Ik dacht: het is een 20e-eeuws
verschijnsel, behoudens een enkel 18e-eeuws kanonschot met de
vlakke hand op de toetsen: een cluster.' Zijn onderzoek begon
hij uit praktische overwegingen, en ook een beetje uit
frustratie. Zelf speelde hij vooral 20e -eeuwse avant-garde
muziek. De jaren '50 en '60 waren de periode van de prepared
piano, een term van John Cage. Bouten, vislijn, zagen, geen
middel werd geschuwd om een instrument geschikt te maken voor
de door de componist beoogde klankeffecten.
Bouten en vislijn
`Schrijf erbij wat je precies bedoelt', zou Luk Vaes
componisten soms wel willen toeroepen. `Jullie beweren dan wel
dat jullie muziek niet voor de eeuwigheid bedoeld is, maar
besef dat pianisten over tien jaar al met hun handen in het
haar zullen zitten. Wat is precies een fridge bolt? Hoe zwaar
moet die zijn? John Cage is dood, die kunnen we niet meer
bellen. En áls we een componist bellen weet die het vaak ook
niet meer. Hoe moeten we dat ene specifieke glissando
uitvoeren? We weten het niet. In mijn eigen carrière was dat
een structureel probleem.' Verkopers in de Brico, de Belgische
variant van de Gamma of in hengelsportwinkels heeft hij bijna
tot wanhoop gebracht.
Afbeelding - foto van een doos met originele preparaties van
Cage zoals Vaes die vond op de zolder van een beeldhouwer in
New York. In elke enveloppe zit de juiste schroef, bout of
andere preparatie om tussen de snaren van een bepaalde toets te
steken. Ook een foto van zo'n item, in dit geval het elastiekje
dat hij in de jaren '50 gebruikte.
Credit card
In de jaren '90 ging Vaes naar Amerika, eigenlijk om jonge
Amerikaanse componisten te bestuderen. Maar hij vond ook
partituren en doosjes met attributen voor een prepared piano
van Cage die zeer verhelderend waren. Toen hij een door Cage
voorgeschreven plastic bridge met eigen ogen zag begreep hij
meteen de bedoeling, en ook dat het niet een soort credit card
kon zijn, zoals wel was gesuggereerd. `Ik besloot mijn kennis
met mijn collega's te delen.'
Vleugels op concertpodia
Een ander probleem is dat de vleugels op concertpodia vrijwel
nooit identiek zijn aan de vleugels waarover een componist
beschikte. `Alle piano modellen verschillen. Stel: je wilt aan
een snaar trekken, maar je kunt er niet bij. Wat dan?' In zijn
proefschrift zit dan ook een overzicht van de dertig
belangrijkste pianomodellen op de Europese concertpodia.
Daarmee kan iedere pianist zich voorbereiden.
Musicologisch niets om op terug te vallen
Voor de zekerheid raadpleegde Vaes belangrijke
muziekbibliotheken om te kijken of er toch nog ergens in de
oudere literatuur een tonencluster of glissando te vinden was.
Hij heeft het geweten. `Ik durf nu wel te zeggen: ik zal niet
veel gemist hebben.' Het resultaat is een vuistdik proefschrift
dat bijna een geschiedenis van de piano is geworden. `Er was
musicologisch niets om op terug te vallen.'
Afbeelding -De vleugel in Antwerpen waar Luk Vaes geen nieuwe
muziek op mag spelen. Hij krijgt het oude wrak.
Paukenslagen op pianosnaren
Wat hem heel erg verraste was de enorme creativiteit die de 18e
eeuw liet zien op het gebied van extended techniques. `Al in de
vroege 18e eeuw zie je het cluster en het glissando. En al in
de jaren 1790 wordt er op de binnenkant van klavierinstrumenten
gespeeld. Ik heb twee componisten gevonden die dat deden. Aan
het eind van de 18e eeuw zie je de meeste basistechnieken in de
tonale muziek. Die Friedrich Rust over wie ik sprak schreef
tremolo's op de snaren voor, om pauken te imiteren, en
pizzicato's om een psalterium na te bootsen, en zo meer. Maar
in de hele 19e eeuw is de binnenkant van de piano vervolgens
niet meer bekeken.'
Kanonschoten en donderslagen
In de 18de eeuw toen de strijdlustige battle pieces populair
werden, kwamen de clusters in zwang. Op de piano waren het
kanonschoten. Op het orgel stelden ze de donder voor in stukken
over de Apocalyps. `Na Napoleon verdwijnt het cluster volledig
uit de pianomuziek, om pas in de 20e eeuw weer een plaats te
krijgen, maar dan als golven op zee, en daarna als abstract
klankgebeuren', zegt Vaes. In de orgelliteratuur blijft het
intussen, maar dan in een meer wereldlijke context: het is de
storm die een herdersidylle ruw onderbreekt.'
Rechterhand
Het glissando beleeft in de 19e eeuw juist een boom. `In de 19e
eeuw ontwikkelde men de vingertechniek tot het uiterste. Je
krijgt de grote akkoorden, de virtuositeit van de rechterhand,
je moest boven een orkest uitkomen. Daar waren ze te veel mee
bezig om nog te denken aan andere klanken. In de 20e eeuw kwam
de vraag: hoe kunnen we nu verder?'
Afbeelding -Een originele karikatuur van de Amerikaanse
avant-garde componist Henry Cowell (1897-1965) die tone
clusters speelt.
`Voed de piano hooi'
Het hoogtepunt van experimenteerdrift vormde de avant-garde
muziek van de jaren '50 en '60. Vaes: `Alles is geprobeerd,
alles was goed, een getrokken snaar even goed als een aanslag
op de toets. Je kreeg ook de muziektheatrale stukken,
opdrachten als: `Voed de piano hooi', `Haal hem uit elkaar', of
zoals in het stuk Silence van Cage: `Doe niets'. In de jaren
'70 kwam er een meer uitgedachte toonspraak. Daarna is het
gemeengoed geworden. Iedereen schrijft wel eens iets voor, de
technieken zijn ingeburgerd.'
Typex op de snaren
Extended techniques hebben geen al te goede naam. Ze worden
vaak beschouwd als uitwassen van componisten die van gekkigheid
niet wisten wat ze moeten doen. Maar ook de stemmers van de
vleugels in de concertzalen zijn er niet blij mee. Deels
terecht, maar deels ook onterecht, vindt Vaes, die met zijn
studie ook een lans wil breken voor deze buitengewoon creatieve
kunstuitingen. `Als ik in het internationale kunstencentrum De
Singel in Antwerpen nieuwe muziek speel krijg ik van de drie
vleugels het oude wrak. In een van de andere staat met mooi
ingelegde letters in twee talen: Gelieve de piano uitsluitend
op de toetsen te bespelen. Je moet inderdaad geen typex op de
snaren smeren om de plaats voor je vinger aan te geven, of
fluorescerende plakkers op de dempers. Als je die eraf trekt
verstoor je de balans. Maar als je het goed doet beschadig je
niets. Overigens weten we vrijwel niets van het oordeel over
extended techniques in vorige eeuwen. Dat zou heel interessant
zijn.'
Speelbaarheid
Doet een musicus zo'n onderzoek nu anders dan een
muziekwetenschapper? Vaes: `Een musicoloog heeft een ander
perspectief. Hoe weet je of iets een glissando is? Het woord
zie je pas in 1820. Soms, bij Beethoven bijvoorbeeld, kun je
iets afleiden aan de vingerzetting. Maar meestal staat er niets
bij. Dan moet je het afleiden uit de snelheid, de
speelbaarheid. Wij zien de problematische dingen, een
musicoloog niet. Maar het allerbelangrijkst is dat we elkaar
aanvullen.'
Concerten
Early Treasures
18 december, 20.00 uur Koninklijk Conservatorium, Juliana van
Stolberglaan 1, Den Haag werken voor pianoforte, orgelpositief,
clavecimbel en clavichord van Balbastre, Corette, Beethoven,
Haydn, Clementi, Moyreau, Rust en Wernicke
The Age of the Extended Piano
20 december, 20.30 uur, Scheltema, Marktsteeg 1, Leiden
kamermuziek van Rebikov, Cowell, Brown, Crumb, Lachenmann,
Rzewski
The Prepared Piano and Instrumental Theatre
21 december 21.00 uur, Korzo 5 hoog, Binckhorstlaan 36, Den
Haag geënsceneerde en gechoreografeerde werken van Delage,
Satie, Cage/Fort, Cage/Cunningham, Kagel, Mosconi
22 december, 16.15 uur Academiegebouw, Rapenburg 73, Leiden
openbare verdediging proefschrift
De concerten zijn gratis toegankelijk ná aanmelding i.v.m.
beperkte capaciteit (r.wouda@koncon.nl). Dat geldt ook voor het
bijwonen van de openbare verdediging op 22 december.
Nieuwsredactie - 08/12/2009
Universiteit Leiden