Gemeente Almere

Rekenkameronderzoek: Draagt Almeers armoedebeleid bij aan toekomstperspectief doelgroep?

17-12-2009

Rekenkameronderzoek Armoedebeleid Op 17 december 2009 presenteert de Rekenkamer Almere haar onderzoeksrapport over het armoedebeleid van de gemeente Almere. De vraag die de Rekenkamer heeft willen beantwoorden in het onderzoek is in hoeverre het armoedebeleid een bijdrage levert aan het toekomstperspectief van mensen in een armoedesituatie.

In de nota Armoedebeleid van de gemeente Almere wordt armoede benaderd vanuit de brede definitie dat armoede leidt tot sociale uitsluiting en niet alleen een inkomensprobleem is. Het Almeers beleid richt zich ook op zorg, participatie en schuldhulpverlening. Samenwerking tussen verschillende diensten en met externe partijen is nodig. Er zijn in 2008 in totaal 19.381 aanvragen toegekend. Het beschikbare budget was EUR 6.804.400 beschikbaar en daarvan is EUR 6.500.270 besteed. Almere geeft in vergelijking tot andere gemeenten meer uit per inwoner aan armoede¬maatregelen en de uitvoeringskosten liggen lager.

De conclusie van de Rekenkamer is dat het armoedebeleid zich in de praktijk voornamelijk richt op inkomensondersteuning. De regiefunctie van de gemeente in de ketenaanpak met andere gemeentelijke en overheidsdiensten en maatschappelijke partners zou sterker kunnen. Het instrumentarium van de gemeente Almere voldoet in de huidige vorm aan de landelijke wet- en regelgeving, maar draagt onvoldoende bij aan de ambitie om het toekomstperspectief van de doelgroep te verbeteren, stelt de Rekenkamer. Het beleid zorgt er overigens wel voor dat het toekomstperspectief niet verslechterd.

Aanbevelingen
De Rekenkamer beveelt een vertaling van de bestuurlijke ambities naar de uivoering op cliëntniveau aan de hand van meetbare doelstellingen. Verder adviseert de Reken¬kamer om de informatievoorziening aan de raad over het bereiken van de doelstellingen op te nemen in de minimarapportage, de programmabegroting en de jaarrekening. Intensievere samenwerking met andere partners tot een sluitende (keten)aanpak is een aanbeveling. Het beleid is gericht op mensen met een bruto-inkomen tot 120% van de bijstandsnorm. De Rekenkamer signaleert dat er ook een groep is met een hoger bruto inkomen maar een laag besteedbare inkomen die zich ook in een armoedesituatie kunnen bevinden (bijvoorbeeld als gevolg van hoge hypotheeklasten of schuldsanering). Deze groep valt volledig buiten het beleid. De benadering van deze groep met hulp is in hoge mate een politiek vraagstuk.

De Rekenkamer zet in op een vervolgonderzoek naar dat deel van de WMO dat zich richt op het creëren van toekomstperspectief door participatie in de samenleving voor gedeeltelijk dezelfde doelgroep als gedefinieerd in het armoedebeleid.

Leden van deze commissie:

> Mevr. M. Seighali (PvdA), voorzitter
> Dhr. E. Naaktgeboren (SP), vice voorzitter
> Dhr. K.C. Jongejan (VVD)
> Dhr. J. van der Kroef (CDA)
> Mevr. J.M. Degenhardt (Leefbaar Almere)
Zie het origineel