Gerechtelijke organisatie

Voorzieningenrechter wijst vordering Julio P om overleveringsverzoek te doen af

Den Haag, 18 december 2009 - De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage heeft vandaag uitspraak gedaan in het kort geding dat de Argentijns-Nederlandse Julio P. had aangespannen tegen de Staat. De vorderingen van P. zijn afgewezen. P. eiste primair dat de voorzieningenrechter de Staat zou gebieden bij de bevoegde Spaanse autoriteiten een overleveringsverzoek in te dienen om hem in Nederland te vervolgen voor de vermeende, tijdens het Videla-regime in Argentinië gepleegde misdaden tegen de menselijkheid.

Het Nederlands openbaar ministerie (OM) heeft medio 2006 een opsporingsonderzoek jegens P. gestart en in dat kader in 2008 een rechtshulpverzoek aan Argentinië gestuurd. Naar aanleiding van dit rechtshulpverzoek heeft Argentinië zelf een strafrechtelijk onderzoek naar P. gestart.
Nadat Nederland aan Argentinië had laten weten P. niet te zullen uitleveren, omdat hij ook de Nederlandse nationaliteit heeft, heeft Argentinië P. internationaal gesignaleerd met het oog op zijn aanhouding.
Op 22 september 2009 is P. op de luchthaven van Valencia te Spanje op grond van deze signalering aangehouden. Argentinië heeft vervolgens een uitleveringsverzoek bij de bevoegde Spaanse autoriteiten ingediend.

De voorzieningenrechter, die er veronderstellenderwijs van uitgaat dat Nederland volledige rechtsmacht heeft om een strafvervolging tegen P. in te stellen voor de feiten waarvoor Argentinië zijn uitlevering heeft verzocht, stelt voorop dat bij het OM het vervolgingsmonopolie rust en dat het OM daarom een ruime beleidsvrijheid toekomt bij de vraag of een strafvervolging moet worden ingesteld of achterwege dient te blijven. De beslissing daarover kan de voorzieningenrechter in kort geding in beginsel slechts marginaal toetsen.

De voorzieningenrechter komt tot het oordeel dat de Staat in redelijkheid heeft kunnen beslissen om geen overleveringsverzoek bij de Spaanse autoriteiten in te dienen om P. in Nederland te vervolgen, maar de vervolging van P. vooralsnog over te laten aan Argentinië. De vorderingen worden daarom afgewezen.

Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter dat, hoewel een terugkeergarantie van P. naar Nederland - om daar zijn eventueel opgelegde straf ten uitvoer te leggen - niet rechtens afdwingbaar is, het Nederland wel zou sieren als het via diplomatieke kanalen zou trachten een terugkeergarantie voor P. bij de Argentijnse autoriteiten te bedingen. Redengevend daartoe is de medewerking die Nederland gegeven heeft aan de aanhouding van P. in Spanje, nadat Nederland zijn uitlevering aan Argentinië geweigerd had omdat hij (ook) de Nederlandse nationaliteit bezit.

LJ Nummer

BK7001
Zie het origineel

Bron: Rechtbank 's-Gravenhage Datum actualiteit: 18 december 2009 Naar boven