CDA

Wim van de Camp: Meer slachtoffers door rondvliegende champagnekurken dan door vuurwerk

In veel EU landen vallen meer slachtoffers door het onoordeelkundig openen van champagneflessen dan door het onvoorzichtig aansteken van vuurwerk.
Dit blijkt uit een reportage van het consumentenradioprogramma Kassa. Het gaat hier om tientallen slachtoffers per jaar die vaak blijvend aan één oog blind worden.

Wim van de Camp: "In landen waar relatief weinig vuurwerk wordt afgeschoten maar traditioneel veel champagne of andere mousserende wijn wordt gedronken zijn de cijfers werkelijk schrikbarend. In Nederland gaat het vooralsnog om drie tot vier slachtoffers per jaar. Maar als de trend doorzet om bij de jaarwisseling ook de flessen te laten knallen, kan dit cijfer in ras tempo oplopen."

Uit de reportage blijkt dat in een aantal landen -zoals in de Verenigde Staten een waarschuwing op het etiket van de fles staat en dat schijnt te helpen want het aantal slachtoffers is erg laag.

Wim van de Camp:"Ik heb vragen gesteld aan de Europese Commissie om te zien of het probleem werkelijk zo groot is en zo ja welke mogelijkheden zij zien om het aantal slachtoffers te verminderen. Ik denk dat burgers een grote mate van eigen verantwoordelijkheid hebben, dus ik denk niet aan regelgeving. Maar men zou in de jaarlijkse voorlichtingscampagnes over vuurwerk ook aandacht kunnen schenken aan de knallende champagnekurken. In Frankrijk doet men dat al. Ook zou de sector zelf maatregelen kunnen nemen door bijvoorbeeld een gebruiksaanwijzing bij te sluiten."

vragen over gevaarlijke champagnekurken


1. Is de Europese Commissie bekend met inhoud van de uitzending van het Nederlandse consumenten radio programma "Kassa" van 15 december 2009 over het feit dat in veel EU-landen meer slachtoffers worden gemaakt door het onzorgvuldig openen van champagneflessen dan door onzorgvuldig gebruik van vuurwerk?


2. Deelt de Europese Commissie de mening dat actie moet worden genomen in het kader van bescherming van de consumenten om het aantal slachtoffers te verminderen.


3. Welke mogelijkheden ziet de Europese Commissie?