Rechtbank Haarlem


16 maanden voor projectontwikkelaars in Vastgoedfraudezaak

De verdachten W en M zijn op 18 december 2009 door de rechtbank Haarlem veroordeeld voor het mede plegen van:

- feitelijk leidinggeven aan valsheid in geschrift door een vennootschap;

- feitelijk leidinggeven aan witwassen door een vennootschap;
- deelname aan een criminele organisatie gedurende de periode van juni 1999 tot en met juni 2005.

Bij de beslissing om aan de verdachten ieder 16 maanden gevangenisstraf op te leggen heeft de rechtbank de volgende omstandigheden meegewogen:

- verdachten hebben opzettelijk meegewerkt aan grove benadeling van het Bouwfonds. Zij hebben in een periode van zes jaar vele valse documenten opgesteld met de bedoeling de ware aard van de betrokken geldstromen te verhullen;

- verdachten hebben zelf geprofiteerd van deze praktijken, onder andere door de opdrachten tot het ontwikkelen van prestigieuze bouwwerken waarvoor zij riant werden betaald;

- verdachten hebben schade toegebracht aan het Bouwfonds en meer algemeen aan het imago van de vastgoedsector.

De rechtbank heeft verder in het voordeel van de verdachten meegewogen:

- verdachten hebben een blanco strafblad;

- verdachten hebben spijt betoond en hebben -na de confrontatie met een overdaad aan bewijsmateriaal- openheid van zaken gegeven. Deze openheid is van groot belang in het grotere fraudeonderzoek;
- er is geen reële kans op herhaling;

- het initiatief tot het plegen van strafbare feiten is niet van de verdachte uitgegaan;

- het door Bouwfonds teveel betaalde geld is niet in overwegende mate aan verdachten ten goede gekomen;

- verdachten staan als eersten terecht in een grootschalig fraudeonderzoek en hebben daardoor onevenredig veel negatieve aandacht in de publiciteit gekregen. Dit zal van invloed zijn op hun zakelijke toekomst;

- de vennootschappen van verdachten worden voor dezelfde feiten gestraft.

De ernst van de bewezen feiten rechtvaardigt op zich een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar. Gelet op de hierboven genoemde (persoonlijke) omstandigheden wordt de straf met eenderde van twee jaar verminderd. Daarmee komt de rechtbank op 16 maanden gevangenisstraf.
De rechtbank ziet in dit geval geen reden om een deels voorwaardelijke straf op te leggen. Die is vooral bedoeld om herhaling van dergelijke feiten te voorkomen. Zoals hiervoor gezegd acht de rechtbank deze dreiging niet aanwezig.

De ondernemingen van de verdachten worden wegens het mede plegen van witwassen, valsheid in geschrift en deelname aan een criminele organisatie elk veroordeeld tot een geldboete van EUR 17.000,- .

Bron: Rechtbank Haarlem
Datum actualiteit: 18 december 2009