Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Datum 17 december 2009
Betreft Besteding middelen Kosmopolis

In deze brief presenteer ik u, mede namens de staatssecretaris voor Europese Zaken, drs. F.C.G.M. Timmermans, een "uitgewerkt voorstel voor de besteding van de resterende middelen van Kosmopolis".1 Met ingang van 2010 is hiervoor een budget van 1,45 miljoen euro beschikbaar: 950.000 euro ten laste van de cultuurbegroting en 500.000 euro ten laste van de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Over de besteding van deze budgetten dragen de ministeries van Onderwijs Cultuur en Wetenschap en Buitenlandse Zaken een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Tot slot informeer ik u over "de doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding van financiële middelen inzake Kosmopolis".2 Daarmee los ik de toezeggingen in die ik de Tweede Kamer in het algemeen overleg van 1 juli jl. heb gedaan.

Inleiding
Steeds meer kunstenaars worden beïnvloed door of maken deel uit van andere culturele tradities; hetzij door migratie, hetzij door internationale uitwisseling. Fondsen, sectorinstituten en diplomatieke posten besteden dan ook veel aandacht aan culturele diversiteit en laten zien dat Nederland een cultureel divers land is. Nederland is actief aanwezig bij de toonaangevende internationale debatten. Wie de lijst van kunstenaars ziet die het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst en de Mondriaan Stichting voor buitenlandse projecten ondersteunen, ziet dat de samenstelling hiervan zeer divers is.

Het open kunstklimaat in Nederland kan nog verder versterkt worden. Naast kunstenaars, die diep vertrouwd zijn met onze cultuur en geschiedenis, heeft Nederland ook een blik van buiten nodig. Er is behoefte om na te denken over landsgrenzen die in snel tempo vervagen, over nieuwe leefstijlen en subculturen


1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31482, nr. 45.
2 Id.
a
na 1 van 6 Pagi





en over hun gevolgen voor het cultureel klimaat in binnen- en buitenland. De Datum activiteiten van Kosmopolis NL waren op die behoefte gericht. Het faillissement 14 december 2009

van Kosmopolis NL betekent dan ook niet dat de taken die deze instelling Onze referentie DK/174494 uitvoerde, plotseling overbodig zijn geworden.

Tegen deze achtergrond pleit de Raad voor Cultuur in zijn advies over Kosmopolis NL voor de voortzetting van drie taken:
De landelijke coördinatie en kennisdeling van de stedelijke Kosmopolis- vestigingen;
Een platformfunctie die projecten aanjaagt en een landelijke doorwerking kan geven;
Een internationale netwerkfunctie die verbindingen kan leggen tussen de stedelijke vestigingen en internationale instellingen en projecten. Volgens de Raad moeten deze taken centraal worden aangestuurd door een slank landelijk steun- en aanspreekpunt voor de stedelijke Kosmopolis-vestigingen dat met een afgebakende opdracht bij een bestaande organisatie met ervaring en expertise moet worden ondergebracht.

Het overleg met de Tweede Kamer op 1 juli en de gesprekken met de vier grote steden en de sector hebben duidelijk gemaakt dat de taken die de Raad noemt het best kunnen worden ondergebracht in de bestaande culturele infrastructuur.

De verdeling van taken en middelen ziet er als volgt uit: De sectorinstituten verzamelen en delen kennis. Deze functie zal versterkt worden door de periodieke monitor die op basis van de code culturele diversiteit wordt ontwikkeld. De ontwikkeling van de code zal ik op incidentele basis ondersteunen. Naar verwachting is hier een bedrag van ca. 200.000 euro mee gemoeid. Na het realiseren van de code in 2010 verwacht ik van de sectorinstituten en de brancheorganisaties een voorstel voor de opzet van een periodieke monitor op de onderdelen publiek, programma, personeel en bestuur en partners (samenwerking). Op basis hiervan zal ik de kennisfunctie financieel ondersteunen. Hiervoor heb ik het voormalig budget van Netwerk CS gereserveerd. Het Fonds voor Cultuurparticipatie ondersteunt bijzondere projecten met een landelijke doorwerking. Het fonds zal hiervoor in overleg met andere fondsen een regeling opstellen (max. 950.000 euro per jaar). Fondsen, sectorinstituten en de Stichting Internationale Culturele Activiteiten (SICA) hebben een internationale netwerktaak. Daarom zal SICA in samenwerking met de fondsen en sectorinstituten een nader uitgewerkt plan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken indienen voor activiteiten die gericht zijn op de internationale dimensie van culturele diversiteit in relatie tot de zogenaamde herkomstlanden en landen uit de Mediterrane en Arabische regio (max. 400.000 euro).

In het vervolg van deze brief zal ik eerst nader ingaan op de uitkomst van het overleg met de drie grote steden en de sector (1). Daarna zal ik de verdeling van taken en middelen, zoals ik die hierboven heb geschetst, nader toelichten (2).

Pagina 2 van 6





Aan het eind van deze brief volgt dan de informatie over de afwikkeling van Datum Kosmopolis (3). 14 december 2009

DK/174494
1. Overleg met de vier grote steden en de sector

Het overleg met de vier grote steden en de sector leidt tot drie conclusies: Taken op het gebied van culturele diversiteit kunnen het best worden ondergebracht bij fondsen en sectorinstituten; Het debat over culturele diversiteit is niet nationaal, maar internationaal; De lokale vestigingen van Kosmopolis spelen een belangrijke rol in het beleid van Rotterdam, Den Haag en Utrecht.

Fondsen en sectorinstituten
De fondsen, de sectorinstituten en de brancheorganisaties hebben zich allemaal uitgesproken voor het onderbrengen van de taken van Kosmopolis NL in de bestaande culturele infrastructuur. Fondsen en sectorinstituten zijn daarvoor goed toegerust: ze hebben de kennis, de mensen en de ervaring in huis. Het onderbrengen van deze taken bij fondsen en sectorinstituten is ook in lijn met de brief culturele diversiteit.3 Ook de Raad voor Cultuur heeft op de stuwende taak van fondsen en sectorinstituten gewezen.4 Ik heb tot mijn tevredenheid vastgesteld dat de sector een actieve rol wil spelen op het gebied van culturele diversiteit.

Internationaal debat
Ondanks parallellen binnen en buiten Europa lijkt de discussie over culturele diversiteit steeds meer een binnenlandse aangelegenheid te worden. Dat is jammer. Het leidt ertoe dat we ons afsluiten voor andere landen en hun ervaringen. Het is dan ook goed dat de vier grote steden en de sector aandacht hebben gevraagd voor het internationale karakter van culturele diversiteit. Want als er één onderwerp is dat niet ophoudt bij de grens, is dat culturele diversiteit.

Lokale vestigingen Kosmopolis
Rotterdam, Den Haag en Utrecht hebben op het belang van de lokale vestigingen van Kosmopolis gewezen. Deze vestigingen zijn pijlers van hun diversiteitsbeleid. Rotterdam, Den Haag en Utrecht wijzen ook op de internationale contacten en activiteiten van deze vestigingen. De Raad voor Cultuur oordeelt positief over deze instellingen. Om de stedelijke Kosmopolis-vestigingen in Rotterdam, Den Haag en Utrecht de kans te geven zich verder te ontwikkelen, zal de subsidie voor deze instellingen in 2010 (550.000 euro, zoals in 2009) worden gegarandeerd in de regeling culturele diversiteit van het Fonds Cultuurparticipatie. Na 2010 zullen


3 Ook het slotmanifest van Netwerk CS pleit ervoor taken die voor diversiteit van belang zijn bij de fondsen en de sectorinstituten te beleggen, omdat dit `het onderwerp dicht bij het hart van de sector' plaatst.
4 Raad voor Cultuur: Innoveren, participeren! Advies agenda cultuurbeleid & culturele basisinfrastructuur, 2007, p. 14.

Pagina 3 van 6





de aanvragen van de lokale Kosmopolis-instellingen echter met de andere Datum aanvragen bij het fonds moeten concurreren. 14 december 2009

DK/174494
2. Taken en rolverdeling

Sectorinstituten: coördinatie en kennisdeling
De sectorinstituten en de brancheorganisaties zullen in 2010 een voorstel indienen hoe zij kennis op het gebied van culturele diversiteit effectief kunnen verspreiden. Zij doen dit op basis van de code culturele diversiteit die in 2010 wordt ontwikkeld. Als onderdeel van de code zal ook een periodieke monitor worden ontwikkeld die informatie oplevert over de diversiteit van de cultuursector en hoe die kan worden vergroot. Deze kennis moet beschikbaar zijn voor de hele sector. Instellingen moeten weten waar zij met vragen terecht kunnen. Op basis van de opzet van de periodieke monitor zal ik de kennisfunctie verder faciliteren. De ontwikkeling van de code culturele diversiteit en de implementatie hiervan zal ik op incidentele basis apart ondersteunen.

Fonds Cultuurparticipatie: het aanjagen en ondersteunen van projecten Ik heb het Fonds voor Cultuurparticipatie gevraagd om volgend jaar in overleg met de andere fondsen een regeling culturele diversiteit op te stellen voor het ondersteunen van activiteiten met een landelijke doorwerking. De regeling richt zich op de bevordering van culturele diversiteit in de actieve cultuurparticipatie
biedt ruimte aan activiteiten van tenminste 50.000 euro per jaar binnen de thema's programma, publiek en organisatie
geeft de voorkeur aan activiteiten die een verbinding leggen met de internationale aspecten van culturele diversiteit. Voor deze regeling is een bedrag van max. 950.000 euro per jaar beschikbaar. Hiervan komt 100.000 euro ten laste van de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Fondsen, sectorinstituten, SICA: debat en reflectie De SICA zal in samenspraak met de fondsen en de sectorinstellingen gezamenlijk een voorstel ontwikkelen voor activiteiten gericht op de internationale aspecten van culturele diversiteit in relatie tot de zogenaamde herkomstlanden en landen uit de Mediterrane en Arabische regio. Dit kunnen bijvoorbeeld debatten of lezingen zijn die gekoppeld worden aan de internationale bezoekersprogramma's Doel hiervan is de sector te confronteren met actuele ontwikkelingen in het internationale culturele veld en de reflectie in Nederland hierop te stimuleren. Dit gebeurt door samen met internationale deskundigen deze ontwikkelingen te duiden en in een bredere, cultuurpolitieke context te plaatsen. Om te bevorderen dat diversiteit een regulier onderwerp in het cultuurdebat wordt, zal hierbij zoveel mogelijk worden samengewerkt met lokale debatcentra. Hiervoor zal het ministerie van Buitenlandse Zaken een bedrag van max. 400.000 euro aan de SICA beschikbaar stellen.

Pagina 4 van 6






3. Afwikkeling Kosmopolis Datum
14 december 2009

Het faillissement van Kosmopolis komt niet voort uit kwade trouw of malversaties, Onze referentie DK/174494 maar is ontstaan door een te groot aantal activiteiten. De instelling heeft, simpel gezegd, te veel hooi op haar vork genomen. De financiële administratie was niet

op orde en als gevolg hiervan is in december 2008 duidelijk geworden dat de omvang van de verplichtingen niet meer in verhouding tot de (subsidie) inkomsten stonden. Over de ontwikkelde activiteiten heeft de Raad voor Cultuur in algemene zin positief geoordeeld in zijn advies van 24 juni jl. Nergens blijkt dat het bestuur van Kosmopolis op een of andere wijze te kwader trouw heeft gehandeld.

Over de verantwoording en de vaststelling van de subsidies uit 2007 en 2008 kan ik u het volgende meedelen. De stukken voor de vaststelling van de jaarverantwoording 2007, de jaarverantwoording 2008 en de subsidies voor de deelprojecten zoals El Hema en Europees Jaar van de Interculturele Dialoog zijn niet of niet volledig ingediend. Door het faillissement is het bestuur hierop niet meer aan te spreken. Uit de in mijn bezit zijnde informatie heb ik kunnen concluderen dat de subsidiegelden besteed zijn aan te veel activiteiten. Vandaar dat ik in overleg met de Audit Dienst heb besloten om, nadat de eenmalige subsidie van 354.000 euro uit 2009 door de curator is verantwoord ­ na afhandeling van het faillissement ­ de subsidies uit 2007, 2008 en 2009 administratief vast te stellen. Anders gezegd, de boeken van het project Kosmopolis NL zijn dan voor mij gesloten.

Tijdens het AO van 1 juli jl. riep de Tweede Kamer op soepel om te gaan met individuele kunstenaars en kleine culturele instellingen die door het faillissement van Kosmopolis in problemen zijn geraakt. De wet geeft aan dat na uitbetaling van de preferente schuldeisers de overige schuldeisers naar rato een bedrag ontvangen. De wet is dus duidelijk over de positie van schuldeisers. Ik zie dan ook geen ruimte om een eigen onderscheid te maken voor bijvoorbeeld individuele kunstenaars en kleine culturele instellingen. Het zou ook een onwelkome precedentwerking tot gevolg kunnen hebben.

De verdeling van de boedel is een zaak voor de curator. Inmiddels is duidelijk dat er ruim 300.000 euro in de boedel zit en dat de concurrerende schuldeisers een aanzienlijk deel van hun uitstaande schulden vergoed krijgen. Dit is niet vanzelfsprekend. Uit onderzoek van het CBS blijkt namelijk dat schuldeisers bij faillissementen meestal hun geld kwijt zijn.5 Slechts in een klein percentage van het aantal faillissementen volgt een gedeeltelijke betaling. Doordat een tweetal schuldvorderingen door de curator betwist worden en een oordeel hierover via een zogenaamde renvooiprocedure door de rechter zal worden uitgesproken kan


5 CBS, Insolventierecht in cijfers en modellen, 2007, p. 30. Het onderzoek richt zich op faillissementen in de jaren 1996 tot 2004.

Pagina 5 van 6





de curator echter nog niet overgaan tot een volledige verdeling van de boedel. Datum Wel heeft de curator aangegeven een eerste uitbetaling eind dit jaar te laten 14 december 2009

plaatsvinden. Het gaat hier om 15% van het boedelbedrag. Onze referentie DK/174494

Tot slot

De internationalisering van de kunstwereld betekent dat de cultuursector werk moet maken van diversiteit: in de programmering, in de samenstelling van personeel en bestuur en in het bereiken en aanspreken van publiek. Een cultuursector die internationaal mee wil doen, zal over grenzen en schotten heen moeten kijken. In mijn brief culturele diversiteit heb ik duidelijk gemaakt dat diversiteit voor mij meer betekent dan het tellen van allochtonen in het publiek; het gaat ook over artistieke vernieuwing en professionele innovatie.6 En het gaat niet in de laatste plaats om de bepaling van je eigen identiteit. Daarvoor is nieuwsgierigheid nodig en het vermogen je in de ander te verplaatsen. Niet in de laatste plaats, omdat je jezelf door de ogen van de ander vaak het beste kunt zien.

Ik stuur u deze brief mede namens de staatssecretaris voor Europese Zaken, drs. F.C.G.M. Timmermans.

de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk


6 Brief culturele diversiteit. Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 482 Nr.
34.

Pagina 6 van 6