Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
18 december 2009
Betreft Brief inzake de toezegging om te verkennen of er bij scholen behoefte
is aan regels voor de kwaliteit van TSO-opleidingen gericht op
tussenschoolse opvang
Tijdens het Algemeen Overleg van 23 oktober 2008 heb ik uw Kamer toegezegd
te verkennen of er bij scholen behoefte is aan regels voor de kwaliteit van
opleidingen gericht op de tussenschoolse opvang, en wie die dan zou moeten
ontwikkelen. Eind juni 2009 zou ik u hierover informeren. Aangezien de
inventarisatie van de behoefte in het veld meer tijd vergde dan van tevoren was
ingeschat, is door middel van een uitstelbrief aangegeven dat aan deze
toezegging in het najaar van 2009 voldaan zou worden. Met deze brief wordt de
toezegging afgedaan.
Middels een telefonische enquête onder een aantal onderwijsorganisaties en via
een brainstormsessie met overblijfcoördinatoren heb ik een korte verkenning
gedaan naar de behoefte aan een kwaliteitskeurmerk voor opleidingen gericht op
de tussenschoolse opvang. Uit deze verkenning is gebleken dat er geen
belangstelling is voor een keurmerk voor opleidingen gericht op tussenschoolse
opvang.
Meer in algemene zin wordt gesteld dat alhoewel het belang van professionele
overblijfkrachten voor de kwaliteit van tussenschoolse opvang buiten kijf staat,
het discutabel is wat het effect van trainingen voor vrijwillige overblijfkrachten
hierop is. De doelgroep is immers zeer divers qua achtergrond, opleidingsniveau
en mogelijkheden. De ervaring leert dat veel trainingen een vluchtig karakter
hebben en dat de training nauwelijks beklijft. Om effect te sorteren moeten de
trainingen vaak herhaald worden. Vanwege het hoge verloop en de vele
wisselingen van overblijfmedewerkers blijven opleidingen altijd nodig.
In de praktijk blijkt meer behoefte te bestaan aan training op de werkvloer en
begeleiding van professionele krachten zoals een onderwijsassistent, leerkracht of
een medewerker uit de kinderopvang. In een brief die ik begin 2010 aan uw
Kamer zal sturen over sluitende arrangementen en de School van de Toekomst ga
ik hier nader op in.
de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma
a