Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Datum 18 december 2009
Betreft Vragen van de leden Smits en Jasper van Dijk (beiden SP) over twee fusies in het basisonderwijs en in het vmbo

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van de Kamerleden Smits en Jasper van Dijk (beiden SP) van uw Kamer inzake twee fusies in het basisonderwijs en in het vmbo. De vragen 7, 8 en 9 zijn namens staatssecretaris Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart beantwoord.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2009Z24278.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Sharon A.M. Dijksma

a
na 1 van 4 Pagi





Antwoorden op de schriftelijke vragen van de Kamerleden Smits en Jasper van Datum dijk (beiden SP) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mw. Dijksma, Onze referentie over twee fusie in het basisonderwijs en in het vmbo (ingezonden d.d. 11 PO/178412 december 2009, kenmerk 2009Z24278).


1. Wat is uw oordeel over de mogelijke fusie tussen de stichting basisonderwijs Gooi en Eemland en de stichting Primair tot een school van 5500 leerlingen? 1)

Uit bij de betrokken stichtingen ingewonnen informatie blijkt dat niet de ambitie wordt gekoesterd om een basisschool met 5500 leerlingen te vormen. Wat wel speelt is dat een besturenfusie tussen beide stichtingen in een ver gevorderd stadium is. Wanneer de besturenfusie wordt gerealiseerd ontstaat een schoolbestuur met 23 basisscholen (19 openbare en 4 algemeen bijzondere (Montessori)scholen).


2. Bestaat er een deugdelijke onderbouwing voor de fusie? Kunt u deze aan de Kamer doen toekomen?

Vooruitlopend op de parlementaire behandeling en de beoogde inwerkingtreding van het wetsvoorstel `Fusietoets in het onderwijs' (Tweede Kamer, 2008-2009, 32
040), ontbreekt het mij aan een bevoegdheid om een oordeel te geven over de deugdelijkheid van een onderbouwing van een fusiebesluit. In het verlengde daarvan is het niet aan mij u de onderbouwing van een dergelijk individueel fusiebesluit te zenden. Ik kan u wel aangeven dat betrokken partijen (besturen, medezeggenschap en gemeenten) bij de onderbouwing van het fusiebesluit zijn nagegaan hoe dit besluit zich verhoudt met de kernelementen uit onze brief van
28 november 2008 over de menselijke maat in het onderwijs (Kamerstukken
2008-2009, 31 135, nr. 16).


3. Vindt u het terecht dat de directie van de Stichting Basisonderwijs Gooi- en Eemland bezuinigingen aanhaalt als argument om te fuseren? 2)

Het fusievoornemen is ontstaan in 2008. Toen is dit voornemen bij alle betrokken gemeenten, tien in totaal, neergelegd. Dit heeft in oktober 2008 geleid tot een intentieverklaring tussen beide stichtingen voor verdere uitwerking van de fusie. In juni 2009 is het instemmingsverzoek voor de fusie gepresenteerd aan beide GMR-en. Deze hebben in september 2009 hun instemming verleend aan het fusiebesluit. Hiermee wordt duidelijk dat het fusieproces al volop gaande was op het moment dat bij de presentatie van de rijksbegroting 2010 de bezuiniging op bestuur en management werd aangekondigd.


4. Is het waar dat de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) niet volledig en op tijd werd geïnformeerd over de fusie? Zo ja, kan de fusie dan überhaupt wel doorgaan?

Ik constateer dat de betrokken GMR-en door hun besturen ingevolge de Wet medezeggenschap onderwijs (WMS) zijn betrokken bij de besluitvorming over de fusie. De GMR-en hebben ingestemd met het fusiebesluit. In die zin is er sprake van een rechtsgeldig besluit dat overigens nog bekrachtigd moet worden door de betrokken gemeenteraden. Verder dient de medezeggenschap ingevolge de WMS

Pagina 2 van 4





en het medezeggenschapsreglement, nog betrokken te worden bij diverse Datum deelbeslissingen die voortkomen uit het fusiebesluit.

Het is daarbij niet aan mij om een oordeel over de inhoudelijke kwaliteit van het Onze referentie besluitvormingsproces uit te spreken. Indien daarbij sprake zou zijn van PO/178412 problemen of inhoudelijk verschillen van inzicht tussen de medezeggenschap en

het bevoegd gezag, kent de WMS daarvoor namelijk een adequate geschillenregeling.


5. Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is dat het voor de GMR niet duidelijk is of zij voor de fusie hebben gestemd of slechts voor de voortgang van het proces? Zo nee, waarom niet?

Zie het antwoord op vraag 4.


6. Bent u bereid met de schoolbesturen contact op te nemen en aan te dringen op stopzetting van het fusieproces totdat de fusietoets in werking is getreden?

Er is betrokken schoolbesturen mondeling nogmaals indringend gewezen op onze brief van 12 januari 2009, waarin wij een appel doen op alle schoolbesturen om terughoudend te zijn bij het realiseren van fusies voorafgaande aan de voorgenomen invoering van de fusietoets. Ik heb echter geen middelen om dit af te dwingen. Dit illustreert overigens wel het belang van een spoedige behandeling van het wetsvoorstel.


7. Wat is uw oordeel over het Aanvalsplan Utrechts vmbo met de daarin voorgestelde fusie tussen het Vader Rijn College en het Centraal College? 3)

Het Aanvalsplan Utrechts vmbo is opgezet om de leegloop van de Utrechtse vmbo's tegen te gaan. De gemeente heeft gedurende het opstellen van het plan hierover geregeld contact gehad met het departement. De plannen ten aanzien van het vader Rijn College en het Centraal College zijn in goed overleg tussen de schoolbesturen, de gemeente en de medezeggenschapsraden tot stand gekomen. In het plan werkt men toe naar scholen van maximaal 600 leerlingen. Dit leerlingaantal ligt duidelijk onder de gemiddelde schoolgrootte in het voortgezet onderwijs. De vestiging Centraal College heeft nu 186 leerlingen en de vestiging Vader Rijn College 436 leerlingen, waarbij de instroom in het eerste jaar 25 leerlingen respectievelijk 79 leerlingen was. Mijns inziens is hiermee de menselijke maat op deze scholen gewaarborgd.

Zowel het Centraal College als het Vader Rijn College kampen met (sterk) teruglopende leerlingaantallen. Er is in Utrecht sprake van een overcapaciteit vmbo. Tijdens de behandeling van het Aanvalsplan in de Gemeenteraad stemden onder meer D66, Groenlinks en SP tegen het plan in verband met het verdwijnen van het vmbo in Utrecht-Oost. In Utrecht-Oost wonen echter maar weinig BBL leerlingen.

Daarnaast wil ik er op wijzen dat het in dit geval niet gaat om een fusie in formele zin. Er zal een nevenvestiging van het Centraal College worden gesloten. De leerlingen van de op te heffen (neven)vestigingen zullen opgaan in een vestiging van het Vader Rijn College. Deze school valt, net als het Centraal College, onder de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht (Nuovo). Dit betekent ook

Pagina 3 van 4





dat het personeel een bestuursaanstelling heeft; de gevolgen van het teruglopend Datum leerlingenaantal voor de personeelsomvang worden afgewikkeld op

bestuursniveau. Onze referentie PO/178412 Beslissingen tot sluiting van (neven)vestigingen behoren uiteindelijk tot de

autonomie van het schoolbestuur. Gezien de ingrijpende gevolgen van zo'n sluiting dient de medezeggenschap hiermee wel in te stemmen. Beide medezeggenschapsraden hebben ingestemd met de intentie te komen tot één onderwijslocatie. Aan de sluiting van vestigingen zijn in de WVO geen verdere voorwaarden verbonden dan dat deze moeten worden gemeld. De sluiting van de nevenvestiging van het Centraal College is momenteel nog niet gemeld. Ik heb van het bestuur begrepen dat er naar gestreefd wordt de melding voor 1 augustus 2010 te doen.


8. Is er draagvlak voor de fusie tussen het Vader Rijn College en het Centraal College? Zo ja, waarop baseert u dat? Zo nee, vindt u dat een fusie zonder draagvlak doorgang kan vinden, vlak voordat de wettelijke fusietoets in werking treedt? 4)

Ja, het bestuur heeft mij laten weten dat er voldoende draagvlak is voor de plannen ten aanzien van het Vader Rijn College en het Centraal College. Zie het antwoord op vraag 7.


9. Bent u bereid in contact te treden met de gemeente Utrecht met als inzet het behoud van de twee vmbo-scholen voor de stad Utrecht? Zo nee, hoe verhoudt zich dit tot uw voornemen voor een fusietoets?

Zoals ik heb aangegeven in het antwoord op vraag 7 is er over het Aanvalsplan Utrechts vmbo geregeld contact geweest met de gemeente. Ik weet dat de schoolbesturen en de gemeente zich gezamenlijk inspannen om de leegloop van de vmbo-scholen zo veel mogelijk tegen te gaan en de kwaliteit en de toegankelijkheid van het onderwijs te optimaliseren.


1) Stuurgroep voorbereiding fusie Stichting Primair, Geactualiseerd voorgenomen fusiebesluit (versie 29 september 2009)

2) Meeting directie Stichting Basisonderwijs Gooi- en Eemland en GMR kernteam dd 26 oktober 2009

3) Aanvalsplan Utrechts VMBO, juni 2009

4) RTV Utrecht, 20 november 2009: "Definitief fusie voor Utrechtse vmbo- scholen" http://www.rtvutrecht.nl/nieuws/222249

Pagina 4 van 4