Europa-route lijkt effectief
Aanpak fraude en misbruik Europa-route lijkt effectief
Persbericht | 18-12-2009
De aanpak van fraude en misbruik van de Europa-route door
buiteneuropese gezinsmigranten lijkt het gewenste effect te hebben.
Naar verwachting zal hierdoor de stijging van het aantal
verblijfsvergunningen op grond van de Europa-route in 2009 niet verder
doorzetten.
Dat schrijft staatssecretaris Albayrak in reactie op het onderzoek
"Gemeenschapsrecht en Gezinsmigratie" dat is uitgevoerd door het
Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum van het Ministerie
van Justitie(WODC) en de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND.)
Hoewel het aantal ingewilligde verblijfsaanvragen van buiteneuropese
gezinsmigranten op grond van Europese regels de afgelopen jaren sterk
steeg -van 923 in 2005 naar 2558 in 2008- , werd tot en met september
2009 27 % van de aanvragen afgewezen. Dit is substantieel hoger dan in
2008 toen nog 11% van de aanvragen werd afgewezen. Dit lijkt erop te
wijzen dat de inzet van de IND om fraude en misbruik tegen te gaan
effectief is. Deze bevindingen vormen voor de Staatssecretaris
aanleiding om de eerder ingeslagen weg van optreden tegen fraude en
misbruik, te vervolgen. Staatssecretaris Albayrak zal de uitkomsten
van dit onderzoek onder de aandacht van al haar Europese collega's
brengen.
De Europa-route houdt in dat buiteneuropese gezinsleden van een
EU-burger die in Nederland is gevestigd of van een Nederlander die een
tijd in een andere EU-lidstaat heeft gewoond, beroep kunnen doen op
het vrij verkeer van personen binnen de Unie. Het WODC heeft op
verzoek van de Staatssecretaris een diepgaand onderzoek gedaan om dit
gebruik van gemeenschapsrecht in kaart te brengen.
WODC-onderzoek "Gemeenschapsrecht en Gezinsmigratie"
Uit het WODC-onderzoek blijkt dat het naar schatting slechts in 16
procent van de gevallen gaat om aanvraag van verblijf bij een
Nederlands gezinslid die gebruik heeft gemaakt van zijn recht op vrij
verkeer van personen. Bij Nederlandse referenten blijkt het voor het
grootste deel te gaan om autochtone Nederlanders (72% is in Nederland
geboren) die lange, werkelijke relaties hebben (in 66% werd een
huwelijk meer dan een jaar voorafgaand aan de verblijfsaanvraag
gesloten) en voldoen aan het vereiste dat er "reëel en daadwerkelijk"
moet zijn geweest in een andere Lidstaat.
Bij EU-referenten is het beeld gemengd. Ook binnen deze groep wordt
voor een deel gebruik gemaakt van het EU-recht waarvoor het bedoeld
is. Er zijn echter ook indicaties dat er soms sprake is van fraude of
schijnhuwelijken etc. Er komen bijvoorbeeld vaker opvallende
landen-combinaties voor, de duur van de relatie voorafgaand aan de
aanvraag is relatief kort en er worden vaak meerdere procedures
doorlopen voorafgaand aan de aanvraag om toetsing aan het Europese
recht. Hieruit concluderen de onderzoekers dat er in sommige gevallen
sprake is van illegaal verblijf in Nederland voorafgaand aan deze
aanvraag. Elk van deze gegevens kan een indicator zijn voor een
schijnrelatie. Of dat ook daadwerkelijk het geval is kan uitsluitend
blijken op basis van individueel onderzoek.
De toename van het gebruik van het gemeenschapsrecht onder Nederlandse
referenten wordt onder andere verklaard door het aangescherpte
vreemdelingenbeleid en in mindere mate de politieke en media-aandacht
en de toegenomen arbeidsmobiliteit. De toename van het gebruik van
gemeenschapsrecht onder EU-referenten wordt onder andere verklaard
door de opening van de arbeidsmarkt voor acht nieuwe lidstaten en de
toename van het aantal werknemers uit Oost-Europa, de mogelijkheid van
gezinshereniging op grond van een partnerrelatie in Nederland, een
grotere bekendheid van de Europa-route en het bestaan van omgekeerde
discriminatie in eigen land.
Reactie van Staatssecretaris Albayrak
Het onderzoek voorziet volgens de Staatssecretaris in een grote
behoefte om de aard en omvang van het gebruik van de Europa-route zo
volledig mogelijk in beeld te krijgen. Constateringen uit het
onderzoek nemen het bestaande beeld weg dat de Europa-route een zaak
is van Turkse of Marokkaanse Nederlanders die massaal proberen het
Nederlandse toelatingsbeleid te omzeilen. Met alle benodigde
voorbehouden kan op basis van dit onderzoek worden aangenomen dat het
bij de Europa-route voor wat betreft de Nederlandse referenten,
uitzonderingen daargelaten, niet om schijnhuwelijken gaat. Het
overgrote deel van de Nederlanders gebruikt de route waarvoor deze
bedoeld is. De staatssecretaris benadrukt in haar brief dat het
kabinet onverkort voorstander is van het gebruik van vrij verkeer van
personen als onderdeel van de Europese vrije markt die in belangrijke
mate bijdraagt aan de economische en politieke stabiliteit in
Nederland. Ten aanzien van de groep EU-referenten zijn er aanwijzingen
dat er soms sprake kan zijn van fraude en schijnrelaties. Het
onderzoek sterkt de Staatssecretaris in haar standpunt dat het
optreden tegen fraude, schijnrelaties en misbruik moet worden
voortgezet.
Maatregelen
* Landelijke invoering van een op basis van een pilot verbeterde
werkwijze, waarbij nauwkeuriger gecontroleerd wordt op
schijnrelaties. In de periode 1 augustus tot 24 november 2009 zijn
ruim 260 aanvragen om toetsing aan gemeenschapsrecht ingediend,
waarbij in sommige gevallen door de Vreemdelingenpolitie onderzoek
is gestart wegens vermoeden van een schijnrelatie. In deze periode
zijn bijna 40 zaken op grond van schijnrelatie afgewezen en zijn
bijna 30 aanvragen op andere gronden afgewezen. In ruim 30
gevallen is de aanvraag ingewilligd; in de overige zaken moet nog
worden beslist.
* Invoering van een striktere invulling van het begrip `deugdelijk
bewezen relatie' als voorwaarde voor verblijf bij een partner. Er
wordt onomstotelijk bewijs gevraagd van de duurzaamheid van de
relatie, bijvoorbeeld als kan worden aangetoond dat er sprake is
van langer dan zes maanden samenwonen of het hebben van een kind.
* Invoering van een standaardprocedure waarbij een vragenformulier
wordt ingevuld, op basis waarvan de IND vaststelt of het nodig is
nader onderzoek in te stellen.
* Verbetering van de eenduidigheid van de informatievoorziening door
de IND, met name als het gaat om de registratie van toetsing aan
het gemeenschapsrecht bij niet-EU-burgers. Hierdoor is het
mogelijk fraude beter te onderkennen en daarvoor passende
maatregelen te nemen.
Nieuwe maatregelen
* Met de invoering van het nieuwe geautomatiseerde systeem van de
IND, genaamd INDIGO, zal deze registratie verder worden verbeterd.
Hierdoor kunnen ook met betrekking tot de Europa-route
indicatoren van fraude en misbruik eerder worden herkend.
* Op basis van signalen dat het aantal consulair gesloten huwelijken
tussen Egyptenaren en EU-burgers steeg is direct in een pilot
nader onderzoek verricht naar 20 zaken. Consulaire huwelijken zijn
huwelijken die hier op een ambassade of consulaat van een ander
land zijn gesloten tussen niet-Nederlanders. Deze pilot leidde tot
op heden in 10 gevallen tot een afwijzing en in 4 gevallen tot een
inwilliging.
* De Europese Commissie heeft de erkenning van het gegeven dat
omzeiling van de nationale toelatingsvoorwaarden kan resulteren in
rechtsmisbruik, waartegen Lidstaten kunnen optreden opgenomen in
haar richtsnoeren voor de toepassing van de richtlijn `vrij
verkeer van personen.' In Europees verband heeft Nederland zich
hiervoor hard gemaakt.
* In het nieuwe Europese meerjarenprogramma voor Justitie- en
Binnenlandse Zaken, het Stockholmprogramma, is met Nederlandse
steun een passage opgenomen die de Europese Commissie oproept om
op Europees niveau inzicht te krijgen in het gebruik van de
Europa-route. Dit is een belangrijke voorwaarde om misbruik tegen
te gaan.
* Samenwerking met België, Duitsland Denemarken om op dossierniveau
informatie uit te kunnen wisselen en trends vroegtijdig te
onderkennen, zodat opgetreden kan worden als sprake is van fraude
of misbruik.
Meer informatie
* Aanbiedingsbrief Onderzoek Gemeenschapsrecht en
gezinsmigratieBrief / circulaire / beleidsregels | 18-12-2009 |
pdf-document, 13 KB
Zie het origineel
* Onderzoek Gemeenschapsrecht en gezinsmigratieRapport | 18-12-2009
| pdf-document, 1.60 MB
Ministerie van Justitie