Ministerie van Buitenlandse Zaken

vragen van het lid Verdonk over uitlatingen van de Turkse premier Erdogan

Beantwoording vragen van het lid Verdonk over uitlatingen van de Turkse premier Erdogan

Kamerbrief | 14 december 2009

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Verdonk over uitlatingen van de Turkse premier Erdogan. Deze vragen werden ingezonden op 3 december 2009 met kenmerk 2009Z23351.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken , op vragen van het lid Verdonk (Verdonk) over uitlatingen van de Turkse premier Erdogan. (Ingezonden 3 december 2009)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht "Turkse premier: Europa is toenemend islamofoob"? 1)

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de uitlating van premier Erdogan dat Europa in de greep is van een `toenemend racistische en fascistische houding' een grove belediging aan het adres van de Europese bevolking en de Europese regeringen is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Bent u voornemens om de Turkse ambassadeur op het matje te roepen vanwege deze uitlating van premier Erdogan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vragen 2 en 3

De in het Elsevier-artikel genoemde uitlatingen dragen niet bij aan verbetering van het wederzijdse begrip tussen bevolkingen. Ik zal bestaande contacten met Turkije blijven aanwenden om het belang van tolerantie tussen mensen te benadrukken.

Vraag 4

Deelt u de mening dat de angst voor islam - islamofobie - geen misdaad tegen de menselijkheid is zoals premier Erdogan stelt, maar een gerede reactie op de bedreigende kanten van de islam? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 4

De uitspraak dat `islamofobie een misdaad tegen de menselijkheid' zou zijn, wordt niet door mij gedeeld. Wel steun ik premier Erdogan in zijn inspanningen in het kader van de Alliantie der Beschavingen. Dit initiatief draagt immers bij aan dialoog tussen culturen en religies wereldwijd, die juist in tijden van polarisatie van belang is.

Vraag 5

Is het waar dat de AK partij van premier Erdogan eraan werkt om Turkije te islamiseren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 5

Mij is niet gebleken dat de regering Erdogan, die samengesteld is uit leden van de AK-partij, het islamiseren van Turkije tot beleid heeft. In Turkije is, ook onder deze regering, nog altijd sprake van scheiding van kerk en staat.

Vraag 6

Erkent u de noodzaak om de toetredingsonderhandelingen met Turkije te staken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Kunt u aangeven hoe lang de Europese Unie nog met Turkije wenst te onderhandelen over toetreding, wetende dat het land op tal van terreinen geen of onvoldoende vooruitgang boekt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vragen 6 en 7

Zoals ook op uw eerdere vragen hierover op 25 augustus 2009 (KVR3579) werd geantwoord, is in het onderhandelingsraamwerk van 2005 van de EU met Turkije vastgelegd dat de gezamenlijke doelstelling van de onderhandelingen toetreding is. Daarbij geldt echter dat de uitkomst van de onderhandelingen niet op voorhand vastligt.

Het huidige tempo van de hervormingen verloopt naar de mening van de Nederlandse regering traag. Nederland benadrukt dan ook, zowel in EU-verband als in contacten met de Turkse autoriteiten, dat toetreding van Turkije pas aan de orde kan zijn als Turkije heeft voldaan aan alle gestelde criteria. Turkije heeft het tempo van toenadering tot de EU zelf in de hand. Wanneer Turkije aan alle voorwaarden voldoet, kan Turkije tot de EU toetreden. Zover is het momenteel echter zeker niet.

Naar aanleiding van het voortgangsrapport van de Europese Commissie van oktober 2009 verwelkomde de Raad van 7 december jl. de gemaakte voortgang, maar riep Turkije tevens op het hervormingstempo op te voeren. Mede op Nederlands aandringen, verwees de Raad ook expliciet naar het belang van de vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid alsook vrouwen- en kinderrechten. Tegelijkertijd stelde de Raad vast dat Turkije een belangrijke stabiliserende factor is in de regio, alsmede van groot belang is voor de dialoog tussen culturen en de energievoorziening.

Vraag 8

Wilt u de Turkse regering vragen om een einde aan de kolonisatie van, en de militaire aanwezigheid in, Noord-Cyprus te maken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 8

Nederland hecht aan succesvolle hereniging van de Turks- en Grieks-Cypriotische gemeenschap op Cyprus. Hiertoe steunt Nederland, samen met de EU, het onderhandelingsproces dat, onder auspiciën van VN-gezant Downer, rechtstreeks wordt gevoerd tussen president Christofias en de Turks-Cypriotische gemeenschapsleider Talat. De huidige onderhandelingen concentreren zich op zes hoofdthema's waarvan de veiligheidswaarborgen op het eiland onderdeel uitmaken. Ik vind het van belang dat alle bij dit herenigingsproces betrokken partijen zich inspannen om deze onderhandelingen tot een goed einde te brengen.


1) Elsevier.nl, 1 december 2009

www.elsevier.nl/web/Nieuws/Buitenland/252259/Turkse-premier-Europa-is- toenemend-islamofoob.htm