Provincie Friesland

Nummer: 355 JA
Datum: 18 december 2009

Leegstand dreigt voor veel Friese kerken

Veel monumentale kerken in Friesland dreigen de komende jaren in onbruik te raken en een onderhoudsachterstand op te lopen. Dat komt onder meer door ontkerkelijking, fusies tussen kerkgemeenschappen en gebrek aan financiën en vrijwilligers. Tenminste 74 tot 117 Friese kerkgebouwen zullen de komende tien jaar hun oorspronkelijke functie verliezen. Dat blijkt uit het inventarisatierapport Tink om 'e tsjerken, dat de Stichting Alde Fryske Tsjerken gemaakt heeft in opdracht van de Provincie Fryslân. In veel gevallen zal het lastig zijn om een nieuwe bestemming te vinden.

Uit het onderzoek blijkt dat de bouwkundige staat van de Friese kerken gemiddeld 'redelijk' is. Voor het onderhoud van de 550 Friese kerkgebouwen die nog in kerkelijk gebruik zijn, is de komende zes jaar E 55,4 miljoen nodig. Circa de helft daarvan is nodig voor restauraties; 191 kerkgebouwen hebben een gezamenlijke restauratieachterstand van E 26,6 miljoen. Naast ontkerkelijking spelen financiële problemen binnen de kerkelijke gemeenschappen een belangrijke rol in de problematiek van vrijkomende kerkgebouwen. Bijna de helft van de kerkbesturen die aan de enquête hebben meegewerkt, zegt voor maximaal tien jaar voldoende inkomsten te hebben voor de instandhouding van het kerkgebouw. Een op de vijf heeft zelfs nog maar voor vijf jaar voldoende inkomsten.

In ongeveer de helft van 168 dorpen waar onderzoek gedaan is naar bestuurlijk-organisatorisch potentieel, blijkt die bestuurskracht klein te zijn en de continuïteit twijfelachtig. De kans dat deze dorpen een herbestemming vinden en organiseren voor een vrijkomend kerkgebouw, is klein. Bovendien beperken de vele dorpshuizen in Friesland de kans dat deze kerkgebouwen voor gemeenschapsactiviteiten gebruikt kunnen worden. De Stichting Alde Fryske Tsjerken heeft voor het onderzoek samengewerkt met het Steunpunt Monumentenzorg Friesland, de Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland, de Monumentenwacht en Doarpswurk.

In het rapport is een bijlage opgenomen met alle 770 kerkgebouwen in Friesland die voor kerkelijk gebruik gebouwd zijn. Daarmee is Friesland de eerste provincie die echt álle kerkgebouwen geïnventariseerd heeft. Het rapport is een pure inventarisatie van de situatie, en bevat geen aanbevelingen. De provincie Fryslân ziet het rapport als een belangrijke bouwsteen voor het nog te ontwikkelen Deltaplan Fryske Tsjerken.


---- --
Tink om 'e tsjerken
Inventarisatie Friese kerken Samenvatting

Inleiding
Nergens in Europa staan zoveel monumentale kerken bij elkaar als in Fryslân. Religieus, maatschappelijk en cultuurhistorisch zijn ze van grote betekenis. De komende jaren dreigt een groot aantal kerken de oorspronkelijke, religieuze functie te verliezen. Het draagvlak voor het gebruik en de instandhouding neemt steeds verder af. Dat komt onder meer door ontkerkelijking, krimpende financiële reserves en een gebrek aan vrijwilligers en beroepskrachten die zich willen en kunnen inspannen voor het onderhoud en gebruik van kerkgebouwen.
In opdracht van de provincie Fryslân is onderzoek gedaan naar de staat van de Friese kerken. De provincie had dat voornemen al bekend gemaakt in de Nota Erfgoed 2004. Het rapport Tink om 'e tsjerken is het onderzoeksverslag. Deze samenvatting belicht de hoogtepunten.

Het onderzoek
Het onderzoek naar de staat van de Friese kerken draait om twee vragen:
1. Hoe is de onderhoudstoestand van de Friese kerken, wat is de restauratie- achterstand en hoeveel geld is er de komende jaren nodig om de gebouwen in goede staat te krijgen of te houden?

2. Hoeveel kerken zullen naar schatting de komende jaren hun religieuze functie verliezen, hoe groot is de kans dat het gebouw weer een aangepaste functie kan krijgt binnen de lokale gemeenschap, en welke alternatieve gebruiksmogelijkheden dienen zich aan?
De eerste fase van het onderzoek bestond uit een schriftelijke enquête onder alle eigenaren van kerkgebouwen in Fryslân. Dat leverde een respons van 80 procent op van de 550 kerkgebouwen die nog in kerkelijk gebruik zijn. Onder deze groep is nader onderzoek verricht naar 214 kerkgebouwen waarvan de eigenaar aangaf dat de bouwkundige conditie te wensen overlaat. Daarnaast is in de 183 dorpen met minder waar 3000 inwoners, waar blijkens de enquête mogelijk een of meer kerkgebouwen vrijkomen, onderzoek gedaan naar andere voorzieningen zoals dorpshuizen en naar de bestuurlijke draagkracht.




Deze deelonderzoeken gaven een beeld van onder meer de bouwkundige staat van de Friese kerken, de restauratie-achterstand, de te verwachten kosten voor onderhoud, het geschatte aantal vrijkomende kerken en het gebruikspotentieel daarvan. De conclusies over deze onderwerpen en hun onderlinge samenhang zijn vervat in het eindrapport Tink om 'e tsjerken. Het onderzoek is uitgevoerd door de Stichting Alde Fryske Tsjerken, in samenwerking met Stichting Monumentenwacht Friesland, Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland, Stichting Steunpunt Monumentenzorg Friesland en Stichting Doarpswurk. De afdeling Beleids- en Geo-informatie van de provincie Fryslân verleende verregaande technische ondersteuning.

Bouwkundige staat
Het onderzoek laat zien dat de bouwkundige staat van de Friese kerken `redelijk' is. Dat wil zeggen dat de meeste kerken met groot onderhoud in goede staat te brengen zijn en dat bij een deel van de kerken (deel)restauratie nodig is. De rijksmonumenten staan er bouwkundig gemiddeld iets beter voor dan de niet-rijksmonumenten. Om alle Friese kerkgebouwen waarin kerkdiensten plaatsvinden, de komende zes jaar in stand te houden, is een totaalbedrag van 55,4 miljoen nodig. De rijksmonumenten hebben in verhouding het meeste geld nodig, vooral met het oog op grotere restauraties. Bij de nader onderzochte 214 kerkgebouwen hebben 191 een restauratieachterstand van gemiddeld 139.384 per kerkgebouw, samen 26,6 miljoen. De achterstand is het grootst bij de relatief kleine kerken en daarbinnen bij de rijksmonumenten. Van de kerken met een restauratieachterstand heeft 12 procent (25 kerken) minder dan vijftig leden. Deze 25 kerken zijn voor driekwart rijksmonument en hebben een gezamenlijke restauratieachterstand van 3,2 miljoen.
Aan de restauratie van rijksmonumenten moet de kerkeigenaar 35 procent bijdragen. In de meeste gevallen hebben kerkeigenaren (veelal kerkelijke gemeenten) grote moeite dat geld bijeen te brengen. Het restaureren van niet-rijksmonumenten is meestal goedkoper, maar daar moeten kerkeigenaren het stellen zonder rijksbijdrage en met vrijwel geen middelen van provincie en lokale overheden. Restauratie van deze kerken is daarom nog problematischer.

Cultuurhistorische waarde
In het onderzoek is gekeken naar de cultuurhistorische waarde van 255 Friese kerken waarbij de bouwkundige staat slecht is of waar het lokale draagvlak voor gebruik en onderhoud problematisch is. Van die 255 kerken heeft bijna eenderde (82 kerken) een hoge cultuurhistorische waarde. Die waarde zit vooral in de architectonische vormgeving van de kerkgebouwen en de plaats die ze in hun directe omgeving innemen. Bij kerken met een hoge cultuurhistorische waarde is de restauratieachterstand gemiddeld groter dan bij kerken met een lage cultuurhistorische waarde. Dertien kerken die allemaal een grote restauratie behoeven, hebben een gezamenlijke restauratieachterstand van zo'n 6,5 miljoen. Meer dan de helft daarvan ( 3,5 miljoen) is nodig voor zes kerken met een hoge cultuurhistorische waarde. Bij de kerken die een grote restauratie nodig hebben is er een




probleemgroep van 22 kerken (waarvan 21 rijksmonument) die een restauratie nodig hebben van gemiddeld 416.000.

Een groep van 35 gemiddeld gewaardeerde kerken heeft een gezamenlijke restauratieachterstand van 5,6 miljoen. De achterstand bij de laag gewaardeerde kerken is relatief laag.

Kerkelijk draagvlak
Ontkerkelijking en fusies tussen kerkelijke gemeenten zijn belangrijke ontwikkelingen in het afnemende draagvlak voor gebruik en onderhoud van kerkgebouwen in Fryslân. Een kwart van de kerkgebouwen die voor hun oorspronkelijke functie gebruikt worden, is in eigendom van een kerkelijke gemeenschap met minder dan honderd leden. Uit de enquête onder kerkeigenaren blijkt dat de risicogroep van kerken die over tien jaar waarschijnlijk niet meer in gebruik zijn voor de eredienst, bestaat uit tenminste 74 tot 117 kerken. Dit strookt met de verwachting van de Stichting 2008 Jaar van het Religieus Erfgoed dat de komende tien jaar zo'n honderd kerkgebouwen in Friesland hun oorspronkelijke functie zullen verliezen (bron: rapport Geloof in toekomst. Strategisch Plan voor het Religieus Erfgoed, 2008).
Veel kerkgemeenschappen in Fryslân zijn vrij somber gestemd over hun toekomst. Dat heeft onder meer te maken met krimpende financiële reserves. De helft van de onderzochte kerken heeft structurele inkomsten uit rente en pacht. Desondanks zegt een op de vijf kerkbesturen (85) die aan de enquête hebben meegewerkt, dat de inkomsten nog maximaal vijf jaar genoeg zijn om het kerkgebouw te onderhouden. Nog eens 134 kerken houden het naar eigen zeggen financieel niet langer dan tien jaar vol. Samen vormen zij bijna de helft van de onderzochte kerken. Een `probleemgroep' van 25 kerken heeft een zeer geringe toekomstverwachting. De inschatting van kerkbesturen hoelang hun kerk nog in gebruik zal zijn voor de eredienst, is in dit onderzoek in relatie gebracht met de gegevens over restauratieachterstand. Daaruit blijkt dat meer dan de helft van de restauratieachterstand voorkomt bij kerken die over tien jaar nog in gebruik zullen zijn door een geloofsgemeenschap. Daarnaast is er een groep van tenminste 37 kerken die over tien jaar waarschijnlijk geen religieuze functie meer hebben, met een gezamenlijke restauratieachterstand van ruim 5,5 miljoen.

Maatschappelijk draagvlak
In de helft van de 168 dorpen met minder dan 3000 inwoners waar Doarpswurk onderzoek heeft gedaan, blijkt de bestuurskracht klein te zijn en de continuïteit daarvan twijfelachtig. De kans dat deze dorpen zelf een herbestemming kunnen vinden en organiseren voor een vrijkomend kerkgebouw, is klein. De vele dorpshuizen in Fryslân maken de kans bovendien kleiner dat deze kerkgebouwen voor gemeenschapsactiviteiten gebruikt kunnen worden. In dorpen waar geen dorpshuis is, is vaak al een andere ruimte die voor gemeenschapsactiviteiten gebruikt wordt.
In 46 dorpen is geen dorpshuis aanwezig. Hier is de kans groter om de kerk multifunctioneel te gebruiken. Zestien dorpen hebben helemaal geen ruimte voor gemeenschappelijke activiteiten. Daar zou de vrijkomende kerk die functie dus kunnen krijgen. In alle zestien




gevallen gaat het echter om heel kleine dorpen, waar de kerk ook nog eens een relatief grote restauratieachterstand heeft.

Gebruiksmogelijkheden
Behalve het kerkelijk en maatschappelijk draagvlak hebben ook de praktische gebruiksmogelijkheden van een kerkgebouw invloed op een eventuele herbestemming. Een waardevol interieur en de aanwezigheid van een kerkhof beperken de mogelijkheden daarvoor. Bijna de helft van alle Friese kerken heeft een kerkhof rondom, waarvan meer dan 90 procent nog in gebruik is. Van alle kerken die een belangwekkend interieur hebben, zal 17 procent binnen 5 jaar zijn inkomsten zien opdrogen en 45 procent binnen 10 jaar. Tegelijk is juist bij de kerken met een waardevol interieur en/of een kerkhof het bestuurlijk- organisatorisch potentieel het grootst.

Tenslotte
In het rapport zijn geen aanbevelingen opgenomen; het is een pure inventarisatie van de feitelijke situatie van de kerkgebouwen in Fryslân. De provincie Fryslân ziet het rapport als een belangrijke bouwsteen voor het nog te ontwikkelen Deltaplan Fryske Tsjerken. In het rapport is een bijlage opgenomen met alle 770 kerkgebouwen in Fryslân die voor kerkelijk gebruik gebouwd zijn. Daarmee is Fryslân de eerste provincie die echt álle kerkgebouwen geïnventariseerd heeft.
Bij het rapport hoort een digitale database met alle informatie die verzameld is in het kader van het onderzoek en twee verzamelingen met foto's van kerkgebouwen, van ds. Theo Hop en van Peter Karstkarel. De deels vertrouwelijk verkregen informatie wordt alleen voor beleidsdoeleinden gebruikt en blijft vertrouwelijk. De resterende openbare informatie komt beschikbaar via de website van de provincie.

Publiekssamenvatting Tink om'e tsjerken 16-12-09 versie 2






---- -- TINK OM 'E TSJERKEN
INVENTARISATIE FRIESE KERKEN




steunpunt

monumentenzorg
fryslân




Project: Ynventarisaasje Fryske Tsjerken

Opdrachtgever: Provincie Frysl n

Opdrachtnemer: Stichting Alde Fryske Tsjerken Met medewerking van: Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland, Stichting Monumentenwacht Friesland, Stichting Steunpunt Monumentenzorg Friesland en de Stichting Doarpswurk. Auteurs: Gerhard Bakker, projectleider Ynventarisaasje Fryske Tsjerken / directeur Stichting Alde Fryske Tsjerken, met medewerking van Dick Bloemhof, directeur Steunpunt Monumentenzorg Friesland
Foto's: Niels de Vries (voorpagina) en Theo Hop (binnenwerk) Foto Omslag: Emoties bij de sluiting van de voormalige gereformeerde Stadslaankerk van IJlst. Het gebouw is door de Protestantse Gemeente te IJlst overgedragen aan de Stichting Behoud Stadslaankerk.
Stuurgroep: Sytse ten Hoeve (bestuurslid SAFT en lid Regionaal College voor de Behandeling van Beheerszaken van de PKN in Frysl n) Jan Doede Niemeijer (namens SAFT) Kees van Stralen (namens de Provincie Frysl n) Werkgroep: Jouke Jongsma, Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland Afke Draijer, Stichting Monumentenwacht Friesland Dick Bloemhof, Stichting Steunpunt Monumentenzorg Friesland Eelke Nutma, Stichting Doarpswurk Ondersteuning: Meile Tamminga en Joost Aulbers, afdeling Beleids- en Geo Informatie (BGI), van de Provincie Frysl n Producten: Rapport `Tink om'e tsjerken', met als belangrijkste bijlage de nagenoeg complete lijst van alle 770 kerkgebouwen in Frysl n, zo zorgvuldig mogelijk opgesteld door de provinciale afdeling BGI en Sytse ten Hoeve.

- Fotobestand ds. Theo Hop
- Fotobestand Peter Karstkarel
- Database met alle verzamelde informatie over 770 kerken (realisatie BGI, Provincie Frysl n)
- Website kerken in Frysl n (realisatie BGI, Provincie Frysl n) Vormgeving: Tjitse Zijlstra, Provinsje Frysl n Druk: Afd. Repro Provincie Frysl n Datum oplevering: 14 december 009
Fasering onderzoek: De enqu te onder de eigenaren van 770 kerkgebouwen in Frysl n vondplaats in het najaar van 008. Het onderzoek door Monumentenwacht en Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland vond plaats in het voorjaar van 009. De analyse van de informatie vond plaats in de zomer van 009. Dit rapport is geschreven in de maanden augustus tot november 009.




Voortdurend spannen we ons allemaal in om ons huis, onze Wy allegearre dogge hieltyd wer alle war om de wr ld om s

omgeving, ons dorp en onze stad een plek te laten zijn waar we hinne, s st d, s doarp, s h s in plak w ze te litten d r't wy graag wonen, werken en onze vrije tijd doorbrengen. Daar mei nocht en wille wenje, wurkje en s frije tiid trochbringe. D r gaan we natuurlijk mee door. Maar nu is het dringend tijd om geane wy fansels fierder mei. Mar no driuwt de tiid om ekstra extra aandacht te geven aan een heel bijzonder onderdeel van omtinken te jaan oan in o sa bys nder nderdiel fan s Fryske ons Friese landschap, de kerkgebouwen. l nskip, de tsjerkgebouwen. Dat is de onontkoombare conclusie in het rapport waarvan u nu Dat is de n ntkombere konkl zje fan it rapport d r't jo no de de eerste bladzij leest en dat niet voor niets de naam draagt van earste side fan l ze en dat net samar de namme "Tink om 'e "Tink om 'e tsjerken . tsjerken draacht. Het rapport is in opdracht van de provincie Frysl n opgesteld It rapport is yn opdracht fan de provinsje Frysl n opsteld troch door de Stichting Alde Fryske Tsjerken die daarvoor een de Stichting lde Fryske Tsjerken dy't mei dat doel in samenwerkingsverband is aangegaan met het Steunpunt gearwurkingsferb n oangien is mei it Steunpunt Monumenten Monumentenzorg, Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen zorg, Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland, Monu- Friesland, Monumenten-wacht en Doarpswurk en onze mentenwacht, Doarpswurk en s eigen provinsjale fdieling provinciale afdeling Beleids- en Geo-informatie. Belieds- en Geo-ynformaasje. Zij hebben meer dan 770 Friese kerkgebouwen ge nventari- Hja hawwe mear as 770 Fryske tsjerkgebouwen ynventarisearre. seerd. Nergens anders in Europa vind je zoveel en zulke Der is gjin oar plak yn Europa d r't safolle en sokke bys ndere bijzondere kerken gemiddeld per oppervlakte. En we zijn er tsjerken sa ticht byinoar steane. En wy binne d r grutsk op! trots op!
It rapport lit sjen dat om-ende-by h ndert tsjerkgebouwen it Het rapport toont aan dat rond de 100 kerkgebouwen de gefaar rinne om harren funksje fan tsjerke de kommende jierren komende jaren hun kerkelijke bestemming dreigen te verliezen. kwyt te reitsjen. It lit ek sjen dat der noch 191 tsjerkgebouwen Verder toont het aan dat er nog 191 kerkgebouwen zijn met binne dy't noch foar hast 7 miljoen euro opknapt wurde een restauratie-achterstand van bijna 7 miljoen euro. Ook laat moatte en ek dat sa'n twah ndert eigners oer tsien jier of het zien dat ongeveer 00 eigenaren binnen 10 jaar de minder de nderh ldskosten net mear betelje kinne. instandhoudingskosten niet meer kunnen betalen.
s tsjerkgebouwen liede dus de needklok. As wy dy gebouwen Onze kerkgebouwen luiden dus de noodklok. ls we ze willen h lde wolle, dan sille wy mei-inoar bepale moatte wat de behouden, dan zullen we samen moeten bepalen welke waarde doarps- en stedstsjerken s wurdich binne, sille wy d rnei de de dorps- en stadskerken voor ons hebben, zullen we daarna tsjerkgebouwen goed stypje moatte of in (miskien nije en samen de kerkgebouwen een goede ondersteuning of oanfoljende ) funksje jaan moatte en sille wy mei-inoar de (misschien nieuwe of een aanvullende) functie moeten geven skouders nder de restauraasje en it nderh ld sette moatte. en zullen we samen de schouders onder restauratie en Ryk, provinsje, gemeenten en monuminte-organisaasjes, mar onderhoud moeten zetten. Rijk, provincie, gemeenten, ynwenners en pleatslike bedriuwen allyksa. In mienskiplike monumentenorganisaties, net zo goed als inwoners en oanpak fan nderop, oars slagget it net. plaatselijke bedrijven. Een gezamenlijke aanpak van onderop, anders lukt het niet. Yn oparbeidzjen mei jo dy't dit l ze en leafst mei safolle mooglik oaren wolle wy in deltaplan foar beh ld fan s Fryske tsjerken Samen met u die dit leest en liefst met zo veel mogelijk anderen opstelle en dat ek ta tfiering komme litte wolle. Foar in goed willen we een Deltaplan voor behoud van onze Fryske Tsjerken deltaplan is yn it foarste plak benammen ynformaasje fanneden. opstellen en tot uitvoering laten komen. Voor een goed Dy ynformaasje hawwe wy no mei dit rapport. Op gr n d rfan deltaplan is eerst en vooral informatie nodig. Die informatie kinne wy in goed trochtochte kar meitsje, dat wy kinne ek mei hebben we nu met dit rapport. Op grond hiervan kunnen we it each op de takomst sizze "Wy hawwe goed om 'e tsjerken goed onderbouwde keuzes maken zodat we ook met het oog tocht . op de toekomst kunnen zeggen: "We hawwe goed om 'e tsjerken tocht .
Jannewietske de Vries, Jannewietske de Vries, Gedeputeerde. Deputearre.




Paragraaf

1.1 Korte samenvatting 7
1. Aanleiding voor het onderzoek 7
1. Kort historisch perspectief 8
1.4 Problematiek in een notendop 8
1.5 Provinciaal beleid 10
1.6 Gemeentelijk beleid 10
1.7 Onderzoek en opzet 11
1 Paragraaf
.1 Kerken 1 . Andere bestemmingen 1 . Versnelling in het proces 14 .4 Denominaties 15 .5 Stichtingen 15 .6 Dorpsgrootte 16
17 Paragraaf
.1 Onderzoeksgroep 17 . Wat is de onderhoudstoestand? 17 . .1 Bouwkundige staat 17 . . Instandhoudingbehoefte 18 . . Restauratie-achterstand 19 . Eigenaren 1 .4 Deelconclusies 1 Kader: restauratie en onderhoud 4
7 Paragraaf

4.1 Onderzoeksgroep 7
4. Waardering 7
4. Koppeling met restauratie-achterstand 8
4.4 Deelconclusies 0 Kader: een methode 1
4




Paragraaf

5.1 Onderzoeksgroep

5. De gegevens

5. .1 Leden

5. . kerkdiensten 4
5. De toekomstverwachting 4
5. .1 Algemeen 4
5. . Financieel 6
5. . Koppeling algemeen-financieel 6
5. .4 Koppeling toekomstverwachting met ledental 7
5.4 Koppeling met restauratie-achterstand 8
5.5 Koppeling met de cultuurhistorische waarde 9
5.6 Deelconclusies 40 Paragraaf

6.1 Onderzoeksgroep 4
6. De gegevens 4
6. .1 Bestuurlijk organisatorisch potentieel 4
6. . Continu teit 44
6. . Aanwezigheid van een dorpshuis 44
6. Koppelingen 45
6. .1 Bestuurlijk organisatorisch potentieel 45
6. . Kerkelijk draagvlak 45
6. . Cultuurhistorische waarde 46
6. .4 Restauratie-achterstand 46
6.4 Deelconclusies 46 Kader: kerken en dorpshuizen 47
49 Paragraaf

7.1 Onderzoeksgroep 49
7. Indicatoren op gebouwniveau 49
7. .1 aanwezigheid indicatoren 49
7. . indicatoren en gebruikspotentieel 50
7. . indicatoren en de continu teit 51
7. .4 indicatoren en de financi le toekomst 51
7. .5 indicatoren en de restauratie-achterstand 5
7. .6 indicatoren en monumentale waarde 54
7. Deelconclusies 55 Kader: Grotestadskerken 57 Kader: Kerk en interieur 57
5





61

Paragraaf

8.1 Algemeen 61
8. De staat van de kerkgebouwen 61
8. .1 bouwkundige conditie 61
8. . restauratie-achterstand 61
8. . monumentale waarde 6
8. De vrijkomende kerkgebouwen 6
8. .1 kerkelijk draagvlak 6
8. . maatschappelijk draagvlak 6
8. . gebruikspotentieel 64
8.4 Samenvatting 65
69 Case-study 1 Hervormde Kerk Jirnsum (Boarnsterhim) 69 Case-study R.-K. Kerk Easterwierrum (Littenseradiel) 7 Case-study : Van Harenskerk in Sint Annaparochie (Het Bildt) 77 Bijlage 1 : Kerkgebouwen in Frysl n (losse bijlage van 0 pagina's) 81 Bijlage : Deelonderzoek: wat heeft de overheid gedaan? 10 Bijlage : Friese kerken met de status van gemeentelijk monument 108 Bijlage 4: Gesloopte kerkgebouwen 109 Bijlage 5: Beknopt literatuuroverzicht 110


6





1
De komende jaren verliezen in het hele land vele honderden kerkgebouwen hun kerkelijke bestemming. In het rapport `Geloof in toekomst. Strategisch Plan voor het Religieus Erfgoed' van de Stichting 008 Jaar van het Religieus Erfgoed wordt de verwachting uitgesproken dat de komende 10 jaar 1000 tot 1 00 kerkgebouwen hun oorspronkelijke functie zullen verliezen. Alleen al voor Frysl n gaat het om circa honderd gebouwen in diezelfde periode. D grote vraag waar de samenleving voor staat, is wat er met al die kerken moet gebeuren. Zijn er gebouwen bij die zo waardevol zijn dat ze behoud als zodanig verdienen? Welke gebouwen lenen zich voor alternatief gebruik? Kunnen ze binnen de dorpsgemeenschappen een nieuwe functie krijgen? Of moeten ze worden herbestemd voor wonen en werken? En k als het rijksmonumenten zijn?
Dat is de ene kern waar het in dit onderzoek om draait. Daarnaast wil dit rapport antwoord geven op de vraag hoe het gesteld is met de onderhoudstoestand van het Friese kerkenbestand. Hoeveel geld is er de komende jaren nodig om de gebouwen in goede staat te krijgen? En waar doet de restauratieachterstand zich met name voor? Is dat bij de rijksmonumenten, waarvoor in principe rijkssubsidie beschikbaar is? Of is dat bij de niet- monumenten, waarvan de eigenaren bij niemand kunnen aankloppen om subsidie? Hoe moeten kerkbesturen zich opstellen nu die zich ernstig zorgen moeten maken over de toekomst en zich afvragen of ze hun gebouw over 10 jaar nog wel nodig zullen hebben? Kerken zijn beeldbepalende elementen in het Friese landschap. Ze vormen bindende, identiteit-bepalende elementen in de dorpsgemeenschappen. Ze vertegenwoordigen niet alleen een religieuze rijkdom, maar zijn ook maatschappelijk n cultuurhistorisch van grote betekenis. Niet alleen in regionaal perspectief, maar nadrukkelijk ook nationaal en internationaal. Meer dan elders in Nederland zijn in Frysl n (en Groningen) middeleeuwse kerken in hun oorspronkelijke vorm bewaard gebleven. Bij elkaar vormen ze een schat, die - naast onder meer de taal en het landschap een van de grote cultuurschatten van Frysl n is. Ze zijn niet alleen voor de eigen bevolking van waarde, maar ook voor anderen. Voor het cultuurtoerisme zijn ze van groot belang.
In de laatste decennia is meer en meer het besef doorgedrongen dat dit rijke erfgoed wel eens van lust tot last zou kunnen worden. Door ontkerkelijking, vergrijzing en bevolkingskrimp op het platteland neemt het draagvlak voor de instandhouding en het gebruik van kerkgebouwen al jarenlang af. Dit proces wordt versterkt door fusies op lokaal niveau binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Steeds meer kerken komen leeg te staan, krijgen een andere functie of dreigen ten prooi te vallen aan de slopershamer. In de Nota Erfgoed 2004 nam de provincie Frysl n zich voor onderzoek te doen naar de staat van onderhoud van boerderijen en kerkgebouwen. In dat kader hebben de Monumentenwacht, de Boerderijenstichting Frysl n en het Steunpunt Monumentenzorg Frysl n in 006 eerst de staat van onderhoud van historische boerderijen onderzocht. Dat resulteerde in het rapport Pas op de pleats.
In 008, het Jaar van het Religieus Erfgoed, besloot de provincie om nu ook een inventarisatie te laten maken van de staat van de Friese kerken. Het resultaat daarvan ligt nu voor u.
7




Er is geen streek in Europa met een grotere dichtheid aan monumentale kerken dan Frysl n. Al sinds de Middeleeuwen is Frysl n bezaaid met kerken. Elke terp, elk gehucht, elke adellijke familie streefde naar haar eigen kerk. Kerkelijke en theologische ontwikkelingen deden het kerkenbestand vooral in de negentiende eeuw almaar verder groeien. De middeleeuwse rooms-katholieke kerken werden na de Reformatie (zestiende eeuw) opnieuw ingericht voor de protestantse eredienst. Nadat in de negentiende eeuw de vrijheid van godsdienst grondwettelijk werd vastgelegd, werden op tal van plaatsen nieuwe rooms-katholieke kerken gebouwd. In de negentiende en begin twintigste eeuw kwamen daar na enkele kerkscheidingen de gereformeerde kerken bij. Verder kent Frysl n relatief veel doopsgezinde `vermaningen'.
Door de secularisatie in de tweede helft van de twintigste eeuw is de rol van de kerk echter sterk teruggelopen. Heel wat kerkgebouwen hebben hun oorspronkelijke functie reeds verloren. Het rapport `Geloof in toekomst' van de Stichting 008 Jaar van het Religieus Erfgoed stelt dat dat in heel Nederland met 900 kerkgebouwen is gebeurd in de periode 1975- 008. Nog veel meer kerkgebouwen dreigen in de komende jaren hun functie te verliezen. Toch vertegenwoordigen ze nog steeds een religieuze, monumentale en/of cultuurhistorische waarde. Dat dwingt tot nadenken over de wenselijkheid van en mogelijkheden voor behoud. De problematiek van het kerkenbehoud is samen te vatten in zes punten. Ten eerste ligt er het feit dat het aan het verminderen is. Er zijn nu al ruim honderd kerkelijke gemeenten in Frysl n die minder dan honderd leden tellen (zie hoofdstuk 5). Veel kerkelijke gemeenten zijn zo gekrompen en hebben het daardoor financieel zo moeilijk, dat ze moeten fuseren. Na een fusie komt al snel de vraag op welk gebouw kan worden afgestoten. Een tweede probleem is dat de kerkelijke gemeenten door hun financi le reserves heen raken. Veel kerken zijn in de Middeleeuwen gebouwd. Dat gebeurde met gelden van gelovigen, die zich op die manier wilden verzekeren van hun `zielenheil' in het hiernamaals. Er werd niet alleen in klinkende munt betaald, maar ook in de vorm van landerijen en onroerend goed. Al dit bezit is eeuwenlang de kurk geweest waarop de kerkgebouwen dreven. Uit de inkomsten van rente en pacht werden het onderhoud van de kerk en het traktement van de predikant betaald. In de Franse tijd kwam hieraan een eind, toen de financi le reserves van de kerkelijke gemeenschappen werden afgeroomd. Een derde van alle bezit werd onteigend en aan de staatskas toegevoegd.
In de eeuwen daarna hebben de kerkelijke gemeenschappen steeds verder moeten interen op hun bezit. Er was sprake van afnemende inkomsten uit grondbezit, terwijl de kostenstijgingen (vooral in personele sfeer) doorgingen. De al maar hogere vrijwillige bijdragen van gemeenteleden moesten worden opgebracht door een steeds kleinere groep mensen. Kerkbesturen die zich genoodzaakt zien kostbare restauraties uit te voeren, konden lange tijd rekenen op 90 procent subsidie van het Rijk in de subsidiabele kosten. De laatste decennia was dat slechts 70 procent. Als het niet lukte om aanvullende fondsen te verwerven, zorgde de restauratie ervoor dat de gemeenschap inteerde op haar vermogen. Aan het begin van de 1ste eeuw is de situatie bepaald zorgwekkend te noemen. Aan veel kerkfusies op lokaal niveau liggen financi le redenen ten grondslag. De reserves raken op. De kurk waarop de meeste kerken dreven, is op veel plaatsen al verdwenen. Kerken voelen de nadrukkelijk. Op dit gebied wijkt de situatie in Nederland sterk af van elders in Europa. In Nederland draagt de overheid relatief weinig bij aan de instandhouding van kerkgebouwen. In een land als Frankrijk, waar de scheiding tussen kerk en staat zo ongeveer is `uitgevonden', voelt de overheid zich meer verantwoordelijk dan in Nederland. De Franse overheid onderhoudt de kathedralen, terwijl de gemeentelijke overheden de overige kerken in stand houden.

8




Een derde aspect van de problematiek ligt op het menselijke vlak. Zoals gezegd is het aantal kerkleden op veel plaatsen fors gedaald, door secularisatie, kerkverlating en demografische ontwikkelingen (vergrijzing, bevolkingskrimp). Kleiner wordende kerkelijke gemeenschappen zagen zich gedwongen met elkaar te gaan samenwerken (en/of te fuseren). Steeds meer taken zijn bij vrijwilligers terechtgekomen; de tijd van betaalde kosters en beheerders is vrijwel overal voorbij.
De laatste jaren wordt het echter almaar moeilijker om vrijwilligers te vinden. Niet alleen binnen de kerkelijke gemeenschappen die nog steeds erediensten houden (met alles wat daarbij hoort aan catechese, diaconaat, verenigingswerk, enzovoorts). Het geldt ook daarbuiten. De kerk moet in aandacht concurreren met het dorpshuis, de sportvereniging, de culturele activiteiten, het dorpsbos iedereen en alles heeft z'n vrijwilligers nodig. En dat in een tijd dat steeds vaker beide ouders van een gezin werken, en dus minder vrije tijd over houden om als vrijwilliger actief te zijn.
Al helemaal moeilijk te vinden zijn vrijwilligers die bestuurlijke verantwoordelijkheid willen dragen voor een langere periode. Dat speelt overal in de samenleving, niet alleen binnen de kerken. De afnemende en vergrijzende baart grote zorgen, met name ten aanzien van de kerken. Wie neemt de zorg voor het religieuze erfgoed over als deze `stille krachten' binnen enkele decennia verdwenen zijn? Nu al is er in sommige dorpen nog maar n ouderling-kerkrentmeester op wiens schouders de instandhouding van het kerkgebouw rust (zie casestudy Jirnsum).
In het verleden zijn verschillende kerken ondergebracht in dorpsstichtingen (zie hoofdstuk .5). Dit betekent dat het dorp de verantwoordelijkheid voor de instandhouding op zich neemt. In de praktijk blijkt het niet altijd makkelijk om bestuurlijke continu teit te vinden. Dorpsstichtingen beginnen vaak met elan, maar raken na verloop van tijd maar al te gemakkelijk slapende doordat er geen bestuurders beschikbaar zijn. Een vierde aspect van de behoudsproblematiek is dat de onder de vrijwilligers afneemt, terwijl de complexiteit ten aanzien van de regelgeving en subsidieregelingen toeneemt.
Een vijfde aspect is dat het moeilijk is om voor alle kerkgebouwen die de komende jaren vrijkomen, een nieuwe te bedenken. Laat staan dat er verwacht kan worden dat die ook nog eens rendabel (kostendekkend) is. Religieus erfgoed is nooit exploitabel geweest; er moest altijd geld bij (zie onder `jildpine'). `Multifunctioneel' maken biedt soms een oplossing, maar niet elk dorp heeft behoefte aan (nog) een cultureel centrum. Zeker niet naast de vele dorpshuizen die Frysl n telt en die het ook lang niet allemaal gemakkelijk hebben.
Wellicht moet er nog meer dan nu gebeurt nagedacht worden over herbestemming van kerken ( k van de rijksmonumentale) voor wonen, werken, enzovoorts. Dit proces is al heel lang aan de gang. De cijfers spreken wat dat betreft voor zich. Van de kerkgebouwen die Frysl n anno 009 telt, zijn er reeds aan het kerkelijk gebruik onttrokken (zie hoofdstuk ). Daarvan staan er circa vijftig leeg (De oude kaart van Nederland; leegstand en herbestemming in Fryslân, Leeuwarden, februari 008 waarin de leegstaande kerken overigens niet met naam en toenaam genoemd worden). Omdat het zo moeilijk is alternatieve en rendabele functies te bedenken, zijn al 8 kerkgebouwen overgedragen aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken. Dit gebeurt vanuit het besef dat de onderhoudskosten niet meer door de kerkelijke gemeenschap of de dorpelingen zelf georganiseerd hoeven te worden, en dat de onderhoudstechnische kant dan in ieder geval professioneel geregeld is. Waarbij voor de dorpsbewoners alleen nog de verantwoordelijkheid rest, om enige activiteiten te organiseren die de directe kosten dekken (gas, water, licht). Maar zelfs dat is niet altijd makkelijk voor de plaatselijke commissies die de gebouwen van de Stichting Alde Fryske Tsjerken beheren. Waarmee ook de zesde kern van het behoudsvraagstuk
9




in beeld komt, en dat is het feit van de sterk toegenomen concurrentie op de accommoda- tiemarkt. Niet alleen de bestaande dorpshuizen, multifunctionele centra en caf s in de dorpen maken het lastig om een kerkgebouw `ook nog eens' rendabel te exploiteren. Er is ook in toenemende mate concurrentie van nog in gebruik zijnde kerken. Steeds meer kerkrentmeesters weten hun financi le draagvlak te verbreden door (neven)ruimten te verhuren voor allerlei activiteiten. Deze actieve kerkelijke gemeenten beschikken over de benodigde vrijwilligers en bestuurskracht, door simpelweg te putten uit hun ledenbestand. Daarmee staat een actieve kerkelijke gemeente op voorsprong. Met deze zes kernpunten is de behoudsproblematiek in een notendop samen te vatten. Het aantal kerkleden is in veel dorpen te klein om het geld op te kunnen brengen dat nodig is voor gebruik en onderhoud. De financi le reserves raken op. Er zijn maar moeizaam vrijwilligers te vinden. Laat staan vrijwilligers die bestuurlijke verantwoordelijkheid willen nemen. De deskundigheid neemt af, terwijl de regelgeving alleen maar ingewikkelder wordt. Het is niet makkelijk om voor al die vrijkomende kerkgebouwen een nieuwe functie te vinden binnen de dorpsgemeenschappen. Vooral omdat er al heel veel kerkgebouwen zijn vrijgekomen en herbestemd, waardoor de concurrentie op de accommodatiemarkt groot is. Het is deze achtergrond, die het probleem zo nijpend maakt: wat kunnen we als samenleving doen met de vele tientallen kerkgebouwen die de komende 10 jaar vrijkomen? `Er komt een ramp op ons af', aldus Sytse ten Hoeve in het rapport De oude kaart van Nederland (Leeuwarden, februari 008), en dat besef schreeuwt om een Deltaplan. Na het verschijnen van de Nota Erfgoed in 004 heeft de provincie Frysl n niet stilgezeten. De problematiek van de leegkomende kerken bleef om aandacht vragen. Landelijk onderzoek maakte in 008, het Jaar van het Religieus Erfgoed, duidelijk dat er statistisch bezien de komende 10 jaar circa 100 kerkgebouwen in Frysl n hun functie voor de eredienst zullen kwijtraken.
Het nieuwe College van Gedeputeerde Staten dat in 007 aantrad, heeft de nood hiervan onderkend. In het Koersdocument, een soort `coalitieakkoord' op provinciaal niveau, wordt dan ook melding gemaakt van de kerken als onderdeel van het `Frysk eigene': `Samen met de gemeenten moeten initiatieven uit de regio worden ondersteund. Particulier initiatief om te investeren in het onderhoud van het `Frysk eigene', zoals de terpen, kerken, karakteristieke boerderijen en authentieke bebouwing van dorpskernen, wordt gestimuleerd'. Een jaar later werd het Wurkprogram Fryske Fiersichten 2009-2011 gepresenteerd. Daarin worden 10 duurzame, vernieuwende en `Frysk eigene' vergezichten centraal gesteld. Daarbij wil de provincie inzetten op projecten `waarmee structurele langetermijneffecten voor de provincie worden bewerkstelligd, vernieuwingen tot stand worden gebracht en waarmee het Frysk eigene van de provincie wordt versterkt'.
Als derde op de lijst van Fiersichten wordt het Deltaplan Fryske Tsjerken genoemd: een bundeling van voorstellen die betrekking hebben op de instandhouding en het gebruik van kerkgebouwen in Frysl n. Onderhavige rapportage kan dan ook gelezen worden als bouwsteen voor de verdere ontwikkeling van het Deltaplan. Waar de provincie Frysl n bezig is om beleid te ontwikkelen voor de instandhouding van de kerkgebouwen, valt op dat de Friese gemeenten betrekkelijk weinig doen op dit punt (zie bijlage ). Wat in Frysl n ontbreekt (en overigens ook in vele andere provincies), is een aanvullende provinciale en gemeentelijke waardebepaling van de kerkgebouwen.
10




In de Concept Nota Erfgoed 010- 014 (oktober 009) spreekt de Provincie uit dat zij wil vaststellen welke kerkgebouwen van provinciaal belang zijn. Tot die groep behoort mogelijk ook een aantal niet-rijksmonumentale kerken. Als deze lijst is samengesteld kan de Provinciale Adviescommissie (PACH) die nu nog de aanvragen voor restauratiesubsidies van niet- monumentale kerken beoordeelt, worden opgeheven.
Het Rijk heeft een duidelijk standpunt over welke kerken subsidie `verdienen' door deze gebouwen de status van rijksmonument te geven. De provincie is nu ook bijna zo ver. De Friese gemeenten blijven hierbij nog achter. Een negental Friese gemeenten heeft een gemeentelijke monumentenlijst of werkt daaraan. Op sommige van die gemeentelijke monumentenlijsten staan ook kerken. In totaal gaat het om 19 kerkgebouwen in 5 gemeenten. Daarnaast zijn er
4 kerken op niet-offici le lijsten van behoudswaardige of beeldbepalende panden (zie bijlage ).
Provinciale en gemeentelijke monumentenlijsten vormen onmisbare instrumenten om in de toekomst de beperkte middelen gericht te kunnen inzetten. Zodat in ieder geval die monumenten steun krijgen, waarvan de overheid (c.q. de samenleving) vindt dat ze bewaard moeten worden.
De provincie Frysl n en de Stichting Alde Fryske Tsjerken hebben elkaar gevonden in twee thema's van onderzoek. Enerzijds is dat de vraag hoe de kerken er bouwkundig bijstaan. Hoe kan de provincie haar beperkte middelen op dat punt het beste inzetten? Anderzijds is dat de vraag hoeveel kerkgebouwen de komende jaren hun kerkelijke functie verliezen. En wat kan er met de vrijkomende kerkgebouwen gedaan worden?
Deze twee thema's zijn in het kader van het onderzoek uitgewerkt tot vier subthema's: de bouwkundige conditie van het onroerend kerkelijk erfgoed in Frysl n; het maatschappelijke draagvlak (religieus, bestuurlijk) van kerkgebouwen; een bepaling van de cultuurhistorische waarde van kerkgebouwen; het gebruikspotentieel van (mogelijk) leegkomende kerkgebouwen. Het onderzoek is uitgevoerd door de Stichting Alde Fryske Tsjerken, in samenwerking met de Monumentenwacht Friesland, Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland, Steunpunt Monumentenzorg Friesland en Doarpswurk. Daarbij verleende de provinciale afdeling Beleids- en Geo-informatie (BGI) verregaande technische ondersteuning. De heren Meile Tamminga en Joost Aulbers verdienen het hier bij name genoemd te worden. De projectleiding was in handen van Gerhard Bakker, directeur van de Stichting Alde Fryske Tsjerken. Het proces werd bewaakt door een Stuurgroep, die bestond uit Kees van Stralen (namens de Provincie), Sytse ten Hoeve (als deskundige op het gebied van kerkgebouwen en van het kerkelijk leven in Frysl n) en Jan Doede Niemeijer (namens de SAFT).
Het onderzoek is opgedeeld in vier fases. In de eerste fase is een schriftelijke enqu te gehouden onder alle eigenaren van kerkgebouwen in Frysl n. Hierbij is als uitgangspunt genomen de lijst van kerkgebouwen, zoals die is samengesteld door de afdeling Beleids- en Geo Informatie (BGI) van de Provincie Frysl n en Sytse ten Hoeve, aangevuld met informatie van Reliwikie.nl.
De respons op de enqu te was opmerkelijk groot. Maar liefst 80 procent van de eigenaren van de 550 nog in gebruik zijnde kerkgebouwen heeft de moeite genomen het enqu teformulier in te vullen en 60 procent van de 0 aan het kerkelijk gebruik onttrokken gebouwen (zie tabel 1). Een dergelijk hoge respons heeft de provinciale afdeling BGI niet eerder meegemaakt bij andere projecten. Het geeft aan hoe zeer de problematiek leeft onder de eigenaren van de kerkgebouwen cq de kerkrentmeesters.

11




Naar aanleiding van de eerste resultaten van de enqu te is een eerste selectie gemaakt. Besloten werd om de focus te richten op de grootste probleemgroep van kerkgebouwen met een bouwkundig- of een draagvlakprobleem, en om de kerkgebouwen die al aan het kerkelijk gebruik onttrokken zijn, niet verder te onderzoeken. In die groep heeft het probleem - van dreigende leegstand in de komende jaren - zich in zekere zin al `opgelost'. In de tweede fase is nader onderzoek verricht. Eerst naar 14 kerkgebouwen waarvan de eigenaar aangaf dat de bouwkundige conditie te wensen overlaat. Dit deel van het onderzoek is uitgevoerd door de stichtingen Monumentenwacht en Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland. Van iedere kerk is bekeken hoeveel geld er de komende 6 jaar nodig is om het gebouw in goede conditie1 te brengen. Parallel aan dit onderzoek is door de stichting Doarpswurk gekeken naar de aanwezigheid van andere voorzieningen (dorpshuizen, multifunctionele centra) en naar het bestuurlijke draagvlak in 18 dorpen waar blijkens de enqu te mogelijk een (of meer) kerkgebouw(en) vrijkomen. Daarnaast heeft het Steunpunt Monumentenzorg Friesland ge nventariseerd welke inspanningen de overheden de laatste tijd hebben gepleegd om het religieus erfgoed in stand te houden (bijlage ). Op basis van de informatie uit de eerste twee fasen is in de derde fase, die van de analyse, gekeken welke conclusies uit deze deelonderzoeken getrokken kunnen worden. In deze derde fase kwam ook het onderwerp gebruikspotentieel van de vrijkomende kerken in beeld. Wat valt er te zeggen over het mogelijke gebruik in de toekomst? In de vierde fase van het onderzoek werd het eindrapport geschreven, dat conclusies bevat maar geen aanbevelingen, zoals uitdrukkelijk in de opdracht van de Provincie Frysl n is bepaald. Nadrukkelijk moet worden opgemerkt, dat in de deelonderzoeken niet lle kerkgebouwen zijn onderzocht. Elk deel kent zijn eigen onderzoeksgroep (tabel 1). Dit betekent dat niet alle onderzoeksgroepen van dezelfde grootte zijn of anderszins vergelijkbaar. Mede daarom zijn de onderzoeksgegevens uit de diverse onderzoeksgroepen niet allemaal te extrapoleren naar de totale groep van 770 kerkgebouwen. Ieder hoofdstuk begint met een toelichting over de samenstelling van de onderzoeksgroep en de mate waarin de verkregen informatie is te extrapoleren naar het totale bestand. Aantal kerken Totale bestand aan kerkgebouwen 770 Groep A: in kerkelijk gebruik 550 Respons vanuit groep A op enqu te 459 Groep B: buiten kerkelijk gebruik 0 Respons vanuit groep B op enqu te 1 5 H : Bouwkundige conditie (selectie uit groep A) 14 H4: Cultuurhistorische waarde (selectie groep A) 55 H5: Kerkelijk draagvlak (hele responsgroep A) 459 H6: Maatschappelijk draagvlak (selectie groep A) 18 Tabel 1: Overzicht onderzoeksgroepen (deelselecties) In dit rapport worden eerst de algemene gegevens over het Friese kerkenbestand weergegeven (hoofdstuk ). In hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de bouwkundige conditie van de kerken en van de onderhoudsbehoefte en de restauratie-achterstand. In hoofdstuk 4 is de cultuurhistorische waarde van (een deel van) de kerken aangegeven, en wordt dit in relatie gebracht tot de bouwkundige conditie. In hoofdstuk 5 wordt een beeld van het kerkelijk draagvlak geschetst, ook in relatie met de eerder behandelde aspecten: bouwkundige conditie en cultuurhistorische waarde. Zo worden in elk hoofdstuk dwarsverbanden gelegd met de daarvoor ge nventariseerde gegevens. Dat geldt ook voor het maatschappelijk draagvlak (hoofdstuk 6). In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op het gebruikspotentieel van de kerken die vrijkomen, gerelateerd aan (belemmerende) factoren. In elk hoofdstuk worden deelconclusies getrokken, die in het slothoofdstuk tot eindconclusies leiden.

1 In de praktijk heeft niet iedere eigenaar de middelen beschikbaar om het gebouw continue in goede
1
conditie te houden. Veel eigenaren nemen genoegen met "sober en doelmatig onderhoud, zodat het gebouw in ieder geval wind- en waterdicht is.





2
De provincie Frysl n telt anno 009 precies 770 kerkgebouwen op haar grondgebied (zie voor een complete opsomming bijlage 1). Het gaat in dit onderzoek om gebouwen die voor religieus gebruik gebouwd zijn. Daarmee is meteen al een eerste beperking aangegeven. De `succeskerk' van ds. Bottenbley in Drachten valt bijvoorbeeld buiten het onderzoekskader, want die is gevestigd in een voormalig garagepand. Zo zijn er nog veel meer kerkelijke gemeenschappen gevestigd in panden die oorspronkelijk niet als kerk gebouwd zijn. Al deze kerken worden in dit onderzoek niet meegeteld. Ook de kerkgebouwen die op enig moment in de tijd gesloopt zijn, vallen buiten het kader van dit onderzoek (zie bijlage 4). Van de 770 kerkgebouwen die voor kerkelijk gebruik gebouwd zijn, is vastgesteld in welke periode ze gebouwd zijn (tabel ). In absolute cijfers kent deze provincie vooral kerken uit de periode 1850 1940.
Kerk w.v. RM SAFT (RM) vm kerk(overig) w.v. RM Totaal Middeleeuwen (voor 1580) 9 9 6 7 5 1 6 Na de Reformatie (1580 1850) 106 104 1 1 1 149 Jonge Bouwkunst (1850 1940) 18 80 1 8 1 46 Wederopbouw (1945 1960) 50 1 6 Nieuwe Tijd (1960 heden) 84 86
551 77 38 181 1 770 Tabel2:allekerkennaarbouwperiode;RM=Rijksmonument;vm=voormalig Volgens het rijksmonumentenregister telt Frysl n in totaal 4 8 rijksmonumenten in de CBS- categorie (kerkgebouwen) en 54 in de CBS-categorie 4 (kerkelijke onderdelen zoals orgels, pastorie n en kerkhoven). Als alleen naar de kerkgebouwen wordt gekeken, bedraagt het totale aantal rijksmonumentale kerken . Van de Rijksmonumentale kerken zijn er nog 77 in gebruik als kerk, 8 overgedragen aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken en nog eens 1 aan het kerkelijk gebruik onttrokken. Die laatste kerken hebben dus ook een andere bestemming gekregen.
Frysl n telt ten opzichte van de min of meer vergelijkbare provincie Groningen relatief meer Rijksmonumenten ( 46 tegenover 4 ).
Van de 770 kerkgebouwen die voor religieuze doeleinden gebouwd zijn, hebben er 19 een andere dan een kerkelijke bestemming gekregen. Dat is niet een ontwikkeling van de afgelopen jaren, maar een proces dat al eeuwen gaande is. Ook al deze kerkgebouwen vallen buiten het kader van dit onderzoek. Op deze plek wordt kort genoemd wat er te zeggen is over de leegstand c.q. de huidige functie.
Volgens het rapport De oude kaart van Nederland; leegstand en herbestemming in Fryslân (Leeuwarden, februari 008) bedraagt het aantal leegstaande kerkgebouwen vijftig. Het rapport noemt deze gebouwen echter niet met naam en toenaam. De provinciale afdeling Beleids- en Geo Informatie (BGI) komt op basis van eigen onderzoek uit op 1 kerkgebouwen die leegstaan of gebruikt worden voor opslag en kerkgebouwen waarvan de huidige bestemming onbekend is (tabel ).

1




totaal waarvan rijksmonument Woning/bedrijf 89 5 Cultureel 9 0 Dorpshuis 9 0 Museum 7 Atelier 5 Kerkelijk 4 Aula
Leegstand, opslag 1 1 Onbekend 6
181 31 Tabel3:Voormaligekerkennaarnieuwefunctie
Van de voormalige kerken die een nieuwe functie hebben gekregen, is 17% rijksmonument. Een onbekend aantal kerkgebouwen is ooit gesloopt en niet vervangen door nieuwbouw (bijlage 4).
Het proces dat kerkgebouwen hun functie verliezen, is in de tweede helft van de twintigste eeuw versneld. Vooral als gevolg van secularisatie (mensen laten hun geloof los) en ontkerkelijking (mensen keren de kerk de rug toe; hetgeen niet per se betekent dat ze hun geloof loslaten).
In de afgelopen decennia is het proces van vrijkomende kerkgebouwen opnieuw versneld, vooral als gevolg van de samenwerkings- en fusieprocessen van gereformeerden, hervormden en lutheranen op lokaal niveau. Verwacht wordt dat er de komende 10 jaar opnieuw een versnelling zal plaatsvinden, nu de fusie van deze kerken tot Protestantse Kerk in Nederland (PKN) op landelijk niveau in 004 afgerond werd.
De versnelling kan zichtbaar worden gemaakt op basis van de enqu te onder de eigenaren van
770 gebouwen. Van de 19 kerken die hun oorspronkelijke functie kwijt zijn geraakt, is van
198 bekend in welk jaar dat gebeurd is (tabel 4). Alleen de laatste jaar ( 006- 008) zijn al kerken buiten gebruik gesteld. Als de ontwikkelingen in hetzelfde tempo doorgaan, zouden dat er in de periode 006- 015 in totaal 77 kunnen worden! aantal Gemiddeld per jaar V r 1945

1946-1955 0,
1956-1965 6 0,6
1966-1975 40 4,0
1976-1985 9 ,9
1986-1995 ,
1996- 005 5 5,
006-heden 6,6 Niet ingevuld 1

219 3,1 Tabel 4: Aan kerkelijk gebruik onttrokken
In het rapport `Geloof in toekomst! Strategisch Plan voor het Religieus Erfgoed' van de Stichting 008 Jaar van het Religieus Erfgoed worden de landelijke ontwikkelingen toegelicht. In tabel 5 valt te lezen dat de afgelopen jaar al 900 kerken aan het kerkelijk gebruik onttrokken zijn (gemiddeld 5 per jaar, oftewel een per weken).
14




Katholieke kerken - 00 Protestantse kerken -600 Synagogen -10 Kloosters (vestigingen) -1500 Tempels +100 Moskee n +4 0 Tabel 5: Af- en toename aantal kerkgebouwen in de periode 1975-2008 Voor de periode 008 tot 018 (tabel 6) verwacht men een afname van nog eens 1000 tot
1 00 kerkgebouwen (100 per jaar, oftewel per week). Katholieke kerken - 400 - 500 Protestantse kerken - 600 - 700 Synagogen 0 Kloosters (vestigingen) - 1 0 Tempels + 0 Moskee n + 10 Tabel6:Verwachteontwikkelingindeperiode2008-2018
De verwachting dat er in Frysl n de komende 10 jaar nog 100 kerkgebouwen vrijkomen, is aan dit onderzoeksrapport ontleend.
Verreweg de meeste kerkgebouwen in Frysl n zijn in gebruik bij (voormalige) hervormde gemeenten ( 74). De groep (voormalige) gereformeerde kerkgebouwen is veel kleiner (186). Uit tabel 8 blijkt dat relatief veel gereformeerde kerken een nieuwe bestemming hebben gekregen ( 7 %).
Totaal Waarvan Waarvan Herbestemd Percentage monument in gebruik (inclusief SAFT) herbestemd als kerk binnen groep PKN hervormd 74 8 7 101 7% PKN gereformeerd 186 15 116 70 7% Katholiek 44 0 7 7 16% Doopsgezind 6 9 4 8% Overig 10 5 86 17 16,5% Tabel 7: Indeling kerken naar denominatie
Steeds meer kerken worden ondergebracht in een stichting. Dit betekent dat de kerkelijke gemeente formeel niet meer de wettige eigenaar is. Sommige stichtingen zijn om bestuurlijke redenen door de kerkelijke gemeente opgericht. Een duidelijk voorbeeld daarvan is te zien in doopsgezinde kring in midden Frysl n. Een koepelstichting neemt daar het beheer van diverse gebouwen op zich, voor een aantal verder zelfstandig functionerende plaatselijke gemeenten. Uit tabel 9 blijkt dat er in Frysl n 8 kerkgebouwen die nog als zodanig in gebruik zijn, zijn ondergebracht in een stichting. Van de 19 kerken die aan het kerkelijk gebruik onttrokken zijn, zijn er 65 ondergebracht bij een stichting, waarvan 8 bij de Stichting Alde Fryske Tsjerken. Totaal Waarvan in gebruik als kerk Waarvan herbestemd Stichting 7 8 65 waarvan SAFT 38 Anders 697 54 154 Tabel 8: Aantal kerken in beheer bij stichting

15




Relatief veel rijksmonumentale kerkgebouwen staan in Frysl n in dorpen met maar betrekkelijk weinig inwoners, zoals blijkt uit tabel 9.

Aantal inwoners Aantal rijksmonumenten Cumulatief Cumulatief-procentueel
1- 5 0,6
6-50 6 8 ,
51-75 8 16 4,6
76-100 16 9,
101-150 14 46 1 ,
151- 00 10 56 16,
01- 50 19 75 1,7
51- 00 11 86 4,8
01-500 44 1 0 7,6
501-1000 58 188 54, >1001 158 46 100 Tabel9:Rijksmonumentalekerkengerelateerdaaninwonertaldorpen Een kwart van de rijksmonumentale kerken (86) staat in dorpen met minder dan 00 inwoners.


16





3 De bouwkundige conditie is van 14 kerken bepaald. De selectie van de kerken in de onderzoeksgroep is gebaseerd op de enqu te. De kerken waarvan de eigenaren zelf hebben aangegeven dat zij inschatten dat de bouwkundige conditie `zeer slecht', `slecht', `matig' of `redelijk' is, zijn onderzocht. Daarnaast dienden de kerken nog in gebruik te zijn voor de eredienst.
De stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland en de Monumentenwacht hebben deze
14 kerken onderzocht en onder andere de instandhoudingbehoefte bepaald, zowel in totaal als naar de vier onderdelen 'exterieur', `fundering', `interieur' en `toren'. Van deze onderzochte
14 kerken waren er 161 rijksmonument (75%) en 5 niet ( 5%). Van deze onderzoeksgroep zijn er 147 kerken PKN hervormd (69%), kerken PKN gereformeerd (11%), 16 kerken rooms-katholiek (7%), 1 kerken doopsgezind (6%) en behoren 16 kerken tot de categorie `overig' (7%). Het is hierbij opmerkelijk, maar kerkhistorisch gezien verklaarbaar dat van de PKN hervormde kerken 90% rijksmonument is en van de rooms-katholieken en doopsgezinden respectievelijk 6 % en 67%, terwijl van de `nieuwere' en `jongere' kerken in de categorie `overig' en PKN gereformeerde kerken dit respectievelijk 5% en 6% is.
Aan de hand van inspectierapporten, meerjaren onderhoudsplannen en bouwkundige inspecties, is van deze 14 kerken de algehele bouwkundige conditie (zeer slecht, slecht, matig, redelijk, goed) en de instandhoudingbehoefte voor een periode van 6 jaar bepaald, overeenkomstig de systematiek van de BRIM. De instandhoudingsbehoefte kan worden beschouwd als een bedrag dat nodig is om de kerken in een bouwkundig goede staat te brengen dan wel te houden (zie voetnoot 1 op pagina 9)). Hoewel het op zich lastig is te onderscheiden waar onderhoud ophoudt en restauratie begint is, mede afhankelijk van de grootte van de kerk ook een `gradatie' aangelegd van bedragen die per jaar nodig zijn voor regulier onderhoud; 6.000 per jaar, 10.000 per jaar en 0.000 per jaar.
Als het reguliere onderhoud wordt afgetrokken van de instandhoudingbehoefte, blijft de restauratie-achterstand over. Deze achterstand is in drie gradaties opgedeeld; van 0 tot
100.000 (binnen bestaande middelen op te lossen), van 100.000 tot 00.000 (behoorlijke restauratie waar aanvullende middelen voor nodig zijn) en boven de 00.000 (grote restauratie).
De algehele bouwkundige conditie van de (onderzochte 14) kerken is gemiddeld genomen matig (`herstel- of deelrestauratie gewenst') tot redelijk (`door middel van groot onderhoud in goede staat te brengen'). Over de hele linie genomen lijken de rijksmonumenten er bouwkundig iets beter voor te staan dan de niet-rijksmonumenten.
17




totaal kerken rijksmonumenten niet-rijksmonumenten

aantal % aantal % aantal % Zeer slecht 4 1 Slecht 7 4 6 Matig 67 31 48 0 19 6 Redelijk 11 52 86 5 6 49 Goed 4 11 0 1 4 7 Tabel 10: Bouwkundige conditie, naar monumentenstatus Als de bouwkundige conditie wordt bekeken naar denominatie, dan ontstaat het beeld dat het in het algemeen iets minder is gesteld met de doopsgezinde en rooms-katholieke kerken, maar vooral met de (PKN) gereformeerde kerken; meer dan 60% van deze kerken in de onderzoeksgroep is `matig' of nog slechter (zie tabel 10). (PKN) hervormd (PKN) geref. rooms-katholiek doopsgezind overig aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % Zeer slecht 1 6 Slecht 4 1 4 1 Matig 4 9 1 57 6 8 4 1 Redelijk 78 5 9 9 9 56 7 58 9 55 Goed 0 14 1 6 1 9 1 Tabel 11: Bouwkundige conditie naar denominatie
De totale instandhoudingbehoefte van de onderzochte 14 kerken is 5, miljoen in de komende 6 jaar. Hiervan is 9, miljoen (8 %) nodig voor rijksmonumenten, terwijl in deze onderzoeksgroep 75% rijksmonument is. Als deze instandhoudingbehoefte van 5, miljoen in 6 jaar wordt afgezet tegen wat in totaliteit de laatste 6 jaar aan onderhoud, restauratie en instandhouding is uitgegeven ( 59,5 miljoen), dan lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de instandhoudingbehoefte is afgenomen en dat de kerken in Frysl n er gemiddeld redelijk voorstaan.
Uit het deelonderzoek `Wat heeft de overheid gedaan?' (bijlage ) blijkt dat de rijks-, provinciale en gemeentelijke overheid van die in Friese kerken ge nvesteerde 59,5 miljoen
4 % hebben bijgedragen met instandhoudingsubsidies ( 5,8 miljoen). Hiervan ging meer dan 90% naar rijksmonumenten. Wel moet bedacht worden dat die investering in de laatste
6 jaar ging naar 4 8 kerken, terwijl het in de huidige situatie om 14 kerken gaat. Bovendien is in die 6 jaren relatief veel extra geld beschikbaar gesteld (onder meer door de provincie Frysl n met `Frysk Erfskip' en het Rijk met de `achterstandsregeling' RRWR). totaal kerken rijksmonumenten niet-rijksmonumenten aantal % aantal % aantal % Relatief klein

100.000 - 00.000 9 4 74 5 19 6 Groot
> 00.000 9 14 7 18 4 Tabel 12: Instandhoudingsbehoefte, naar monumentenstatus
18




De instandhoudingbehoefte ligt bij de rijksmonumenten hoger, en daarbij vooral in duurdere restauraties. Om de niet-rijksmonumenten in stand te houden zijn kleinere bedragen nodig, hetgeen verklaarbaar is doordat deze niet-rijksmonumenten de veelal kleinere kerken zijn. (PKN) hervormd (PKN)geref. Rooms-kath. doopsgez. overig aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % Relatief klein

100.000-
00.000 68 46 1 5 6 8 5 1 Groot
> 00.000 0 14 1 4 24 16 Tabel 13: instandhoudingsbehoefte, naar denominatie De kleinere doopsgezinde en `overige' kerken vergen duidelijk minder aan instandhouding dan de grotere hervormde kerken. De echt grotere rooms-atholieke kerken hebben een duidelijk grotere instandhoudingbehoefte.
Als het reguliere benodigde onderhoud wordt afgetrokken van de instandhoudingbehoefte, blijft de restauratie-achterstand over. Voor het reguliere onderhoud zijn gradaties ge ntroduceerd ( 6.000, 10.000 en 0.000 per jaar) die redelijkerwijs corresponderen met de grootte van de kerk. Zodoende wordt 6.000 aan regulier onderhoud afgetrokken van de instandhoudingbehoefte van een kleine kerk voor 6 jaar. Zo ontstaat een beeld van de restauratie-achterstand naar grootte van de kerk. Van de onderzoeksgroep van 14 kerken hebben er op grond van de hiervoor geschetste benadering, 191 een restauratie-achterstand met een totaalbedrag van 26.622.375 in 6 jaar, hetgeen gemiddeld 139.384 per kerk is. totaal kerken rijksmonumenten niet-rijksmonumenten Categorie regulier aantal % Bedrag aantal % Bedrag aantal % Bedrag onderhoud p. jaar In mln In mln In mln
6.000 161 84 0, 0 116 80 15,96 45 98 4, 4
10.000 5 1 4,9 4 17 4,78 1 0,14 0.000 5 1,51 5 1,51 Tabel 14: Restauratie-achterstand, naar monumentenstatus Opmerkelijk genoeg is de restauratie-achterstand het grootst bij de rijksmonumenten. Niet alleen in absolute zin, maar ook relatief; 8 % van de restauratie-achterstand is te vinden bij rijksmonumenten terwijl de rijksmonumenten 75% uitmaken van de onderzoeksgroep. Bij rijksmonumenten is de gemiddelde restauratie-achterstand 15 . 79 per kerk per 6 jaar, bij niet-rijksmonumenten is dat 95. 17. Bij rijksmonumenten zitten de meeste monumentale waarden, wat meer kosten met zich mee brengt om die te herstellen en te restaureren. Die meerkosten maken ook dat men met de bescheiden middelen alleen kan doen wat hoogstnoodzakelijk is of zelfs dat niet waardoor niet-fundamentele gebreken blijven bestaan.
De restauratie-achterstand is hoofdzakelijk te vinden bij de relatief kleinere kerken; 84% van de achterstand zit in de onderhoudscategorie 6.000. Ook daarbinnen is de achterstand bij rijksmonumenten groter (gemiddeld 1 7.586 per kerk per 6 jaar) dan bij de niet- rijksmonumenten (gemiddeld 94. per kerk per 6 jaar).
19




Denominatie In mln Aantal kerken Aantal kerken % kerken Gemiddeld bedrag

met achterstand met achterstand per kerk in (PKN) Herv. 18,66 147 1 5 9 1 8. (PKN) Geref. ,56 96 161.6 6 Rooms Kath. ,7 16 1 81 09.808 Doopsgezind 0,64 1 11 9 57.7 9 Overig 1,01 16 10 6 100.700 Tabel 15: Restauratie-achterstand, naar denominatie Hoewel er relatief gezien minder rooms-katholieke kerken met een restauratie-achterstand zijn (81% t.o.v. 9 % of 96% bij andere denominaties), ligt de achterstand per kerk bij de gereformeerde kerken en vooral de rooms-katholieke kerken hoger dan het gemiddelde en hoger dan wat er per hervormde kerk nodig is. De relatie met de grootte van de kerk is ook hier duidelijk. Dit blijkt ook uit de veel lagere achterstand per kerk bij de (veelal kleinere) doopsgezinde kerken. De achterstand is relatief het kleinst bij de `overige' en vaak kleinere jongere geloofsgemeenschappen (6 %).
Bij het onderzoeken van de instandhoudingbehoefte en de bepaling van de restauratie- achterstand is ook gekeken in welk onderdeel van de kerk de achterstand zit. Die vier onderdelen zijn: exterieur (casco), fundering, interieur en toren. Daar waar die vier onderdelen specifiek als belangrijkste achterstandspunt (of een van de belangrijkste punten) worden vermeld, staat dat als `aantal malen genoemd' in de navolgende tabel. Daar waar het een samengestelde restauratie is of er niet specifiek n hoofdoorzaak valt aan te wijzen, staat dit als `niet specifiek' vermeld. Als dit wordt afgezet tegen de onderhoudscategorie n, ontstaat het volgende beeld:
Aantal malen genoemd naar onderhoudscategorie Kerkonderdelen totaal % 6.000 % 10.000 % 0.000 % Exterieur / casco 1 7 59 114 6 9 8 4 67 Fundering 1 1 Interieur 7 1 1 4 17 Toren 15 7 15 8 0 0 Niet specifiek 44 0 0 16 11 45 Tabel 16: Restauratie-achterstand, gespecificeerd op interieur-onderdelen De restauratie-achterstand zit voor 60% (de `funderingsgevallen' meegerekend) specifiek in het exterieur van de kerken en derhalve in het (constructief) bouwkundig herstel. Het grootste deel hiervan (6 %) zit in de onderhoudscategorie 6.000, en dus weer in de kleinere kerken.
0




De eigenaren van de kerken konden in de enqu te (vragen 8a en 8b) aangeven hoe zij de bouwkundige conditie van hun kerkgebouw op dit moment inschatten en of zij dachten dat hun kerkgebouw binnen 10 jaar ingrijpend onderhoud en/of restauratie nodig had. Als deze gegevens naast die van de `experts' worden gelegd, geeft dat het volgende beeld: Bouwkundige conditie Eigenaren MW en BKG Aantal % aantal % Zeer slecht 6 1 4 Slecht 18 7 Matig 67 11 67 1 Redelijk 179 9 11 5 Goed 18 5 4 11 Geen mening 1 4 0 0 Tabel17:Bouwkundigeconditie;kloptdetaxatievandeeigenaren?; MW=Monumentenwacht,BKG=BehoudKerkelijkeGebouwenFriesland Uit tabel 17 zou kunnen worden geconcludeerd dat de kerkeigenaren positiever zijn over de bouwkundige conditie dan de experts hebben. Echter, hierbij moet wel worden aangetekend dat de bouwkundige onderzoeksgroep van 14 kerken zeker niet de 18 kerken omvatte waaraan de eigenaar de kwalificatie `goed' koppelde. Als `goed' en `geen mening' buiten beschouwing zouden worden gelaten, ontstaat het beeld dat 66% de kerk als `redelijk' kwalificeert, 5% als `matig' en 9% als `(zeer) slecht'. Een beeld dat veel meer overeenkomt met de gedachten van de experts.
Inschatting Eigenaren MW en BKG Aantal % aantal % Ja 191 1 1 57 Nee 97 49 9 4 Onbekend 1 1 0 0 0 Tabel18:Ingrijpendonderhoudbinnen10jaar;kloptdetaxatievandeeigenaren? De groep van 191 kerken waarvan de eigenaar heeft aangegeven dat het kerkgebouw binnen
10 jaar ingrijpend moet worden opgeknapt, maakt al onderdeel uit van de onderzoeksgroep van de 14 kerken. Daarvan hebben de experts aangegeven dat 57% een restauratie- achterstand heeft en dus gerestaureerd moet worden. Hieruit kan worden geconcludeerd dat in de inschatting of er binnen 10 jaar ingrijpend onderhoud/restauratie nodig zal zijn, de kerkeigenaren veel negatiever zijn dan de experts. Bij de hierna volgende conclusies uit de resultaten van dit bouwkundig deel van het onderzoek bij 14 kerken, gaan wij er van uit dat deze onderzoeksgroep in grote lijnen representatief is voor de Friese kerken; alle verschillende typen, ouderdom en mate van wettelijk bescherming van kerken die in Frysl n aanwezig zijn, zijn vertegenwoordigd. De vraag of de gegevens uit deze onderzoeksgroep ( 8% van het totale kerkenbestand) van
14 kerken n-op- n te extrapoleren zijn naar het totale bestand van 770 kerkgebouwen, is iets lastiger te beantwoorden. Op zich is het wel mogelijk. Immers, alle kerkgebouwen waarvan de eigenaren in de enqu te aangaven dat zij dachten dat hun kerk er slecht, matig of redelijk bijstond, zijn onderzocht. Daarbij zijn uit diezelfde responsgroep degenen gevoegd die `onbekend' hadden ingevuld, en een aantal bekende probleemgevallen uit de non- responsgroep.

1




Echter, daar waar de eigenaar dacht dat de bouwkundige conditie `goed' was, is dit niet verder onderzocht. Daarmee is de onderzoeksgroep gelijk aan de groep kerkgebouwen waar herstelwerkzaamheden moeten plaatsvinden. Dat vertekent het beeld enigszins. Ook hebben
19 van de 770 kerken de afgelopen decennia een andere bestemming gekregen. Aangezien in dit bouwtechnische onderzoek alleen naar kerkgebouwen is gekeken die nog in kerkelijk gebruik zijn, zou er ook alleen maar ge xtrapoleerd kunnen worden naar die groep (van 551) kerken.
Dit betekent voor de bouwkundige conditie dat de resultaten uit de onderzoeksgroep een getrouw beeld geven van de algehele bouwkundige staat van alle 551 Friese kerkgebouwen die in kerkelijk gebruik zijn.
Het voorgaande betekent voor de totale instandhoudingbehoefte het volgende. De instandhoudingbehoefte van de 14 bouwkundig onderzochte kerken is 5, miljoen. Voor de andere bouwkundig niet-onderzochte 7 kerken kan alleen worden gekeken naar het benodigde regulier onderhoud. Dat bedraagt met een aanname van een gemiddeld onderhoudsbedrag van 10.000 per jaar per kerk 0, miljoen. De instandhoudingbehoefte voor alle 551 kerken is dan ook 55,4 miljoen in 6 jaar. Dit laatste bedrag bestaat dus uit het reguliere onderhoud en de restauratie-achterstand van de bouwkundig onderzochte 14 kerken plus het reguliere onderhoud van de 7 bouwkundig niet onderzochte kerken. Voor de totale restauratie-achterstand betekent dit het volgende. De restauratie-achterstand is alleen feitelijk bekend van de bouwkundig onderzochte 14 kerken. Die onderzochte groep kerken stond al als `slechter' bekend. Immers, die selectie van kerken in de onderzoeksgroep vloeide voort uit de enqu te, in die zin dat de kerken zijn onderzocht waarvan de eigenaren zelf hebben aangegeven dat zij inschatten dat de bouwkundige conditie `zeer slecht', `slecht', `matig' of `redelijk' is. Dat betekent dat de resultaten uit de onderzoeksgroep vrijwel ook de totale achterstand laten zien zoals die er voor alle kerken met kerkelijk gebruik zal zijn. Van de 7 niet-onderzochte kerken kon ook alleen maar een bedrag aan regulier benodigd onderhoud worden gegeven, ook al omdat de kwalificatie `goed' betekende dat met regulier onderhoud zonder actie de kerk `goed' kan worden gehouden en dat er derhalve geen sprake is van restauratie-achterstand. En als de (veel negatiever oordelende) kerkeigenaar al `goed' heeft ingevuld, dan zal daar geen achterstand bij te bespeuren zijn. Er is dus geen restauratie- achterstand bekend bij de niet onderzochte 7 kerken en die zal er ook nauwelijks zijn. Kortom, de bij de onderzoeksgroep van 14 kerken geconstateerde restauratie-achterstand van 6,6 miljoen is tevens te beschouwen als de totale restauratie-achterstand bij de gehele groep van 551 kerken.
Dit houdt in dat deze kerken met groot onderhoud in goede staat te brengen zijn en dat veelal herstel of een (deel)restauratie nodig is. De algehele kwalificatie `redelijk' wil niet zeggen dat er niets nodig is om het in die redelijke staat te houden of in betere staat te brengen.
Over de gehele linie genomen, staan de rijksmonumenten er bouwkundig iets beter voor dan de niet-rijksmonumenten.
In het algemeen is het met de bouwkundige conditie iets minder gesteld bij de doopsgezinde, rooms-katholieke kerken en vooral bij de (PKN) gereformeerde kerken; meer dan 60% van de (PKN) gereformeerde kerken scoort `matig' of nog slechter.




De instandhoudingbehoefte van de onderzochte 14 kerkgebouwen is 5, miljoen in de komende 6 jaar. Dit betekent 55,4 miljoen voor alle kerken waarin nog `gekerkt' wordt. De instandhoudingbehoefte ligt bij de rijksmonumenten hoger, met een belangrijk deel (18%) in de duurdere restauraties (> 00.000).
Om de niet-rijksmonumenten in stand te houden zijn kleinere bedragen nodig (60% 6,6 miljoen in de komende 6 jaar. De restauratie-achterstand is het grootst bij de rijksmonumenten, zowel in absolute zin (1,6 keer groter) als ook relatief (8% meer) ten opzichte van de niet-rijksmonumenten.
De restauratie-achterstand is vooral te vinden bij de kleinere kerken (84% van de achterstand in de onderhoudscategorie 6.000 per jaar), waarbinnen de achterstand bij de rijksmonumenten weer groter is (1,5 keer groter) dan bij de niet-rijksmonumenten. De achterstand is bij gereformeerde en rooms-katholieke kerken hoger dan gemiddeld, en bij de doopsgezinde en `overige' kerken relatief gezien het kleinst. Ook hier is de relatie met de grootte van de kerk evident.
De restauratie-achterstand zit voor 60% specifiek in het exterieur van de kerken, namelijk in het (constructief) bouwkundig herstel.
Op enkele hoogstnoodzakelijke grotere restauraties na, gaat het in Frysl n in totaal om een instandhoudingbehoefte van 55,4 miljoen en een restauratie-achterstand van 6,6 miljoen, die vooral (84%) te vinden is bij een grote groep van relatief kleine kerken. De instandhoudingbehoefte is bij 7 % van de rijksmonumenten en bij 96% van de niet- rijksmonumenten met minder dan 00.000 per kerk in 6 jaar te realiseren. Voor wat de rijksmonumenten betreft is de instandhoudingbehoefte en de restauratie- achterstand op een enkel geval na, met de 'opgerekte' financi le mogelijkheden in de BRIM voor wat betreft het rijksdeel (65 % subsidie) op te lossen. Het eigen aandeel van de kerkeigenaren - de niet gesubsidieerde subsidiabele kosten ( 5 %) en de niet-subsidiabele kosten blijft daarbij problematisch. Hoewel er relatief gezien minder geld nodig is voor de niet-rijksmonumenten, is de financi le situatie voor deze groep nog minder rooskleurig aangezien daar geen rijksmiddelen tegenover staan en vrijwel geen middelen van de lokale en provinciale overheid.
Het is niet zo eenvoudig aan te geven wat het onderhoud van een kerkgebouw per jaar kost. Nog veel moeilijker is het om aan te geven wanneer sprake is van `restauratie'. In de praktijk wordt onderhoud meestal niet gepleegd naar technische noodzaak, maar naar de




beschikbaarheid van de middelen. Wanneer er te weinig geld is, wordt onderhoud uitgesteld. Dat leidt bij veel kerkelijke gemeenten tot een beleid van `pappen en nathouden'. Lang niet alle kerkelijke gemeenten hebben zo veel inkomsten dat zij het zich kunnen permitteren om voortdurend preventief onderhoud te laten plegen, om zo de kerk continue in perfecte staat te houden. Onderhoud wordt door eigenaren ook wel uitgesteld omdat het in de praktijk

gemakkelijker is om geld te werven voor restauraties dan voor onderhoud. In het kader van dit onderzoek hebben de Stichtingen Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland en de Monumentenwacht Friesland als uitgangspunt genomen, dat preventief onderhoud van een eenvoudig zaalkerkje op het Friese platteland gemiddeld 6.000 euro per jaar kost. Een wat grotere kerk kost 10.000 euro per jaar. De nog grotere kerken vergen gemiddeld 0.000 euro per jaar. Bij de allergrootste (stads)kerken kan dit bedrag overigens nog verder oplopen. Een grens tussen onderhoud en restauratie is niet goed aan te geven. Als het onderhoud uitgesteld wordt, is er op enig moment sprake van achterstallig onderhoud. Als dat ook niet wordt ingehaald, is er op den duur vanzelf een restauratie nodig.
In dit rapport is de onderhoudsachterstand (gedefinieerd als: onderhoudsbehoefte minus regulier onderhoud) in drie gradaties opgedeeld: van 0 tot 100.000 (binnen bestaande middelen op te lossen), van 100.000 tot 00.000 (behoorlijke restauratie waar aanvullende middelen voor nodig zijn) en boven de 00.000 (grote restauratie).
Mede omdat de grens tussen onderhoud en restauratie niet scherp te trekken is, heeft het Rijk de twee regelingen die daarvoor bestonden, samengevoegd tot n nieuwe regeling, de BRIM (Besluit Rijksregeling Instandhouding Monumenten). Via de BRIM vergoedt het Rijk 65% van de subsidiabele kosten. Er mag per kerk een Periodiek Instandhoudings Plan (PIP) voor 6 jaar ingediend worden, met een investeringsplafond van (sinds juni 009) maximaal 1 miljoen euro aan subsidiabele kosten. Een restauratie mag eventueel ook in delen worden uitgevoerd. Overigens is minister Plasterk (OCW) voornemens om in het kader van de Modernisering Monumentenzorg (MoMo) toch weer een nieuwe restauratieregeling in het leven te roepen. Dit staat gepland voor 010.


4




Restauratie van de kerk van Ter Idzard, voorjaar 2009


5




Kerkgebouwen die niet de status hebben van rijksmonument, ontvangen geen rijkssubsidie. De eigenaren van deze kerken kunnen wel aankloppen bij de provincie Frysl n. Die subsidieert anno 009 restauraties van rijksmonumenten met 15% tot een maximum van 60.000 euro. Niet-rijksmonumenten komen in aanmerking voor
5% subsidie, mits de Provinciale Adviescommissie PACH hiermee instemt. Een principi le discussie die nog moet plaatsvinden, is of er gekozen wordt voor een verticale of een horizontale subsidi ring. Met verticale subsidi ring wordt bedoeld dat ls een monument subsidie krijgt van het Rijk, om die reden de provincie en de gemeente daarop aanvullingen beschikbaar stellen (dan volgt men dus de Rijksdienst in haar keuzes). Bij een horizontale subsidi ring krijgen de eigenaren van een rijksmonument hun subsidie van het Rijk en vullen provincie en gemeenten dat niet aan. De provincies maken in dit systeem hun eigen lijst met provinciale monumenten, die voor provinciale subsidie in aanmerking komen. En ook de gemeenten maken dan hun eigen lijsten.
Voordeel van het horizontale systeem is dat meer eigenaren subsidie kunnen ontvangen, omdat er groepen naast elkaar gekozen worden. Nadeel is dat de eigenaren van rijksmonumenten geen provinciale en gemeentelijke subsidie ontvangen, en het dus extra moeilijk hebben, zeker als het om particuliere (kerkelijke) eigenaren gaat zonder vermogenspositie. Deskundigen in de monumentenwereld vinden het overigens jammer dat de term `restauratie' geschrapt is. Van de cultuurfondsen die in het verleden wilden bijdragen aan restauraties, moet nog maar worden afgewacht of ze ook willen investeren in instandhouding.
Er zijn kerkelijke eigenaren zonder vermogenspositie die grote moeite hebben om het eigen aandeel in restauraties op te brengen (in de oude regelingen was dat 0% op de subsidiabele kosten plus alle niet subsidiabele kosten). Menig restauratie heeft daardoor lang op zich laten wachten.
Het idee om `vermogende' kerkelijke eigenaren uit te sluiten van subsidies van provincies, gemeenten en cultuurfondsen (omdat ze het in feite gemakkelijk zelf wel zouden kunnen betalen), is in het verleden altijd afgewezen omdat hierdoor aan `inkomenspolitiek' zou worden gedaan, en dat is volgens deskundigen grondwettelijk niet mogelijk.


6





4
Van een selectie van 55 kerken is de monumentale c.q. cultuurhistorische waarde globaal bepaald. De kerken in deze selectie hebben allemaal f een bouwkundig probleem (zie hoofdstuk ) f een `draagvlakprobleem' (zie de hoofdstukken 5 en 6). Ten behoeve van de waardebepaling hebben de kerkendeskundigen Sytse ten Hoeve en Peter Karstkarel elk onafhankelijk van elkaar per kerk de architectonische waarde, de waarde van het interieur, de ensemblewaarde (kerk in relatie tot zijn directe omgeving) en de waarde binnen de groep (denominatie) alsmede het cultuurhistorisch belang beoordeeld. Deze vijf `criteria' opgeteld gaven een totale score c.q. totale cultuurhistorische waarde van de kerk. De scores van beide deskundigen zijn gemiddeld. Daaruit volgde een onderverdeling in drie gradaties c.q. kwalificaties: hoge cultuurhistorische waarde, gemiddelde cultuurhistorische waarde en lage cultuurhistorische waarde.
De cultuurhistorische waarde is dus de totale samengestelde waarde (architectonisch, interieur, ensemble en waarde binnen de groep) die uit cultuurhistorisch oogpunt aan de monumentale kerk wordt toegedicht. Deze waarde is dus een soort maatstaf waarmee deskundigen een bepaald gebouw waarderen. Dat is iets anders dan het belang dat bijvoorbeeld de eigenaar aan het gebouw hecht vanwege bijvoorbeeld streekhistorische gebeurtenissen. Op deze plaats moet nogmaals benadrukt worden dat de cultuurhistorische waarde dus niet is bepaald voor het totale bestand van 770 kerkgebouwen, maar slechts voor een beperkt aantal bedreigde kerkgebouwen. Belangrijke, grote kerkgebouwen zijn hier buiten beeld gebleven.
Een indeling van de beoordeelde 55 bedreigde kerkgebouwen naar waardering en naar onderdelen, levert het volgende beeld op (tabel 19): Aantal beoordeelde kerken: Cultuurhistorische architec- interieur ensemble binnen de groep cultuurhist.- totaal Waarde tonisch belang aant % aant % aant. % aant. % aant. % aant. % Hoog 114 45 87 34 54 21 74 29 52 20 82 32 Gemiddeld 107 42 100 39 178 70 68 27 58 23 129 51 Laag 34 13 68 27 23 9 113 44 145 57 44 17 Totaal 255 100 255 100 255 100 255 100 255 100 255 100 Tabel 19: Cultuurhistorische waarde, naar deelaspecten De meeste waarde van de kerken wordt gezien in de architectonische waarde van de kerkgebouwen; 45% van de kerken van de waarderingsgroep wordt hier `hoog' op gewaardeerd. In de totale cultuurhistorische waarde is er blijkbaar een `top' van 8 kerken met een `hoge' waarde en een klein deel met `lage' waarde (44 kerken). Niettemin heeft 8 % van de kerken een hoge of gemiddelde cultuurhistorische waarde. Opmerkelijk is dat in 57% van de kerken het cultuurhistorische belang `laag' wordt gewaardeerd, en dat ditzelfde ook geldt voor de waarde binnen de groep c.q. denominatie (44%). Dit laatste percentage is echter een gemiddelde van de denominaties. Als deze afzonderlijk onder de loep worden genomen, ontstaat het volgende beeld:

7




Aantal beoordeelde kerken / waarde binnen de groep:

Cultuurhistorische (PKN)herv (PKN)geref rooms-kath Doopsgez. overig totaal waarde
aant % aant % aant. % aant. % aant. % aant. % Hoog 59 4 7 10 46 1 6 15 74 9 Gemiddeld 48 7 5 19 6 7 4 5 8 68 7 Laag 68 9 0 74 6 7 1 7 6 46 11 44 Tabel20:Cultuurhistorischewaarde,naardenominatie
Opvallend is hierbij dat de hervormde en rooms-katholieke kerken met respectievelijk 4% en
46% `hoog' op de totale cultuurhistorische waarde scoren, en vooral de gereformeerde en doopsgezinde kerken `laag' scoren met 74% en 76%. Blijkbaar worden de `oude' kerken door de deskundigen hoger gewaardeerd dan de `nieuwere' kerkgebouwen. Nog interessanter dan de cultuurhistorische waarde van de kerkgebouwen zelf, is de koppeling met de bouwkundige conditie, de instandhoudingbehoefte en vooral met de restauratie- achterstand. Antwoorden op vragen als `zit de restauratie-achterstand in kerken met hoge of lage waarde?' zouden bouwstenen kunnen zijn voor te ontwikkelen (subsidie)beleid. Van de (bouwkundige) onderzoeksgroep van 14 kerken, zijn de kerken die in bezit zijn van de Stichting Alde Fryske Tsjerken (SAFT) of in eigendom zijn bij andere (plaatselijke) stichtingen niet in de (waarderings)groep van 55 beoordeeld. Dat waren 51 kerken. Als bij de resterende bouwkundig onderzochte kerken (16 ) naar de cultuurhistorische waardering wordt gekeken, blijkt uit de volgende tabel dat er 47 `hoog' gewaardeerd ( 9%),
84 `gemiddeld' gewaardeerd (5 %) en `laag' gewaardeerd (19%) zijn. Dit betekent dat de restauratie-achterstand voor meer dan de helft in de `gemiddeld' gewaardeerde kerken zit. Restauratie-achterstand Cultuur- Aantal Aantal % Gemiddeld Totaal- Categorie Categorie Categorie histo- kerken met Bedrag per bedrag 6.000 10.000 0.000 rische achter- Kerk in mln waar- stand
dering
Mln ak Mln Ak Mln Ak Hoog 47 46 0 160. 17 7, 7 ,85 0 ,1 1 1,40 4 Gemiddeld 84 74 49 1 8. 78 10, 4 8,68 65 1,57 9 0 0 Laag 0 1 7 .000 ,19 ,16 9 0,0 1 0 0 Totaal 16 150 100 1 .000 19,80 14,69 1 4 ,69 1,40 4 Niet
gewaar-
deerd 51 41 166. 41 6,8 5,51 7 1, 0,11 1 Tabel 21: Restauratie-achterstand, naar onderhoudscategorie (ak=aantal kerken)
8




De gemiddelde restauratie-achterstand per kerk is het grootst bij de `hoog' gewaardeerde kerken. Bijna 5 % van de restauratie-achterstand in miljoenen euro's is te vinden bij de `gemiddeld' gewaardeerde kerken; bij de onderhoudscategorie 6.000 is dit zelfs 59%. Restauratie-achterstand bij de categorie onderhoud van 0.000 komt alleen bij een viertal `hoog' gewaardeerde kerken voor.
Achterstand naar grootte restauratie Relatief klein Behoorlijk Groot 00.000 Cultuur- Totaal- Totaal- Totaal historische aantal % bedrag aantal % bedrag aantal % bedrag waardering In In In Hoog 1 9 1.168.650 19 9 .166.500 6 46 .506.050 Gemiddeld 44 1.7 .050 5 54 5.55 .000 7 54 .979.000 Laag 19 7 545.1 5 11 17 1.6 .000 0 0 0 Niet 7 900.500 8 1. 9 .000 6 .57 .000 Gewaar-
deerd
Tabel 22: Restauratie-achterstand, naar omvang van de restauratie Bij de 150 gewaardeerde en bouwkundig onderzochte kerken, wordt ongeveer 6,5 miljoen van de restauratie-achterstand oftewel bijna nderde gevormd door een dertiental grotere restauraties. Meer dan de helft van dit bedrag is nodig voor 6 `hoog' gewaardeerde kerken. Circa 5,6 miljoen van de restauratie-achterstand oftewel 7% - wordt gevormd door een grote groep van 5 `gemiddeld' gewaardeerde kerken. De restauratie-achterstand bij de `laag' gewaardeerde kerkgebouwen is relatief laag; geen grote restauraties, maar een dertigtal kleinere restauraties.
Van de bouwkundig onderzochte 14 kerkgebouwen, waren er 11 die op bouwkundige conditie (zeer) slecht scoorden. Alle 11 behoren tot de onderhoudscategorie 6.000. Van deze
11 zijn er 5 als `gemiddeld' gewaardeerd qua cultuurhistorische waarde en 6 niet gewaardeerd. Het betreft 7 hervormde kerken, `overige' kerken en n gereformeerde kerk, waarbij er van deze 11 kerken 7 rijksmonument zijn. Het gaat daarbij om een totale restauratie-achterstand van 4, miljoen.
Van de bouwkundig onderzochte kerkgebouwen, waren er 1 die een grote restauratie (> 00.000) moeten ondergaan. Dit is gedeeltelijk een andere groep dan in de alinea hiervoor. Immers, voor de restauratie van een bouwkundig slecht kerkje is niet altijd meer nodig dan 00.000. Van de groep van 11 komen er 7 ook in deze groep van 1 voor. Deze 1 kerken kennen een totale restauratie-achterstand van ongeveer 10,6 miljoen. Van deze 1 zitten er
15 in de onderhoudscategorie 6.000, 4 in de categorie 10.000 en in de onderhoudscategorie 0.000. Van deze 1 zijn er 6 als `hoog' gewaardeerd, 8 als `gemiddeld' en 6 niet gewaardeerd; `laag' gewaardeerde kerken komen in deze groep dus niet voor. Op n na zijn het allemaal rijksmonumenten. Van deze 1 kerkgebouwen zitten er 15 in de onderhoudscategorie 6.000, 4 in de categorie 10.000 en in de onderhoudscategorie 0.000. Het betreft 15 (voormalig) hervormde kerken, rooms-katholieke kerken, gereformeerde kerken en n kerk in de categorie `overig'. Er is dus een groep van 5 kerken die er qua bouwkundige conditie slecht aan toe is en/of die een restauratie-achterstand van meer dan 00.000 heeft. Daar zit geen enkele kerk bij die op cultuurhistorische waarde `laag' scoort. Drie daarvan zijn momenteel in restauratie ofwel worden binnenkort gerestaureerd. Blijven er grotere probleemgevallen over met een gemiddelde restauratie-achterstand van 461.000 per kerk, op n na allemaal rijksmonumenten.

9




De achterstand zit dus enerzijds in een relatief kleine probleemgroep van kerken die een grote restauratie nodig hebben en `gemiddeld' tot `hoog' worden gewaardeerd, en anderzijds in een grote groep van 1 8 kerken die een behoorlijke of kleine restauratie nodig hebben en vooral `gemiddeld' tot `laag' worden gewaardeerd.

Onderstaande conclusies hebben betrekking op een groep van 55 kerkgebouwen die een probleem hebben ten aanzien van de bouwkundige conditie of ten aanzien van het draagvlak. Uit de voorgaande tabellen en gegevens kunnen de volgende conclusies worden getrokken. Bij de 55 bedreigde kerken waarvan de cultuurhistorische waarde is bepaald, is er sprake van een `top' van 8 kerken ( %) die `hoog' gewaardeerd worden. Van de 55 problematische kerken zijn 114 (45%) `hoog' gewaardeerd op het onderdeel `architectonische waarde'. Voor wat betreft het onderdeel `interieur' is dit lager; 87 kerken ( 4%). De `ensemble waarde' oftewel de waarde van de kerk in zijn ruimtelijke context, wordt `gemiddeld' gewaardeerd in een grote groep van 178 kerken (70%). Kortom, de kerk wordt vooral gewaardeerd vanwege de architectuur, maar ook als belangwekkend gebouw in zijn omgeving.
Van de 55 kerkgebouwen scoren de (PKN) hervormde kerken (59) en rooms-katholieke kerken (10) met respectievelijk 4% en 46% `hoog' op de totale cultuurhistorische waarde. De (PKN) gereformeerde en doopsgezinde kerken scoren `laag' met respectievelijk 74% en 76%. Blijkbaar worden de `oude' kerken hoger gewaardeerd op basis van een gevoel voor oudere monumentale gebouwen, dan de relatief `nieuwere' kerkgebouwen die `moderner' worden ervaren en daardoor als minder monumentaal.
De gemiddelde restauratie-achterstand per kerk is het grootst bij de `hoog' gewaardeerde kerken ( 1% meer dan het gemiddelde). Meer dan de helft van de restauratie-achterstand in miljoenen euro's is te vinden bij de `gemiddeld' gewaardeerde kerken. Bij de 150 gewaardeerde en bouwkundig onderzochte kerken, bestaat nderde van de restauratie- achterstand ( 6,5 miljoen) uit dertien grotere restauraties. Van de gezamenlijke restauratie-achterstand bij 1 grote restauraties ( 6,5 miljoen), is meer dan de helft ( ,5 miljoen) nodig voor 6 `hoog' gewaardeerde kerken. Een groep van 5 `gemiddeld' gewaardeerde kerken heeft 5,6 miljoen restauratie-achterstand. De restauratie- achterstand bij de `laag' gewaardeerde kerkgebouwen is relatief laag; geen grote restauraties, maar 0 kleine restauraties. Er is een probleemgroep van kerken die een grote restauratie (gemiddeld 461.000 per kerk) nodig hebben. Daar zit maar n niet-rijksmonument bij. 0




De restauratie-achterstand zit voor een deel ( 8%) in een relatief kleine probleemgroep van grotere en cultuurhistorisch hooggewaardeerde kerken die een grote restauratie nodig hebben, en voor het grootste deel (6 %) in een grote groep van 1 8 kleinere en cultuurhistorisch gemiddeld gewaardeerde kerken die een normale restauratie nodig hebben.

In het kader van dit onderzoek is de cultuurhistorische waarde bepaald van een selectie van 55 van de 551 nog in gebruik zijnde kerkgebouwen in Frysl n. Het gaat om een methode, waarbij de waarde van een kerkgebouw op een meer gedifferentieerde manier is beoordeeld.
De indeling die het Rijk maakt is redelijk simpel: f een gebouw is een rijksmonument (of een zogenaamd `vanwege-monument' omdat er bijvoorbeeld een waardevol orgel of grafmonument in de kerk aanwezig is) f een gebouw is geen monument. Binnen de groep rijksmonumenten wordt verder geen onderverdeling gemaakt. In de cultuurhistorische waardebepaling zoals die in dit hoofdstuk gepresenteerd wordt, is de kerk beoordeeld op vijf criteria: architectonische waarde, waarde van het interieur, ensemblewaarde, waarde binnen de groep van kerkgebouwen van de eigen denominatie en cultuurhistorisch belang. Met name de laatste drie aspecten zijn relatief nieuw; daarom een korte toelichting. Als een kerkgebouw een mooi ensemble vormt in relatie met z'n directe omgeving, is dat een extra argument voor behoud. Denk aan een kerkgebouw met naastgelegen pastorie uit dezelfde periode en bijbehorend kerkhof. Zo'n kerk heeft een hogere ensemblewaarde dan bijvoorbeeld een eenvoudige kerk die nauwelijks opvalt in een winkelstraat.
Kerkgebouwen zijn tot nu toe nooit eerder systematisch beoordeeld binnen hun groep. Onbekend is dus bijvoorbeeld welke gereformeerde kerken het meest waardevol zijn, of welke doopsgezinde `vermaningen' (vaak schuilkerkjes). Terwijl dit bij de afweging van welk gebouw behouden moet worden (en subsidie `verdient') toch waardevolle informatie kan zijn. Hetzelfde geldt voor het cultuurhistorische belang: dat ds. Francois HaverSchmidt (als auteur bekend onder zijn pseudoniem Piet Paaltjens) in de kerk van Foudgum gestaan heeft, is informatie die mee zou kunnen c.q. moeten tellen.
In het kader van het project is voor een probleemgroep van 55 kerkgebouwen een dergelijke waardebepaling gemaakt. In theorie is zo'n waardebepaling goed bruikbaar als beleidsinstrument. Er zou bijvoorbeeld voor gekozen kunnen worden om alleen kerken met een hoge cultuurhistorische waarde in aanmerking te laten komen voor provinciale restauratiesubsidie. Of om kerken met een hoge cultuurhistorische waarde extra te beschermen, bijvoorbeeld tegen aanpassingen bij herbestemming voor wonen en/of werken. Om een dergelijke waardebepaling echt een rol te kunnen laten spelen in (beleids)keuzes, is het noodzakelijk dat eerst lle 770 kerkgebouwen in Frysl n beoordeeld worden en dan ook veel grondiger dan nu gebeurd is. De ervaring van dit onderzoek heeft uitgewezen dat hiervoor een breder samengestelde commissie zou moeten worden opgetuigd, die ruim de tijd zou moeten krijgen, evenals een ambtelijke ondersteuning - zoals eerder is
1




gebeurd met het MIP- en MSP-project, waarbij de Rijksmonumentenlijst is uitgebreid met jonge monumenten.

De 55 kerkgebouwen waarvan de cultuurhistorische waarde bepaald is, staan in een lijst met bovenaan de meest waardevolle gebouwen en onderaan de minst waardevolle. Die lijst kan in theorie als beleidsinstrument gebruikt worden. In hoeverre moeten overheden zich geroepen voelen om kerkgebouwen te beschermen die evident een lage cultuurhistorische waarde hebben? Een dergelijke lijst kan maar al te gemakkelijk ge nterpreteerd worden als `slooplijst'. Om te voorkomen dat de `behoudsdiscussie' (welke kerkgebouwen zijn het waard om te behouden en eventueel provinciale en/of gemeentelijke subsidie te krijgen) een `sloopdiscussie' wordt, blijft de lijst die Sytse ten Hoeve en Peter Karstkarel gemaakt is, strikt geheim. De informatie is alleen gebruikt voor trendmatige analyses, en dus vooral om te laten zien dat het in theorie een beleidsinstrument k n worden.
De waarde van de huidige lijst is op zichzelf betrekkelijk, omdat lang niet alle 770 kerkgebouwen beoordeeld zijn en omdat de beoordeling door Sytse ten Hoeve en Peter Karstkarel vanwege de beperkte middelen slechts globaal heeft kunnen plaatsvinden, om tijdsredenen en vanwege het grote aantal kerkgebouwen.

De hervormde kerk van Foudgum, waar Piet Paaltjens gepreekt heeft





5
De onderzoeksgroep bestaat uit alle 551 kerkgebouwen die medio december 008 nog als zodanig in gebruik waren. Dit hoofdstuk is gebaseerd op de respons van de 459 eigenaren die het enqu teformulier hebben ingevuld.
Op deze plek moet benadrukt worden dat in dit onderzoek de situatie per gebouw wordt geanalyseerd. In werkelijkheid zijn veel eigenaren verantwoordelijk voor meerdere kerkgebouwen, bijvoorbeeld als er sprake is van gefuseerde kerkelijke gemeenten (hervormd met gereformeerd), van een streekgemeente of van andersoortige samenwerkingsverbanden. Streekgemeenten hebben leden en gebouwen in of meer dorpen. De verantwoordelijkheid ligt meestal bij een gezamenlijke kerkenraad. Daarbij worden de kosten van de predikant `gedeeld'; hij of zij gaat bij toerbeurt in de verschillende kerken voor. Wanneer de ledentallen en daarmee de inkomsten te ver dalen en er dus onvoldoende middelen zijn om het gebouw (of meerdere gebouwen) in stand te houden, komt vanzelf de vraag naar boven welk gebouw kan worden afgestoten. Een voorbeeld daarvan is de hervormde streekgemeente Ried c.a. Schingen e.a., die in de jaren zeventig van de twintigste eeuw nog eigenaar was van 8 kerkgebouwen. In 1975 is de helft daarvan overgedragen aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken (Boer, Peins, Zweins en Schalsum). De streekgemeente heeft er nu nog altijd 4 in bezit (Ried, Slappeterp, Schingen en Dongjum). Uit de enqu te kwam het volgende beeld naar voren aangaande het aantal kerkleden dat (nog) aan de desbetreffende kerk is verbonden. Hoeveel leden rekende men toe aan het kerkgebouw ? Totaal Aantal kerkleden Aantal met kerkfunctie % SAFT aantal % 0 10 6 1 6 1
11 50 66 14 1 67 1
51 100 4 9 1 4 9
101 - 00 69 15 1 70 14
01 00 6 14 6 1
01 600 94 0 94 0
601 > 107 107 Totaal 447 97 450 9 n.v.t. 7 10 Enqu te niet ingevuld 5 1 7 7 Tabel 23: aantal kerkleden gerelateerd aan het kerkenbestand Bijna een kwart van de kerkgebouwen ( %) wordt gebruikt door kerkelijke gemeenten met meer dan 600 leden. Een vrijwel even grote groep ( 4%) heeft minder dan 100 leden. Dat betekent dat grofweg de helft van alle kerken met een kerkfunctie tussen de 100 en de 600 kerkleden hebben.




Als gekeken wordt naar de frequentie waarmee erediensten plaatsvinden in de kerk, blijkt het volgende:

Totaal Aantal kerkdiensten Aantal met kerkfunctie % SAFT aantal % Wekelijks 68 58 68 54 Tweewekelijks 79 17 1 80 16 Driewekelijks 9 8 1 40 8 Maandelijks 7 8 4 41 8 Anders 7 1 7 Niet ingevuld 4 1 1 5 7 Tabel 24: frequentie van de erediensten
In ruim de helft (58%) van de kerkgebouwen is wekelijks een kerkdienst. In 15% van de gevallen is de frequentie van kerkdiensten laag; slechts n keer per maand of anderszins. Aangezien er een verschil kan zijn tussen het aantal kerkleden en het aantal mensen dat bij een kerkdienst aanwezig is, is ook naar het bezoek van de eredienst gekeken: Totaal Aantal kerkgangers Aantal kerkgebouwen % SAFT aantal % 0 10 4 1 1 5 1
11 5 67 15 1 68 14
6 50 11 4 4 116
51 - 100 111 4 1 11
101 00 11 4 11
01 00 7 6 7 5
01 > 18 4 18 4 Niet ingevuld 8 1 9 8 Tabel25:aantalkerkgebouwengerelateerdaanhetgemiddeldekerkbezoek In 16% van de kerkdiensten in Frysl n (71 kerken) zijn minder dan 5 mensen aanwezig. De hoofdmoot van de kerkdiensten (7 %) heeft tussen de 6 en 00 mensen per kerkdienst (in
5 kerken). Zo'n 10% van de kerkdiensten (45 kerken) heeft meer dan 00 bezoekers. In de vorige paragraaf werd gekeken naar het huidige aantal kerkleden en het huidige kerkbezoek (voor de eredienst). In het licht van het onderzoek is het natuurlijk belangrijk te weten wat de verwachting voor de toekomst is qua kerkbezoek en qua gebruik voor de eredienst. Daarmee kan een indicatie worden gegeven over het vrijkomen van kerken voor mede- dan wel hergebruik. Onderverdeeld naar denominatie komt uit de enqu te het volgende naar voren over de kans dat een kerkgebouw over 10 jaar nog in gebruik is:
4




(PKN) herv. (PKN) ger. r-k doopsgez. overig totaal

Ingeschatte aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % kans

Zeer klein 11 4 1 15 Klein 17 7 1 14 1 0 7 Matig 15 6 4 5 1 4 1 5 9 9 6 Redelijk 6 5 19 6 18 10 0 10 18 107 Groot 1 1 5 8 44 1 6 15 45 0 55 5 51 Geen mening 9 4 10 11 4 1 4 1 8 15 5 8 Niet ingevuld 5 1 1 1 1 8 Tabel26:Kansdateenkerkgebouwover10jaarnogingebruikis,naardenominaties De kans dat het kerkgebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst wordt door driekwart van de eigenaren (binnen de responsgroep van 459 kerken) als `redelijk' tot `groot' ingeschat. Zo'n 16% schat in (kans `matig', `klein' en `zeer klein') dat het over 10 jaar (zeer) waarschijnlijk afgelopen is met kerkdiensten in hun kerk. Dat betreft 74 kerken. Daarnaast zijn nog eens 4 kerken die op deze vraag `geen mening' of `niet ingevuld' heeft gegeven. Deze worden in dit onderzoek ook tot de `risicogroep' gerekend. Opmerkelijk zijn de verschillen per denominatie. Kijkend naar de `negatief' ingeschatte kans (matig, klein en zeer klein), ligt die bij de gereformeerde kerken ( %) en hervormde kerken (17%) het hoogst. De rooms-katholieke kerken zijn het meest positief over de kans dat hun kerken over 10 jaar nog erediensten hebben (80%), de gereformeerde kerken het minst positief (66%).
Geven de verwachtingen over het aantal kerkleden en het gebruik voor de erediensten een indicatie over het vrijkomen van kerken, ook de verwachting voor welke termijn de inkomsten zullen volstaan voor de instandhouding van het kerkgebouw is zo'n indicator. Onderverdeeld naar denominatie geeft dit het volgende beeld.
(PKN) herv. (PKN) geref. r-k doopsgez. overig Totaal aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %
1-5 jaar 46 18,4 1 14,9 7 0,6 5 15, 14 5,5 85 18,5
6-10 jaar 67 6,8 7,9 10 9,4 1 9,4 9 16,4 1 8,8 > 10 jaar 1 1 48,4 9 , 11 ,4 14 4 ,4 17 0,9 19 41,8 Niet ingevuld 16 6,4 1 1 ,9 6 17,6 1 15 7, 50 10,9
50 100 87 100 4 100 100 55 100 459 100 Tabel 27: Voor welke termijn volstaan de inkomsten voor het instandhouden, naar denominatie Het aantal kerkelijke gemeenten (binnen de responsgroep van 459 kerken) dat het financieel sowieso wel langer dan 10 jaar denkt te redden, bedraagt 19 (41,8 %). Meer dan de helft is daar in min of meerdere mate onzeker over en wordt in dit onderzoek tot de `risicogroep' gerekend.
E n op de 5 kerken (18,5%) zegt dat de inkomsten niet langer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het kerkgebouw. Bijna de helft van de kerken (47, %) houdt het niet langer dan 10 jaar vol.

5




Uitgesplitst naar denominaties is de financi le toekomstverwachting het somberst in de categorie `overig' ( 5,5 %). De rooms-katholieke kerken zijn in dit opzicht tweede ( 0,6 %), de hervormden derde (18,4 %). Relatief weinig gereformeerde kerken (14,9 %) maken zich zorgen dat hun inkomsten voor niet meer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het gebouw.
Het meest optimistisch over de toekomst zijn de hervormde kerken (48,4 %). Opvallend is dat de doopsgezinde kerken (4 ,4 %) positiever zijn dan de gereformeerden ( , %) en de rooms- katholieke kerken ( ,4). De categorie `overig' is hekkensluiter: 0,9 % verwacht ook over 10 jaar nog voldoende inkomsten te hebben voor de instandhouding van het gebouw. Dat de categorie `overig' zo slecht scoort, hoeft geen verbazing te wekken. De kerkgenootschappen die tot deze categorie gerekend worden, zijn in het algemeen relatief jong, en hebben weinig bezittingen. Zij draaien grotendeels op de bijdragen van de leden en eventueel wat verhuur van kerkzalen.
Interessant is om vast te stellen hoe groot de overlap is tussen de groepen van kerken die in het algemeen somber zijn n die financieel somber zijn. Voor welke termijn volstaan de inkomsten wat is de kans dat dit 1-5 jaar 6-10 jaar > 10 jaar niet ingevuld Totaal kerkgebouw over

10 jaar in gebruik
is voor de eredienst
zeer klein 10 15 klein 10 12 7 1 0 matig 5 16 5 9 redelijk 18 6 4 10 107 groot 59 1 0 5 geen mening 16 8 5 6 5 niet ingevuld 1 4 8
85 1 19 50 459 Tabel 28: Kans dat kerk over 10 jaar nog in gebruik is, gerelateerd aan de inkomsten voor de instandhouding van het kerkgebouw
In totaal 5 eigenaren schatten de kans als `zeer klein' tot `matig' in dat hun kerkgebouw over
10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst, n geven tegelijkertijd aan dat hun inkomsten voor niet meer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het gebouw. Als de termijn verlengd wordt tot 10 jaar, gaat het om 6 kerkgebouwen. Het is opvallend dat de overlap maar z gering is. Wellicht redeneert men dat het onderhoud nog wel een tijdje kan wachten, als er nu even (?) onvoldoende inkomsten zijn? Onvoldoende inkomsten betekent immers niet automatisch dat het kerkgebouw ook moet worden afgestoten.
Een andere en zeer re le mogelijkheid is dat kerkelijke gemeenten die het financieel moeilijk hebben, `verstopt' zitten in de groepen `geen mening' of `niet ingevuld' (samen 4 kerken), of niet hebben meegedaan aan de enqu te en behoren tot de non-responsgroep van 9 kerken. Kleine kerkelijke gemeenschappen die nauwelijks meer functioneren door het ontbreken van kader, voeren niet zelden geen administratie meer en laten het invullen van enqu tes ook achterwege.
Kerkelijke gemeenten hebben inkomsten uit `levend geld' (collectes en vrijwillige bijdragen) en soms ook uit `stille reserves' (banktegoeden, aandelen, grondbezit, panden). De middelen zijn niet onbeperkt. Wanneer het aantal kerkleden daalt, en parallel daaraan de inkomsten dalen, moet de kerkenraad kiezen wat er met de beperkte middelen gedaan wordt. In veel
6




gevallen krijgt het `pastoraat' dan voorrang boven de `stenen'. Dit betekent dat ervoor gekozen wordt om wel de dominee te betalen, maar geen (of minder) geld te besteden aan het gebouw.
In het geval van streekgemeenten, zoals die steeds vaker voorkomen binnen de (gereformeerde en hervormde) kerken van de Protestantse Kerk in Nederland, wordt er vaak voor gekozen om n (of meer) van de gebouwen niet meer of nog maar mondjesmaat te onderhouden.
Aangezien het onderzoek geen zicht biedt op de werkelijke financi le situatie ter plaatse, is ervoor gekozen om in de rest van dit hoofdstuk alleen te werken met de algemene taxatie van de eigenaar zelf of het kerkgebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst. Dat de eigenaren van de 459 kerkgebouwen die hebben meegewerkt aan het onderzoek zich financieel niet helemaal in de kaart hebben laten kijken, blijkt uit de respons op de vragen naar `andere structurele inkomstenbronnen' (naast de inkomsten uit vrijwillige bijdragen). Ja nee Totaal Aantal % rente 86 55,8 17 459 dividend (aandelen) 50 10,9 409 459 huur (bv pastorie) 151 ,9 08 459 pacht (bv land en of boerderij) 48,6 6 459 anders 5 11, 407 459 Tabel29:Structureleinkomstenandersdanuitvrijwilligebijdragen De helft van de kerkelijke eigenaren heeft n st de vrijwillige bijdragen van de gemeenteleden ook nog structurele inkomsten uit rente (55,8 %) en pacht van landerijen en/of boerderijen (48,6 %).
Veel mensen denken dat het kerkelijk draagvlak staat of valt met het aantal gemeenteleden. Als er maar weinig leden zijn, is de kans groter dat de kerk zijn functie waarschijnlijk binnen
10 jaar wel zal verliezen, luidt dan de redenering. Uit paragraaf 5. .1 kan worden afgeleid dat er 114 kerken zijn met minder dan honderd leden. Zijn dat k de kerken die somber zijn over hun toekomst?
Aantal kerkleden wat is de kans
dat dit
kerkgebouw
over 10 jaar in
gebruik is voor
de eredienst 0 - 11 - 51- 101- 01- 01- Niet
10 50 100 00 00 600 600 > ingevuld Totaal zeer klein 1 6 1 4 1 15 klein 1 4 4 7 8 1 0 matig 1 4 7 5 4 9 redelijk 1 1 0 19 1 9 107 groot 5 8 0 5 74 5 geen mening 1 6 8 1 5 11 1 7 niet ingevuld 1 4 1 8 Tabel30:kansover10jaarnogingebruik,gerelateerdnaaraantalkerkleden
7




Uit de tabel blijkt dat van de kerken met minder dan 100 kerkleden, 1 op de 5 somber (kan zeer klein, klein en matig) is over de kans dat de kerk over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst. Bij kerken die meer dan 100 kerkleden hebben, is dat 14%. Er wordt dus iets somberder gedaan bij de kerken met minder dan 100 leden en vooral bij kerken met minder dan 10 leden.
Wel zou men zich kunnen afvragen of het ledental op zichzelf wel een goede indicator is voor de vraag of een kerkgebouw binnen 10 jaar zijn functie zal verliezen. Het vermoeden bestaat dat er soms `stille reserves' zijn bij kleine kerkelijke gemeenten, in de vorm van landerijen of gebouwen. Er zijn voorbeelden in Frysl n bekend van kerkelijke gemeenten waar er (twee)wekelijks amper 10 mensen in een kerk komen en dat er nog ten hoogste kerkenraadsleden zijn, maar dat het gebouw er pico bello bijstaat dankzij de financi le reserves.
Lang niet altijd wordt de noodzaak gevoeld om samen te werken (of te fuseren) met kerkelijke gemeenten in de directe omgeving. Zo lang er nog een kerkrentmeester is die `de boel draaiende houdt, is er in de beleving van de kerkelijke gemeente geen sprake van een probleem. Het mag duidelijk zijn dat dergelijke situaties op langere termijn toch niet houdbaar zijn. Als die ene `warbere' kerkrentmeester wegvalt om wat voor reden ook, zitten de achterblijvers met een groot probleem. Dit zijn echter nadrukkelijk uitzonderingssituaties, die niet het algemene beeld bepalen.
Aantal Rijksmonumenten Niet-rijksmonumenten Totaal kerkleden
aantal Bedrag % aantal Bedrag % Aantal Bedrag % 0 - 10 58 .000 1 1 8.000 4 591.000
11 - 50 16 . . 00 10 5 98.500 7 1 .6 0.800 10
51 100 10 1.4 0.650 6 4 191.6 5 5 14 1.61 . 75 6
101 00 1 .57 .400 11 4 58.500 6 5 .8 1.900 11
01 00 1 1.84 .450 8 7 501.500 1 0 . 4 .950 9
01 600 5 .968.000 18 6 604.000 15 1 4.57 .000 17
601 > 18 . 91.500 15 14 1.717.000 4 5.008.500 19 n.v.t. . 00 1 48.600 1 5 80.800 1 Niet ingevuld 6 6.146.150 7 509.000 1 9 6.655.150 5 Tabel 31: Restauratieachterstand gerelateerd aan aantal lidmaten en monumentenstatus Als het aantal kerkleden wordt afgezet tegen de restauratie-achterstand, dan blijkt dat restauratie-achterstand voor 6% (en als de niet-respons niet wordt meegerekend, zelfs 49%) voorkomt bij kerken die meer dan 00 kerkleden hebben. Dat (b)lijkt logisch; dat zijn de grotere kerken die relatief gezien ook een grotere restauratie-achterstand hebben. Opvallend is daarbij wel dat er verschil is tussen rijksmonumenten ( % van de achterstand in kerken met meer dan 00 leden) en niet-rijksmonumenten (57% van de achterstand in kerken met meer dan 00 leden). Dit verschil zou gezocht moeten worden in een aantal grotere niet- rijksmonumentale (gereformeerde) kerken. Echter, dat lijkt niet zo logisch omdat vrijwel alle grote kerken met achterstand rijksmonument zijn. Waarschijnlijker is dat de relatief grote non-respons ( 7%) bij de rijksmonumenten dit beeld vertekent en dat daar een aantal grote kerken met veel kerkleden tussenzitten waarvan de kerk rijksmonument is. Ongeveer 1 % van de restauratie-achterstand doet zich voor bij kerken met minder dan 50 leden. Het gaat hier om 5 kerken die een achterstand van ruim , miljoen hebben, waarvan driekwart rijksmonument is.

8




Ingeschatte Rijksmonumenten Niet-rijksmonumenten Totaal kans

aantal Bedrag % aantal Bedrag % Aantal Bedrag % Zeer klein 10 .165. 00 10 16 .500 4 1 . 7.700 9 Klein 4 64 .500 7 581.500 14 11 1. 5.000 4 Matig 11 1.781.000 8 51.000 6 14 .0 .000 8 Redelijk 0 .576.850 16 11 761.000 18 41 4. 7.850 16 Groot 44 6.478.450 9 15 1.555.7 5 8 59 8.0 4.175 0 Geen mening 7 1. 88.500 6 4 70.000 7 11 1.558.500 6 Niet ingevuld 9 6.556.150 9 4 555.000 1 4 7.111.150 7 Tabel32:restauratieachterstandgerelateerdaandekansdatdekerkover10jaarnietmeerin gebruikis,enaandemonumentenstatus
Als de restauratie-achterstand wordt afgezet tegen de kans dat de kerk over 10 jaar niet meer in gebruik is (voor de eredienst), dan kan worden gesteld dat 46% (en als de niet-respons niet wordt meegerekend, zelfs 69%) van de restauratie-achterstand voorkomt bij kerken die over 10 jaar ook nog wel in gebruik zullen zijn voor de eredienst. Eenvijfde deel van de achterstand komt voor bij kerken waarvan men de kans klein acht dat daar over 10 jaar nog erediensten worden gehouden. Hierbij is er weinig verschil tussen rijksmonumenten en niet- rijksmonumenten. Er is dus een restauratie-achterstand van in ieder geval ruim 5,5 miljoen in 7 kerken waarvan de kans groot is dat over 10 jaar die kerken niet meer in gebruik zullen zijn (voor de eredienst). Door de grote groep (54 kerken) die de enqu te op dit punt niet heeft ingevuld, zou dit bedrag nog hoger kunnen uitpakken. De verwachting of de kerk over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst, zegt iets over het vrijkomen van de desbetreffende kerk. De verwachting dat de kerk op termijn voor herbestemming of ander gebruik in beeld komt, is dan groot. Het is dan interessant te weten wat de monumentale waarde van die kerken is. Mede in het licht van die mogelijke herbestemming van de kerk zelf, is de kans dat de kerk over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst (en ook het aantal kerkleden) afgezet tegen de architectonische waarde van de kerk.
Kans dat de kerk Architectonische waarde over 10 jaar nog
in gebruik is
voor de eredienst
Hoog Gemiddeld Laag Totaal aantal % aantal % aantal % aantal % Groot 59 51,8 1 9 9 6,5 99 8,8 Redelijk 8 4,6 6 ,7 10 9,4 74 9 Matig 10 8,8 9 8,4 5,9 1 8,2 Klein 6 5,3 7 6,5 5 14,7 18 7,1 zeer klein 2,6 7 6,5 5,9 1 4,7 geen mening 5 4,4 9 8,4 5 14,7 19 7,5 niet ingevuld ,5 8 7,5 1 ,9 1 4,7 Tabel 33: Architectonische waarde gerelateerd aan de kans dat de kerk over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst

9




Iets meer dan de helft van de gebouwen binnen de groep van 55 kerken waarvan de waarde bepaald is - en waarvan de eigenaar aangeeft dat de kans groot is dat ze over 10 jaar nog in gebruik zijn voor de eredienst - heeft een hoge architectonische waarde (51,8%). Voor in totaal 16,7% van de gebouwen met een hoge architectonische waarde is de kans `zeer klein' tot `matig' dat ze over 10 jaar nog in gebruik zijn. Een kwart van de kerkgebouwen waarvan de eigenaar aangeeft dat de kans `zeer klein' tot `matig' is dat ze over 10 jaar nog in gebruik zijn voor de eredienst, heeft een lage architectonische waarde ( 6,5 %). Architectonische waarde ledental Hoog Gemiddeld Laag Totaal aantal % aantal % aantal % aantal % 0-10 1 0,9 ,8 5,9 6 ,4
11-50 6 22,8 15 14 5,9 4 16,9
51-100 14 1 , 11 10, 6 17,6 1 1 ,
101- 00 7 23,7 0 18,7 5 14,7 5 0,4
01- 00 11 9,6 0,6 8,8 6 14,1
01-600 17 14,9 14 1 ,1 7 0,6 8 14,9
601 of meer 14 1 , 16 15 9 6,5 9 15, n.v.t. 1 0,9 1 0,4 niet ingevuld 4 ,5 5 4,6 9 ,5
114 100 107 100 4 100 55 100 Tabel 34: architectonische waarde, gerelateerd aan ledental Iets minder dan de helft van de kerkgebouwen (binnen de beoordeelde groep van 55 kerkgebouwen) met een hoge architectonische waarde is eigendom van kerkelijke gemeenten met minder dan 00 leden (47,4 %).

In totaal 74 eigenaren schatten de kans `zeer klein' tot `matig' dat hun gebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst. Nog eens 4 eigenaren weten het niet. Daarmee kan de `risicogroep' geschat worden op tenminste 74 tot 117 kerkgebouwen. De groep is mogelijk nog groter, doordat 9 kerkeigenaren niet meegewerkt hebben aan de enqu te (non-re- spons).
Opmerkelijk zijn de verschillen per denominatie. Kijkend naar de `negatief' ingeschatte kans (matig, klein en zeer klein), ligt die bij de (PKN) gereformeerde kerken ( %) en (PKN) hervormde kerken (17%) het hoogst. De rooms-katholieke kerken zijn het meest positief over de kans dat hun kerken over 10 jaar nog erediensten hebben (80%), de (PKN) gereformeerde kerken het minst positief (66%).

40




Deze groep is mogelijk nog groter, omdat 50 kerkbesturen bij deze vraag niets hebben ingevuld.

In totaal 5 eigenaren schatten de kans als `zeer klein' tot `matig' in dat hun kerkgebouw over
10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst, n geven tegelijkertijd aan dat hun inkomsten voor niet meer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het gebouw. Als de termijn verlengd wordt tot 10 jaar, gaat het om 6 kerkgebouwen.

.
Bij kerken die meer dan 100 kerkleden hebben, is dat 14%. Er wordt dus iets somberder gedaan bij de kerken met minder dan 100 leden en vooral bij kerken met minder dan 10 leden. Er is hierbij een verschil tussen rijksmonumenten ( % van de achterstand in kerken met meer dan 00 leden) en niet-rijksmonumenten (57% van de achterstand in kerken met meer dan 00 leden).
Het gaat hier om 5 kerken die een achterstand van ruim , miljoen hebben, waarvan driekwart rijksmonument is.
Eenvijfde deel van de achterstand komt voor bij kerken waarvan men de kans dat daar over
10 jaar nog erediensten worden gehouden, negatief inschat. Hierbij is er weinig verschil tussen rijksmonumenten en niet-rijksmonumenten.
Door de grote groep (54 kerken) die de enqu te op dit punt niet heeft ingevuld, zou dit bedrag nog veel hoger uit kunnen pakken.
Voor in totaal 16,7% van de gebouwen met een hoge architectonische waarde is de kans `zeer klein' tot `matig' dat ze over 10 jaar nog in gebruik zijn. Van de kerkgebouwen met hoge ar- chitectonische waarde, is de helft in eigendom van kerkelijke gemeenten met minder dan 00 leden.

41




Minimaal 74 kerken zullen hoogstwaarschijnlijk over 10 jaar niet meer in gebruik zijn voor de eredienst. Bijna de helft van alle kerkbesturen zegt het financieel gezien niet langer dan 10 jaar vol te kunnen houden. Slechts eenvijfde deel van de restauratie-achterstand komt voor bij kerken die binnen afzienbare termijn vrij zullen komen. Van de kerken die binnen 10 jaar hun functie zullen verliezen, heeft een kwart een lage architectonische waarde.


4





6
De onderzoeksgroep bestaat uit 18 kerkgebouwen in 168 dorpen met minder dan 000 inwoners. Deze kerkgebouwen hebben minder dan honderd kerkleden en zitten bovendien in de `risicogroep' met eigenaren die denken dat de kans `zeer klein' tot `matig' is dat hun gebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst. Of ze denken dat hun inkomsten niet langer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het gebouw. Stichting Doarpswurk, gevestigd te Raerd (B), heeft per dorp een inschatting gemaakt van het bestuurlijk-organisatorisch potentieel, op basis van het aantal inwoners, het aantal vrijwilligersorganisaties en de kennis van het veld zoals die bij medewerkers van Doarpswurk aanwezig is. Daarnaast heeft Doarpswurk een inschatting gegeven van de continu teit van dit potentieel voor de komende 10 jaar.
Wanneer een kerkelijke gemeente te klein is geworden of geen geld meer heeft, rijst op enig moment de vraag wat er met het kerkgebouw moet gebeuren. Een van de mogelijkheden is dat het gebouw wordt verkocht en een particuliere bestemming krijgt. Een andere mogelijkheid is dat de kerk een openbare functie houdt, bijvoorbeeld als dorpshuis, cultureel centrum of museum. In dat geval zijn er mensen nodig die de bestuurlijke en organisatorische verantwoordelijkheid op zich willen nemen, van binnen of van buiten het dorp. Wanneer die bestuurskracht niet gevonden kan worden, komt eventueel - en pas in laatste instantie een overdracht van het kerkgebouw aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken in beeld. In dit licht bezien is het belangrijk te weten hoe het gesteld is met het bestuurlijk- organisatorisch potentieel in de dorpen. In het kader van het onderzoek heeft Doarpswurk gekeken naar de kerken met minder dan honderd leden, die somber zijn over de toekomst van het kerkgebouw of die de financi le situatie voor de instandhouding van het gebouw somber ingeschat hebben.
Doarpswurk gaat er vanuit dat het bestuurlijk-organisatorische potentieel `klein' is als er minder dan 1 vrijwilligersorganisaties (cijfers 005) in een dorp aanwezig zijn. Het potentieel wordt `gemiddeld' ingeschat bij 1 tot 0 vrijwilligersorganisaties en `groot' bij meer dan 0 clubs. In een aantal gevallen is hiervan afgeweken, als de kennis die bij Doarpswurk aanwezig is daartoe aanleiding gaf.
aantal kerken % aantal dorpen % Klein 89 48,6 85 50,6 Gemiddeld 0 16,4 55 ,7 Groot 64 5,0 8 16,7 Tabel 35: Bestuurlijk-organisatorisch potentieel Ineft,schatmemendandehelftvan-organisatorischDoarpswurkalstegenhetinlichtgehouden henetiets er hetbestuurlijk dedorpendie potentieel `klein' (50,6%).
4




Een andere vraag is hoe het gesteld is met de continu teit van dit bestuurlijk-organisatorisch potentieel. In dorpen waarvan de bevolking krimpt, kan nu misschien nog wel voldoende bestuurskracht gevonden worden, maar hoe zit dat over 10 jaar? kerken dorpen aantal % aantal % bestuurskracht klein/continu teit twijfelachtig 8 45,4 80 47,6 bestuurskracht klein/continu teit verzekerd 6 , 5 bestuurskracht gemiddeld/continu teit verzekerd 0 16,4 8 16,7 bestuurskracht groot/continu teit verzekerd 64 4,9 55 ,7 Tabel 36: Continuïteit van het bestuurlijk-organisatorisch potentieel In iets minder dan de helft van de dorpen (47,6 %) is de bestuurskracht volgens Doarpswurk klein en is de continu teit daarvan bovendien twijfelachtig. Doarpswurk benadrukt overigens dat haar taxatie slechts relatieve waarde heeft. Zo gemakkelijk is het niet om vanuit het stichtingskantoor te peilen hoe het zit met de bestuurskracht. Dat merkt Doarpswurk voortdurend in haar werk. In dorpen waarvan de eigen adviseurs op basis van de ervaringen uit het verleden bijvoorbeeld dachten dat het moeilijk zou zijn om een bestuur te vinden voor een nieuw dorpshuis, blijkt dat in werkelijkheid soms toch te lukken. Bij de inschatting van de continu teit wordt de onzekerheid alleen maar groter. De taxatie die Doarpswurk van de dorpen gegeven heeft, is vertrouwelijk. De informatie wordt alleen gebruikt voor de trendmatige analyses in dit rapport. Wanneer een kerkgebouw zijn kerkelijke functie verliest, rijst de vraag wat er met het gebouw moet gebeuren. Moet het verkocht worden aan een particulier die er een eigen bestemming aan geeft? Of kan het gebouw een openbare functie behouden, bijvoorbeeld als dorpshuis of cultureel centrum?
Frysl n kent van dit laatste enkele geslaagde voorbeelden. Denk aan De Bidler in Wergea, de voormalige hervormde kerk, nu functionerend als cultureel centrum voor de weide omgeving. Of denk aan de Groate Kerk in Sint Jacobiparochie, de voormalige hervormde kerk, overgedragen aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken en nu al weer vele jaren bij een aparte stichting Groate Kerk in gebruik als het cultureel centrum voor de hele gemeente het Bildt. Dorpshuizen in voormalige kerken zijn bijvoorbeeld te vinden in Oldetrijne (voormalig hervormd), Reitsum (voormalig gereformeerd), en Rotstergaast (voormalig hervormd), Tijnje (voormalig Vrije Evangelisatiekerk). In Warns is de voormalige gereformeerde kerk overgenomen door een particulier en verbouwd tot theater annex dorps-cultuurhuis. Uitgangspunt voor het onderzoek is de stelling dat als een dorp nog geen dorpshuis of multifunctioneel centrum (mfc) heeft, het maatschappelijk draagvlak wellicht groter is om de vrijkomende kerk eventueel een publieke functie te geven. Doarpswurk heeft daarom nagegaan in hoeveel van de 168 onderzochte dorpen een dorpshuis of mfc aanwezig is, dan wel andere ruimten die te gebruiken zijn voor gemeenschapsactiviteiten. De aanwezigheid van een dorpshuis verkleint de kans om de kerk voor dorpshuisgerelateerde activiteiten te herbestemmen. In 1 1 van de 168 dorpen (7 %) is dat het geval. Van de 1 1 dorpshuizen kunnen er 5 multifunctioneel gebruikt worden (4 %). Dat maakt de kans om de kerk te herbestemmen voor dorpshuisgerelateerde activiteiten kleiner. Niet onmogelijk want er kan ook samenwerking en/of afstemming tussen kerk en dorpshuis zijn maar wel kleiner.
44




Van de 168 dorpen zijn er 71 (4 %) waar, naast het dorpshuis, ook andere ruimten aanwezig zijn die voor gemeenschapsactiviteiten gebruikt kunnen worden (horeca, sportkantines, multifunctionele ruimtes bij scholen en jeugdhonken e.d). In 46 dorpen is geen dorpshuis aanwezig. Hier is de kans groter om de kerk multifunctioneel te gebruiken. Van de betreffende dorpen hebben er 1 echter wel een andere ruimte die eventueel voor dorpsactiviteiten gebruikt kan worden (horeca, sportkantines, multifunctionele ruimtes bij scholen en jeugdhonken e.d).
In 16 dorpen is n geen dorpshuis c.q. multifunctioneel centrum n geen andere ruimte die voor (verenigings) activiteiten gebruikt kan worden. In deze overigens allemaal zeer kleine kernen is de kans het grootst dat het vrijkomende kerkgebouw herbestemd kan worden voor dorpsactiviteiten.
Vrijkomende kerkgebouwen kunnen concurrenten worden van dorpshuizen (zie het kader aan het slot van dit hoofdstuk). Waar concurrentie is, dalen de prijzen. Dit is niet goed voor de exploitatie van zowel het dorpshuis als het kerkgebouw. In de wereld van de dorpshuizen is dan ook niet iedereen even blij met al die vrijkomende kerkgebouwen, die zich op dezelfde markt zullen begeven. Niet alleen op de markt van (culturele) activiteiten, maar ook op die van vrijwilligers. Om de markt van de gemeentelijke subsidies niet te vergeten: waarom zou een dorpshuis wel subsidie krijgen en een cultureel centrum in een kerkgebouw niet? Uit het onderzoek van Doarpswurk blijkt dus dat er 16 dorpen zijn zonder dorpshuis of andere ruimtes die voor gemeenschapsactiviteiten te gebruiken zijn (horeca, kantines, e.d.). Het gaat om zeer kleine dorpen. Om in te kunnen schatten hoe re el het is om te denken dat deze 16 kerkgebouwen herbestemd kunnen worden voor dorpshuisachtige functies, worden voor deze
16 kerken koppelingen gelegd met het bestuurlijk-organisatorisch potentieel en de continu teit daarvan, met kerkelijk draagvlak, met de cultuurhistorische waarde en de restauratie-achterstand.
In alle 16 dorpen wordt de bestuurskracht door Doarpswurk als klein ingeschat. Dat de bewoners zelf een dorpsstichting voor de instandhouding van hun kerk zullen oprichten, ligt daarmee niet voor de hand. Ook het bestuurlijk-organisatorisch potentieel is klein. Een van deze 16 kerken die in dorpen zonder dorpshuis staan, de voormalige hervormde kerk van Vinkega, is al jarenlang buiten gebruik. De lokale Stichting Behoud Finkegea ijverde voor het behoud als dorpshuis. Maar de gemeenteraad van Weststellingwerf zag dat niet zitten. Het is volgens de fracties twijfelachtig of hier voldoende geld en vrijwilligers voor te vinden zijn. Eind 008 wilde de gemeenteraad ook geen toestemming geven om in de kerk te mogen wonen, ook al noemde de wethouder dat de `enige kans' om het niet-monumentale kerkgebouw te behouden (Leeuwarder Courant, 9 september 008). Van 1 van de 16 kerken is bekend hoeveel kerkleden zij hebben. Van deze 1 kerken hebben er 10 (8 %) minder dan 50 kerkleden. Bij deze 1 kerken is er maar n waar meer dan 50 mensen deelnemen aan een eredienst, de rest heeft minder dan 50 deelnemers en in 5 gevallen zelfs minder dan 5 mensen.
In 6 van de 16 dorpen denken de leden van de kerkelijke gemeente dat de kans groot is dat hun gebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst. Herbestemming is hier dus helemaal niet aan de orde, hoewel de inkomsten in de helft van de 6 dorpen slechts toereikend zijn voor 6 tot 10 jaar.

45




In van de 16 dorpen schat de kerkelijke eigenaar de kans als `zeer klein' in dat het kerkgebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst en denkt men concreet aan overdracht aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken.
Bij deze 16 kerken die mogelijk als dorpshuis of multifunctioneel centrum zouden kunnen worden herbestemd, is er volgens 8% van de kerkelijke gemeenten zelf geen sprake van dat de kerk binnen 10 jaar vrijkomt voor herbestemming. Van deze 16 kerken zijn 14 (88%) rijksmonument. De helft van de 16 kerken behoort ook tot de `onderzoeksgroep' waarvan de cultuurhistorische waarde is bepaald. Van deze 8 kerken was er maar n die `laag' scoorde.
Bijna al deze 16 kerken die mogelijk als dorpshuis of multifunctioneel centrum zouden kunnen worden herbestemd, zijn van cultuurhistorische waarde. Van deze 16 kerken zaten er 10 ook in de `onderzoeksgroep' waarvan de instandhoudingsbehoefte en de restauratie-achterstand zijn bepaald. Deze 10 kerken vallen allemaal in de onderhoudscategorie > 6.000 per jaar en zijn als kleine kerkjes te betitelen. Deze 10 kerken hadden in totaal een restauratie-achterstand van 1.54 .000, dus gemiddeld
154. 00 per kerk. Dat is meer dan het gemiddelde van alle kerken (zie hoofdstuk ), wat te wijten is aan een drietal grote restauraties die nodig zijn in deze groep van 10 kerken. Bij deze 16 kerken die mogelijk als dorpshuis of multifunctioneel centrum zouden kunnen worden herbestemd, is er dus sprake van kleine kerkjes die allemaal een restauratie- achterstand hebben, waarvan groot.
De kans dat deze dorpen een herbestemming vinden en organiseren voor het eventueel vrijkomende kerkgebouw, is volgens Doarpswurk klein. Bij deze 16 kerken die mogelijk als dorpshuis of multifunctioneel centrum zouden kunnen worden herbestemd, is er:

- sprake van geringe bestuurskracht en een klein bestuurlijk-organisatorisch potentieel;
- volgens 8% van de kerkelijke gemeenten zelf geen sprake van dat de kerk binnen 10 jaar
46




vrijkomt voor herbestemming;

- sprake van kleine kerkjes met een grote cultuurhistorische waarde;
- sprake van relatief grote restauratie-achterstand.

In het kader van het maatschappelijk draagvlak, lijkt het voor de hand te liggen dat als een kerk vrij komt deze zou kunnen worden herbestemd voor een andere openbare functie op sociaal-cultureel vlak, oftewel dorpshuis of multifunctioneel centrum. Van de (`risico')groep van eigenaren die denken dat de kans `zeer klein' tot `matig' is dat hun gebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst, zou voor 16 kerken in Frysl n een herbestemming tot dorpshuis een optie kunnen zijn. Gezien de andere restricties die er nog bij deze 16 kerken spelen (geringe bestuurskracht, klein bestuurlijk-organisatorisch potentieel, grote cultuurhistorische waarde, relatief grote restauratie-achterstand), zou wellicht in 8 kerken in Frysl n nog een dorpshuis gerealiseerd kunnen worden. Hoewel afstemming en samenwerking mogelijk is tussen kerk en dorpshuis, lijkt het structureel herbestemmen van vrijkomende kerken tot dorpshuis geen re le optie. Nevengebruik van kerkgebouwen vindt steeds meer plaats (cr ches, zalenverhuur), maar het is niet waarschijnlijk dat hiermee een substantieel deel van de instandhoudingkosten opgebracht kan worden. Kerkenendorpshuizen
Kerkgebouwen begeven zich op dezelfde markt als dorpshuizen en kunnen in die zin concurrenten van elkaar zijn. Beide bieden zich aan als vergaderlocatie en als podium voor (culturele) activiteiten. Het is een economische wetmatigheid dat de prijzen dalen als er te veel concurrentie is. Dat is niet goed voor de exploitatie van zowel het dorpshuis als het kerkgebouw. In de wereld van de dorpshuizen is dan ook niet iedereen even blij met al die vrijkomende kerkgebouwen, die zich mogelijk op dezelfde markt gaan bewegen.
In de afgelopen decennia is door de overheden fors ge nvesteerd in dorpshuizen. De kerkgebouwen die in deze zelfde periode vanwege de secularisatie hun oorspronkelijke functie verloren hebben, zijn opvallend genoeg maar zelden herbestemd tot dorpshuis. Dat is eigenlijk alleen gebeurd in Oldetrijne, Reitsum, Rotstergaast en Tijnje.
In Warns is een kerk overgenomen door een particulier en omgebouwd tot theater annex dorps-cultuurhuis. Enkele andere kerken zijn omgevormd tot cultureel centrum zoals De Bidler in Wergea en de Groate Kerk in Sint Jacobiparochie. Er zijn voorbeelden bekend van dorpen waar met de inwoners is gesproken over de herbestemming van kerk tot dorpshuis, en waar men er uiteindelijk toch voor gekozen heeft om dat niet te doen. In Edens/Iens is nabij het kerkje een geheel nieuw dorpshuisje neergezet. In Baaijum is ervoor gekozen het dorpshuis (in een voormalig schoolgebouwtje) te verbouwen, in plaats van de hervormde kerk over te nemen en voor dit doel te gebruiken. In Oostrum wil het dorp een dorpshuis nabij het evenemententerrein, hoe zeer de gemeente Dongeradeel en de Stichting Alde Fryske Tsjerken ook aandringen om hiervoor de kerk te gebruiken. In Wier wil het dorpshuis Ald Skoalle `verhuizen' naar nieuwbouw bij het kaatsveld om een gezamenlijke exploitatie met de kaatskantine te bereiken, waar de Stichting Alde Fryske Tsjerken juist pleit om het dorpshuis op de huidige locatie naast de kerk te ontwikkelen in onderlinge samenwerking. Kerk en dorpshuis hoeven elkaar namelijk helemaal niet te beconcurreren, maar kunnen juist aanvullend op elkaar programmeren. Dorpshuizen programmeren meer gericht op het `gewone volk';
47




kerken vullen het gat op dat daarmee ontstaat door wat `cultureler' te programmeren.
Overigens is het ook een feit dat er onder dorpshuizen ook exploitatieproblemen bestaan, evenals problemen met het vinden van vrijwilligers. In Lollum hebben bijvoorbeeld zowel de gereformeerde kerk als het dorpshuis het moeilijk.

De Groate Kerk van Sint Jacobiparochie

48





7
Een belangrijke vraag naast de verwachte hoeveelheid kerken die vrijkomt, is de vraag hoeveel daarvan hergebruikt c.q. herbestemd zou kunnen worden. Voor die vraag naar het gebruikspotentieel zijn een aantal indicatoren opgesteld (en ook uit de enqu te naar voren gekomen) die in meer of minder mate als gebruiksbeperkingen kunnen worden bestempeld. Die indicatoren zijn op gebouwniveau:

- gescheiden eigendom kerk en toren

- cultuurhistorisch waardevol interieur

- aanwezigheid van een kerkhof

- aanwezigheid van nevenruimte

- aanwezigheid van een keuken

- aanwezigheid van een toilet

- aanwezigheid van verwarming
Niet alleen op het niveau van het kerkgebouw, maar ook op dorpsniveau spelen indicatoren mee die als beperkende factoren kunnen worden gezien voor toekomstig gebruik. Als zodanig zijn op dorpsniveau in dit onderzoek gedefinieerd:
- ruimtelijke economische dynamiek

- bestuurlijk en organisatorisch potentieel
- continu teit

- potentie voor herbestemming voor wonen en/of werken (belangstelling voor) multifunctioneel gebruik In dit hoofdstuk wordt enerzijds geput uit de enqu tegegevens van 497 kerken met een kerkelijke functie; daarvan worden de gegevens in een tabel weergegeven. Anderzijds wordt op basis van dezelfde onderzoeksgroep als in het vorige hoofdstuk van 18 kerkgebouwen in 168 dorpen met minder dan 000 inwoners - in kruistabellen de relatie gelegd tussen de `risicogroep' en de mate waarin de indicatoren op gebouwniveau (interieur, omgeving en kerkhof) en op dorpsniveau bijdragen aan de (her)gebruikspotentie. De risicogroep omvat kerken met minder dan honderd kerkleden en waarvan de eigenaren denken dat de kans `zeer klein' tot `matig' is dat hun gebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst en/of denken dat hun inkomsten niet langer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het gebouw).
In het kader van het mogelijk hergebruik, kan het een belemmering zijn dat de toren van de kerk en de kerk zelf (het `schip') niet dezelfde eigenaar hebben. Van de 497 kerken in Frysl n die (nog) voor de eredienst worden gebruikt, heeft een op de 5 kerken meerdere eigenaren. In veel gevallen is die eigenaar van de toren een (burgerlijke) gemeente of een gemeentelijke stichting.
Ook een kerkhof rond een kerk vooral als dat nog als begraafplaats in gebruik is beperkt de mogelijkheden voor functies in de kerk als deze vrij zou komen. Bijna de helft van alle Friese kerken (47%) heeft een kerkhof rondom, waarvan meer dan 90% nog in gebruik is als begraafplaats.
In meer dan de helft van de Friese kerken wordt het interieur als belangwekkend en van cultuurhistorische waarde gezien. Als deze waarden behouden zouden moeten blijven, dan beperkt ook dat de mogelijkheden voor herbestemming.
49




Ook uit andere vragen van de enqu te valt te concluderen, dat 66% van de eigenaren vindt dat het interieur beperkingen oplegt aan het nevengebruik en 46% dat ook voor omgevingsfactoren vindt gelden. Dit terwijl 1% de kerk `slecht' of `matig' geschikt vindt voor nevengebruik en 6% de kans `groot' of `redelijk' inschat dat er over 5 jaar nevenactiviteiten in het kerkgebouw zullen plaatsvinden. Overigens is meer dan de helft van de kerkeigenaren (5 %) wel eens benaderd om het kerkgebouw voor niet-kerkelijke nevenactiviteiten beschikbaar te stellen. Dat is hetzelfde percentage als het aantal kerkgebouwen dat momenteel al wordt gebruikt voor niet-kerkelijke nevenactiviteiten. De aanwezigheid van aan- of ingebouwde nevenruimten, keuken- en inpandige toiletvoorzieningen verhoogt de huidige (neven)gebruiksmogelijkheden en wellicht daardoor ook juist het gebruikspotentieel voor eventuele nieuwe functies. Deze voorzieningen zijn aanwezig in grofweg tweederde van alle kerken waarin (nog) kerkdiensten plaatsvinden. Uit de enqu te blijkt dat 5 % vindt dat er een belangwekkend interieur aanwezig is, dat er in
61% van de kerken aan- of ingebouwde nevenruimten zijn, dat er in 6 % van de kerken een keukenvoorziening is en dat er in 77% van de kerken inpandige toiletvoorzieningen zijn. Om te kunnen achterhalen in welke mate de indicatoren op gebouwniveau bijdragen aan de gebruikspotentie, zijn de kansen om het kerkgebouw in de toekomst eventueel multifunctioneel te gebruiken `gekruist' met de indicatoren interieur en kerkhof en de vraag in de enqu te of men aan wilde geven of er omgevingsfactoren zijn die beperkingen opleggen.
Is er belangstelling om de kerk multifunctioneel te gebruiken ? Indicatoren op groot Klein blanco Totaal gebouwniveau
Ja, aangrenzend 7 4 1 Ja, rondom 1 5 7 1 1 Nee 15 14 7 6 Blanco 4 7 1 Ja 9 49 0 108 Nee 19 5 16 60 Blanco 4 7 4 15 Ja 8 48 6 10 Nee 9 19 71 Blanco 1 4 5 10 Tabel 37: multifunctioneel gebruik gerelateerd aan indicatoren op gebouwniveau In het algemeen kan worden gesteld, dat de belangstelling groot is in 7% van de gevallen en klein in 44% van de gevallen. Een relatief grote groep `blanco' maakt het lastig om betrouwbare conclusies te trekken.
Daar waar een kerkhof rondom aanwezig is, is de belangstelling om de kerk multifunctioneel te gebruiken in 6% groot en in 44% klein. Als er geen kerkhof aanwezig is, is de belangstelling groter; 4 % grote belangstelling en 9% kleine belangstelling. Daar waar een belangwekkend interieur aanwezig is, is de belangstelling om de kerk multifunctioneel te gebruiken in 7% groot en in 45% klein. Als er geen belangwekkend interieur is, is de
50




belangstelling groter; % grote belangstelling en 4 % kleine belangstelling. Daar waar omgevingsfactoren als belemmerend worden gezien, is de belangstelling om de kerk multifunctioneel te gebruiken in 7% groot en in 47% klein. Als de omgevingsfactoren niet als belemmerend worden gezien, is de belangstelling groter: % grote belangstelling en
41% kleine belangstelling.
Met het voorgaande kan eigenlijk alleen maar het beeld worden bevestigd dat alle drie indicatoren in gelijke mate bijdragen aan de conclusie dat de belangstelling om de kerk multifunctioneel te gebruiken kleiner wordt vanwege de aanwezigheid van een waardevol interieur, van een kerkhof of andere omgevingsfactoren. Ook zijn de vragen `hoe zijn de kansen om het kerkgebouw in de toekomst multifunctioneel te gebruiken' en `is er potentie voor de herbestemming van de kerk voor wonen en/of werken' aan elkaar gekoppeld. In slechts van de 18 gevallen (1%) werden beide vragen met `groot' beantwoord. In 4% van de gevallen was het antwoord op beide vragen `klein'. Aangezien op de vraag `hoe is het bestuurlijk-organisatorisch potentieel' in alle 18 gevallen met `gemiddeld' is geantwoord, biedt een tabel daarover geen soelaas. Tevens is het zo, dat met het oog op de mogelijke toekomst beter kan worden uitgegaan van de inschatting van Doarpswurk over de continu teit van dat bestuurlijk-organisatorisch potentieel. Als deze continu teit van het bestuurlijk-organisatorisch potentieel wordt gekruist met de indicatoren, kan in het algemeen worden gesteld, dat de continu teit in bestuurlijk-organisatorisch potentieel in 56% van de gevallen `verzekerd' is en in 44% van de gevallen `twijfelachtig'. Daar waar een kerkhof rondom aanwezig is, is de continu teit van het bestuurlijk- organisatorisch potentieel in 60% van de gevallen `verzekerd' en in 40% van de gevallen `twijfelachtig'. Als er geen kerkhof aanwezig is, blijkt de continu teit minder verzekerd te zijn;
47% `verzekerd' en 5 % `twijfelachtig'. Daar waar een belangwekkend interieur aanwezig is, is de continu teit van het bestuurlijk-organisatorisch potentieel in 64% van de gevallen `verzekerd' en in 6% van de gevallen `twijfelachtig'. Als er geen belangwekkend interieur aanwezig is, blijkt de continu teit minder verzekerd te zijn; 4 % `verzekerd' en 57% `twijfelachtig'. Daar waar omgevingsfactoren als belemmerend worden gezien, is de continu teit van het bestuurlijk-organisatorisch potentieel in 6 % van de gevallen `verzekerd' en in 8% van de gevallen `twijfelachtig'. Als de omgevingsfactoren niet als belemmerend worden gezien, blijkt de continu teit minder verzekerd te zijn; 49% `verzekerd' en 51% `twijfelachtig'.
Met het voorgaande kan eigenlijk alleen maar het beeld worden bevestigd, dat alle drie de indicatoren in gelijke mate bijdragen aan de conclusie, dat de continu teit van het bestuurlijk- organisatorisch potentieel `zekerder' is bij de aanwezigheid van een waardevol interieur, van een kerkhof of andere omgevingsfactoren. De conclusie kan zijn dat er blijkbaar meer bestuurspotentieel aanwezig is als er waarden of bijzondere omstandigheden en/of belemmerende factoren aanwezig zijn.
Ook zijn de vragen `wat is de inschatting van de continu teit van het bestuurlijk-organisatorisch potentieel' en `is er potentie voor de herbestemming van de kerk voor wonen en/of werken' aan elkaar gekoppeld. In slechts 7 van de 18 gevallen (4%) was de continu teit `verzekerd' en de potentie voor herbestemming `groot'. In 1% van de gevallen was de continu teit `twijfelachtig' en de potentie voor herbestemming `klein'. Om te kunnen zien hoe het met de gebruikspotentie zit bij kerken die binnen 5 tot 10 jaar vrijkomen, zijn de indicatoren gekoppeld aan de termijn waarop de eigenaren hebben
51




aangegeven dat de inkomsten (nog) volstaan. Dat levert de volgende tabel op.

Voor welke termijn volstaan de inkomsten ? indicatoren 1-5 jaar 6-10 jaar > 10 jaar Niet ingevuld Totaal Ja, aangrenzend 8 5 7 1 1 Ja, rondom 4 51 105 16 196 Nee 47 74 75 8 Niet ingevuld 6 5 1 14 Totaal 85 1 19 50 459 Ja 4 67 11 19 41 Nee 9 59 69 6 19 Niet ingevuld 4 6 10 5 5 Totaal 85 1 19 50 459 Ja 4 6 76 10 19 Nee 8 68 11 50 Niet ingevuld 4 1 5 7 17 Tabel 38: Financiële situatie gerelateerd aan omgevingsfactoren Van de kerken waar binnen 5 jaar de inkomsten niet meer toereikend zijn (en die dus zeer waarschijn binnen deze termijn vrijkomen), heeft 8% een kerkhof, hetzij rondom hetzij aangrenzend en heeft 55% geen kerkhof. Andersom zal van alle kerken die een kerkhof rondom hebben, 1 % binnen 5 jaar haar inkomsten zien opdrogen en 8% binnen 10 jaar. Van de kerken waar binnen 5 jaar de inkomsten niet meer toereikend zijn, heeft 49% een waardevol interieur en 46% niet. Andersom zal van alle kerken die een belangwekkend interieur hebben, 17% binnen 5 jaar haar inkomsten zien opdrogen en 45% binnen 10 jaar. Van de kerken waar binnen 5 jaar de inkomsten niet meer toereikend zijn, worden in 51% van de gevallen de omgevingsfactoren als belemmerend ervaren en in 45% niet. Andersom zal van alle gevallen waar de omgevingsfactoren als belemmerend worden ervaren, % binnen
5 jaar haar inkomsten zien opdrogen en 55% binnen 10 jaar. Om de grote vraag te kunnen beantwoorden wat we met de vrijkomende kerken zouden kunnen, is het mede van belang om te zien hoe de restauratieachterstand zich manifesteert naar de indicatoren van het gebruikspotentieel. Immers, als de restauratieachterstand vooral zou voorkomen bij die kerken waar de indicatoren positief bijdragen aan het gebruikspotentieel dus negatief zou scoren op waardevol interieur en/of aanwezigheid kerkhof - , dan zou beleidsmatig kunnen worden overwogen om juist daar wel of geen subsidiemiddelen in te steken. Vandaar dat in de volgende tabel de restauratieachterstand (van 191 kerken uit de desbetreffende onderzoeksgroep) is afgezet tegen de indicatoren `aanwezigheid kerkhof', `belangwekkend interieur' en `omgevingsfactoren'.
5




Wat is de restauratieachterstand naar de indicatoren van het gebruikspotentieel ?

Kerkelijke functie ? JA NEE SAFT TOTAAL indicatoren Aantal In Aantal In Aantal In Aantal In Ja,
aangrenzend 7 1.115.000 1 00.000 1 8.000 9 1.65 .000 Ja,
Rondom 77 10.716.000 6 0.100 4 .569.600 107 14.615.700 Nee

57 6.8 .000 1 47.000 1 485.000 59 7. 65.000 Niet
ingevuld 9 .057.175 7 9 5.500 16 .99 .675 Totaal

150 0.7 1.175 15 1.61 .600 6 4. 9 .600 191 6.6 6. 75 JA 87 1 .086.675 46 .600 11 .177. 00 101 15.7 7.575 NEE 5 6.146.500 5 410.500 15 .115. 00 7 8.67 . 00 Niet ingevuld 10 1.488.000 7 7 8.500 17 . 6.500 Totaal 150 0.7 1.175 15 1.61 .600 6 4. 9 .600 191 6.6 6. 75 JA 78 10.017.1 5 7 574.100 5 .807.600 110 14. 98.8 5 NEE 64 9.19 .000 1 00.000 1 485.000 66 9.978.000 Niet ingevuld 8 1.511.050 7 7 8.500 15 . 49.550 Tabel 39: Restauratie-achterstand gerelateerd aan indicatoren en gebruikspotentieel In het algemeen kan worden gesteld dat 78% van de restauratieachterstand voorkomt bij kerken die als zodanig nog een kerkelijke functie vervullen. Die restauratieachterstand bij kerken in functie van bijna 1 miljoen, komt voor bij kerken waarvan 5 % een kerkhof rondom heeft, waarvan 6 % een waardevol interieur heeft en waarvan 48% beperkende omgevingsfactoren kent.
In het kader van dit hoofdstuk `gebruikspotentieel', is het kijken naar kerken die geen kerkelijke functie meer vervullen niet echt meer van belang. Immers, zij zijn al vrijgekomen. Het is van meer belang om de kerken met een kerkelijke functie (en die mogelijk nog vrijkomen) te onderzoeken op wat we er mee zouden kunnen. Van de 150 kerken met een restauratieachterstand die nog een kerkelijke functie hebben, is de restauratieachterstand relatief veel hoger bij kerken die een kerkhof hebben (aangrenzend en rondom); die achterstand is gemiddeld 159.878 per kerk, terwijl de restauratieachterstand bij kerken die geen kerkhof hebben gemiddeld 119.877 per kerk is. Dit beeld is bij kerken met een belangwekkend of waardevol interieur ongeveer hetzelfde. Zo is de gemiddelde restauratieachterstand bij kerken met een waardevol interieur 150.4 en bij kerken die geen belangwekkend interieur hebben 115.97 . Bij de omgevingsfactoren is dit beeld eerder omgekeerd. Bij de kerken waar de omgevingsfactoren als beperkend worden ervaren, is de restauratieachterstand gemiddeld
1 8.4 5 per kerk en als deze factoren niet als belemmerend worden gezien, is dit 14 .641 gemiddeld per kerk.
Het voorgaande lijkt er op te duiden dat de restauratieachterstand relatief groter is bij kerken met een kerkhof en een belangwekkend interieur. Dit (b)lijkt ook logisch. Eerder werd al geconstateerd dat de restauratie-achterstand groter is naarmate de cultuurhistorische waarde hoger is. De aanwezigheid van een waardevol interieur is daar een onderdeel van. Echter, ook de aanwezigheid van een kerkhof lijkt de achterstand te vergroten. Bevestigd wordt wel dat
5




de aanwezigheid van een waardevol interieur en een kerkhof als een belemmerende en (dus ook) kostenverhogende factor moeten worden gezien.

Om de vraag te kunnen beantwoorden wat we met de vrijkomende kerken zouden kunnen, is het ook van belang om te zien hoe de indicatoren van het gebruikspotentieel zich manifesteren naar de monumentale waarde van de kerk. Immers, als de monumentale waarden vooral hoog zouden zijn bij die kerken waar de indicatoren positief bijdragen aan het gebruikspotentieel dus negatief zou scoren op waardevol interieur en/of aanwezigheid kerkhof - dan zou beleidsmatig kunnen worden overwogen om juist daar wel of geen subsidiemiddelen in te steken.
In het navolgende zijn dan ook zowel de architectonische waarde en de waarde van het interieur afgezet tegen de indicatoren van het gebruikspotentieel. Dit voor zowel de onderzoeksgroep van 55 kerken waarvan de monumentale waarde is bepaald, als voor de onderzoeksgroep van 18 kerken die Doarpswurk heeft onderzocht op het gebruikspotentieel. Van deze laatste groep is naar 180 kerken gekeken, aangezien van die 18 kerken niet voorkwamen in de beoordeelde groep van 55 kerken.
In het algemeen kan worden gesteld dat van de kerken die een hoge architectonische waarde hebben, 8 % een kerkhof heeft (aangrenzend en rondom), 75% een waardevol interieur heeft en 6 % (belemmerende) omgevingsfactoren kent. Binnen de onderzoeksgroep van de
180 kerken voor het gebruikspotentieel zijn deze percentages respectievelijk 9 %, 74% en
64%. Met andere woorden: voor de mogelijk vrijkomende kerken geldt nog meer dat de monumentale waarde gelijk opgaat met de aanwezigheid van een kerkhof en/of een waardevol interieur.
Van de kerken die een kerkhof (aangrenzend en rondom) hebben, is 61% van hoge architectonische waarde, 8% `gemiddeld' en 1% van `lage' architectonische waarde. Bij de groep gebruikspotentieel van 180 kerken, zijn deze percentages exact hetzelfde. Van de kerken die een waardevol interieur hebben, is 55% van hoge architectonische waarde, 6% `gemiddeld' en 8% van `lage' architectonische waarde. Bij de groep gebruikspotentieel van 180 kerken, zijn deze percentages respectievelijk 59%, 5% en 6%. Van de kerken waar de omgevingsfactoren belemmerend worden ervaren, is 5 % van hoge architectonische waarde,
41% `gemiddeld' en 6% van `lage' architectonische waarde. Bij de groep gebruikspotentieel van 180 kerken zijn deze percentages respectievelijk 56%, 9% en 5%. Het voorgaande rechtvaardigt de stelling, dat de aanwezigheid van een kerkhof en een waardevol interieur bijdragen aan een hoge architectonische waarde. Hiermee wordt opnieuw bevestigd dat hoe hoger de architectonische waarde is, des te meer het gebruikspotentieel wordt belemmerd.
Als naar de waarde van het interieur wordt gekeken, ontstaat eenzelfde wellicht nog iets geprononceerder - beeld. In het algemeen is het zo dat van de kerken die een hoogwaardig interieur hebben, 69% een kerkhof heeft (aangrenzend en rondom), 7 % een waardevol interieur heeft volgens de kerkeigenaar en 59% (belemmerende) omgevingsfactoren kent. Binnen de onderzoeksgroep van de 180 kerken voor het gebruikspotentieel zijn deze percentages respectievelijk 80%, 70% en 6 %. Van de kerken die een kerkhof (aangrenzend en rondom) hebben, is het interieur in 8% van de gevallen van hoge waarde, in 41% `gemiddeld' en in 1% van `lage' waarde. Bij de groep gebruikspotentieel van 180 kerken, zijn deze percentages respectievelijk 4%, 45% en 1%. Van de kerken die volgens de eigenaren een belangwekkend interieur hebben, is volgens de `experts' het interieur in 41% van de gevallen ook van hoge waarde, in 40% `gemiddeld' en 19% van `lage' waarde. Bij de groep gebruikspotentieel van 180 kerken, zijn deze percentages respectievelijk 6%, 44% en 0%. De eigenaren lijken het interieur van hun kerk dus belangwekkender te vinden of hechten er meer `belevingswaarde' aan dan de `experts' op grond van monumentale waarden van het interieur aanwezig achten. Van de kerken waar de omgevingsfactoren belemmerend
54




worden ervaren, is in 8% van de gevallen het interieur van hoge waarde, in 40% `gemiddeld' en % van `lage' waarde. Bij de groep gebruikspotentieel van 180 kerken, zijn deze percentages respectievelijk 5%, 44% en 1%.
Ook met deze cijfers blijkt eens te meer: hoe hoger de monumentale waarde van het interieur, hoe groter de belemmering voor hergebruik.

Bijna de helft van alle Friese kerken heeft een kerkhof rondom, waarvan meer dan 90% nog in gebruik is als begraafplaats. In meer dan de helft van de Friese kerken wordt het interieur als belangwekkend en van cultuurhistorische waarde gezien. Van de eigenaren vindt 60% dat het interieur beperkingen oplegt aan het nevengebruik en 46% dat ook voor omgevingsfactoren vindt gelden. Dit terwijl 1% de kerk `slecht' of `matig' geschikt vindt voor nevengebruik en 6% de kans `groot' of `redelijk' inschat dat er over 5 jaar nevenactiviteiten in het kerkgebouw zullen plaatsvinden. Meer dan de helft van het aantal kerkgebouwen (5 %) wordt momenteel al gebruikt voor niet-kerkelijke nevenactiviteiten. De aanwezigheid van aan- of ingebouwde nevenruimten, keuken- en inpandige toiletvoorzieningen verhoogt juist de huidige (neven)gebruiksmogelijkheden en daardoor ook het gebruikspotentieel voor eventuele nieuwe functies. Deze voorzieningen zijn aanwezig in grofweg tweederde van alle kerken waarin kerkdiensten plaatsvinden.
Blijkbaar is er meer bestuurspotentieel aanwezig als er waarden of bijzondere omstandigheden en/of belemmerende factoren in het geding zijn. Anderzijds zal van alle kerken die een kerkhof rondom hebben, 1 % binnen 5 jaar zijn inkomsten zien opdrogen en 8% binnen 10 jaar. Van alle kerken die een belangwekkend interieur hebben, zal 17% binnen 5 jaar zijn inkomsten zien opdrogen en 45% binnen 10 jaar. Gekoppeld aan tabel 6 (paragraaf 5. . ) gaat het alsdan om 5 kerken die de kans als `zeer klein' tot `matig' inschatten dat hun kerkgebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst n aangeven dat hun inkomsten voor niet meer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het gebouw. Als de termijn verlengd wordt tot 10 jaar, gaat het in totaal om 6 kerkgebouwen.
In het algemeen kan worden gesteld dat 78% van de restauratieachterstand voorkomt bij kerken die als zodanig nog een kerkelijke functie vervullen. Die restauratieachterstand bij kerken in functie van bijna 1 miljoen, komt voor bij kerken waarvan 5 % een kerkhof rondom heeft, waarvan 6 % een waardevol interieur heeft en waarvan 48% beperkende omgevingsfactoren kent. Van de 150 kerken met een restauratieachterstand die nog een kerkelijke functie hebben, is de restauratieachterstand relatief veel hoger bij kerken die een kerkhof hebben (aangrenzend en rondom); die achterstand is gemiddeld 159.878 per kerk, terwijl de restauratieachterstand bij kerken die geen kerkhof hebben gemiddeld 119.877 per kerk is. Dit beeld is bij kerken met een belangwekkend of waardevol interieur ongeveer hetzelfde. Zo is de gemiddelde restauratieachterstand bij kerken met een waardevol interieur
150.4 en bij kerken die geen belangwekkend interieur hebben 115.97 . Dat de restauratieachterstand relatief groter is bij kerken met een kerkhof en een belangwekkend interieur, (b)lijkt logisch. Eerder werd al geconstateerd dat de restauratieachterstand groter
55




werd naarmate de cultuurhistorische waarde hoger was. De aanwezigheid van een waardevol interieur is daar een onderdeel van. Echter, ook de aanwezigheid van een kerkhof lijkt de achterstand te vergoten. Bevestigd wordt wel dat de aanwezigheid van een waardevol interieur en een kerkhof als een belemmerende en (dus ook) kostenverhogende factor moeten worden gezien.

Er kan worden gesteld dat van de groep van 180 kerken voor het gebruikspotentieel die een hoge architectonische waarde hebben, 9 % een kerkhof heeft (aangrenzend en rondom),
74% een waardevol interieur heeft en 64% (belemmerende) omgevingsfactoren kent. Van de kerken die een interieur met hoge waarde hebben, heeft 80% een kerkhof (aangrenzend en rondom), 70% een waardevol interieur volgens de kerkeigenaar en 6 % (belemmerende) omgevingsfactoren. Van de kerken die een kerkhof (aangrenzend en rondom) hebben, is het interieur in 8% van de gevallen van hoge waarde, in 41% `gemiddeld' en in 1% van `lage' waarde. Van de kerken die volgens de eigenaren een belangwekkend interieur hebben, is volgens de `experts' het interieur in 41% van de gevallen ook van hoge waarde, in 40% `gemiddeld' en 19% van `lage' waarde. Bij de groep gebruikspotentieel van 180 kerken, zijn deze percentages respectievelijk 6%, 44% en 0%. De eigenaren lijken het interieur van hun kerk dus belangwekkender te vinden of hechten er meer `belevingswaarde' aan dan de `experts' aan het gebouw toekennen op grond van monumentale waarden van het interieur. Bij het zoeken naar antwoorden op de vraag naar het gebruikspotentieel (wat kunnen we met de vrijkomende kerkgebouwen?) blijken de aanwezigheid van een kerkhof en een waardevol interieur als belemmerende factoren te worden gezien. Van de kerken die mogelijk vrijkomen, heeft bijna de helft een kerkhof rondom (waarvan meer dan 90% nog in gebruik is als begraafplaats) en meer dan de helft een interieur dat als belangwekkend en van cultuurhistorische waarde wordt gezien. Er zijn maar enkele gevallen waar de (her)gebruikspotentie hoog is en de (continu teit van) bestuurlijk-organisatorische potentie ook. Bij de mogelijk vrijkomende kerken ligt de restauratieachterstand relatief gezien hoger, mede door de aanwezigheid van een waardevol interieur en zelfs door de aanwezigheid van

De Sint Martinus en Bonifatiuskerk van Dokkum

56




De problematiek van de vrijkomende kerkgebouwen waarvoor niet makkelijk een nieuwe bestemming te vinden is, speelt zich in het hele land af. In de praktijk blijkt dat er in de grote steden relatief makkelijk oplossingen gevonden worden. Woningcorporaties, bedrijven en instellingen zien allerlei mogelijkheden om te investeren in verbouwingen voor wonen en werken. De Task Force Toekomst Kerkgebouwen heeft hier een indrukwekkend aantal voorbeelden van verzameld in de brochure `Kerkgebouwen met toekomst' (december 007). Soms is actie van verontruste burgers nodig om te voorkomen dat een kerkbestuur al te snel voor sloop kiest, en kan nagedacht worden over een alternatieve bestemming. In Frysl n speelt het probleem van de vrijkomende kerkgebouwen vooral op het platteland, waar de bevolking krimpt en bovendien de ontkerkelijking het draagvlak voor de instandhouding doet verdampen. Kijken we naar de grote steden, dan springen vooral Leeuwarden, Drachten, Heerenveen en Sneek in het oog. In alle vier plaatsen is te zien dat veel gebouwen die vrijkwamen, door andere kerkgenootschappen of geloofsgemeenschappen zijn overgenomen. Sloop komt bijna niet voor; in Leeuwarden is eigenlijk alleen de Goede Herderkerk een voorbeeld van een kerk die afgebroken is.
In Drachten zijn op dit moment alle 19 kerkgebouwen nog in gebruik. Heerenveen telt 14 kerkgebouwen, waarvan er buiten gebruik zijn (Nieuweschoot en Nijehaske). Van de 1 kerkgebouwen in Sneek zijn er 4 buiten gebruik: Noorderkerk, Ichthuskerk, Vredekerk en Zuiderkerk. In Leeuwarden zijn 4 kerkgebouwen. Twaalf daarvan hebben geen kerkelijke bestemming meer: Johannes de Doperkerk; Catharijnekerk van Hoek; Synagoge; Westerkerk; Doopsgezinde kerk (Zwitserwaltje); Christelijk-gereformeerde kerk (Wybrand de Geeststraat); Gebouw Irene (Noorderweg); Noorderkerk (Grote Kerkstraat); Schranskerk; Baptistenkerk (Trompstraat); Regenboogkerk (Hooidollen); Leger des Heils (Tuinen). Nog eens 7 kerkgebouwen in Leeuwarden en Leeuwarden-Huizum dreigen hun kerkelijke functie binnen afzienbare tijd te verliezen, waaronder de monumentale gereformeerde Koepelkerk en mogelijk ook de al even monumentale gereformeerde Pelikaankerk. De beide laatste gebouwen zijn cultuurhistorisch (architectonisch en stedebouwkundig) zo waardevol, dat behoud geboden lijkt. De toekomstige bestemming van de dorpskerk in Leeuwarden-Huizum (wel of niet met aanpassing van het monumentale interieur) is onzeker.


57




Interieur van de Van Harenskerk in Sint Annaparochie


58




een kerkhof.

Nergens in Nederland zijn zo veel waardevolle kerkinterieurs bewaard gebleven als in Friesland. Na de Reformatie in 1580 verdwenen welhaast alle middeleeuwse elementen die hoorden bij de rooms-katholieke mis van v r die tijd: altaren, heiligenbeelden, muurschilderingen, doksalen, enzovoorts. In plaats daarvan kwam een interieur dat gericht was op de protestantse eredienst: een preekstoel als middelpunt (vanwege de nadruk op de verkondiging van het Woord), een orgel (ter ondersteuning van het zingen `tot eer van God'), een doophek, vrouwenbanken aan de zuidzijde, mannenbanken aan de noordzijde en voor de adel de zogenaamde `herenbanken'. De voornaamheid van al deze eikenhouten kerkmeubelen werd gecombineerd met kleurrijke gebrandschilderde wapenglazen en rouwborden met veel verguldsel en heraldiek. Kroonluchters en ander glimmend koperwerk zorgden voor een verdere verlevendiging. Met name de rijk gebeeldhouwde preekstoelen maken Friesland bijzonder, zoals die van Bolsward, Koudum, Sexbierum en Sint Annaparochie.
In de laatste decennia is het kerkinterieur steeds meer onder vuur komen te liggen. Hierbij zijn twee ontwikkelingen aan te wijzen. Enerzijds worden aanpassingen gewenst ten behoeve van liturgische vernieuwingen in de eredienst. Dat betekent dat er meer ruimte moet komen voor de predikant - bijvoorbeeld om voorafgaand aan de preek v r in de kerk even met de kinderen te praten - en het koor of de muziekgroep. In dat soort gevallen staat het doophek al snel in de weg. Anderzijds zijn aanpassingen nodig om de kerk meer multifunctioneel te kunnen gebruiken: voor concerten, rommelmarkten, exposities en musicals is het handig als de vaste banken plaatsmaken voor meer comfortabele, verplaatsbare losse stoelen. Aanpassingen van monumentale kerkinterieurs zijn vergunningplichtig vanwege de Monumentenwet. De laatste jaren doen steeds meer kerkelijke gemeenten een beroep op artikel 18 van deze wet. Daarin staat vermeld dat aanpassingen alleen zijn toegestaan `voor zover het een beslissing betreft waarbij wezenlijke belangen van het belijden van de godsdienst of de levensovertuiging in dat monument in het geding zijn'. Vrij vertaald komt dit erop neer dat de vergunning niet geweigerd kan worden als de kerkelijke gemeente kan aantonen dat de aanpassingen noodzakelijk zijn voor de eredienst.
In de Monumentenwet staat dat een en ander geregeld moet worden in overleg en dat er goedkeuring voor nodig is. In de praktijk treden kerkelijke gemeenten soms eigengereid op. In Garyp werd in 007 bijvoorbeeld het gave, statige en karakteristieke interieur uit 178 verwijderd zonder toestemming van burgerlijke en kerkelijke instanties. De karakteristieke inrichting van de Doopsgezinde Kerk in Drachten ging recent teloor. Plannen om oude interieurs grondig aan te pakken, worden uitgevoerd of zijn in voorbereiding voor de kerken van Franeker (Martinikerk), Gytsjerk, Hallum, Huins, Leeuwarden-Huizum, Vrouwenparochie, Raerd, Wolvega, Wommels en Workum.
De door eerdere wijzigingen ontluisterde interieurs van de kerken van Tzummarum en Woudsend kregen onlangs een nieuwe inrichting, die totaal afwijkt van wat in Friesland traditioneel is. Als argument wordt vaak genoemd, dat een nieuw interieur zou kunnen zorgen voor een nieuw elan, een opleving in de kerkgang. In de praktijk valt dat tegen, zeker op de langere termijn. In de Rooms-Katholieke Kerk, waar de interieurvernieuwingsgeest in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw rondwaarde, hebben velen inmiddels spijt en wordt er soms veel geld uitgegeven om kerken terug te brengen in de monumentale staat van weleer. Deze opmerkingen zijn niet bedoeld als een pleidooi om alles bij het oude te houden. `Veranderingen moeten ook nu plaats kunnen vinden, maar vanuit een
59




historisch besef, met respect voor het waardevolle uit het verleden, met smaak en behoud van wat religieus en historisch gezien waardevol is. Kerkgebouwen en hun interieurs zijn velen dierbaar, juist vanwege hun gewijde en historische karakter. Als we ze dat karakter ontnemen en deformeren tot karakterloze multifunctionele centra, dan zal de gemeenschap niet meer de behoefte hebben kerken te gebruiken en zich er voor in te zetten', aldus Sytse ten Hoeve (Leeuwarder Courant, 3 juni
2008).
Een ander verhaal is het wanneer een kerkgebouw zijn oorspronkelijke functie verliest en wordt losgelaten door de geloofsgemeenschap die er vaak eeuwen gebruik van heeft gemaakt. Dan moet er gezocht worden naar nieuwe bestemmingen. In dat geval kan een waardevol monumentaal interieur maar al te makkelijk een `sta in de weg' zijn. In de voormalige gereformeerde kerk van Wierum, nu Museumkerk Eben Ha zer (particulier bezit), hebben de banken plaatsgemaakt voor comfortabele stoelen. In de voormalige hervormde Groate Kerk van Sint Jacobiparochie, nu eigendom van de Stichting Alde Fryske Tsjerken en ge xploiteerd als cultureel centrum, zijn niet alleen de banken maar ook de preekstoel verwijderd (nu te zien in het kerkje op Schokland). In de voormalige hervormde kerk van Raard (Dongeradeel), eveneens eigendom van SAFT, is het gehele interieur wit geschilderd, inclusief preekstoel, ten behoeve van het Oerka Museum van Irene Verbeek dat erin gevestigd is. In het register van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (monumentenzorg) is voor een flink aantal van de 46 monumentale kerken in Friesland vermeld of er een waardevol interieur aanwezig is. Beleidsmatig is echter in eerste instantie niet het Rijk verantwoordelijk voor handhaving, maar het gemeentebestuur. Die moet de afweging maken of het gebruiksbelang van de eigenaar zwaarder weegt dan het belang van het monument op zich.
Minister Plasterk van Onderwijs Cultuur en Wetenschap is voorstander van een versoepeling van het nu nog restrictieve beleid, om alternatief (mede)gebruik gemakkelijker mogelijk te maken. Binnen de monumentenwereld woedt nu een discussie of het niet beter is om een groep monumenten aan te wijzen die het verdient om ze zo veel mogelijk in hun oude staat te behouden, en om het beleid voor de rest te versoepelen (zie het artikel `Heilige huisjes' van Wilma van Hoeflaken in het tijdschrift Oog, nummer 17, 009).


60





8
Het onderzoek waarvan dit rapport het verslag bevat, was er hoofdzakelijk op gericht om antwoord te krijgen op twee hoofdvragen:
Hoe staan de kerken er in Frysl n (bouwkundig) bij, en wat zijn daarbij de eventuele restauratie-achterstanden?
Hoeveel kerken komen er de komende jaren vrij, en wat is daar de (her)gebruikspotentie van? In het voorgaande zijn al een aantal deelconclusies getrokken. Deze zullen per hoofdvraag worden gebundeld en in samenhang worden samengevat. Dit houdt in dat deze kerken met groot onderhoud in goede staat te houden of te brengen zijn en dat veelal herstel of een (deel)restauratie nodig is. De algehele kwalificatie `redelijk' wil niet zeggen dat er niets nodig is om de kerken in die redelijke staat te houden of in betere staat te brengen. Over de gehele linie genomen staan de rijksmonumenten er bouwkundig iets beter voor dan de niet-rijksmonumenten. In het algemeen is het met de bouwkundige conditie iets minder gesteld bij de doopsgezinde, de rooms-katholieke kerken en vooral bij de (PKN) gereformeerde kerken; meer dan 60% van de gereformeerde kerken scoort `matig' of nog slechter.
De instandhoudingbehoefte van de onderzochte 14 kerken is 5, miljoen in de komende
6 jaar. Dit betekent 55,4 miljoen voor alle kerken in Frysl n waarin nog `gekerkt' wordt. De instandhoudingbehoefte ligt bij de rijksmonumenten hoger, met een belangrijk deel (18%) in de duurdere restauraties (> 00.000). Om de niet-rijksmonumenten in stand te houden zijn kleinere bedragen nodig (60% 6,6 miljoen in de komende 6 jaar. Dit kan beschouwd worden als de totale restauratie- achterstand voor alle kerken waarin nog (gedeeltelijk) `gekerkt' wordt. De restauratie-achterstand is het grootst bij de rijksmonumenten, zowel in absolute zin (1,6 keer groter) als ook relatief (8% meer) ten opzichte van de niet-rijksmonumenten. De restauratie- achterstand is vooral te vinden bij de kleinere kerken (84% van de achterstand in de onderhoudscategorie 6.000 per jaar), waarbinnen de achterstand bij de rijksmonumenten weer groter is (1,5 keer groter) dan bij de niet-rijksmonumenten. De achterstand is bij gereformeerde en rooms-katholieke kerken hoger dan gemiddeld, en bij de doopsgezinde en `overige' kerken relatief gezien het kleinst. Ook hier is de relatie met de grootte van de kerk evident. De restauratie-achterstand zit voor 60% specifiek in het exterieur van de kerken en derhalve in het (constructief) bouwkundig herstel.
61




Er is hierbij een verschil tussen rijksmonumenten ( % van de achterstand in kerken met meer dan 00 leden) en niet-rijksmonumenten (57% van de achterstand in kerken met meer dan 00 leden).

Het gaat hier om 5 kerken die een gezamenlijke achterstand van ruim , miljoen hebben, waarvan driekwart rijksmonument is.
Eenvijfde deel van de achterstand komt voor bij kerken waarvan men de kans dat daar over
10 jaar nog erediensten worden gehouden, negatief inschat. Hierbij is er weinig verschil tussen rijksmonumenten en niet-rijksmonumenten.
Door de grote groep (54 kerken) die de enqu te op dit punt niet heeft ingevuld, zou dit bedrag nog veel hoger kunnen uitpakken.
Bij de 55 van de 551 kerken waarvan de cultuurhistorische waarde is bepaald, is er sprake van een `top' van 8 kerken ( %) die `hoog' gewaardeerd worden. Van de 55 kerken zijn 114 (45%) `hoog' gewaardeerd op het onderdeel `architectonische waarde'. Voor wat betreft het onderdeel `interieur' is dit lager; 87 kerken ( 4%). De `ensemblewaarde' oftewel de waarde van de kerk in zijn ruimtelijke context, wordt `gemiddeld' gewaardeerd in een grote groep van 178 kerken (70%). Kortom, de kerk wordt vooral gewaardeerd vanwege de architectuur, maar ook als belangwekkend gebouw in zijn omgeving.
Van de 55 kerkgebouwen scoren de (PKN) hervormde kerken (59) en rooms-katholieke kerken (10) met respectievelijk 4% en 46% `hoog' op de totale cultuurhistorische waarde. De (PKN) gereformeerde en doopsgezinde kerken scoren `laag' met respectievelijk 74% en 76%. Blijkbaar worden de `oude' kerken hoger gewaardeerd, dan de `nieuwere' kerkgebouwen. De gemiddelde restauratie-achterstand per kerk is het grootst bij de `hoog' gewaardeerde kerken ( 1% meer dan het gemiddelde). Meer dan de helft van de restauratie-achterstand in miljoenen euro's is te vinden bij de `gemiddeld' gewaardeerde kerken. Bij de 150 gewaardeerde en bouwkundig onderzochte kerken, bestaat eenderde van de restauratie- achterstand ( 6,5 miljoen) uit een dertiental grotere restauraties. Meer dan de helft van dit bedrag ( ,5 miljoen) is nodig voor 6 `hoog' gewaardeerde kerken. Een groep van 5 `gemiddeld' gewaardeerde kerken heeft 5,6 miljoen restauratie-achterstand. De restauratie- achterstand bij de `laag' gewaardeerde kerkgebouwen is relatief laag; geen grote restauraties, maar 0 kleine restauraties. Er is een probleemgroep van kerken die een grote restauratie (gemiddeld 461.000 per kerk) nodig hebben. Daar zit maar n niet-rijksmonument bij.
6





74 eigenaren schatten de kans als `zeer klein' tot `matig' in dat hun gebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst. Nog eens 4 eigenaren weten het niet. Daarmee kan de `risicogroep' vastgesteld worden op tenminste 74 tot 117 kerkgebouwen. Opmerkelijk zijn de verschillen per denominatie. Kijkend naar de `negatief' ingeschatte kans (matig, klein en zeer klein), ligt die bij de (PKN) gereformeerde kerken ( %) en (PKN) hervormde kerken (17%) het hoogst. De rooms-katholieke kerken zijn het meest positief over de kans dat hun kerken over
10 jaar nog erediensten hebben (80%), de gereformeerde kerken het minst positief (66%).

In totaal 5 eigenaren schatten de kans als `zeer klein' tot `matig' in dat hun kerkgebouw over
10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst en geven tegelijkertijd aan dat hun inkomsten voor niet meer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het gebouw. Als de termijn verlengd wordt tot 10 jaar, gaat het om 6 kerkgebouwen.

Voor in totaal 16,7% van de gebouwen met een hoge architectonische waarde is de kans `zeer klein' tot `matig' dat ze over 10 jaar nog in gebruik zijn. Van de kerkgebouwen met hoge architectonische waarde, is de helft in eigendom van kerkelijke gemeenten met minder dan 00 leden.
De kans dat deze dorpen een herbestemming vinden en organiseren voor het eventueel vrijkomende kerkgebouw, is volgens Doarpswurk klein.
6




Bij deze 16 kerken die mogelijk als dorpshuis of multifunctioneel centrum zouden kunnen worden herbestemd, is er:

- sprake van geringe bestuurskracht en een klein bestuurlijk-organisatorisch potentieel;
- volgens 8% van de kerkelijke gemeenten zelf geen sprake van dat de kerk binnen 10 jaar vrijkomt voor herbestemming;

- sprake van kleine kerkjes met een grote cultuurhistorische waarde;
- sprake van relatief grote restauratie-achterstand.

Bijna de helft van alle Friese kerken heeft een kerkhof rondom, waarvan meer dan 90% nog in gebruik is als begraafplaats. In meer dan de helft van de Friese kerken wordt het interieur als belangwekkend en van cultuurhistorische waarde gezien. Van de eigenaren vindt 60% dat het interieur beperkingen oplegt aan het nevengebruik en 46% vindt dat ook omgevingsfactoren beperkend zijn. Dit terwijl 1% de kerk `slecht' of `matig' geschikt vindt voor nevengebruik en 6% de kans `groot' of `redelijk' inschat dat er over 5 jaar nevenactiviteiten in het kerkgebouw zullen plaatsvinden. Meer dan de helft van het aantal kerkgebouwen (5 %) wordt momenteel al gebruikt voor niet-kerkelijke nevenactiviteiten. De aanwezigheid van aan- of ingebouwde nevenruimten, keuken- en inpandige toiletvoorzieningen verhoogt juist de huidige (neven)gebruiksmogelijkheden en daardoor ook het gebruikspotentieel voor eventuele nieuwe functies. Deze voorzieningen zijn grofweg in tweederde van alle kerken waarin kerkdiensten plaatsvinden, aanwezig. Blijkbaar is er meer bestuurspotentieel aanwezig als er waarden of bijzondere omstandigheden en/of belemmerende factoren in het geding zijn. Anderzijds zal van alle kerken die een kerkhof rondom hebben, 1 % binnen 5 jaar zijn inkom- sten zien opdrogen en 8% binnen 10 jaar. Van alle kerken die een belangwekkend interieur hebben, zal 17% binnen 5 jaar zijn inkomsten zien opdrogen en 45% binnen 10 jaar. In het algemeen kan worden gesteld dat 78% van de restauratieachterstand voorkomt bij kerken die als zodanig nog een kerkelijke functie vervullen. Die restauratieachterstand bij kerken in functie van bijna 1 miljoen, komt voor bij kerken waarvan 5 % een kerkhof rondom heeft, waarvan 6 % een waardevol interieur heeft en waarvan 48% beperkende omgevingsfactoren kent. Van de 150 kerken met een restauratieachterstand die nog een kerkelijke functie hebben, is de restauratieachterstand relatief veel hoger bij kerken die een kerkhof hebben (aangrenzend of rondom); die achterstand is gemiddeld 159.878 per kerk, terwijl de restauratieachterstand bij kerken die geen kerkhof hebben gemiddeld 119.877 per kerk is. Dit beeld is bij kerken met een belangwekkend of waardevol interieur ongeveer hetzelfde. Zo is de gemiddelde restauratieachterstand bij kerken met een waardevol interieur
150.4 en bij kerken die geen belangwekkend interieur hebben 115.97 . Dat de
64




restauratieachterstand relatief groter is bij kerken met een kerkhof en een belangwekkend interieur, (b)lijkt logisch. Eerder werd al geconstateerd dat de restauratieachterstand groter is naarmate de cultuurhistorische waarde hoger is. De aanwezigheid van een waardevol interieur is daar een onderdeel van. Echter, ook de aanwezigheid van een kerkhof lijkt de achterstand te vergoten. Bevestigd wordt wel dat de aanwezigheid van een waardevol interieur en een kerkhof als een belemmerende en (dus ook) kostenverhogende factor moeten worden gezien.

Gesteld kan worden dat van de groep van 180 kerken voor het gebruikspotentieel die een hoge architectonische waarde hebben, 9 % een kerkhof heeft (aangrenzend en rondom),
74% een waardevol interieur heeft en 64% (belemmerende) omgevingsfactoren kent. Van de kerken die een interieur met hoge waarde hebben, heeft 80% een kerkhof (aangrenzend en rondom), 70% een waardevol interieur volgens de kerkeigenaar en 6 % (belemmerende) omgevingsfactoren. Van de kerken die een kerkhof (aangrenzend en rondom) hebben, is het interieur in 8% van de gevallen van hoge waarde, in 41% `gemiddeld' en in 1% van `lage' waarde. Van de kerken die volgens de eigenaren een belangwekkend interieur hebben, is volgens de `experts' het interieur in 41% van de gevallen ook van hoge waarde, in 40% `gemiddeld' en 19% van `lage' waarde. Bij de groep gebruikspotentieel van 180 kerken, zijn deze percentages respectievelijk 6%, 44% en 0%. De eigenaren lijken het interieur van hun kerk dus belangwekkender te vinden of hechten er meer `belevingswaarde' aan dan de `experts' aan het gebouw toekennen op grond van monumentale waarden van het interieur. De algehele bouwkundige conditie van de historische Friese kerk is `redelijk'. Met groot on- derhoud zijn deze kerken in goede staat te houden of te brengen, waarbij veelal herstel of een (deel)restauratie nodig is. Dit wil niet zeggen dat er niets nodig is om het in die re- delijke staat te houden of in betere staat te brengen. Over de gehele linie genomen staan de rijksmonumenten er bouwkundig iets beter voor dan de niet-rijksmonumenten. In het al- gemeen is het met de bouwkundige conditie iets minder gesteld bij de doopsgezinde, rooms-katholieke en (PKN) gereformeerde kerken.
De instandhoudingbehoefte van alle kerken in Frysl n waarin nog `gekerkt' wordt, is 55,4 miljoen in 6 jaar. De instandhoudingbehoefte ligt bij de rijksmonumenten hoger, met een belangrijk deel (18%) in de duurdere restauraties van boven de 00.000). Om de niet- rijksmonumenten in stand te houden zijn kleinere bedragen nodig (60%
65




Op enkele hoogstnoodzakelijke grotere restauraties na, gaat het in Frysl n om een restauratie- achterstand bij 150 kerken voor een totaalbedrag van , 5 miljoen over een periode van 6 jaar die vooral (84%) te vinden is bij een grote groep van relatief kleine kerken. De restauratie- achterstand zit voor een deel ( 8%) in een relatief kleine probleemgroep van grotere en hooggewaardeerde kerken die een grote restauratie nodig hebben, en voor het grootste deel (6 %) in een grote groep van 1 8 kleinere en gemiddeld gewaardeerde kerken die een normale restauratie nodig hebben. Slechts eenvijfde deel van de restauratie-achterstand komt voor bij kerken die binnen afzienbare termijn vrij zullen komen. Van de kerkgebouwen die nu in gebruik zijn, zullen tussen de 74 en 117 kerken hoogstwaarschijnlijk over 10 jaar niet meer in gebruik zijn voor kerkdiensten. Een kwart van de kerkgemeenschappen die deze kerken nu nog gebruiken en instandhouden, heeft minder dan honderd kerkleden. In 15% van de kerkgebouwen is de frequentie van kerkdiensten slechts n keer per maand. Bijna de helft van de kerkgemeenschappen zegt het financieel gezien met hun kerkgebouw niet langer dan 10 jaar vol te kunnen houden. Hoewel de helft van de onderzochte kerkgebouwen structurele inkomsten uit rente en pacht heeft, zeggen 85 dat de inkomsten niet langer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het kerkgebouw. Van de kerken die binnen 10 jaar hun functie zullen verliezen, heeft een kwart een lage architectonische waarde. Er is een probleemgroep van 5 kerken waarvan aangegeven is dat de kans klein is in dat hun kerkgebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst n dat de inkomsten voor niet meer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het gebouw. Als die termijn verlengd wordt tot 10 jaar, gaat het om 6 kerkgebouwen.
In het kader van het maatschappelijk draagvlak, leek het voor de hand te liggen dat als een kerk vrijkomt deze kan worden herbestemd voor een andere openbare functie op sociaal- cultureel vlak, zoals dorpshuis of multifunctioneel centrum. Van de (`risico')groep van eigenaren die denken dat de kans klein is dat hun gebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst, zou voor 16 kerken in Frysl n een herbestemming tot dorpshuis een optie zijn. Gezien de andere `restricties' die er nog bij deze 16 kerken spelen (geringe bestuurskracht, klein bestuurlijk-organisatorisch potentieel, grote cultuurhistorische waarde, relatief grote restauratie-achterstand), kan wellicht in 8 kerken in Frysl n een dorpshuis gerealiseerd worden. Hoewel er natuurlijk afstemming en samenwerking mogelijk is tussen kerk en dorpshuis, lijkt het structureel herbestemmen van vrijkomende kerken tot dorpshuis geen re le optie. Nevengebruik van kerkgebouwen vindt steeds meer plaats (cr ches, zalenverhuur), maar het is niet waarschijnlijk dat hiermee een substantieel deel van de instandhoudingkosten opgebracht zal kunnen worden. Voor kerken die te koop komen te staan, zullen in eerste aanleg andere passende functies moeten worden gezocht. In het licht van het gebruikspotentieel (wat kunnen we met de vrijkomende kerken?) blijken de aanwezigheid van een kerkhof en een waardevol interieur belemmerende factoren te zijn. Van de kerken die mogelijk vrijkomen, heeft bijna de helft een kerkhof rondom (waarvan meer dan 90% nog in gebruik is als begraafplaats) en meer dan de helft een interieur dat als belangwekkend en van cultuurhistorische waarde wordt gezien. Er zijn maar enkele gevallen waar de (her)gebruikspotentie hoog is en de (continu teit van) bestuurlijk-organisatorische potentie ook. Bij de mogelijk vrijkomende kerken ligt de restauratieachterstand relatief gezien hoger, mede door de aanwezigheid van een waardevol interieur en zelfs door de aanwezigheid van een kerkhof.

66





67




De hervormde kerk van Jirnsum


68





9 De hervormde kerk van Jirnsum wordt per 1 januari 010 buiten gebruik gesteld. Het uit 1878 daterende gebouw, dat voorzien is van een gaaf en zeer rijk negentiende-eeuws interieur en een fraai Van Dam-orgel, wordt vermoedelijk verkocht. Plannen om er een andere bestemming aan te geven, zijn er nog niet. `Wie het weet, mag het zeggen.' De Hervormde Gemeente Jirnsum is formeel nog steeds een zelfstandige gemeente, die dus ook een eigen kerkenraad heeft. Die bestaat op dit moment uit n persoon. In de praktijk wordt al jaren samengewerkt met de zustergemeenten van H ns-Leons, Mantgum-Skillaerd, Dearsum en Raerd-Poppenwier (in totaal 1 5 leden). De predikant, die gezamenlijk betaald wordt en een aanstelling voor 50 procent heeft (en in Reduzum-Friens-Idaerd nog eens 50 procent), preekt bij toerbeurt in de verschillende dorpen. Op papier telt de Hervormde Gemeente Jirnsum 5 leden. Bij de kerkdiensten, die 8 keer per jaar worden gehouden (een keer per maand, als tweede dienst van de predikant om 11.00 uur, behalve in de lange zomerperiode) komen er hooguit 1 kerkgangers, waarvan 4 of 5 uit buurdorpen. Dat aantal is inclusief de predikant, de organist en diaken Sake Weiland, die tevens als koster functioneert.
Weiland is al geruime tijd het enige kerkenraadslid in functie. In februari 008 heeft hij alle leden uitgenodigd voor een gemeenteavond. `Bij die gelegenheid besloten de twaalf aanwezigen een punt te zetten achter het zelfstandig voortbestaan en te fuseren. Niet met het veel grotere buurdorp Grou, waar overigens de meeste gereformeerde Jirnsumers ter kerke gaan, maar met Raerd-Poppenwier.'
De streekgemeente die daarmee ontstaat, neemt de hele boel in Jirnsum over, legt Weiland uit. `Kerkgebouw, pastorie (een bungalow uit de jaren zeventig die verhuurd wordt), kapitaal n landerijen.' Dit is behoudens goedkeuring van de kerkelijke instanties. De Jirnsumer hervormden is verteld dat er na 1 januari 010 geen diensten meer in hun gebouw gehouden zullen worden, en dat kerk en pastorie op termijn vermoedelijk verkocht zullen worden. `Het is niet anders', berust Weiland. `Had ik niet in de kerkenraad gezeten, dan was ik ook al niet meer gegaan. Na de fusie zien ze mij niet meer in de kerk; die tijd is gewoon voorbij.'
Financieel zou de Hervormde Gemeente Jirnsum het best nog een tijdje kunnen redden, weet Weiland. `Geld is in Jirnsum, dankzij de opbrengsten uit de bezittingen, het probleem niet. Maar de realiteit is dat er amper mensen in de kerk komen. Voor die acht tot twaalf mensen laat je niet een predikant komen.'
Vanwege het beperkte gebruik van het kerkgebouw vindt er al jaren ook maar heel minimaal onderhoud plaats. `De laatste kerkrentmeester, de heer Nugteren, heeft er altijd voor gezorgd dat het gebouw er keurig bijstaat. Maar hij is nu op hoge leeftijd en al geruime tijd uit de kerkenraad. Inmiddels mag er aan het interieur hier en daar wel wat gebeuren. Maar voor wie doe je het nog?'
De kerk als ziel van het dorp? Voor Jirnsum gaat dat volgens Weiland niet op. `Dat is gewoon niet zo. Rond het voetbalveld is het 's zondags drukker. Ik roep al jaren dat er iets moet gebeuren. Er is wel iemand geen kerklid overigens - die het gras rond de kerk maait. En iedereen vindt ook dat de vlag in top moet als er feest is. En ik word ook wel gewaarschuwd als de klok stilstaat. Maar verder onderneemt niemand actie.' `Als de kerk gesloopt zou worden? Ja, d n krijg ik vermoedelijk iedereen over me heen. Maar nu is er niemand die een idee heeft. Een jaar of vier geleden was er op meerdere locaties een
69




expositie waar alle creatievellingen uit het dorp hun werk konden laten zien. In onze kerk waren toen bloemsierkunst werkstukken te zien. Later is daar nooit een vervolg op gekomen.'

Weiland heeft geen idee welke andere functie de kerk zou kunnen krijgen. `We hebben in Jirnsum al een dorpshuis dat acht jaar geleden nog grondig is verbouwd. Verder zijn er twee kroegen. En er is natuurlijk de rooms-katholieke kerk. Die zit in een relatief jong gebouw. De kans dat zij in onze kerk zouden willen trekken, is volgens mij miniem. Ze hebben een kerkhof achter de kerk, dus die zie ik niet verhuizen.'
Het derde kerkgebouw in Jirnsum, de voormalige doopsgezinde `Fermanje', heeft al wel een nieuwe bestemming gekregen. `Die is alweer een tijdje geleden verkocht aan een particulier, die een gedeelte bewoont en een ander gedeelte gebruikt voor exposities. N g een culturele ruimte erbij is volgens mij niet realistisch. Dus nee, ik heb geen idee wat er met de kerk moet gebeuren. Zeg het maar Ik roep het maar heel hard rond: uiteindelijk heb je natuurlijk maar n spreekwoordelijke gek nodig die er een idee bij heeft.' Een besluit over de toekomst van de Jirnsumer kerk wordt te zijner tijd door de kerkenraad van de nieuw gevormde streekgemeente genomen. Daar zit vanaf 010 dus geen Jirnsumer meer in. `Zo is het', beseft Weiland. `Ik ben alleen nog beschikbaar als contactpersoon. Als er een nieuwe bestemming gevonden wordt, willen we dat hier natuurlijk wel graag horen. Maar zeggenschap hebben we dan niet meer. De verantwoordelijkheid ligt elders.' De hervormde kerk van Jirnsum is nog betrekkelijk jong. Hij werd in 1877-1878 op de huidige plaats aan de voormalige Rijksstraatweg gebouwd omdat het hart van Case-studyp2het eerst genoemdKerktEasterwierrumde(Littenseradiel)e vroegere kerk, het dor zich inmiddeR.-K.plaats had richting de rivier de Boarn. D ls ver
die voor wordt in stukken uit veertiende eeuw, stond aan de HoertgteindvnegentiendeoomismvanHegweeegaanumensenennogZonenbeweging.parochielevoendvoorpnagoern zomkdomtgevDaarbijHopelijkzicht.nk`WeaodieetaelgpeamoGemeente).Eamnsnvan.rDneebuougebouwiwaseergr te k eejsouuinveigendomor suknaohHervormdeoalsiebveannaafpsltaeartwiiedreuemomearagkenzvchri a- pot anderinmiddelsakraa n- de anldreeditennchi)
pulskerk. en.catie. inenssteerslechtade ,pvarechaninikdoe tveonhetouwd voor de oueenim- bnderlaadarntojert r e
Ts trkeruo redew
e b n, tg l ka
( ne egr a a s s rdie ( v ri t s steedser tetmeeseeeuw ai iskekrenst e
e st. tdaan l rDe hoge kosten t a toe.
de omde k ez t Het arhersteldevormden i sn t vroegere chmwaneinog o i wbouvst ee p e te e lo maaktekrijgenwenie we najaareproberengeb ' Het orgel in de deVan Dam in de orgelbouwer kerk was in1869 uit Leeuwarden gebruik van Deendeurooms-kietsatholiekSintkrerkmenbouwererkWVoltervergvrantEasterwierrum,onminweeneninnieen k rooms-kawtholiekaedeeve Wirokerkan gebouwdatero1926,nnaariseenrtontwerpeanrmonu- o d pijp erk. N huizing v ishet an D in Riele.aHetmeeneasze ieu vke debe- m rgel i 1878 naa d k, mentwalsddeemFrieslanddbelangrijkeokoerkeisdor2000dgrondigeving.Deuimaarhiwelto sch veelsterkveoor atoudereijden ormdeekzijvel(1905)en eomg gerestaureerd. tec er het aan weersz et loz den oo . D ar w het instrum t oogpunt r
wat duidelijkerbeel bhervlendv rh tin p
eaanwezig.
epa tarc OppapieEasterwierrum,otorbersum,amaerokrhwaenro,otBpneandde,reSibr0andabuorren,opersoal,nBoa5 ledeninstandhoudingrvanhkerkelijkesgemeentenmoppenklesoelaas. Dedsituatie enoTnvooreder22- zumeeneuawoertn BiledenmalstellendeBijaoor.eeerevdienspeawiere14 a ressenbiedt gev e kom,vnWmozedel,twvntrikwchenwMraennngvuDed,Ded,nauwelijks in fusie dekleine ie a rwier toten streekgemeenten e een isina r ee rond Jirnsum d ijk retsr v D ld
helde
i n er l b itlitt nal Jir zs. nt rmpj i inclusiefwordtngebruikt
De rteltvan paoc devkerkgebouwenruPvtrmderk knvanastuwreeenkggehuIudgdeetwraktink er irhet'tien goert,eanEa teR. Jr
aula. akde kerkdiensten ,weeomkeer in de twee weken ordej, sondet. r k
e P dieieen i r isEadeensumeebroik eeneld, s in DenParochiewordenWirogehouden,samenigerestaureerd.eInaHeteanbezoekers geteld.ergea-Jirnsumusen Jir suemalaatsteooptijdbhetuigeval deZualleseensgeznman. mvnparocnringeblJad.demaarolffIiese15eeuit Raerd
deminKnimaman nt`O euro d' rdemaar amper 10 Wytgaard,netWalsninasWkerk miljoen wordenmetook parochiesDearsumbdrijftlde e Mantgum S Deze arten i e g z lijk et a to,is Boukwordendegehoudens onderReduzum,eAegum,nIdaerdesrawmeernumrafknodmspiarischDaarbijmde gendekerkgangers.vanousdvanuigrotevoanzivnngnvdeEaehaken veel eke e tgo. no.carmerian wordt heH.voor anwerktmwas - en.Eop en amenlzjt, maaJahiuwe.ijksEkucharingers. ook -i
nutver1, d Lekkum,hebb
ZinndBijlogeervorminghvan pastoriengoestreekgemeente rtpaterFriens komen m al. H en Leons r a l kWrkga e ea Ookgaenetrdieuinddemoeilijker
b d t ec arieen edleidinge n g enig bs eni rwkerkgangers af.
10 tot w k- ti i i a d`O Zuid'wordt hethijtee s
,nerin , diensten sevitrie mg vnanoemeritue iikkerkelijkalevenlin e p stirevi n- de
s m Wekwame ambtsdragers/bestuurders te vinden. n jergea. vis b
HveerHdentcontinuïteitonvganteedemparochie,eveerteellenedPeoredtenesnKerkznc(interimaucaoorzitter), oi teeHettingaeenndnerrmwonen,inoEasterswierrum;tdeisa)aenKroameri hezdoerrgaennvtkpomenon). etkergens tuuKevk rdEea(sneernieeguemehnteftanoe rhannest e om i N Volkbesde rra ittrwrrrl m ) v gd tes an l dteomaken m et P etikeraenrana iuit
Alleen ngk(p T a ensten)teTzmvVnspers(osneJobart
irs e i r ecnees r anderenbestuursleden erino uit n. JarmTeeerlras(denit F i cost tie s dedorpenindeomgeving.

70




Jirnsum dus al geruime tijd `niet-kerkordelijk'.
Een kerkelijke gemeente die wil fuseren of het gebouw wil verkopen of overdragen aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken, heeft toestemming nodig van de kerkelijke instanties. Binnen de Protestantse Kerk in Nederland is het Regionaal College voor de Behandeling van Beheerszaken (RCCB) daarvoor het aangewezen orgaan.


71




De rooms-katholieke kerk van Easterwierrum


7




Het bestuur van de rooms-katholieke parochie van Easterwierrum maakt zich grote zorgen over de toekomst. Het aantal parochianen dat naar de eucharistievieringen komt is de laatste jaren sterk gedaald, evenals de inkomsten. De bodem van de spaarpot komt inmiddels in zicht. `We gaan dit najaar proberen het parochieleven een impuls te geven. Hopelijk krijgen we de mensen nog in beweging.'
De rooms-katholieke Sint Wirokerk is gebouwd in 19 6, naar een ontwerp van de bekende rooms-katholieke kerkenbouwer Wolter ter Riele. Het is net zo min een monument als de iets oudere hervormde kerk (1905) van Easterwierrum, maar wel in een veel sterkere mate beeldbepalend voor het dorp en de omgeving. De uit architectonisch oogpunt voor Friesland belangrijke kerk is in 000 grondig gerestaureerd.
Op papier telt de parochie van Easterwierrum een kleine 140 adressen en ongeveer 5 leden in Easterwierrum, Dearsum, Raerd, Poppenwier, Sibrandabuorren, Tersoal, Boazum, Wiuwert, Britswert, Mantgum, Jorwert, Baard en Easterlittens. In de praktijk komen er zo'n twintig mensen naar de erediensten, die om de week gehouden worden, inclusief het tien leden tellende koor.
De Parochie H. Wiro werkt samen met de parochies van Wytgaard, Wergea-Warten en Jirnsum in het verband `Om de Zuid'. Er is een gezamenlijk betaalde lekenpastor, Susan Boukema- Koopman uit Lekkum, en een gezamenlijk parochieblad. Eucharistievieringen worden gehouden onder leiding van emeritus pater Jaring J. de Wolff o.carm uit Zandbergen, die vanouds uit de omgeving van Easterwierrum afkomstig is. In de weekeinden dat er eucharistievieringen zijn in de vier samenwerkende parochies `Om de Zuid', logeert hij in de pastorie van Wergea.
Het kerkbestuur van Easterwierrum heeft goede redenen om zich zorgen te maken over de continu teit van de parochie, vertellen Johannes Kramer (interim voorzitter), Piet Hettinga (penningmeester), Tom Visser (secretaris) en Jan Terra (contactpersoon). Alleen Hettinga en Terra wonen in Easterwierrum; de andere bestuursleden komen uit de dorpen in de omgeving. `Het is moeilijk om met een paar mensen de parochie draaiende te houden. We gaan dit najaar met de parochianen in gesprek om te kijken of we met elkaar toch niet een soort basisgemeente in stand kunnen houden. Het parochieleven heeft een nieuwe impuls nodig. Er is een harde kern die alles op alles wil zetten om de parochie in stand te houden, maar die groep is nu te klein. Wij zijn zelf zo ongeveer de jongste bezoekers; van onder de vijftig zie je niemand meer in de kerk.'
Toen Tom Visser (Wiuwert) zich negen jaar geleden bij de parochie aansloot, waren er nog misdienaars tijdens de eucharistievieringen. Op een gegeven moment realiseerde hij zich dat die allemaal verdwenen waren. `Mijn kinderen gingen nog naar de cr che en de kindernevendiensten', herinnert ook Piet Hettinga zich nog goed. `Het is allemaal verdwenen, net als het jongerenkoor en de catechese. Voorbereidingen voor het vormsel en de eerste communie: het is allemaal voorbij.'
`Tijdens Palmpasen is de kerk redelijk goed bezet met jonge gezinnen en jongeren', weet Jan Terra. `De rest van het jaar zie je ze niet.' Het gaat hem als Easterwierrumer `ik woon hier al veertig jaar' echt aan het hart. `Dit is een dorp van alles samen. Er is een dorpshuis en een school. De begraafplaats bij de middeleeuwse toren is ondergebracht in een brede stichting. Maar in de parochie wordt het steeds moeilijker.'
Financieel kan de parochie het nog enkele jaren volhouden, vertelt penningmeester Piet Hettinga. `In 008 moesten we opnieuw een beroep doen op de reserves. Die zijn niet zo groot hoor. De caritas (de rooms-katholieke variant van de diaconie) heeft nog wel een spaarpotje, maar zal dat geld, dat bestemd is `voor de armen', nooit allemaal in de kerk willen steken. Er moet dus echt wat gebeuren.'

7




Over de gebouwen van de Rooms-Katholieke Kerk gaat de bisschop van Groningen, niet het lokale parochiebestuur. `Het betekent dat de toekomst van het kerkgebouw uiteindelijk niet bepaald wordt door het parochiebestuur, maar door de bisschop', legt waarnemend voorzitter Johannes Kramer uit.
Landelijk is de lijn dat de gewijde kerkgebouwen alleen gesloopt mogen worden en niet herbestemd voor wonen of werken. De vele rooms-katholieke kerken in het zuiden van het land die inmiddels wel een nieuwe functie hebben gekregen, zoals de Dominicuskerk in Maastricht waarin nu een boekhandel gevestigd is, laten zien dat dit beleid in voorgaande jaren anders dan nu - niet altijd zo zwart-wit werd uitgevoerd. Maastricht is een voorbeeld van een vroege herbestemming. Vandaag de dag houden de bisschoppen onverzettelijk vast aan sloop van kerkgebouwen die niet meer in gebruik zijn. Nevengebruik van de kerk is binnen de Rooms-Katholieke Kerk formeel ook niet toegestaan. Het kerkgebouw wordt beschouwd als heilige, `gewijde grond'. In Easterwierrum vinden zo nu en dan wel wat `rustige' culturele activiteiten in de kerk plaats, met optredens van een korps en een koor. `En het Berne-iepenloftspul wijkt naar de kerk uit als het slecht weer is tijdens de uitvoeringen', vertelt Terra.
Het kerkbestuur van Easterwierrum is op dit moment op zoek naar een nieuwe voorzitter. Johannes Kramer neemt waar zo lang die nog niet gevonden is. De vorige voorzitter, Piet van Putten, heeft na acht jaar afscheid genomen. Hij was ook waarnemend voorzitter van het samenwerkingsverband `Om de Zuid'. In het nummer van juli 009 van het gezamenlijke parochieblad `Fjouweresom' schrijft hij dat een fusie van de vier parochies `misschien noodzakelijk is, maar niet erg'. `Een centraal bestuur ( ) kan dan allerlei taken ( ) overnemen van vrijwilligers. Parochianen kunnen zich dan ( ) concentreren op het pastorale werk, op goede gezamenlijke vieringen, en waar dat mogelijk is aansluiten bij wat er gebeurt in eigen dorp of streek. De parochiegemeenschap kan dan, eventueel zonder bestuur en zelfs als het moet zonder gebouw, blijven bestaan als hedendaagse geloofskern midden in de samenleving. Dat geloof is er bij mij na acht jaar nog steeds.' Het kerkbestuur dat er nu zit, wil daar nu geen uitspraken over doen. `We gaan er alles aan doen om het parochieleven nog een impuls te geven. Hopelijk lukt het nog om het tij te keren', vat Jan Terra samen. `In december weten we meer.'
Over de vraag wat er met het kerkgebouw moet gebeuren als alle inspanningen vergeefs blijken, wil het parochiebestuur nu nog niet nadenken. `Als je nuchter nadenkt, weet je dat het goedkoper is om te fuseren en een busje te laten rijden naar Jirnsum', verzucht Tom Visser. `Maar daar kunnen we op dit moment (augustus
009) niet mee naar buiten treden, want dan hebben onze pogingen dit najaar bij voorbaat geen zin meer.'

74




Het aanzicht van Easterwierrum wordt bepaald door de losse middeleeuwse kerktoren op de oorspronkelijke terp (de `Tsjerkebuorren') en de neogotische rooms- katholieke kerk. De hervormde kerk, die de nog (!) in 1905 gesloopte middeleeuwse dorpskerk verving, valt nauwelijks op en heeft geen monumentale waarde. Het gebouw wordt hooguit een keer per kwartaal gebruikt door de Protestantse Streekgemeente De Slachsang, waaronder ook Wiuwert en Britswert vallen. De diensten van de Slachsang trekken gemiddeld twintig bezoekers. Dankzij het kerkelijk bezit is er nog geen noodzaak om een van de drie kerkgebouwen af te stoten. `Wy hawwe it der wolris oer: hoe lang kin dit noch sa trochgean?', zegt secretaris Jan Frits Nauta in de Leeuwarder Courant van 4 oktober 008. `Der sil in tiid komme, dat it net mear slagget, mar safier is it noch net.'


75




De Van Harenskerk in Sint Annaparochie


76




De Protestantse Gemeente te Sint Annaparochie heeft er bij de fusie in 004 voor gekozen om op langere termijn verder te gaan met n kerkgebouw, de (voormalige gereformeerde) Gideonskerk (19 5). De kerkrentmeesters willen de veel oudere (voormalige hervormde) Van Harenskerk (168 ) op korte termijn al onderbrengen in een stichting die los van de kerkelijke gemeente staat. `Het grote probleem is: wat m et je met dat gebouw?' Toen de Gereformeerde Kerk van Sint Annaparochie (1100 leden) in 004 fuseerde met de Hervormde Gemeente ( 50 leden), telden ze samen nog 1450 zielen. Inmiddels is dat aantal met honderd gezakt. Gezien deze getalsverhoudingen lag de keuze voor de Gideonskerk voor de hand, mede ook vanwege het grotere bijgebouw (De Bining) bij de Gideonskerk. Het minder grote bijgebouw van de Van Harenskerk (De Schakel) is inmiddels verkocht aan een woningcorporatie en heeft een nieuwe bestemming gekregen. De diensten in de Gideonskerk worden wekelijks bezocht door 150 tot 00 mensen. De Protestantse Gemeente heeft anderhalve predikantsplaats en een kerkelijk werker in dienst voor 60%. Dat geeft al aan dat de financi n niet de directe reden zijn om de Van Harenskerk af te stoten. `Het is de verantwoordelijkheid voor twee gebouwen waar we vanaf willen', legt kerkrentmeester Teake Brandsma uit.
De Van Harenskerk wordt nog maar een paar keer per jaar gebruikt, met name tijdens de zomermaanden, de bid- en dankstond voor gewas en arbeid, de Kerstnachtdienst en voor enkele zangdiensten op zondagavond. `We hebben bij de fusie afgesproken dat we beide gebouwen tien jaar zouden aanhouden', zegt Brandsma. `Maar wat moet je met een gebouw als er maar zo weinig in gebeurt?'
De discussie over de toekomst van de Van Harenskerk is in een stroomversnelling gekomen toen een groepje gemeenteleden zich sterk wilde maken om het achttiende-eeuwse Radeker- orgel in oude luister te herstellen. Het oorspronkelijke pijpwerk van dit orgel is ooit verkocht toen er geen geld was voor een hoogstnoodzakelijke restauratie. Op dit moment ligt het pijpwerk opgeslagen bij orgelbouwer Reil in Heerde. `Voor het herstel van het orgel is 50.000 euro nodig. Als kerkrentmeesters vinden we dat daar niet zo maar toe besloten kan worden, zonder eerst over de toekomst van de Van Harenskerk te spreken. De kerkenraad wil daar in de herfst van dit jaar een beslissing over nemen. Ik verwacht dat gekozen wordt voor overdracht aan een dorpsstichting, f overdracht aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken.' Als de Van Harenskerk in een stichting wordt ondergebracht, willen de kerkrentmeesters bedingen dat de kerk nog een keer of 15 per jaar kan worden teruggehuurd voor trouwerijen en begrafenissen en voor een aantal kerkdiensten. Het gebouw moet dan ook in de huidige staat blijven bestaan, en mag dus niet worden omgebouwd tot woning of bedrijfspand. De belangrijkste reden om het gebouw af te stoten, is dat de kerkenraad van de verantwoordelijkheid en de risico's af wil van twee gebouwen. `Het onderhoud wordt nu nog zo veel mogelijk gedaan door vrijwilligers. Deze zomer hebben we met elkaar nog de vloer geverfd. Met zo'n oud gebouw is er altijd wat.'
Rond de Van Harenskerk functioneert een vrij actieve `commissie open deuren'. Daarin zijn ook verschillende dorpelingen actief die geen kerklid zijn. Zij verzorgen de openstelling op zaterdagmiddag, organiseren acties (zoals recent nog voor de aanschaf van nieuwe lopers in de kerk), werven donateurs en proberen in het algemeen belangstelling te wekken voor de Van Harenskerk. `De verhouding tussen de kerkrentmeesters en deze commissie is een tijdje verstoord geweest', zegt Brandsma. `De laatste twee jaar gaat het gelukkig weer een stuk beter. Of de commissieleden bereid zijn om verder te werken onder de vlag van een stichting? Daar is nog niet over gesproken. Ons uitgangspunt is wel dat de kerk zo breed mogelijk gedragen moet worden door het dorp. Vandaar ook dat we contact hebben opgenomen met plaatselijk belang.'
Plaatselijk belang Sint Annaparochie telt 450 leden, die elk 5 euro per jaar betalen. Voorzitter
77




Wim Koopmans is tevens lid van de Protestantse Gemeente. `De toekomst van de Van Harenskerk heeft bij ons nog niet op onze agenda gestaan. Maar als het op onze weg komt, ben ik de eerste om ervoor te vechten. Ik denk dat ik de rest van het bestuur wel meekrijg om in ieder geval een afvaardiging te leveren voor het toekomstige stichtingsbestuur.' Het grote probleem is dat ook Koopmans `geen idee' heeft wat er met de kerk moet gebeuren als die in een stichting is ondergebracht. `N g een cultureel centrum ligt niet voor de hand, met de Groate Kerk in Sint Jacobiparochie op zo'n korte afstand. De Van Harenskerk is een beeldbepalend monument, met een bijzonder rijke historie die samenhangt met het ontstaan van het Bildt. Niemand zou het pruimen als hij zou verdwijnen. Maar een goede bestemming? Ik zou het niet weten.'
De Protestantse Gemeente heeft de afgelopen decennia een aardige reserve kunnen opbouwen, mede dankzij de inkomsten uit bijgebouw De Bining en enkele legaten. Als de Van Harenskerk wordt overgedragen aan een stichting, wil de Protestantse Gemeente dan ook ongeveer de helft van het vermogen beschikbaar stellen als `bruidsschat' ( 50.000 euro). `Daarmee moet de nieuwe stichting zich goed kunnen bedruipen', denkt Brandsma. Koopmans verwacht dat het niet makkelijk zal zijn om in het dorp voldoende draagvlak te vinden voor de instandhouding van de Van Harenskerk. `Sint Annaparochie is de afgelopen 5 jaar explosief gegroeid. Maatschappelijk gezien is het dorp `los zand' geworden. Veel bewoners werken buiten het dorp en hebben minder binding met de plaats zelf. Laat staan met de Van Harenskerk.'
Vijfkerken
Bijlage1Kerkenlijst
Sint Annaparochie is een dorp met circa 000 inwoners. Er zijn twee zalencentra. Naast het bijgebouw De Bining bij de Gideonskerk is er ook nog een multifunctioneel centrum, `Ons Huis'. De begraafplaats ligt tegenover de Gideonskerk. Begrafenissen vinden dan ook vaak vanuit De Bining plaats. In het dorp staan nog drie andere kerkgebouwen. De doopsgezinde Vermaning (1871) aan de Statenweg wordt circa een keer per maand gebruikt. De rooms-katholieke kerk (1959) wordt wekelijks gebruikt voor eucharistievieringen met 50 tot 100 parochianen uit de wijde omgeving. De voormalige Noorderkerk (een zogenaamde `Doleantiekerk') wordt gebruikt als meubelopslag; eigenaar Prebohus is bezig met een projectplan voor het gebouw. De voormalige `Afscheidingskerk' is in de jaren zestig van de vorige eeuw afgebroken. Hier staat nu nog de openbare bibliotheek, maar ook daar zijn alweer sloopplannen voor.

78




Monumentenzorg

Het voorbeeld van Sint Annaparochie laat helder zien dat kerkelijke gemeente de instandhouding van monumentale kerkgebouwen niet als haar taak zien. Zelfs als er nog geen financi le tekorten zijn, moet er vaak toch uit kostenoverwegingen (`goed rentmeesterschap') voor gekozen worden om het aantal gebouwen terug te brengen. Pastoraat (zielzorg) heeft voorrang boven stenen (instandhouding van de gebouwen). Met name in protestantse kringen wordt onder het woordje kerk allereerst de `levende gemeenschap van Christus' verstaan, de gemeenschap van mensen, en pas in tweede instantie het gebouw. Uiteraard leveren de keuzes binnen kerkelijke gemeenten wel spanningen op, omdat er ook kerkleden zijn die uit religieuze, emotionele en/of culturele overwegingen een eeuwenoud godshuis niet willen en kunnen missen en niet willen afstoten.

Eenbijzonderekerk
Uit oogpunt van cultuurhistorie is de Van Harenskerk uit 168 niet zo maar een dorpskerkje, maar een van de belangrijkste kerkelijke monumenten van Friesland en ook een gebouw van nationale allure met zelfs internationale aspecten. Het is in de provincie een van de weinige voorbeelden van zeventiende-eeuwse kerkelijke centraalbouw.
De kerk heeft een uitzonderlijk rijk ingericht interieur met een van de fraaiste Friese preekstoelen. Het overdadig met snijwerk versierde pronkstuk is een geschenk ter herinnering aan de hertogin van Simmern, prinses Maria van Oranje Nassau, de dochter van Frederik Hendrik. Een rijk gedecoreerde herenbank herinnert aan het bekende geslacht Van Haren, evenals een grafkapel met imposante koperen deuren, die een geschenk zijn van de koning van Zweden. Van het orgel van Johan Radeker, een medewerker van de vermaarde Christian M ller, is de rijk gebeeldhouwde kast bewaard gebleven.
Veel mensen denken dat Rembrandt in deze kerk getrouwd is met Saskia, dochter van burgemeester Rombertus Uylenburgh van Leeuwarden. Dat klopt niet helemaal: het huwelijk vond in 16 4 plaats in de voorganger van de Van Harenskerk, die op dezelfde plaats stond. Op het plein voor de kerk zijn Rembrandt en Saskia vereeuwigd in brons.
De Van Harenskerk is een voorbeeld van een Friese dorpskerk die door monumentale en cultuurhistorische waarde niet alleen van plaatselijk, maar van nationaal en internationaal belang is.

79









81




rouwlocatie"T "Muziekschool; woning

gebruik bij oning oning rouwlocatie" Bloemenwinkel W W Sociaal-cultureel oning T oning Huidig Sociaal-cultureel W Museum "Museum; Bedrijf/atelier Leegstand 1971 Leegstand W Horeca Garage

buiten
Jaar 1976 2000 2001 2008 Ja 2008 1992 1971 1986 2002 1910 1982 1998 1977 1863 Kerkfunctie gebruik Ja Ja Ja Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee Ja Nee SAFT Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee SAFT Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Kerk Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Denominatie PKN PKN PKN VVH Gereformeerd PKN Gereformeerde Doopsgezind PKN Doopsgezind Gereformeerd PKN Gereformeerd Hervormd PKN PKN Hervormd PKN PKN PKN PKN Gereformeerd Hervormd PKN PKN PKN Doopsgezind PKN RK PKN PKN PKN RK Doopsgezind PKN Gereformeerd Doopsgezind PKN Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
1861? Bouwjaar 12e 1809 12e 1886 1903 1759 1934 1836 1753 1856 1738 12e 1893 1634 12e 1970 1903 1956 1869 12e 1910 ca 1782 1916 14e 1876 1856 1876 1914 1856 1962 1728 1883 1862 1982 1920 1625 1832
6
67
25 14
8 3
29 13 2 3
12 24 4 7-9 11 74 . 44 26
3 1
18 5 2 5 6
6 21 1 8 20
50 3
1 2 Sytstrawei oer Miente 15 T 25 Zuidzijde Kerkstraat
1 Jongstraat `e Sminiaweg Emstweg Odulphusstraat Swinderenstraat artenterp eaze esteres Cammingaw de erp sjerkebuorren an sjerkepaed an aart . sjerkewâl sjerkewâl an Adres Mockamawei W T Jonkerschap Monnikenweg Om Koarte Buorren T Andringastraat W V Kerkbuurt Kerkbuurt T Mounebuorren W V V Kerksingel V Oude Lutjewoude Pypkewei Geawei Aldedyk Harmen Dekemawei Sint T T V Raadhuisstraat Raadhuisstraat S. Gaaikemastraat Wilhelminastraat Camminghastraat Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Beeldkerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Gereformeerde en rijzinnig refkerk Odulphuskerk Ludgeruskerk V Gereformeerde kerk Doopsgezinde Doopsgezinde Gereformeerde T Gereformeerde Doopsgezinde Mande Paadwizer Gereformeerde Doopsgezinde oord- Breahûs erptsjerke Naam Hervormde Gertrudiskerk Gertrudiskerk vm Hervormde vm T vm Gemeente vm Doelhoftsjerke vm vm Pauluskerk Expositiekerk W Michaëlkerk Gereformeerde vm Gereformeerde Hervormde Lambertuskerk Gereformeerde vm Hervormde Pypketsjerke Augustinitsjerke Hervormde vm Hervormde Sint Hervormde Gereformeerde De It Sint Doopsgezinde De vm vm Hervormde Plaats Aalsum Abbega Achlum Achlum Achlum Akkrum Akkrum Akkrum Aldeboarn Aldeboarn Aldeboarn Aldtsjerk Allingawier Allingawier Anjum Anjum Appelscha Appelscha Appelscha Arum Arum Arum Augsbuurt Augustinusga Augustinusga Baaium Baard Baard Bakhuizen Bakkeveen Bakkeveen Balk Balk Balk Balk Balk Balk Ballum




concerten vergaderruimte

gebruik

rouwlokatie; erkplaats/opslag oning/bedrijf oning oning oning rouwlocatie Huidig Atelier "T exposities" Winkel W Sociaal-cultureel Sociaal-cultureel W W W Aula Dorpsactiviteiten Meditatiecentrum Exposities, Cultuurhistorisch W Muziekruimte Concerten, T

buiten
Jaar gebruik 1996 1975 1966 1841 2002 1975 1936 1820 1971 1975 2004 1979 1970 1580 1934 1987 1980 Kerkfunctie Ja Ja Nee SAFT Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee Ja Ja Nee SAFT Ja Ja Ja Nee Ja Nee Nee Ja Nee SAFT Ja Nee SAFT Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja SAFT Ja SAFT Evangelisatie Gereformeerde Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - oortgezet Denominatie Doopsgezind VEG Hervormd Hervormd PKN PKN PKN PKN Gereformeerd Doopsgezind PKN Doopsgezind PKN RK Hervormd Hervormd PKN PKN GKV Doopsgezind PKN Doopsgezind Hervormde V Kerk Hervormd Hervormd PKN Gereformeerd Hervormd PKN Doopsgezind RK PKN Hervormd RK RK PKN Ja Hervormd PKN Hervormd Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja VGK Ja Ja Ja eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
1515 Bouwjaar 1883 1947 1916 13e 1669 1924 1803 1966 1921 1841 1966 18e 1779 1871 1843 14e ? 1540 1946 1807 12e 1720 1906 1905 1852 13e 1617 1909 12e 1466 1849 1933 1929 15e ca 1849 1871 1911 13e 12e 12e
9 41 3 4
1 41
11 17 1 1
24 8 33 11 52
15 2 13
114 3 21 12 52 86 17 10 1
16 89 1 87 Hiemen 3 8 Oost 23 38
17
13 61 27 2 eg 27 de Dijlakker Buorren Aismawei W Kerkhof Dijlakker .v Margrietwei Havens Wiersmastraat yndenlaan altawei esterbuorren sjerkepaed ermaningsstrjitte sjerkestrjitte oorstraat sjerkebuorren Grote sjerkepaed Adres Camminghastraat Middenweg Bandsloot T Buorren J.H. .Lv Achter Kerkepad V Hofsleane Buorren T Vitusdyk Markeweg Buorren Unemastrjitte V Hoofdstraat Hoofdstraat T De W Boelenswei Boelenswei Oude Boijlerweg Oedsmawei Sint Groot Skilwyk Grote Gasthuissingel Broereplein Kerkstraat W Easterbuorren T Ids Greate gebouw) rijgemaaktV Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk (Oranje Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Evangelisatie Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerkje Boyl Martinikerk of Vituskerk Margryt Franciskuskerk Hervormde Gereformeerde Doopsgezinde Doopsgezinde Doopsgezinde Hervormde Witte Gereformeerde Mirakelkapel Martinuskerk Naam Doopsgezinde Rehobotkerk vm Mariakerk Martinuskerk Gereformeerde Dorpskerk Ontmoetingskerk vm Doopsgezinde Kruiskerk vm Koepelkerk Sint Hervormde Mariakerk Gereformeerde Nicolaaskerk Gereformeerde vm Maartenskerk vm vm Het Hervormde Hervormde Dorpskerk vm Sint Grote Doopsgezinde Sint Gasthuiskerk Broerekerk vm vm Hervormde Gereformeerde Mariakerk Hervormde Johanneskerk Plaats Ballum Bantega Bantega Bears Beetgum Beetgumermolen Beetsterzwaag Beetsterzwaag Beetsterzwaag Berlikum Berlikum Berlikum Berlikum Blauwhuis Blesdijke Blessum Blija Blija Blija Blija Boazum Boazum Boazum Boelenslaan Boelenslaan Boer Boijl Boksum Boksum Bolsward Bolsward Bolsward Bolsward Bolsward Bolsward Bolsward Boornbergum Boornbergum Bornwird Brantgum Britsum




Kome


+ gebruik
Koninkrijk oning oning Huidig Opslag Cultureel Muziekstudio Uw W werkruimte/atelier Dorpsactiviteiten Atelier W

buiten
Jaar gebruik 1968 1975 1957 2001 1998 2005 2000 Kerkfunctie Ja Nee SAFT Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Gelovigen van Evangelisatie Evangelisatie Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd
- - - - - - - (Bond) - - - - - - - - - - - - - - - ergadering Denominatie PKN Gereformeerd Hervormd PKN CGK PKN Doopsgezind GKV PKN PKN PKN PKN Hervormde RK VEG PKN PKN RK PKN PKN PKN PKN CGK Doopsgezind PKN PKN PKN GKV PKN Hervormde Hervormd Doopsgezind PKN Gereformeerd PKN PKN PKN PKN RK V Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
1920 Bouwjaar 1968 1859 12e 1913 1952 1955 1957 1977 1897 1446 1851 1892 1905 1952 1959 12e 1976 1950 13e 1895 1784 1873 1916 1973 1767 1968 1850 12e 1938 13e 1880 ca. 1856 1661 1912 12e 1889 13e 1908 1872 2003
27
18
1 8
2 . 66 5 38 48 2 61 26 12a 37 3 15 3 7 5 62 127 34 76 74 73 23 39 5 48 1 19-21 2 21 1 7 34 Jellingastrjitte Kuiperstr 11 86 Beatrixstraat 1 Havenstraat 16
2 eenweg Feitsmaweg Achtkant R.H. Wier V Noard erp oorstraat oorweg oorweg oorweg sjerkepaed Adres Stêdpaed Lieuwe T It Kavelweg Ds. Julianalaan De V Oude Kerkbuurt Ds Molenweg Hillamaweg Prinses Nieuwstad Bulthuissingel Kapelstrjitte Kerkhof Herestraat Uithof De Dorpsweg Hoofdweg Doniaweg V Hereweg Doniaweg V V Steenwijkerweg Jokweg Ds. Meyerweg Meyerweg Nummer Buren T Marwei Koningstraat Hantumerweg Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Akkerwoude Kapel Kerk Kerk Kerk sjerke Dantumawoude T Kerk Kerk Murmerwoude Kerk Kerk sjerke Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk T Gereformeerde Gereformeerde Rehoboth Hervormde Martinuskerk Evangelische Janskerk Bonifatiuskerk Hoekstien Gereformeerde Evangelisatiekerk Ikker Johanneskapel Ontmoeting Begroeting Hervormde Brongergea Gereformeerde rije Naam De vm Joriskerk Broekster Christelijk Gereformeerde Doopsgezinde Fonteinkerk Kruiskerk Mariakerk Hervormde Gereformeerde vm Sint V Kruiskerk De vm Johanneskerk Gereformeerde Hervormde Hervormde Hervormde Christelijk Doopsgezinde De Hervormde Benedictuskerk De Bonifaciuskerk Ned. vm Doopsgezinde Nij vm Nicolaaskerk Hervormde Sint Hervormde Sint Gebouw Blesse Hoeve Knipe Knipe Knipe Plaats Britsum Britsum Britswert Broek Broeksterwoude Broeksterwoude Buitenpost Buitenpost Buitenpost Buitenpost Burdaard Burdaard Burgum Burgum Burgum Burgum Burgum Burgwerd Burgwerd Burum Burum Cornjum Cornwerd Damwoude Damwoude Damwoude Damwoude Damwoude Damwoude Damwoude De De De De De Dearsum Dedgum Deinum Delfstrahuizen Dokkum Dokkum





-praktijk

gebruik
oning oning Huidig W Leegstand W Bedrijf/atelier Acupunctuur

buiten
Jaar gebruik 2004 1970 1982 1914 1997 Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Gemeente en Gemeente Evangelisatie rij) Evangelisatie Evangelisatie Evangelisatie Evangelisatie (V (Unie) Fellowship Getuigens Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Gereformeerd Gereformeerd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - Denominatie CGK GKV Doopsgezind Remonstrants PKN PKN PKN Hervormde RK Baptisten PKN Hervormde Gereformeerd PKN PKN PKN Doopsgezind PKN GKV AG GKV PKN PKN PKN Evangelische Hervormde RK CGK PKN Baptisten Gereformeerde Christian Jehovah' Islam Hervormde PKN Particuliere PKN Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja 2002 Ja eeuw 1840 Bouwjaar 1977 1974 1852 1972 1926 15e 1929 1934 2006 1777 1917 ca 1912 1714 1743 1790 1980 1965 1954 1974 1994 1970 1997 1966 1926 1963 1965 1925 1954 1974 1925 1974 1909 1921, 1972 1928 1713 5 30
2 1 1 8
3 74 14 3 1 37 2 Smitweg 12 8 26 65 24 18 98 72 89 148 350 71 25 12 3 10 27a 54 40 3 olter 19 Keppels 2 W 161 14 Legeweg Haersmasingel Panderstraat Sijtzamaweg de Drift Kolken uiteweg Singel Dracht Skieding an orenstraat an Adres Stationsweg Snip Op Oostersingel Markt Nieuwebuurt Bronlaan Zaagmolenstraat Dorpsstraat Petersburg Herenweg Herenweg Geert De Zuiderbuurt Flevo De V Middelwyk Klokhuislaan Dwarswijk Ringweg Brouwerssingel Berglaan Pier Houtlaan Burgemeester W Zuidkade De T De Zuiderdwarsvaart De Smidswei Folgersterloane V Kerk Gemeente Kerk rijgemaakt Poort V Rehoboth Elim Leeft De Kerk Kerk Kerk Christelijke Kerk Genootschap Gemeente Kerk Jezus Gemeente Gereformeerde erlosserkerk Kerk V Kerk Gereformeerde gemeente Sint-Martinuskerk erkt W Kerkje erenigde of Kerk orenstraat V Haëzer T Apostolisch Bethel-kerk) Rehobothkerk) en Fontein Evangelisatiekerk Evangelisatiekerk Gereformeerde Arke Fontein Hoeksteen Schakel Menorah Oase Christelijk Evangelisatiekerkje Gereformeerde vm Naam Christelijk Gereformeerde Kerk De Oosterkerk Grote vm Bonifatiuskapel Gemeentecentrum Hervormde vm vm Gereformeerde Laurenstsjerke Grote Doopsgezinde De De Het De De De De Evangelische (vm Kapelkerk Goddelijke Eben Zuiderkerk Baptisten Gereformeerde Kerk (vm Koninkrijkszaal vm vm Bidt Hervormde Plaats Dokkum Dokkum Dokkum Dokkum Dokkum Dokkum Dokkum Dokkum Dokkum Dongjum Donkerbroek Donkerbroek Donkerbroek Donkerbroek Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachtster compagnie Drachtstercompagnie Drachtstercompagnie Driesum




gebruik

jeugdcentrum. oning Huidig Appartementen vm Expositieruimte W Pelgrimskapel Winkel

buiten
Jaar gebruik 2006 1970 2000 2004 1993 1975 2006 2007 1979

Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja SAFT Nee Ja SAFT Ja Ja Ja Nee Ja Ja Evangelisatie Evangelisatie Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - (Bond) - Denominatie CGK GKV PKN PKN Gereformeerd RK Hervormde PKN PKN PKN PKN Gereformeerd PKN PKN PKN RK PKN PKN PKN PKN PKN PKN PKN PKN PKN Gereformeerd Gereformeerd PKN PKN PKN PKN Hervormd Hervormd PKN PKN RK VEG Doopsgezind Hervormde CGK PKN Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja 1920 1905, eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw 1200 Bouwjaar 1972 1977 1968 1876 1908 1839 1925 1544 1906,1951 1794 14e 1902 12e 1950 1869 1926 1905 1757 1955 1919 13e 1864 1913 1773 1746 1888 1890 13e 1865, 15e 1767 13e 1918 1875 ca 1963 1878 1960 1901 1925 1425
1
4 5 69 1
4 9 15 14 17 1
5 51 2 63 1 4 13 66 22 ferhausweg 35 30 16 31 3 42 53 11-13 22 15 14 34
6 Of 11
1 1c
2 6 1 ei 2 41 W Beimastraat Paaltjenspad Buorren Sânnen sjerkebuorren sjerkebuorren sjerkebuorren orenlaan sjerkewei sjerkeleane sjerkepaed sjaerddyk Adres ytseL De De T Hearewei Dubbelestreek Puoldyk T Wiidswei Dominee T Wynserdyk Huylckensteinstrjitte E.M. T Dilledyk Fugelsangleane Hoofdweg Duimstraat Steinfeksterwei Omgong T Hoofdweg T T Dodingawei Dorpsstraat Dorpsstraat Hogebeintumerweg Kerkpad Buren Holdingawei Zuideinde T Piet Godsacker Noord Hofstraat Dijkstraat Zuiderkade Breedeplaats Kerk rijgemaaktV Wite) Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Alde Fochteloo Kerk Doperkerk Kerk (d' Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Elsloo de Gereformeerde Evangelisatiekerk Geboortekerk Wirokerk Franciskuskerk Rehobothkerk NH Gereformeerde Evangelische Gangulfuskerk Gereformeerde Gereformeerde Martinuskerk Evangelisatievereniging alburgakerk rij Naam Maranatha Gereformeerde Gereformeerde W vm Maria vm Salviuskerk Gereformeerde Hervormde Martinikerk vm Margarethakerk Gereformeerde Hervormde Sint Hervormde Laurenskerk Kruiskerk Gereformeerde St. Hervormde Dorpskerk Hervormde Hervormde vm vm Johannes Gereformeerde St. Hervormde Hervormde Pelgrimskapel Laurentiuskerk Mariakerk Sint V Doopsgezinde vm Bethel Christelijk Martinikerk Drogeham Plaats Drogeham Drogeham Drogeham P Dronrijp Dronrijp Dronrijp Dronrijp Earnewâld Earnewâld Easterein Easterein Easterlittens Eastermar Eastermar Easterwierrum Easterwierrum Echten Echtenerbrug Ee Ee Elahuizen Elsloo Engelum Engwierum Engwierum Exmorra Exmorra Ferwert Ferwert Ferwoude Finkum Fochteloo Folsgare Foudgum Franeker Franeker Franeker Franeker Franeker Franeker




,

zangkoor gebruik
oning/appartementen oning Huidig W Opslag Opslag Expositieruimte repetities concerten Restaurant Kinderopvang W Leegstand

buiten
Jaar gebruik 1998 1990 1991 1972 1978 1964 1970 2008 1911 2007 2007 Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja SAFT Ja SAFT SAFT Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja SAFT Nee Ja Gemeente rij) Gedoopte (V Getuigens van Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Denominatie Gem. Christenen PKN Baptisten PKN GKV VGK PKN Gereformeerd Gereformeerd PKN PKN PKN Gereformeerd PKN PKN PKN Hervormd PKN PKN Hervormd PKN Gereformeerd Doopsgezind Evangelische Jehovah' RK PKN PKN Doopsgezind PKN PKN Doopsgezind PKN Doopsgezind PKN Boeddhistisch PKN PKN PKN PKN Rijks- monument Ja 1893 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja 32 Ja eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw 1760 Bouwjaar ca Zilverstraat 1850 1795 1957,1997 1928 14e 1870 1892 19e 1838 1962 1896 1685 1926 1629 12e 1758 1770 1797 1972 1915 1939 1870 ? 1967 12e 1936 1829 12e 12e 1911 13e 1780 1912 1991 1335 13e 1891 1663 120 102A 63
1 14 21 73 43
1a 53 4 2
2
49 41 7 40 60 58 44
46 18 17
12 3 3
7 28 4 4 9 16
29 23 1
9 5
1 Hofstraat Buorren Streek Wier 5 Sytsemawei Poorthoek Leijen fingaweg an Paed Hof olheksleane sjerkepaed sjerkestrjitte Adres Zilverstraat Zilverstraatkerk Schilcampen V t T Zeedijk Zeedijk Munkedijk J.Jelles T Greate Boeijengastrjitte Boeijengastrjitte Friese De Harstawei Hege It De Schansbrug Brouwerswal Stationsweg Brouwerswal Compagnonsstrjitte Compagnonstrjitte Buorren Kievitstraat Hoofdstraat Kerkstraat Canterlandseweg Of Kerkpad Langebuorren Langebuorren Stoepawei T Wierumerweg Fenneweg Stinsenwei Kerk Maranatha Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kortezwaag Kerk Gedoopte Kerk Kerk Kerk Centrum Kerk Gereformeerde Kerk Kerk Kerk kerk Kerk Kerk Kerk Kerk van Gemeente Fermanje Haëzer Pauluskerk Piterkerk Annakerk Paedwizer Gereformeerde Gereformeerde Pieltsjerke Gereformeerde Gereformeerde Gereformeerde Maartenskerk Alde Hoeksteen Gereformeerd oortgezet Naam Gemeente Christenen Franeker Baptisten Hervormde De V Hervormde vm vm De Petrustsjerke Andreastsjerke vm Hervormde Gereformeerde Hervormde Hervormde Hervormde Hervormde Hervormde Ontmoetingskerk vm Doopsgezinde Eben Koninkrijkszaal Sint Agneskerk vm Doopsgezinde Sint Martinuskerk Doopsgezinde St. vm De Boeddhistisch Nicolaaskerk Sint vm Hervormde Plaats Franeker Franeker Friens Frieschepalen Frieschepalen Gaast Gaast Gaastmeer Gaastmeer Garyp Garyp Gauw Gauw Gerkesklooster Gerkesklooster Ginnum Goënga Goingarijp Gorredijk Gorredijk Gorredijk Gorredijk Gorredijk Gorredijk Gorredijk Goutum Grou Grou Grou Gytsjerk Hallum Hallum Hallum Hallum Hantum Hantum Hantumhuizen Hantumhuizen Harich




gebruik

Huidig Winkel Garage/pakhuis Bedrijf Aula

buiten
Jaar gebruik 1973 1952 1976

Kerkfunctie Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Kerk (Unie) Getuigen Heils Getuigen (Unie) (Unie) Getuigen s s s Hervormd Gereformeerd des Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - Denominatie PKN VGK Baptisten ELK HELK GKV Doopsgezind CGK PKN RK Jehovah' Leger PKN PKN PKN PKN Jehovah' PKN PKN GKV Baptisten PKN RK PKN GKV Baptisten AG PKN PKN Nederlands Gereformeerde Hervormd NAK RK Hervormd Doopsgezind PKN Jehovah' Christengemeente Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
2006 1840 Ja en eeuw eeuw
1996 Bouwjaar 1928 1913 1958 1879 1902 1926, herbouw 1997 1968 1953 1880 1998 1934 1775 1818 18e 1854 1974 1852 1930 1962 1918 1890 1876 1797 1973 1938 1968 1867 1921 1988 1775 ? 1933 15e 1762 1968 1993 15 2
8 15
67 27-29
17 77
2 58a 41 43 5-9 113 61 6 3 2 24 Singel 14 75 1 Ekstraat Hemstraat 12 6 76 49 30 106 13 2 13 Boven 3-5 65 50 Kennedylaan 137
3 150 Boothstraat van der Stijlstraat eenscheiding Ossenmarkt V van 48 Lanen Rudolf Skatting armoltstrjitte armoltstrjitte alckeniersweg sjerkebuorren eluwelaan ermaningsteeg Adres W W De Simon Grote Noordooster Zoutsloot Oosterparkweg Midlumerlaan Zuiderhaven Jan Thorbeckestraat William Kerkpad Kapellewei Haulsterweg Dorpsstraat Meester Kerkstraat Hoofdweg V Norgerweg De Harinxmastrjitte T President Leliestraat Piet Fok Burgemeester Falkenaweg Oude Herenwal V Crackstraat Rotstergaastweg V Europalaan Kattebos Amelandlaan Kerk Kerk Kerk Haven Kerk Nijehaske Kerk Kerk Fok Bethel Kerk Pniël Kerk kerk Kerk Kerk De de Kerk Gereformeerde Evang-Lutherse Kerk Kerk Kerk Genootschap Kerk Heils-Kerk Nieuwe aan Herder Apostolische Geestkerk des of Michaelkerk Jozefkerk Lutherse Hersteld Fonteinkerk Kerk hervormde Wijnstok oortgezet Naam Hervormde V Baptistenkerk vm vm Kerkgebouw Doopsgezinde Ichthuskerk Gereformeerde Sint Koninkrijkszaal Leger Grote Kapelle Hervormde Hervormde Koninkrijkszaal Hervormde Gereformeerde Kruiskerk Baptistenkerk Ichthuskerk Sint Haghakerk De Baptistenkerk Apostolisch De Kruiskerk Goede Hervormde Nieuw Heilige vm Nieuweschoot Doopsgezinde Europalaankerk Koninkrijkszaal De Plaats Harkema Harkema Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Haskerdijken Haskerhorne Haule Haulerwijk Haulerwijk Haulerwijk Haulerwijk Haulerwijk Heeg Heeg Heeg Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen





-/ dienst evene atelier nog werkruimte met + gebruik jaar culturele, per oning oning oning rouwlokatie rijmetselaars Huidig Dorpsactiviteiten Cultuurhistorisch Cultuurhistorisch W kantoorruimte Expositieruimte T W 12x W Atelier menten V Cultureel Zeilschool

buiten
oning Jaar gebruik Ja 2002 1975 1997 2005 1982 1850 2008 1894 W 1986 2006 1971 1968 Hervormd- Kerkfunctie PKN Ja nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja SAFT Ja Ja Nee Ja Nee Ja SAFT Ja Ja Ja Nee Ja SAFT Ja Nee Ja 2001 Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Gereformeerde Evangelisatie Orthodox Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Hervormd, Oekumenisch Denominatie Russisch PKN PKN Hervormd PKN PKN PKN PKN PKN PKN Hervormd Koptisch-Orthodox PKN Gereformeerd PKN Doopsgezind PKN vm nu Doopsgezind PKN PKN Doopsgezind Doopsgezind PKN PKN Christelijke Kerk PKN Nee Hervormd Gereformeerd PKN PKN PKN PKN Hervormde PKN Hervormd Hervormd Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Gereformeerd Ja Ja Ja Ja Ja eeuw eeuw eeuw Bouwjaar 1896 1889 1947 1937 1793 1872 1869 1200 1873 1874 1877 12e 1889 1450 18e 1632 1653 1883 12e 1867 1678 1923 1732 1850 1678 1933 1888 1876 1894 1621 1959 1938 1200 1960 1711 1935 1774 1870 1935
5 95 30 42
2
4 7 3 12 6 73 54 127
6 8 3 1 15 1
2 40 8 22 2 1 1 4 2 11 2 18 18 1 15 3 150 1 6 12 Hearewei Hearewei ylvaleane Tjerkewei A Klaster Visscherwei esterlaan uinen Adres De Buorren Skoalledyk Binnenwei Binnenwei Kerkstraat Hantumerweg Schwartzenbergweg Buorren Sierdsmaweg Lege Lege van Skilpaed Schoolstraat Kerkstraat T Kerkbuurt Hege Herenweg Oosterlaan W Koningsstrjitte Stationsweg Kerkstraat Elbasterwei Jeltewei Jeltewei Jeltewei Schoterlandseweg Schoterlandseweg Ds. Nummer Swagermanstraat Rijksstraatweg Rijksstraatweg Buorren Boppesteech Masterein Kerk Kerk Klooster Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Doperkerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk de Orthodox Orthodoxe Hervormde 1621 Perspectief Kerk Kerk Gereformeerde Doopsgezinde Doopsgezinde Christelijke Gereformeerde Gereformeerde Hervormde sjerkje Naam Nicolaaskerk Russisch Martinuskerk Gereformeerde Witte Hervormde Hervormde Hervormde Hervormde Hervormde Gereformeerde Nicolaaskerk Koptisch Johannes vm Grote vm Hervormde Hervormde Doopsgezinde Sint-Magnuskerk Gereformeerde vm Doopsgezinde Willibrorduskerk Gereformeerde vm Gereformeerde Johanneskerk vm T vm Noord-Jeruël Hervormde Nieuw Hofkerk Hersteld Gertrudiskerk Hervormde vm Plaats Hemelum Hemelum Hempens Hemrik Hemrik Herbaijum Hiaure Hichtum Hidaard Hieslum Hijum Hijum Hilaard Hilaard Hindeloopen Hindeloopen Hindeloopen Hitzum Hogebeintum Hollum Hollum Hollum Holwerd Holwerd Holwerd Holwerd Hommerts Hommerts Hommerts Hoornsterzwaag Hoornsterzwaag Houtigehage Húns Hurdegaryp Hurdegaryp Hurdegaryp Idaerd Idsegahuizum Idskenhuizen





- PKN

exposities concer

gebruik bazars" oning oning rouwlokatie; rouwlokatie; erenigingsgebouw rouwlokatie ten, Huidig Muziekverenigingen W Kerkmuseum W Winkel-galerie Leegstand V T Concerten "T "T Horeca

buiten
Jaar gebruik 2008 1985 1936 1975 2006 1986 2005 1994 2003 1973 1975 Kerkfunctie Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Ja Nee Nee Ja SAFT Ja Ja Ja Ja SAFT Ja SAFT SAFT Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Kerk (Unie) Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - .Evangelisatie - - - - Katholieke - - - - - - - .Evangelisatie - - - - - - Denominatie PKN PKN PKN Gereformeerd Doopsgezind Gereformeerd PKN Doopsgezind PKN Hervormd PKN Rechtzinnig Herv PKN PKN Doopsgezind RK Hervormd PKN PKN Oud PKN PKN Doopsgezind RK Hervormd PKN Hervormd Hervormd PKN PKN PKN PKN Rechtzinnig Herv PKN PKN PKN Baptisten PKN PKN PKN Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw 1911 Bouwjaar 1889 1874 1830 1910 1857 1915 1860 1864 1806 13e 1893 ca 12e 1877 1684 1966 1886 1897 13e 12e 1644 1995 1824 1953 1752 1864 1713 1525 12e 15e 1941 1923 1916 1906 12e 1925 1969 1882 1974 13e
7
3 28 46 1
1 16-17 16 4 11
12 19 28
18 2 3 54 42 13
4 26 39 24 16
69 70-72 110 20
48 10 28 31 15 184 138 29 3
2 141 97 erp Pierwei T Molweg Burmaniaweg Borgerstraat Harinxmastrjitte `e an sjerkebuorren oorstraat oorstraat illebuorren an Adres Bramenstraat V Eegracht Stadslaan Eegracht Heidenskipsterdyk Brânbuorren Hearedyk T Kerkstraat Hegedijk Finsterbuorren Op Rijksweg Rijksweg Rijksweg Hikkaarderdyk Marwei Schoolstraat Sluytermanwei Midstraat E.A. Midstraat Midstraat Bergsmawei Klaas Kerklaan Kerkelaan Greate V V Oostenburgstraat Eskesstraat Foyingaweg Foarwei Foarwei Skoallestrjitte T V Boerestreek Kerk Kerk Kerk Schurega Thuishaven Kerk Hervormde Kerk Kerk Kerk kerk Kerk Kerk Kerk De Kerk Kerk Kerk Kerk Baerdttsjerke Kerk Kerk Kerk Kerk van Marcuskerk Mattheuskerk Gereformeerde Hervormde Rechtzinnig Doopsgezinde Gereformeerde Oerdracht Kandelaar Evangelisatiekerk Naam Gereformeerde Hervormde Mauritiuskerk Stadslaankerk Doopsgezinde vm Hervormde Doopsgezinde Martinikerk vm Hervormde vm Hervormde Mauritiuskerk vm Sint Catherinakerk vm Petruskerk Radboudkerk Hobbe De Doopsgezinde Sint Petruskerk Hervormde Hervormde Thomastsjerke Laurentiuskerk Maartenskerk De Oosterkerk vm Gereformeerde Hervormde Gereformeerde Baptistenkerk Benedictuskerk Gereformeerde Hervormde Heidenskip Heidenskip Plaats Idskenhuizen Iens IJlst IJlst IJlst It It Itens Itens Jannum Jellum Jelsum Jelsum Jirnsum Jirnsum Jirnsum Jislum Jistrum Jistrum Jorwert Joure Joure Joure Joure Jouswier Jubbega Jubbega Katlijk Kimswerd Kollum Kollum Kollum Kollum Kollumerpomp Kollumerzwaag Kollumerzwaag Kollumerzwaag Kootstertille Kootstertille Kortehemmen




gebruik

Huidig Winkel Bedrijvencentrum Dansschool Poppodium Leegstand Kaaspakhuis

atelier
+ buiten
oning Jaar gebruik 2006 W 2004 Ja Ja 1964 1983 1760

Kerkfunctie Ja Nee Ja 1966 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Gemeente Gemeente Gelovigen Gemeente Gemeente Adventisten van Evangelisatie Heils (Unie) Getuigens Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Evangelische Evangelische des Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd
- - - - - - - - - - - - - - - (Bond) olle olle ergadering Denominatie Doopsgezind Gereformeerd PKN Nee PKN PKN PKN PKN PKN PKN PKN Remonstrants Gereformeerde PKN PKN RK GKV CGK NAK Evangelische V Zevendedag V Leger ELK Baptisten PKN Doopsgezind RK Joods Hervormd PKN PKN PKN RK PKN VEG Hervormde Doopsgezind V Jehovah' Rijks- monument Ja Gereformeerd Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja eeuw eeuw 1620 Bouwjaar 1902 1874 1857 1895 15e 1781 1777 1993 1492 1972 1969 1525 ? 1960 1923 1933 2004 1986 1933 1962 1960 1980 1940 2009 1774 1955 1932 1760 1884 1805 1510 1964 12e 1925 1937 1976 1915 ? ca 1963 2008
8
15
28-30
2 95 77 76 31
222 2C 272 19
3 1
1 20 26
9 2 1 102 10 78 67 14 54
57 7 133 59 16 222
38 142 Hoofdstraat NZ Moensstrjitte Hoven de 24a hoven 119
1 5
17 Oosterstraat Scorelstraat Dorp de de Binckesstraat 9 Kerkstraat 4 Fabritiusstraat Jokse van erlengde ollegaastdam eideflora sjerkebuorren Hou aleriusstraat redeman riesstraat rijheidsplein Adres Hoofdstraat V Jacob Petronella T t Oasingaleane Havingastate Monnikemuurstraat De Goudenregenstraat Grote Achter V V V Agora V Huizumerlaan Emmakade Archipelweg Achter Eeskwerd Bleeklaan W Nieuwe Jan Pelikaanstraat Wirdumerdijk Bonifatiusplein Sacramentsstraat Bagijnestraat Julianalaan Huizum Carel Harlingerstraat W Molenpad Noorderweg Zwitserswaltje Archipelweg Esdoornstraat Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Doperkerk Gemeente Franciscuskerk) Kerk Kerk de Irene Sint Kerk Kerk Kerk Lutherse Hoven Heils Huizum Jacobijnerkerk Hof Kerk (vm de of Apostolische des esterkerk Pniël Bonifatiuskerk Dominicuskerk Evagelische Gereformeerde Gereformeerde Schakel Open Fenix Johannes Morgenster Synagoge W Oase Gebouw Doopsgezinde aalse rije Naam Doopsgezinde vm Martinikerk vm Hervormde Hervormde Hervormde De Grote Adelaarkerk De W Achter De Koepelkerk vm De Bethel-kerk Nieuw Salvatorkerk Opstandingskerk Adventkerk Perspectief Leger Evangelisch Parkkerk Pelikaankerk Doopsgezinde Sint vm vm Kurioskerk Dorpskerk Kapel Sint De V vm vm Uitzicht Koninkrijkszaal Plaats Koudum Koudum Koudum Kubaard Kubaard Langezwaag Langweer Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden




Aka

centrum Fryske kerkdiensten, gebruik
oning oning/bedrijf oning Huidig Leegstand Multicultureel Congreszaal demy Bedrijvencentrum Sociaal-cultureel Wijkcentrum Appartementen W W Sociaal-cultureel W Incidenteel

buiten
Jaar gebruik 2008 1580 2004 2004 1996 1986 1986 1925 1982 1972 Ja 1802 2005 Cultureel Hervormd- Kerkfunctie Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja SAFT Ja Ja PKN Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja SAFT Ja Ja rij) rij) rij) Heils (Unie) (V Getuigen (V (V s Licht des Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - Denominatie Leger Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Baptisten Hervormd Christengemeenschap CGK PKN PKN NAK Levend RK Baptisten Jehovah' Joods PKN Baptisten AG PKN Hervormd PKN PKN Doopsgezind PKN PKN PKN PKN PKN Baptisten PKN PKN Doopsgezind RK PKN Hervormd PKN PKN Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw Bouwjaar 1936 15e 1889 1910 1936 1971 1850 1911 1778 1716 1963 1877 1901 1982 ? 1820 1889 1953 1963 13e 16e 13e 1927 1860 18e 13e 1915 1785 1557 1775 19e 1660 1965 1910 1938 16e 13e 13e 12e
20 51
10
31 4a 3 3
17 4
50 16 17 Geestraat 24 36 37 2
106 9 3 100 11
1 12 de 4
1 60 62 1 30 3 Lenigestraat 20
14-16 92 45 29 Bootsmastraat Kerkstraat rompstraat 1 2 17 T 10 Galemawei Hooidollen Buorren ega aaxenserweg uinen oorstreek sjerkepaed uinstraat urfland van Adres T V Grote Schrans M.H. De Droevendal Wijbrand T Kerkhof T T Schans W Betelgeuze Schans Nieuwburen Lijnbaan Gerben Nummer Noardermieddijk Doarpsstrjitte Doarpsstrjitte Buorren De Kerkstraat W Buren Buorren Brink Cynthia Kerkeburen Buren Bleekstraat Kerkstraat S Jepmaloane Hegebuorren Buorren Hoek Kerk van Kerk esternijtsjerk W Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Heils Kerk Kerk Kerk Genootschap Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk des Apostolische Licht Willibrorduskerk Doniakerk Martinuskerk Leger Catharijnekerk Noorderkerk Schranskerk Baptistenkerk Regenboogkerk Christelijk Synagoge Baptistenkerk Doopsgezinde Anker an Naam vm vm vm vm vm vm Galileakapel vm Gereformeerde Hervormde Hervormde Nieuw Levend Heilige Rehobothkerk Koninkrijkszaal vm Gereformeerde vm Apostolisch Catharinakerk Gertrudiskerk Hervormde Gereformeerde Hervormde vm (fragment) Hervormde Gereformeerde Hervormde Gertruduskerk Hervormde Baptistenkerk V Het Doopsgezinde Sint Mariakerk Hervormde Godeharduskerk Sint-Pontianuskerk Plaats Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Lekkum Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Leons Lichtaard Lioessens Lioessens Lippenhuizen Lippenhuizen Lollum Lollum Longerhouw ytsewierrumL Makkinga Makkum Makkum Makkum Makkum Makkum Mantgum Marrum Marrum Marssum




peuterspeelzaal gebruik

2007 oning/bedrijf erenigingsgebouw oning/bedrijf oning rouwlocatie Huidig Expositieruimte W V W W Dorpshuis Leegstand/opslag tot Groepsaccommodatie Natuurmuseum Museum T Leegstand

buiten
Jaar gebruik 1965 2000 2003 1948 1992 1879 1986 2004

Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee Ja Evangelisatie Evangelisatie (Unie) Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Zendingsgemeente - rije Denominatie PKN PKN PKN PKN PKN Hervormd GKV VVH PKN Gereformeerd PKN Doopsgezind PKN PKN VVH Hervormd Hervormde PKN PKN RK RK Gereformeerd Doopsgezind PKN PKN PKN PKN PKN PKN PKN Hervormde PKN PKN PKN PKN V Hervormd PKN GKV Gereformeerd Baptisten Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
2003 1528 eeuw eeuw
1729 Bouwjaar 1874 1776 1912 13e 1857 1726 1949 1930 1505 1904 1912 1911 1850 1843 1929 1806 1903 1914 1899 1848 1879 1963 1850 1824 12e 1925 1668 1893 1779 1928 1891, 1908 1894 1525 1899 1919 35 186
74 37 89 38 49 2 39
27 19 42
7 1 7 23
11 20
6 3 14 12 12 7 Jongweg 9 2 4 11 2
1 1 38
43 93 de 1 1
2 26 7
16 40 Stuyvesantweg Bekkerstrjitte sjerkebuorren illedyk sjerkestrjitte sjerkestrjitte ermaningspad sjerkepaed sjerkegreft Adres Skilpaed T B. Kerkstraat Schoterlandseweg Schoterlandseweg Schoterlandseweg Meinardswei Meinardswei T Zeeweg Hellingstrjitte T T Achterwei Grindweg Grindweg Methardusstraat Methardusstraat Ballumerweg Kardinaal Strandweg V Kerkplein Hoofdstraat Wiesterweg T Bornensisstraat Schoterlandseweg Schuringaweg Domela Nieuwenhuisweg Doarpsstrjitte Hearrewei Kerkweg yklamaweiL Peter Nummer T Rijksstraatweg Zevenhuisterweg Zevenhuisterweg Kerk Kerk Immanuel Kerk Kerk Kerk Kerk Mildaem Kerk Kerk Kerk Rots Kerk Kerk Kerk Dijken Protestantse Hervormde De Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk de Kerk Kerk Kerk sjerkje Himeltsje T Kerk rijgemaakt rijzinnig rijzinnig tussen Clemenskerk V V Gereformeerde Doopsgezinde Lebuïnuskerk V Evangelisatiekerk RK Gebouw Hoekstien Gereformeerde Alde sjongertsjerke Naam Hervormde Hervormde Gereformeerde Hervormde T It vm Gereformeerde vm Meinardskerk vm Gereformeerde vm St. Hervormde vm Hervormde vm Gereformeerde Hervormde vm Sint vm Doopsgezinde Hervormde Hervormde Gereformeerde Hervormde Gereformeerde Hervormde Kerk Houten Doarpsstrjittekerk Hervormde Nicolaaskerk De Maranathakerk Hervormde Hervormde Immanuëlkerk vm Baptistenkerk Ameland Ameland Ameland Ameland Ameland Dongeradeel Dongeradeel Altoenae Beets Beets Plaats Menaldum Metslawier Metslawier Midlum Mildam Mildam Mildam Minnertsga Minnertsga Minnertsga Moddergat Molkwerum Molkwerum Morra Morra Munnekeburen Munnekeburen Munnekezijl Munnekezijl Nes Nes Nes Nes Nes Nes Nes Niawier Niawier Nieuwehorne Nij Nij Nij Nijega Nijeholtpade Nijemirdum Nijetrijne Nijhuizum Nijland Noardburgum Noardburgum Noardburgum





09) kerk- (mrt nog bedrijf cultureel (ook Exposities + centrum gebruik verbouwd Cultuurtoeristisch oning oning oning erkplaats rouwzaal, Huidig W Dorpshuis diensten) 1996 Logement wordt T Bedrijf W Kerkelijk Concerten W Bildts Informatiecentrum W

buiten
oning Jaar gebruik W 1979 SAFT 1999 1966 1977 1897 2003 1990 1997 1971 Kerkfunctie Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja 1992 Ja Ja Ja Ja Nee Hersteld Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja SAFT Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Nee Ja Kerk Kerk Kerk Evangelisatie .Evangelisatie Evangelische Evangelische Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - (Bond) - - Denominatie PKN VGK PKN Hervormde PKN PKN PKN Rechtzinnig Nee PKN PKN PKN PKN Hervormd Gereformeerde PKN Gereformeerd PKN PKN Molukse GKV Gereformeerd Rechtz.Herv Molukse PKN PKN Gereformeerd PKN Gereformeerd PKN PKN Hervormd PKN PKN PKN VEG Hervormd Doopsgezind PKN Gereformeerd PKN Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja .Evangelisatie Herv eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw Bouwjaar 1850 1933 1640 1893 13e 1874 1882 1936 12e 1545 1875 1794 1870 1415 13e 1888 1890 15e 1964 1957 1931 1928 1996 1735 1965 1888 1860 1890 1897 1860 16e 1979 1908 1695 1918 1905 1806 1927 1910 1850
6
2
57 30
7
1 37-39 61
15 1
29 6 4 5 184 25 29 Oost 15 28
9 Evangelisatie 14 1 31
6 164 63 10
6 1 23 28 1 11 7 Prinsstraat 6 Schuilingstraat 6 Esch 26 24 29
12 Albadaweg Albadaweg Buorren Hieming Frankensingel Cingel Streek erp erpleane sjerkebuorren an an Adres Rijksstraatweg Dwarsvaartweg Hoofdstraat Hellingstraat Wijnserdijk Rengersweg Fiifgeawei Hervormde Molenlaantje Willinge Hoofdweg Kerkweg Hoofdweg Kerkhofslaan Achterwei Haerdawei T Langgrousterwei De Schapekamp Hooge Molenweg Prinsenstraat De Brink Jan Buren Buren Hernepaed Nessenwei De T Kommisjewei Kommisjewei T V Leijsterstreek Dominee V De Aldewei kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Gemeente Kerk Evangelisatie Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kapel fingawier . Of Eschkerk Herv Joriskerk Ceciliakerk Evangelische Hervormde Rechtzinnig Hervormde Gereformeerde Anker Bining Gereformeerd Gereformeerde Gereformeerde Hervormde Gereformeerde Hippolytuskerk rije Naam Protestantse Gereformeerde Protestantse vm Mariakerk Ontmoetingskerk Kerkje vm Bonifatiuskerk Stephanuskerk Hervormde Hervormde vm St Sint vm De Sint Rehobot Hooge vm Ned. Jakub Dorpskerk Het vm Martinuskerk vm Gereformeerde Johanneskerk Nicolaaskerk Gereformeerde Hervormde Johannestsjerke V vm Julianakerk Gereformeerde vm Hervormde (G.) Bildtzijl Bildtzijl Bildtzijl Bildtzijl Leije fingawier Plaats Noardburgum Noordwolde Noordwolde Noordwolde Oentsjerk Oentsjerk Of Oldeberkoop Oldeberkoop Oldeholtpade Oldeholtwolde Oldelamer Oldetrijne Olterterp Oosterbierum Oosterbierum Oosternijkerk Oosternijkerk Oosterwolde Oosterwolde Oosterwolde Oosterwolde Oosterwolde Oosterwolde Oosterwolde Oosterzee Oosterzee Oosthem Oosthem Oosthem Oostrum Opeinde Opeinde Oppenhuizen Oude Oude Oude Oude Oude Oudega




Fûgelhûs activiteiten `t gebruik Museum museum oning/bedrijf oning rouwlokatie Huidig W W Exposities Culturele Museum Atelier ook Dagopvang Leegstand Aula Oerka Dorpshuis T Gemeenschapshuis

buiten
Jaar 1967 2001 1975 2000 1968 2008 2008 1978 1979 1981 1986 Kerkfunctie gebruik Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja SAFT Ja Nee Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee SAFT Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Gemeente Evangelisatie Evangelisatie Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Denominatie PKN PKN Hervormde PKN Gereformeerd PKN PKN PKN Gereformeerde PKN PKN PKN PKN PKN PKN Hervormd Hervormde Hervormd Gereformeerd PKN Hervormd PKN Doopsgezind PKN Doopsgezind Hervormd Hervormd PKN PKN RK PKN Gereformeerd PKN PKN PKN PKN PKN Hervormd Doopsgezind PKN PKN PKN PKN Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw Bouwjaar 12e 1910 1962 1755 1888 1906 1924 1790 1933 1965 1752 15e 16e 13e 14e 13e 1913 1810 1889 13e 1845 14e 18e 1916 1848 1860 13e 1916 1815 1892 15e 1896 1738 1653 12e 1913 12e 1928 1838 1724 1937 1756 1732
20 24 31
1 6 12 23 16
23
1 3 12 8 28 3
9 2 49 11 8 3 2 11
1 55 3 4 1
47 3 17
1 31 1 46 9 1 18 44 2 eldstraweg 6 21 16-18 V Buren Buren ange Buorren Buorren T sjerkhofspaed Adres Buorren Buorren Goartersreed Pastorijstrjitte Breksdyk Badweg Schoterlandseweg Kerkstraat Huningspaed Marktweg Schoterlandseweg Foarwei Jetze De Kerkbuurt Dorpsstraat Dorpsstraat Pepergaweg Buren Buren T Grote Grote Pibemalaan Binnenbuorren Binnenbuorren De De Buorren Slypsterwei Haadstrjitte Flieterpsterdyk Flieterpsterdyk Kerkpad Juckemaweg Kerkstraat Kerkweg Schoterweg Haven Buorren Buorren Slachtedijk Nummer Rehoboth Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Evangelisatie Kerk Kerk Fermanje Kerk kerk Kerk Kerk sjerke Stichting T Doperkerk de Doper Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk de de Stuyvesantkerk Agatha Martinuskerk Hervormde Gereformeerde Fontein Gereformeerde Hervormde Gereformeerde Doopsgezinde Gereformeerde Hervormde Ljochtbeaken Naam Sint It vm Ankertsjerke vm Hervormde Gereformeerde De Boskerk Sionskerk Skoattertsjerke Hervormde Hervormde Antoniuskerk Johannes Sint-Gertrudiskerk Evangelisatie Pieter vm Hervormde vm Victoriustsjerke Schuilkerkje vm vm Hervormde Johannes Marthakerk Laurentiuskerk Sint Vincentiuskerk vm Hervormde Hervormde Alexanderkerk Gereformeerde Roodkerkje vm Doopsgezinde Hervormde Gereformeerde Hervormde Hervormde .) .) (S.) (S.) (S.) (W (W Plaats Oudega Oudega Oudega Oudega Oudega Oudehaske Oudehorne Oudemirdum Oudemirdum Oudeschoot Oudeschoot Oudwoude Ouwsterhaule Paesens Parrega Peins Peins Peperga Piaam Piaam Pietersbierum Pingjum Pingjum Pingjum Poppenwier Poppenwier Raard Raard Raerd Reahûs Reduzum Reitsum Reitsum Ried Rinsumageest Rinsumageest Roodkerk Rotstergaast Rottevalle Rottevalle Rottevalle Ryptsjerk Sandfirden




rouw-T

Kittiwake Atelier centrum, centrum
+ gebruik
oning oning oning oning oning Huidig Cultuurhistorisch W Winkel W Jeugdhonk W Opslag W Muziekruimte Leegstand/opslag Cultureel locatie W Cultureel Winkel

buiten
Jaar gebruik 1975 1994 1979 1998 1976 1992 1927 1970 1993 1926 1979 1999 1953 Kerkfunctie SAFT Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee SAFT Ja Nee Ja Ja Ja SAFT Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Nee Evangelisatie Evangelisatie rij) (Unie) (V Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Denominatie PKN PKN Gereformeerd PKN AG PKN Gereformeerd PKN Hervormde PKN PKN RK PKN Gereformeerd PKN PKN PKN PKN PKN PKN CGK Hervormde Hervormd PKN Gereformeerd Doopsgezind RK PKN Hervormd PKN PKN RK PKN PKN PKN RK Gereformeerd Gereformeerd Baptisten Baptisten Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja eeuw eeuw eeuw Bouwjaar 13e 1861 1891 1914 1925 1788 1907 1865 1929 1962 1866 1915 1877 1889 13e 1879 1905 1927 1862 1949 1970 1905 13e 1682 1889 1871 1959 1927 1844 1904 1721 1887 1963 1926 1647 1934 1930 1881 1953 1883
8
1 4
4
20 14 7-9
17 3 27 1 67
2 8 . 43 3
21 3 1 44 10 223
4 52 10
240 139 21 2 14 1a 1 14 Costerstraat 105
33 12 Hundlingiuspad 69 29 Ein 2 . 108 Lodewijkstraat Hiddesstr Osingaweg Osingaweg Akenwei Harenstraat Jansz Harenstraat Saksenstraat H.W . an an Lange sjerkepaed aeijewyk an an Adres Kerkstraat Achterbuorren Legedyk Hollandiastraat Grindweg Grindweg V V Badweg Langestreek Ds Badweg Buorren Smidstraat Schoolstraat Achterom T Tjerk It Binnenwei T van Birdaarderstraatweg V Stadhoudersweg Statenweg Jan V Oosteinde G.v Omloop Kerkstraat Streek Menamerdyk Heerenwal Kapelstreek Achterom Kerkgracht Willem Oppenhuizerweg " Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Evangelisatie Kerk de Heren Centrum Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kapel Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk""" de Kerk Kerk Kerk van Kerk Harenskerk Noorderkerk Egbert Groate Nicolaaskerk Fredericuskerk redekerk Gereformeerde Apostolische Gereformeerde Hervormde Gereformeerde Gereformeerde Rehobothkerk an Gereformeerde V V vm Doopsgezinde Vicarie Gideonkerk Groate "Cultureel errijzenis Naam Nicolaaskerk Martenstsjerke vm Hervormde vm Hervormde vm Hervormde vm Ontmoetingskerk Hervormde Sint Hervormde vm Hervormde vm Sixtuskerk Gereformeerde Hervormde Hervormde Elim vm Kloosterkapel V "De Hervormde Sint Hervormde Hervormde Protestantse Sint vm Noorderkerk Baptistenkerk vm Annaparochie Annaparochie Annaparochie Annaparochie Annaparochie Jacobiparochie Jacobiparochie Nicolaasga Nicolaasga Plaats Schalsum Scharnegoutum Scharnegoutum Scharsterbrug Scherpenzeel Scherpenzeel Schettens Schettens Schiermonnikoog Schiermonnikoog Schiermonnikoog Schiermonnikoog Schingen Schraard Schraard Sexbierum Sexbierum Sexbierum Sibrandabuorren Siegerswoude Siegerswoude Siegerswoude Sijbrandahuis Sint Sint Sint Sint Sint Sint Sint Sint Sint Sintjohannesga Slappeterp Sloten Sloten Sloten Sneek Sneek Sneek




bij

dorps

bureau met gebruik
erkplaats/garage oning oning rouwlokatie; rouwlokatie Huidig Leegstand Kerkelijk Bedrijf/galerie Kunstobject Winkel W woning W Buurtvereniging W atelier/workshop "T activiteiten" Leegstand T

buiten
Jaar gebruik 2007 2007 2000 2000 1979 Ja 1972 1926 2005 1980 2000 1998 1978 1975 Hervormd- Kerkfunctie Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja PKN Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee SAFT SAFT SAFT Evangelisatie Evangelisatie (Unie) Getuigens Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - Denominatie Hervormd PKN CGK RK NAK Doopsgezind PKN PKN NAK PKN PKN Gereformeerd PKN Baptisten Doopsgezind Hervormde RK PKN Doopsgezind Ja Gereformeerd PKN Gereformeerd Gereformeerd PKN GKV PKN CGK Jehovah' Doopsgezind PKN Hervormde PKN PKN Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw Bouwjaar 1960 1955 1907 1871 1974 1842 1889 1530 1930 1870 15e 1884 1861 1886 1900 1935 1921 1739 1904 12e 1878 1973 1846 1917 1769 1980 1965 1996 1995 1804 1685 1928 1614 13e 1864 13e 16e 1843 B
49 7 57 4
2 11
18 1
5 9 40 25 8
8 8 14
35 31
30 45 16 aart aart 61 13
69 92 43 6 V V 23 53 Frisostraat 1a 48
16 46 3 Nassaustraat . 35 Japicxstrjitte
62 28 10 Buorren Bockamakade Kerkstraat W Jellessingel van Jirden Dellen Dellen estvierdeparten sjerkebuorren oorstraat oorstraat oorstraat yttadyk Adres Jan Leeuwarderkade Willemstraat Singel Middelzeelaan Singel Rienk Grote Johan Beuckenswijkstraat T Schans V V V W Pepergaweg Steggerdaweg Kakewei Pieter Uniawei Gijsbert Groningerstreek Heerenweg Greate De Groningerstraat De Nije Gedempte Gedempte Miedwei Doarpsstrjitte Kerkbuurt Kerkbuurt A Idzardaweg Pastorielaan Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Petersburg Stadsfenne Sperkhem Kerk Kerk Stins Fermanje sjerkeT Kerkje Martinuskerk Fredericuskerk Vituskerk Gregoriuskerk Haven Gereformeerde Evangelisatiekerk Gereformeerde Hege Gereformeerde Rehobothkerk Ark Flambou Gereformeerde Naam Ichthuskerk Oosterkerk Witte Sint Kerkgebouw Doopsgezinde Zuiderkerk Martinikerk Kerkgebouw De Hervormde vm (Zwanenkerk) Nicolaaskerk Baptistenkerk Doopsgezinde vm Sint Protestantse Doopsgezinde Sint vm De vm vm Dorpskerk De De Ichthus Koninkrijkszaal Feanster Doarpstsjerke Antoniuskerk Sint vm Nicolaes Bonifatiuskerk Rotondekerk Evangelisatiekerk vm Idzard er erband Plaats Sneek Sneek Sneek Sneek Sneek Sneek Sneek Sneek Sneek Sondel Spannum Stavoren Stavoren Stavoren Stavoren Steggerda Steggerda Steggerda Stiens Stiens Stiens Stiens Stroobos Sumar Sumar Surhuisterveen Surhuisterveen Surhuisterveen Surhuisterveen Surhuisterveen Surhuisterveen Surhuizum Surhuizum Suwâld Suwâld Swichum T T




gebruik

oning oning/atelier oning oning oning oning Huidig Bedrijf Leegstand W W Kantoor/woning Museum. Zondagschool/buurthuis W W W Leegstand Muziekvereniging W Concerten

buiten
Jaar gebruik 1998 2008 2007 1994 1985 1996 1995 1987 2001 2008 1970 1817 1983

Kerkfunctie Nee Nee Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Nee Ja Nee SAFT Kerk Bond Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - Evangelisatie - - - - - - - Gereformeerde - - - - - .Evangelisatie - - rije rije Denominatie Hervormd Doopsgezind PKN PKN Doopsgezind PKN PKN PKN RK Gereformeerd PKN RK Doopsgezind PKN Gereformeerd PKN PKN PKN V Hervormd PKN PKN Doopsgezind PKN PKN Gereformeerd PKN GKV PKN PKN V PKN Gereformeerde PKN PKN PKN PKN Gereformeerd Rechtzinnig Herv PKN Doopsgezind PKN Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja eeuw eeuw eeuw eeuw Bouwjaar 1875 1865 1854 1921 1850 16e 13e 1967 1961 1952 1881 1967 1850 1663 1952 1913 1838 1864 1916 1890 1921 1699 1871 1626 1703 1892 12e 1984 1953 1692 1984 1878 1966 1911 1720 1903 1548 1924 1870 1877 18e 1690
56b
1 4 1 318 15 46
18-20 1
71 2 47
22 6
7 18 27 1
6 1 40 5 6 8 1
25 14 39
37 64 35 87 86
46 35 10 1 44 33 56 59
2 Reedekerstraat arren streek W esterburen esterbuurtstraat esterein altaweg ommelseweg sjerkepole erpstraat sjerkebuorren sjerkepaed Adres Buorren Buorren T Nesserweg Nieuwbuurt Kerkstraat Dorpsstraat Heereweg Brouwershoekweg Oosterburen W Ecuadorstraat Molenstraat W Burg. W Koumelkerspaed De De Riperwei Rolbrêgedyk T Aengwirderweg Pastoriesingel Gaestdyk W Kerkstraat Dobbe Optwizel T Optwizel Smitswei Bjirkewei Bjirkewei Buorren W Franekerweg Buorren Buorren T Formoanje Buorren Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Visser Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk de Kerk Kerk sjerke Petruskerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk T Kerk Kerk Sint Brandanuskerk Evangelisatiekerk
10 Petrus Gereformeerde Janskerk of rije Petruskerk Evangelisatie Hervormde Doopsgezinde Doopsgezinde ET RK vm Sint Gereformeerde V Hervormde Gereformeerde Gereformeerde Gereformeerde Evangelisatie Mosterdzaadje Doopsgezinde St. Regenboog Vituskerk esterkerk rije Naam vm vm Hervormde Gereformeerde vm Hervormde vm Doopsgezinde W vm Gereformeerde Hervormde Hervormde vm vm Gereformeerde Hervormde Doopsgezinde Aengwirder Hervormde vm Sint De Gereformeerde Oude Rehobothkerk Hervormde V Gereformeerde St. vm Johanneskerk vm vm Het Sint-Martinustsjerke vm Hermeskerk est est est est Hoorn Midsland Midsland Midsland MidslandHervormde W W W W erherne erherne erkaple ernaard ernaard ernaard erschelling erschelling erschelling erschelling erschelling erschelling erschelling erschelling erschelling ersoal ersoal erwispel ijnje ijnje ijnje irns wijzel wijzel wijzel wijzel wijzelerheide wijzelerheide wijzelerheide ytsjerk Plaats T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T Tjalleberd Tjalleberd Tjerkgaast Tjerkwerd Tjerkwerd T T T T T T T T Tzum Tzum Tzummarum Tzummarum Tzummarum Tzummarum Uitwellingerga




Dorps-

Centrum annex gebruik
Bidler oning/bedrijf oning/bedrijf oning/bedrijf rouwlokatie Huidig Leegstand Atelier W Theater cultuurhuis W W Consistorie Appartementen Cultureel De T Cultureel Museum-Expositieruimte Bedrijf

buiten
Jaar gebruik Ja 1580 2000 1923 2003 2009 1965 1973 1979 1983 2004 1982 Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Ja Nee Ja Nee Nee Ja SAFT Ja SAFT Ja Nee Nee Ja Ja Ja Gemeente Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Evangelisatie Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd
- - Gereformeerde - - - - - - - - - - - . - - - - - - - Denominatie GKV PKN PKN Doopsgezind CGK Oud PKN PKN Hervormd PKN PKN PKN PKN PKN RK RK Doopsgezind PKN Gereformeerd PKN Gereformeerd PKN PKN Rechtzinnig Herv PKN Doopsgezind RK Doopsgezind Hervormd PKN Hervormd PKN Hervormd PKN Gereformeerd Gereformeerd PKN PKN PKN Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
1671 eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
2 Bouwjaar 1975 13e 1961 1865 1973 1973 1850 1648 1903 1605 1670 13e 15e 16e 16e 1949 1877 1682 1892 1885 1879 1965 1780 1908 11e 1956 1862 1865 1872 13e 1708 12e 12e 1911 1875 1889 1904 1778
23
8 1
12 6 3 1
3a 6 21
6 6 13 24 24 17 1
8 2 Coehoornstraat 2
22 23 eide
7 2 19 10 24 1 2 4
85 19a W 1
47 9 37 23 5 âl van Faberweg W Buorren Eker Noard Feart Zwette sjessensweg sjerkepaed sjerkepaed sjerkepaed sjerkereed Adres De Selmien Mounestrjitte Zuiderweg Stationsweg Burg. De Hoofdstraat Noordwolderweg Kerkplein Kerkplein Buorren T T Op'e Boppelâns Het Buorren Buorren Buorren Hoofdstraat Meagere Hoofdstraat Breebergweg ytseL Kerkbuurt Kerkbuurt Gele Kerkbuurt Kalkhuswei Feytebuorren Omgong T Kerkplein Hoofdstraat Jachtlustweg Menno T T Kerk rijgemaaktV Kerk Kerk Haëzer Kerk einterp Samuel kerk W Kerk Kerk Gemeente Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kappenburg Dooperkerk Eben Kerk Gereformeerde Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk van de Oud Burcht Janskapel Martinuskerk Hervormde Kapel Gereformeerde Gereformeerde Evangelisatie Doopgezinde Bidler Gereformeerde aste Naam Gereformeerde Sint-Pieterskerk Gereformeerde Doopsgezinde Christelijke Kerk Gereformeerde Swettetsjerke Johanneskerk vm Nicolaaskerk Hervormde Hervormde Thomaskerk Petruskerk vm Sint Doopsgezinde Johannes vm Hervormde vm Gereformeerde Hervormde vm Johanneskerk Doopsgezinde Sint vm De Hervormde Bartolomeüstsjerke Vituskerk Hervormde Hervormde Museumkerk vm V Andreaskerk Hervormde eenwouden eenwouden eenwouden eenwouden eenwouden rouwenparochie aaksens aaxens answerd arns arns arns arns arns arstiens arten arten arten askemeer eidum ergea ergea ergea ergea estergeest esthem etsens Plaats Ureterp Ureterp Ureterp V V V V V Vinkega Vlieland V W W W W W W W W W W W W W W W W W W W W W Wier Wierum Wierum Wijckel Wijckel Wijnaldum Wijnjewoude




Ponkje

gebruik woning oning oning/bedrijf oning oning oning/bedrijf oning Huidig Garagebedrijf W wordt W W Leegstand W W Appartementen W Restaurant

buiten
Jaar gebruik 1925 1975 2003 1962 1970 1972 2005 1998 1968 Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Kerk Evangelisatie rij) (V (Unie) Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd
- - - - .Evangelisatie - - - - - - - - Gereformeerde - - - - - - - rije Denominatie PKN GKV PKN RK PKN PKN Gereformeerd Rechtzinnig Herv Gereformeerd PKN RK PKN Doopsgezind Hervormde PKN PKN PKN Baptisten PKN PKN RK PKN V Doopsgezind PKN PKN Gereformeerd PKN VVH PKN RK Doopsgezind Baptisten Gereformeerd Gereformeerd Doopsgezind RK PKN PKN PKN Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
1880 Bouwjaar 1908 1978 13e 1966 1891 ca. 1874 1934 1925 12e 1903 1633 1960 1927 1983 12e 12e 1883 1870 1923 1939 1646 2004 1875 13e 1889 1888 1728 1908 1480 1877 1695 1895 1887 1912 1858 1792 1837 1805 1922
1 1
34 91 5 1 11 37 13
2 11 6 4
36a 13 2
68 40 W 13 11
9
2 17 49 7
2 27 18 27
66 75 34
175 100 ylvaweg Buorren 5 1
14 A 1 19 52 sjerkhofT esterein olsumerwei eersterweg Noard Noard sjerkebuorren an erp erp oorweg Adres Merkebuorren Merkebuorren Breeberchspaed Tjissema Spannumerdyk T Swichumerdyk Legedyk Legedyk Hof Arumerweg Kerkplein Arumerweg Molenweg V T ytseL W W Kerkstraat ycklamawegL Kerkstraat Beatrixstraat Hoofdstraat T Hottingawei W Salverdastraat It Merk Noard Noard Súd It Iewal Fermaningsteeg Merkstrjitte Ald Kerklaan V Kerk Kerk van Kerk Kerk Kerk Kerk Duurswoude Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Hervormde Bethel Kerk Kerk Evangelisatie Nicolaas Hoogte Kerk Kerk Maria H. de erenfriduskerk op Martinustsjerke erpstrakerkje Franciscuskerk rijzinnig W Michaëlkerk Kerk Hemelopneming Gereformeerde Unitaskerk Kerk Evangelisatiekerk Hoekstien T Mirt Gereformeerde V Gertrudiskerk Gereformeerde Gereformeerde Doopsgezinde Karmel olentijnkerk Naam Gereformeerde Maranatha Hervormde RK ten Gereformeerde Mariakerk vm Hervormde vm Sint RK T Koepelkerk Doopsgezinde vm De Nicolaaskerk Ursulakerk vm Pancratiuskerk Ichtuskerk Sint Kerk De Doopsgezinde Jacobikerk Gereformeerde vm Hervormde vm St. Sint Doopsgezinde Baptistenkerk vm vm vm Sint De Hervormde Gereformeerde olsum olvega olvega olvega olvega olvega ommels ommels ons ons orkum orkum orkum orkum orkum orkum oudsend oudsend oudsend oudsend outerswoude outerswoude Plaats Wijnjewoude Wijnjewoude Wijnjewoude Wijtgaard Winsum Winsum Wirdum Wirdum Wirdum Witmarsum Witmarsum Witmarsum Witmarsum Witmarsum Wiuwert Wjelsryp Wjelsryp W W W W W W W W W W W W W W W W W W W W W W




gebruik

Huidig Concerten

buiten
Jaar gebruik 1975

Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja SAFT Christus van amminga.T Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd BGI.
- - - - - Meile. Denominatie GKV PKN PKN PKN Gemeenschap PKN PKN Doopsgezind CGK Pinkstergemeente Hervormd t.a.v afdeling BGI, Rijks- monument Ja Ja Ja Ja provinciale afdeling de en Frysln, eeuw Hoeve Bouwjaar 1952 13e 1865 1905 1966 1964 1963 1904 1976 1960 1783 ten
31 provincie
16 Sytse de
1 6 32 aan
1
10 44 1 door
12 31 sjerkepaed ogelsang orenstraat oorstraat Adres Kerklaan Nummer T Schoolstraat V T Schoolstraat V Noorderstationstraat Zuiderstationsstraat Hoofdweg doorgegeven samengesteld rijgemaaktV (Rotonde?) worden Christus mogelijk Kerk Kerk van Kerk Rehoboth Kerk Kerk Kerk kunnen Kapel zorgvuldig .Geref.Kerk zo Naam Gereformeerde Vituskerk Hervormde Hervormde Gemeenschap Hervormde Gereformeerde Doopsgezinde Chr Filadelfia Reginakerk correcties is lijst Deze Eventuele outerswoude Plaats W Wyns Ysbrechtum Zurich Zwaagwesteinde Zwaagwesteinde Zwaagwesteinde Zwaagwesteinde Zwaagwesteinde Zwaagwesteinde Zweins




In het kader van het grote onderzoek `Inventarisatie Friese kerken', is er een deelonderzoek gelast naar de mate waarin de overheden zowel in directe financi le zin bijdragen aan de instandhouding van monumentale kerkgebouwen als in directe zin kerkbesturen ondersteunen met aanvullend beleid of andere maatregelen. Voor dit deelonderzoek is op basis van een offerte op 1 maart 009 door de stichting Alde Fryske Tsjerken opdracht verstrekt aan de stichting Steunpunt Monumentenzorg Frysl n.

De door de stichting Alde Fryske Tsjerken geformuleerde onderzoeksvragen waren:
1) Hoeveel geld hebben de Friese gemeenten de afgelopen 6 jaar uit eigen middelen besteed aan restauraties van kerken?
) Wat hebben deze gemeenten de afgelopen 6 jaar gedaan op het gebied van instand- houding c.q. exploitatie, afstemming accommodatiebeleid; planvorming; ondersteuning herbestemming - en wat is het beleid voor de komende jaren? ) Hoe is de inbreng van Rijk en provincie op deze punten?
4) Is er op deze manier een matrix samen te stellen, waarin te zien is wie wat doet voor de kerken (Rijk, provincie en gemeenten) ?
Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, zijn de vragen aan de 1 Friese gemeenten, de provincie Frysl n en aan de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE, voorheen RACM) gesteld. De meest snelle vorm daarvoor is de enqu te. Deze is op 16 maart jl. met een begeleidende brief aan alle colleges van B&W in Frysl n gestuurd, alsmede per mail aan alle contactambtenaren monumentenzorg (zie bijlagen). De gegevens van de RCE en de provincie Frysl n zijn niet via een enqu te verkregen, maar zijn door hen deels op verzoek aangeleverd en deels door het Steunpunt vergaard.
De eerste vraag van de enqu te is geheel op de directe financi le ondersteuning uit eigen middelen van kerkrestauraties gericht, zowel voor rijksmonumenten als niet-rijksmonumenten. De vraag is puur financieel en kijkt achterom naar wat de overheid heeft ge nvesteerd. De tweede en derde vraag zijn vooral gericht op wat de overheid in indirecte zin heeft gedaan aan instandhouding van kerken en ondersteuning van kerkbesturen. De vragen zijn meer beleidsmatig; wat heeft de overheid aan (aanvullend) beleid en ondersteuning gedaan? Hierbij is er ook een vraag naar toekomstig beleid gesteld. In verband met het uiteindelijke doel van dit onderzoek om te komen tot een Deltaplan Fryske Tsjerken, is de toekomstgerichte vraag van belang.
De gegevens die in dit deelonderzoek zijn verkregen, hebben alleen betrekking op de rijks-, provinciale- en gemeentelijke overheid. Er is dus niet in beeld gebracht wat andere
10




organisaties en fondsen hebben bijgedragen en wat het eigen financi le aandeel is geweest van de kerkbesturen. Dat zou een aanvullend onderzoek om objectniveau vergen.

De gegevens zijn samengevat in een tabel (zie bijlage). Die gegevens zijn geanalyseerd en uit die analyse konden conclusies worden getrokken. De uitkomsten en conclusies zijn in de volgende paragraaf weergegeven in twee delen; de directe financi le ondersteuning en de indirecte beleidsmatige ondersteuning.

De rijksoverheid draagt via de RCE alleen financieel bij aan restauratie, onderhoud en instandhouding van rijksmonumentale kerken en onderdelen daarvan (torens, orgels en uurwerken). Op objectniveau draagt het Rijk niet bij in aanvullend beleid of ondersteuning van kerkbesturen.
De provincie Frysl n draagt hoofdzakelijk bij aan de objectgerichte monumentenzorg (74% van wat zij aan kerken uitgeeft) en dus vanuit eigen fondsen in de restauratie en het onderhoud van zowel rijks- als niet-rijksmonumenten. Daarnaast ( 6%) ondersteunt zij een provinciale stichting die 5 kerken beheert en heeft zij in projecten waarin (de problematiek van) het religieus erfgoed centraal staat gesubsidieerd (Jaar van het Religieus Erfgoed) of innovatie daarbij gestimuleerd (E-Tsjerke). Bovendien wordt de grote Kerkeninventarisatie - waar dit deelonderzoek deel van uitmaakt door de provincie Frysl n betaald. Daar waar de Friese gemeenten uit eigen middelen bijdragen aan de instandhouding van kerken, is dit hoofdzakelijk het geval bij rijksmonumenten, als aanvulling op een rijksbijdrage. Daarnaast is de financi le ondersteuning vaak gericht op het onderhoud van `eigen' kerktorens of via een bijdrage aan gemeentelijke stichtingen met kerktorens in eigendom. Is er bij het Rijk alleen sprake van objectgerichte subsidies en bij de provincie van objectgerichte subsidies en projecten, bij de gemeenten is er naast incidentele subsidies voor anderen en financiering van eigen monumenten ook voor een klein deel beleidsmatige ondersteuning, die meestal niet echt in geld is uit te drukken. Te denken valt dan onder andere aan planologische medewerking bij herbestemming van kerken en huur van een kerk als trouwlocatie. Het Rijk heeft de laatste 6 jaar met vier verschillende geldstromen (Brrm, 1-jarig Brom, 10- jarig Brom en Rrwr) aan kerkgebouwen (inclusief kerktorens) ruim 19 miljoen aan restauratie- en onderhoudssubsidie verstrekt in Frysl n. Als daar ook de uurwerken, klokken en orgels bij zouden worden geteld, is er in de periode 00 t/m 008 door het Rijk in Friese kerken gestoken. Dit op een bedrag van ruim 6 , miljoen aan totale kosten en 55, miljoen aan totale subsidiabele kosten. Dit betekent dat de rijksoverheid gemiddeld van de instandhoudingkosten voor een kerk voor haar rekening neemt. Als alleen naar de kerkgebouwen wordt gekeken, betekent dit het financieel ondersteunen van 540 objecten (waarbij kerken en bijbehorende en toren als twee objecten zijn geteld). Ontdaan van dat laatste onderscheid, heeft de rijksoverheid gemiddeld per Friese rijksmonumentale kerk bijgedragen. De jaarlijkse bijdragen zijn over de jaren 00 t/m 008 ongeveer hetzelfde, maar hebben in 006 en 008 wel een extra `boost' van gemiddeld 1,4 miljoen per jaar gekregen door de `achterstandsregeling'.

10




De provincie Frysl n heeft de laatste 6 jaar met drie verschillende geldstromen (Subsidieregeling Cultuurhistorie en Monumentenzorg, Frysk Erfskip en Plattel nsprojekten) via objectgerichte instandhoudingsubsidies bijna uitgegeven aan Friese kerkgebouwen. Zo'n 8 % hiervan was voor rijksmonumenten en circa 18% voor niet- rijksmonumenten. Van dit geld zijn 71 Friese kerken gerestaureerd, hetgeen gemiddeld per kerk betekent. Hierbij moet wel worden aangetekend dat in de ene geldstroom de bijdrage veel hoger ligt (Frysk Erfskip) dan in de andere (subsidieregeling cultuurhistorie en monumentenzorg). De provinciale bijdragen laten door de jaren heen meer fluctuatie zien dan de rijksoverheid. Dit komt onder andere door het Fryske Erfskip in 00 , door de prioriteit voor boerderijen en kerken in het monumentenfonds vanaf 006 en door de (vanaf 007) ontdekte subsidiemogelijkheden vanuit Plattel nsprojekten. Hoewel de totale kosten niet bekend zijn, kan uit de gegevens en andere informatie worden herleid, dat de provinciale overheid gemiddeld van de restauratiekosten voor een kerk voor haar rekening neemt. Bij rijksmonumenten is dit lager dan bij niet-rijksmonumenten, hetgeen vanuit de subsidiepercentages in de subsidieregeling verklaarbaar is. Van de 1 Friese gemeenten hebben 7 gemeenten de enqu te ingevuld geretourneerd; een respons van 87%. Van deze 7 gemeenten zijn er 6 ( %) die de laatste 6 jaar geen financi le bijdrage uit eigen middelen in de restauratie of het onderhoud van kerken hebben gestoken. De gemeenten die wel financieel hebben bijgedragen, hebben dat met een totaalbedrag van ruim ,4 miljoen gedaan. Het grootste deel daarvan (ruim , miljoen, oftewel 9 %) ging naar rijksmonumenten. Wat verder opvalt, is dat de gemeentelijke bijdragen hoofdzakelijk worden gestoken in de instandhouding van kerktorens die in eigendom zijn bij de desbetreffende gemeente (54%) of bij een duidelijk aan de gemeente gelieerde gemeentelijke stichting (18%). De (subsidie)bijdragen van de gemeenten gaan dus maar in 8% van de gevallen naar kerken die niet qua eigendom aan de gemeente zijn verbonden. De gemeenten die in directe zin de instandhouding van kerken financieel ondersteunen, hebben dat aangaande 106 objecten gedaan, hetgeen gemiddeld per kerk betekent. Hierdoor draagt de gemeentelijke overheid gemiddeld bij aan de onderhouds- en restauratiekosten van een kerk. Hierbij moet wel nadrukkelijk worden bedacht, dat dit voor een zeer groot deel eigen middelen zijn voor eigen monumenten en dus als eigenaarbijdrage moeten worden beschouwd en niet als subsidie aan een kerkeigenaar. Dit betekent eigenlijk dat de gemeenten bij een willekeurige kerk (niet bij hen in eigendom) gemiddeld ongeveer van de restauratiekosten voor hun rekening nemen. In de jaren 00 , 004 en 005 blijven de gemeentelijke bijdragen op hetzelfde niveau (gemiddeld 00.000). In 006 en 007 ligt dit niveau bij gemiddeld 450.000. Het jaar 008 laat een nog grotere toename zien (
619.000). De reden lijkt in de cofinanciering te zitten van de restauratie van rijksmonumenten die door het Rijk in het kader van de achterstandsregeling zijn gehonoreerd. De bijdrage van het Rijk, speelt zich via de RCE - alleen af in het subsidi ren van onderhoud, restauratie en instandhouden van rijksmonumenten. Op het gebied van aanvullend beleid of ondersteuning van kerkbesturen draagt het Rijk niet bij, of de specifieke deskundigheid bij de RACM als kenniscentrum (orgels, glas-in-lood, natuursteen, enz.) die wordt geraadpleegd, moet als zodanig worden aangemerkt. Ook dan is er slechts sprake van ondersteuning bij alleen rijksmonumenten.

104




Naast de ,4 miljoen die de provincie Frysl n de laatste 6 jaar direct in de objectgerichte monumentenzorg voor kerken heeft gestoken, heeft de provincie in die periode ook nog een bedrag van uitgegeven aan indirecte ondersteuning. Dit gebeurde in de vorm van een budgetsubsidie van gemiddeld 111.000 per jaar voor de stichting Alde Fryske Tsjerken. Die stichting betaalt daarmee haar uitvoerend bureau dat zorg draagt voor de instandhouding en het beheer van de 8 kerken die deze stichting in eigendom heeft. Daarnaast vond er ondersteuning plaats, door het meefinancieren van projecten. Zo wordt de `Inventarisatie Friese Kerken', waar dit onderzoek deel van uitmaakt, betaald met het oog op het formuleren van een Deltaplan Fryske Tsjerken. Met een subsidie voor ` 008 Jaar van het Religieus Erfgoed' is bijgedragen aan meer duurzame aandacht voor (de problematiek van het vrijkomen van) religieuze gebouwen. Ook is bijgedragen aan het project E-Tsjerke om de Friese monumentale kerken (op een moderne manier) toegankelijker te maken, opdat meer mensen de kerk en de provincie bezoeken.
Van de 7 Friese gemeenten die hebben gereageerd, geven 15 gemeenten (56%) aan, dat zij op geen enkele wijze de afgelopen 6 jaar aan aanvullend beleid of ondersteuning van kerken dan wel kerkbesturen heeft gedaan. En dat terwijl de gemeentelijke overheid bij uitstek de overheidslaag is die dat op lokaal niveau en met beleid zou kunnen c.q. moeten doen. Van de gemeenten die aangeven dat wel te doen (44%), is de verscheidenheid aan soorten ondersteuning groot, maar is dat vaak niet in geld uit te drukken. Het gaat vaak om incidentele projecten waar ambtelijke ondersteuning plaatsvindt of planologische medewerking wordt verleend, bijvoorbeeld inzake herbestemming van kerken (onder andere de Noorderkerk te Sneek inzake het Culturele Kwartier). Naast ondersteuning bij herbestemming (in 4 gemeenten), vindt ook ambtelijke en soms financi le ondersteuning plaats bij gebruiksvergunningen ( gemeenten) en bouwhistorisch onderzoek ( gemeenten). De diversiteit inzake ondersteuning bij de `exploitatie van een kerk' (inclusief accommodatiebeleid) is groot. Dit varieert van een vast klein bedrag in de exploitatie van een kerk tot de verhuur van een gemeentelijk pand ten behoeve van een moskee, en van de aankoop van een klokkenstoel tot het huren van een kerk als trouwlocatie. De 8 gemeenten die beleid op dit vlak hebben geformuleerd, hebben dat bijna alleen maar (88%) gedaan op het vlak van subsidiebeleid c.q. een subsidieverordening voor de instandhouding van monumenten (hetzij gemeentelijke monumenten, hetzij aanvullend op rijksmonumenten) in het algemeen, waar kerken een (klein) deel van uitmaken. De 11 gemeenten die geen beleid hebben geformuleerd maar dit wel van plan zijn, willen dat ook vooral gaan doen op hetzelfde vlak als hiervoor genoemd waar gemeenten al wel beleid hadden geformuleerd. Concreet houdt dat in: 4 gemeenten willen een gemeentelijk monumentenlijst gaan opstellen, eveneens 4 gemeenten willen een subsidieverordening gaan opstellen voor (gemeentelijke monumenten dan wel aanvullend op rijksmonumenten) en gemeenten willen de kerktorens in gemeentelijk eigendom overdragen aan een op te richten stichting. Er zijn in totaal gemeenten die aangeven een erfgoedbreed beleid (cultuurhistorie en monumenten) te willen opzetten, waarvan n dat in samenhang met een gemeentelijke monumentenlijst wil doen.

105




De 7 gemeenten die geen beleid hebben geformuleerd en dat ook niet van plan zijn, geven als redenen aan:

- `de kerken staan er goed bij' waardoor er geen problemen worden gezien bij het instandhouden van de kerken en er dus geen beleid nodig is ( gemeenten);
- men onderhoud en restaureert de eigen kerktorens en heeft geen budget beschikbaar voor restauraties van andere kerken of voor een subsidieverordening ( gemeenten);

- door de gemeentelijke herindeling zal er toch nieuw (gezamenlijk) beleid moeten worden ontwikkeld en vooruitlopend daarop wenst men niet te investeren in het opzetten van eigen beleid (1 gemeente).
In een tabel c.q. gewenste matrix samengevat, geeft dit het volgende beeld: Bedrag in * % Bedrag in * % Bedrag in * % Bedrag in * Directe
financi le
Ondersteuning /
instandhouding
kerkgebouwen:
Rijksmonumenten 0.88 .905 100% 1.958.000 8 % .4 0.748 9 % 5. 6 .65 Niet-
Rijksmonumenten 0 0% 4 .805 18% 17 .97 7% 605.777 Indirecte
ondersteuning
aan kerken en
kerkbesturen:
Projecten en 0 0% 854.847 100% 0 0% 854.847 budgetsubsidie
beheerstichting
Herbestemming, 0 0% 0 0 107. 94 100% 8 . 94 gebruiksvergunningen
Bouwhistorisch
onderzoek, exploitatie,
accomodatiebeleid

* Bedragen zijn totaalbedragen over de laatste 6 jaar ( 00 t/m 008)
106




Uit het voorgaande zijn de volgende deelconclusies te trekken:

Het Rijk en de provincie Frysl n hebben de laatste 6 jaar respectievelijk gemiddeld ,5 miljoen en 400.000 per jaar in de restauratie van kerken (en onderdelen daarvan) gestoken. Bij het Rijk ging dat (logischerwijs) voor 100% naar rijksmonumenten, bij de provincie Frysl n is dat
8 %.
Een op de 5 Friese gemeenten draagt niet financieel bij aan de instandhouding van kerken. De gemeenten die dat wel doen, doen dat in totaal (van 7 gemeenten) met een gemiddeld bedrag van 4 .000 per jaar. Hiervan gaat meer dan de helft naar de kerktorens die in bezit zijn van de desbetreffende gemeente of van deze gemeente uitgaande stichtingen, wat dus als eigenaarbijdrage moet worden beschouwd. Van wat de gemeenten bijdragen, gaat 9 % naar rijksmonumenten.
Indirecte (beleidsmatige) ondersteuning wordt door het Rijk niet gegeven, en door de provincie Frysl n slechts in projectvorm en door ondersteuning van een enkele stichting. Beleid door de hogere overheden in dezen is alleen maar subsidiebeleid. Minder dan de helft van de Friese gemeenten biedt op indirecte wijze (beleidsmatige) ondersteuning. Waar ondersteuning plaatsvindt, heeft dat vooral met incidentele zaken te maken als de herbestemming van een kerk of gebruiksvergunningen voor de nevenfunctie van de desbetreffende kerk. Van de gemeenten die beleid hebben geformuleerd of dat van plan zijn te doen, is dat vrijwel alleen op het vlak van een gemeentelijke monumentenlijst en/of van een subsidieverordening c.q. subsidiebeleid voor monumenten in het algemeen. De deelconclusies kunnen als volgt worden samengevat: De overheden kennen ten aanzien van kerken vrijwel alleen subsidiebeleid dat gericht is op het instandhouden van de (monumentale) kerkgebouwen. Het geld dat de overheden in kerken investeren, gaat voor meer dan 90% naar rijksmonumenten.
Er is nauwelijks aanvullend (en op elkaar afgestemd) beleid bij de overheden inzake de problematiek van de kerken en de ondersteuning van kerkbesturen daarbij.


107




Appelscha Ooststellingwerf vm. Trefkerk 190 Nee, Kerkhof is rijksmonu

bedrijf/atelier ment Boornbergum Smallingerland Gereform. kerk 1911 Ja, VGK

Donkerbroek Ooststellingwerf Gereform. kerk 191 Ja, Rijksmonument PKN Geref. vanwege orgel Drachten Smallingerland Zuiderkerk 19 5 Ja, PKN Geref. Drachten Smallingerland vm. Rehobothkerk 19 5 Ja, Ch. Fellowship Winkel Harlingen Harlingen vm. Lutherse kerk 1879 Nee, Haule Ooststellingwerf Hervormde kerk 1854 Ja, PKN Hervormd Haulerwijk Ooststellingwerf Hervormde Ja, kerk 185 PKN Hervormd Haulerwijk Ooststellingwerf Gereform.kerk 19 0 Ja, PKN Geref. Heerenveen Heerenveen Kruiskerk 19 1 Ja,PKN Geref. Heerenveen Heerenveen Kerk Nijehaske 1775 Nee, Bedrijf Houtigehage Smallingerland Noord-Jeru l 19 8 Ja, PKN Hervormd Offingawier Sneek Kerkje Offingawier 188 Ja,PKN Hervormd Toren is rijksmonument Oudega Smallingerland It Ljochtbaken 1910 Ja, PKN Geref. Oudehorne Heerenveen Gereform.kerk 19 4 Ja,PKN Geref. Sneek Sneek Noorderkerk 1881 Nee, Cult. Centrum Sneek Sneek Ichtuskerk 1960 Nee, Leegstand Sneek Sneek Kerk Sperkhem 19 0 Ja,NAK Tjalleberd Heerenveen Doopsgezindekerk 1871 Ja, Doopsgez.
19
Geen officieel aangewezen gemeentelijke monumenten, maar (zonder status) voorkomend op een lijst van beeldbepalende of be houdenswaardige panden :
Doopsgezinde kerk Balk Gaasterl n-Sleat 186 Ja, Doopsgezind Ichtuskerk Heeg Wymbritseradiel 1890 Ja, PKN Geref.
Sint Jozefkerk Heeg Wymbritseradiel 1876 Ja,RK Stadslaankerk IJlst Wymbritseradiel 1910 Ja/Nee, Geref. Muziekverenig. Rijksmonument
4 vanwege orgel
108




In het verleden zijn al heel wat kerkgebouwen gesloopt omdat de kerkelijke eigenaar het onderhoud niet meer kon betalen, het aantal lidmaten te ver was teruggelopen en/of het gemakkelijker/goedkoper was om op een andere locatie nieuw te bouwen. Vooral in de tweede helft van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw is er op dit punt veel gebeurd. Met name in de groep van gereformeerde kerken, die dikwijls ingrijpend werden vernieuwd of vervangen vanwege een groeiend aantal kerkgangers en de emancipatie en zelfbewustwording van de gereformeerden in het algemeen. Sytse ten Hoeve heeft op basis van literatuur- en archiefonderzoek vastgesteld dat er in 1648 op het vasteland van Frysl n in totaal kerkdorpen waren, naast de elf steden met een of meer kerken. Sinds de Reformatie zijn er tot en met de negentiende eeuw 57 kerken afgebroken (en niet vervangen):

- op 5 plaatsen, waar een klokkenstoel op een kerkhof staat;
- op 7 plaatsen, waar een losse toren staat;

- op 6 plaatsen waar louter een kerkhof bewaard bleef;
- op 6 plaatsen waar ook het kerkhof niet bewaard bleef.
- In Harlingen de Westerkerk

- In Leeuwarden de St Vituskerk en de kerk van Nijehove. Monumentale hervormde historische stads- en dorpskerken die in de twintigste eeuw werden afgebroken en niet op hun historische plaats vervangen werden, zijn die van:
- Engwier (190 )

- Easterwierrum (1904, nieuwbouw elders)

- Siegerswoude (1905, nieuwbouw elders)

- Opeinde (1908, nieuwbouw elders)

- Idskenhuizen (19 6, nieuwbouw elders)

- Leeuwarden, Galilee rkerk (1940)

- Heerenveen, Kruiskerk (1969, nieuwbouw elders)
- Drachtstercompagnie (197 , na leegstand en brand)
- Jutrijp (1976; stond niet meer op historische plaats, maar tegenover kerkhof)
- Gorredijk (1985, nieuwbouw elders)

- Beets (1989)

- Leeuwarden, Goede Herderkerk ( 00 )
Na 1945 afgebroken waardevolle kerken van andere dan hervormde denominaties: Rooms-katholiek:

- Franeker (1961, vervangen)

- Jirnsum (1965, vervangen)

- Wytgaard (1965, nieuwbouw elders)
Gereformeerd:

- Makkum (1965, nieuwbouw op dezelfde plaats)
- Anjum (1967, na brand)

- Leeuwarden, Oosterkerk (1981)

- Joure (1984, nieuwbouw elders)

- Marrum ( 000)

109




J. Sonneveld, Inventarisatie kerkelijke gebouwen in Nederland, (Vrije Universiteit Inventarisatie Kerkelijke Gebouwen in Nederland, Amsterdam, 005). Zie:
Reliwiki
Zie:

Nico Nelissen (red.), Geloof in de toekomst. Strategisch Plan Religieus Erfgoed, (Stichting
008 jaar van het Religieus Erfgoed, Berne-Heeswijk, 008). Zie:
Sytse ten Hoeve, `Friesland Kerkenland?', `Torens, kerken en klokkenstoelen in Friesland' en `Friese dorpen' in: Fryslân XIII- en en XIV/XV- 009. (Koninklijk Fries Genootschap Leeuwarden, juli en oktober 008 en juli 009).
Sytse ten Hoeve, `Respect voorop bij aanpak kerkinterieurs', in: Leeuwarder Courant, juni 008 en Tijdschrift Monumenten 9-7 (Cuyk, 008) Door Jelsma, `Hoe verder met Godshuizen in Nederland', in: Vitruvius nr. 5, (Educom, Rotterdam, oktober 008).
Rob Wolters, `Deltaplan toekomst kerkgebouwen', in: Katholiek Nieuwsblad, ('s-Hertogenbosch, 6 januari 007).
Zie:
`Bedreigde kerkgebouwen en kloosters', december 007. `Kerkgebouwen met toekomst', december 007.
`Open kerken - Voorbeelden ter inspiratie', zonder datum. `Beter beleid kerkgebouwen - Tips voor overheden', zonder datum. `Tien-puntenplan voor toekomst kerkgebouwen'; december 008. Lydia Jongmans, Brigitte Linskens en Arie de Groot (red.), Handreiking Religieus Erfgoed voor burgerlijke en kerkelijke gemeenten. Van kerkelijk gebruik tot herbestemming (Den Haag ,2008).
VerenigingNederlandseGemeenten
Diverse artikelen in VNG-magazine:
`Zijn veel kerkgebouwen `vogelvrij'?', in: VNGM, 0 maart 007 `Hoe zijn monumentale kerkgebouwen beter te gebruiken?', in: VNGM 8 mei 007. `Van Vollenhoven: beloon herbestemming monumenten', in: VNGM, 8 mei 007. `Tweede leven voor kerkgebouwen', in: VNGM, 11 juni 007. ` 008 is het Jaar van het Religieus Erfgoed', in: VNGM, 15 januari 008. `Van Vollenhoven pleit voor nationaal fonds tegen sloop van kerken', in: VNGM, 1 januari
008).
Zie: (trefwoorden: aanpassing kerkgebouwen).
110




Regnerus Steensma, Kerken wat doe je er mee?, (Bosch en Keuning, Baarn, 1981). Tessel Pollman, Herbestemming van kerken. Een ontnuchterend relaas, (Zeist, 1995). Caspar Dullemond (red.), Niet onder stoelen of banken. Over een ander gebruik van kerkgebouwen, (Boekencentrum, Den Haag, 1997).
Gert Jan van Harst, Monumentale kerkgebouwen, een lust voor de kerk!, (Boekencentrum, Zoetermeer, 000).
Kees Doevendans en Gertjan van der Harst (red.), Het kerkgebouw in het post-industriële landschap.( Boekencentrum, Zoetermeer, 004).
Projectgroep Pilot Herbestemming Kerken in de provincie Zeeland ( N. Roeterdink red.), Historische Kerken in Zeeland, (Middelburg, 005).
Harrie Maas (red.), Toekomst voor religieuserfgoed in Noord-Brabant, (Monumentenhuis Noord-Brabant, 005).
Het Oversticht, Herbestemde kerken Overijssel.
Zie:
Provinciaal Bestuur Limburg, Beleidskader Kerken, Kloosters en ander Religieus Erfgoed, (Maastricht, 008).
Fons Asselbergs, Het kerkgebouw: Zelfbeeld en imago. Inzet voor een offensief ­, rijksadviseur Cultureel Erfgoed, (Speech, gehouden in Alkmaar op 6 april 007). B. Krols, Converted Churches, (Allmedia, Amsterdam, 007). Projectbureau Belved re, Onderzoek herbestemming kerken en kerklocaties. Een inventarisatie vanaf 1970, (Bisdom Haarlem, Bisdom Rotterdam, 008). Projectbureau Belved re, Aanbevelingen herbestemming kerken en kerklocaties aan lokale overheden en kerkelijke bestuurders. (Bisdom Haarlem, Bisdom Rotterdam, 008). Peter Karstkarel, De oude Kaart van Nederland- leegstand en herbestemming in Fryslân, (H s en Hiem en Atelier Rijksbouwmeester, Leeuwarden, 008). Werkgroep Kerkbouw van de Protestantse Kerk in Nederland, Manifest (her)gebruik kerkgebouwen juni 007.
Zie:
Protestantse Kerk Nederland (rapportage A. van der Lingen en J. H. Uytenbogaardt), Een protestantse visie op het kerkgebouw met een praktisch-theologisch oogmerk, (PKN, Zoetermeer, 008).
Anne Schram, Kees Doevendans en Wim Velzen (red.), Kansen voor Kerkgebouwen-Vragen & uitdagingen bij gebruik en herbestemming, (Protestantse Kerk in Nederland, Utrecht,
008).
R.M. Belder (red.), Passie voor kerken ­ Documentatie voor Kerkgebouwen, (Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer, Dordrecht, 008).
Nederlandse bisschoppenconferentie, Het kerkgebouw als getuige van de christelijke traditie. 6 september 008.
Zie:

111






---- --