Partij van de Arbeid

Den Haag, 18 december 2009

Vragen van de leden Smeets en Kalma (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken


* Heeft u kennisgenomen van het feit dat een ruime meerderheid van de Tweede Kamer heeft ingestemd met een wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waarmee naamloze- en besloten vennootschappen die aan twee van de criteria in artikel 2: 397 lid 1 BW voldoen, worden geacht minimaal 30% vrouwelijke leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen te hebben?{1}


* Hoeveel vrouwen zitten er momenteel namens de verschillende benoemende organisaties in de besturen van de Kamers van Koophandel? Is dit aantal groter of kleiner dan toen u de Kamer informeerde over de gewenste representativiteit van de KvK-besturen?{2}


* Bent u met de PvdA-fractie van mening dat het aantal vrouwelijke KvK-bestuurders dat namens het grootbedrijf wordt benoemd zou moeten aansluiten bij de streefcijfers die aan het grootbedrijf zelf zijn opgelegd? Zo nee, waarom niet?


* Kunt u, gezien het feit dat u in uw brief van maart jl. ook de representativiteit van allochtonen heeft becijferd, aangeven hoeveel allochtonen namens de verschillende benoemende organisaties in de besturen van de Kamers van Koophandel zitting hebben?


* Bent u, indien het huidige aantal vrouwen en allochtonen in de KvK-besturen nog niet in lijn is met de door u becijferde percentages, bereid met de benoemde organisaties in overleg te treden over de bestuurdersbenoemingen?




Partij van de Arbeid