Rijksvoorlichtingsdienst

Erkenningscommissie voldoet aan verwachtingen en wordt voortgezet

De Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie (Erkenningscommissie), die beoordeelt of strafrechtelijke interventies leiden tot het verminderen of voorkomen van recidive, voldoet aan de verwachtingen en wordt voortgezet. Dat blijkt uit een evaluatie die staatssecretaris Albayrak van Justitie aan de Tweede Kamer heeft gezonden.

De Erkenningscommissie is in 2005 in het leven geroepen, met als doel het beoordelen van gedragsinterventies die worden opgelegd aan zowel meerderjarigen als minderjarigen. Bij de beoordeling maakt de Commissie gebruik van een toetsingskader dat bestaat uit tien kwaliteitscriteria. Deze criteria zijn gebaseerd op uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek en sluiten aan op de criteria die erkenningscommissies in andere landen hanteren. De gedragsinterventies kunnen ter toetsing worden ingediend door organisaties die belast zijn met het uitvoeren van strafrechtelijke gedragsinterventies, zoals bijvoorbeeld de reclassering, de bureaus Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en de Dienst Justitiële Inrichtingen.

In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) heeft onderzoeksbureau Significant het functioneren van de Erkenningscommissie geëvalueerd. Uit de evaluatie is gebleken dat de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie in grote lijnen functioneert zoals is beoogd. Het gewenste aanbod van gedragsinterventies voor zowel volwassenen als jeugdigen is voor een aanzienlijk deel gerealiseerd. De Erkenningscommissie heeft tot en met juni 2009, 55 maal een oordeel geveld over in totaal 32 gedraginterventies. Het resultaat van ruim drie jaar beoordelen is dat er nu 11 gedragsinterventies erkend, 11 gedragsinterventies voorlopig erkend en 10 gedragsinterventies niet erkend zijn. De beoordelingen van de commissie worden door de indieners als 'streng doch rechtvaardig' ervaren. De kwaliteitscriteria zijn over het algemeen werkbaar en volledig. De uitvoering van het beoordelingsproces vindt zorgvuldig en onafhankelijk plaats.

In het onderzoek is een aantal aandachtspunten gesignaleerd. Het betreft onder andere de 'gesloten opstelling' van de Erkenningscommissie, die voortkomt uit de wens van de commissie om haar onafhankelijkheid te waarborgen. Gelet op de doelstelling van de Erkenningscommissie om de ontwikkeling van effectieve gedragsinterventies te stimuleren, zou de commissie zich volgens de onderzoekers minder als een gesloten instituut moeten opstellen en vaker met de indieners de dialoog moeten aangaan. Daarnaast bestaan er bij betrokkenen zorgen over een tijdige implementatie en uitvoering van onderzochte gedragsinterventies. Tijdigheid is van belang omdat binnen vijf jaar de effectiviteit moet worden aangetoond in verband met verlenging van de status van erkenning. Ten slotte kan de adviestaak van de Erkenningscommissie nadrukkelijker ingevuld worden dan nu het geval is.

Reactie staatssecretaris Albayrak

Staatsecretaris Albayrak heeft naar aanleiding van de evaluatie besloten om de activiteiten van de Erkenningscommissie te continueren. "De Erkenningscommissie speelt een belangrijke rol in de totstandkoming van het gewenste aanbod van effectieve strafrechtelijke gedragsinterventies, dat bijdraagt aan recidivevermindering", aldus de staatssecretaris. Zij zal in gesprek gaan met de Erkenningscommissie over de aandachtspunten uit de evaluatie. Voorts is de staatssecretaris voornemens ook de uitvoering van erkende gedragsinterventies te evalueren, zodat wordt gewaarborgd dat gedragsinterventies worden uitgevoerd zoals dat is bedoeld.

Noot voor redacties (