jeugdzorg na plegen delict
Twaalfminners standaard naar jeugdzorg na plegen delict
Persbericht | 22-12-2009
Met ingang van 1 januari worden kinderen die jonger zijn dan twaalf
jaar en een delict plegen, standaard doorgestuurd naar Bureau
Jeugdzorg. Minister Hirsch Ballin van Justitie heeft dat afgesproken
met de politie en de Bureau's Jeugdzorg. Het voordeel van deze aanpak
is dat ouders beter betrokken worden bij de problematiek van hun kind.
De zogenaamde Stop-maatregel zal niet langer aan twaalfminners worden
opgelegd.
In de nieuwe, sluitende aanpak van de zogenaamde twaafminners worden
de ouders uit genodigd op het politiebureau om te praten over het door
hun kind gepleegde strafbare feit. In dit gesprek wordt door de
politie informatie verkregen over de thuissituatie. Vervolgens wordt
het kind overgedragen aan Bureau Jeugdzorg (BJZ). BJZ zal het kind en
ouders screenen op eventuele achterliggende problematiek en zorgt voor
een persoonsgericht, passend zorgaanbod. In zware gevallen kan BJZ de
Raad voor de Kinderbescherming inschakelen.
Doorverwijzing vindt plaats in alle gevallen, met uitzondering van de
lichtste delicten (overtredingen). In geval van overtredingen wordt
alleen doorverwezen indien er sprake is van aanvullende zorgsignalen.
Als er geen aanvullende zorgsignalen zijn, volstaat een reprimande en
registratie van het delict, zodat bij herhaling direct kan worden
ingegrepen.
Met de inwerkingtreding van de nieuwe aanpak komt er een einde aan het
gebruik van de zogenaamde Stop-maatregel. Deze aanpak, waarbij
twaalfminners leeropdrachten moeten vervullen, heeft een vrijwillig
karakter, omdat deelname afhankelijk is van toestemming van de ouders.
In de nieuwe aanpak is niet langer sprake van vrijblijvendheid. Ouders
worden direct aangesproken op het gedrag van hun kind en kunnen
desnoods worden gedwongen om zorg en opvoedingsondersteuning te
accepteren. Anders dan de Stop-maatregel is de nieuwe aanpak
persoonsgericht. BJZ zorgt voor interventies op maat, waarbij niet
alleen wordt gekeken naar de aard van het delict, maar ook naar de
specifieke situatie van het gezin.
Voor de nieuwe aanpak, die ingaat met ingang van 1 januari 2010, is
geen wetswijziging vereist. Er kan worden volstaan met het maken van
werkafspraken tussen de betrokken ketenpartners: de ministeries van
Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Jeugd en Gezin,
de politie, BJZ en de Raad voor de Kinderbescherming.
Ministerie van Justitie