Stichting Natuur en Milieu

Kopenhagen akkoord is teleurstellende eerste stap

Het akkoord van Kopenhagen is een bescheiden eerste stap in de strijd tegen de mondiale klimaatverandering. Het is beter dan niets, maar Kopenhagen heeft niet het bindende akkoord opgeleverd dat in Bali in 2007 was afgesproken. De grote urgentie van het klimaatprobleem betekent dat er eigenlijk geen tijd te verliezen is. Dat gebeurt nu dus wel. Volgend jaar op de volgende klimaattop in Mexico moet de wereld alsnog proberen tot bindende afspraken te komen.

Het NOS Journaal berichtte op 19 december 2009 over de teleurstellende klimaattop. Lichtpuntje: premier Balkenende draagt zijn groene Natuur en Milieu-das, die hij kreeg bij de aanbieding van de klimaat-oproep door de CEO's en politici!

Positief van Kopenhagen is volgens Stichting Natuur en Milieu dat er voor het eerst klimaatafspraken zijn gemaakt waar ook de VS en China aan meedoen; China en de VS zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor bijna de helft van de mondiale broeikasgasuitstoot. Ook is positief dat geldbedragen worden genoemd voor de klimaatsteun aan ontwikkelingslanden: totaal 30 miljard dollar in 2010-2012 en 100 miljard dollar per jaar vanaf 2020.

Ontwikkelingslanden
Een negatief punt is dat niet concreet is geworden hoe en door wie de financiële hulp voor ontwikkelingslanden moet worden opgebracht. De belangrijkste kritiek is dat het akkoord niet in lijn is met het doel om de mondiale temperatuurstijging tot twee graden Celsius te beperken. Volgens een optelsom van de UNFCCC wordt de temperatuurstijging met dit akkoord minimaal 3 graden Celsius. Het gaat daarbij nog slechts om intenties, zonder enige bindende afspraken. Eén graad hoger betekent dat de fysieke gevolgen van de klimaatverandering zoals droogte en wateroverlast vele malen groter zullen zijn en ook de kans dat het klimaat op hol slaat sterk toeneemt.

Een ander negatief aspect is dat het akkoord niet juridisch bindend is. Het is feitelijk niet meer dan een intentieverklaring van de VS, China, Brazilië, Zuid-Afrika en India, waarbij andere landen zich vrijwillig kunnen aansluiten. President Obama van de VS zei (in zijn persconferentie) uiteindelijk wel een bindend akkoord te willen nastreven. Of er uiteindelijk een bindend akkoord komt is hoogst onzeker. Er zijn in Kopenhagen geen concrete vervolgafspraken (zoals een tijdschema) over gemaakt. De overige landen hebben in Kopenhagen slechts notie genomen van het bestaan van het akkoord.

Beloften
Individuele landen krijgen volgens het akkoord tot februari 2010 de tijd om aan te geven welke reductiedoelstelling zij op zich nemen (ontwikkelde landen) dan wel welke acties zij zullen ondernemen (ontwikkelingslanden). Deze individuele reductiedoelen en acties zullen worden opgenomen in een bijlage. De vraag is in hoeverre landen hun eerder gedane beloften zullen handhaven. Vanwege het niet-bindend zijn van de afspraken is het vervolgens ook onzeker of de reducties/acties in de bijlage uiteindelijk zullen worden gehaald.

De belofte die Obama in Kopenhagen deed dat de VS in 2020 hun uitstoot met 17 procent zullen hebben verminderd t.o.v. 2005, is in de Amerikaanse Senaat nog verre van een gelopen race. De EU-landen hebben al aangegeven hun emissiereductie te beperken tot 20 procent en niet op te schalen naar 30 procent.

Onteireikend
De onderhandelingen in Kopenhagen hebben ook duidelijk gemaakt dat de huidige VN-structuur niet toereikend is om een allesomvattende afspraken over het voorkomen van klimaatvernadering te maken. Er moet in 2010 gezocht worden naar nieuwe vormen om te komen tot afspraken. Kopenhagen ging niet alleen om het milieu, maar ook over arm en rijk en een nieuwe machtsverdeling. De wereld zal er eind 2010 in Mexico niet in slagen om een ambiteus juridisch klimaatakkoord te bereiken als niet eerst gebouwd wordt aan meer vertrouwen tussen de oude en nieuwe machthebbers.

De kernelementen van het Kopenhagen akkoord:

Positief:

* De noodzaak om de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot 2 graden Celsius wordt erkend;

* Ontwikkelde landen committeren zich eraan dat ontwikkelingslanden over de periode 2010-2012 30 miljard dollar klimaatsteun krijgen en in 2020 van de orde van 100 miljard dollar per jaar;
* De cruciale rol van bossen bij klimaatverandering wordt erkend;
* Er wordt erkend dat de wereldwijde emissies zo snel mogelijk moeten pieken;

* Er komt een Klimaatfonds onder de Conventie; het toezicht op de verdeling van geld voor adaptatie bestaat uit een gelijke vertegenwoordiging van rijke en arme landen;
* Er komt in 2015 een evaluatie, waarbij o.a. wordt gekeken of het doel niet worden aangescherpt tot maximaal 1,5 graad Celsius opwarming.

Negatief:

* Er zijn geen concrete emissiereducties opgenomen;
* Streefcijfers van individuele landen worden opgenomen in een bijlage, maar zijn niet afdwingbaar;

* Acties van ontwikkelingslanden waar geen financiële steun van ontwikkelde landen tegenover staat, zijn niet internationaal controleerbaar; landen hoeven hierover alleen elke twee jaar een mededeling te doen;

* De streefcijfers die tot nu toe bekend zijn tellen op tot een temperatuurstijging van meer dan 3 graden in plaats van 2 graden;
* Een doel voor de wereldwijde emissiereductie in 2050 is op het laatste moment geschrapt

Publicatiedatum: 22-12-2009