15 Jaar cel geëist voor moord in Soest
22 december 2009 - Arrondissementsparket Utrecht
De officier van justitie heeft vandaag 15 jaar celstraf celstraf
geëist tegen de 35-jarige man die ervan verdacht wordt zijn echtgenote
op 30 augustus in Soest te hebben vermoord. Hij verwondde haar ernstig
aan longen en hart door 45 keer op haar bovenlichaam in te steken
waarna ze kwam te overlijden.
Op de zitting kwam het complex aan problemen naar voren dat de man tot
zijn daad bracht: werkloosheid, zwakbegaafdheid, alcoholgebruik en
excessief cocaïnegebruik, angst- en stressgevoelens en de paranoïde
gedachtegang dat zijn vrouw vreemd zou gaan. Daar kwamen complexe
familiaire omstandigheden bij: de man en de vrouw waren volle neef en
nicht van elkaar, de man wilde van zijn vrouw scheiden maar zijn vrouw
niet en ook de familie hield dit tegen.
Hoe het ruzie op 30 augustus van dit jaar kon ontaarden in de
dodelijke steekpartij, kon de verdachte niet precies aangeven. Hij was
er, volgens zijn eigen zeggen, niet goed bij met zijn hoofd. Ook kon
hij niet verklaren hoe de diepste steekwond 15 centimeter diep kon
zijn, terwijl het mes dat hij volgens zijn eigen zeggen had gebruikt
maar zeven centimeter lang was.
De officier van justitie vond dat er sprake was van voorbedachte rade.
De verdachte die in vier tot vijf maanden boosheid had opgebouwd,
pakte die nacht een mes dat volgens zijn verklaring in het nachtkastje
lag en stak zijn vrouw meer dan veertig keer, in aanwezigheid van hun
5-jarige zoontje. "Er moet toch voldoende tijd geweest zijn om na te
denken", meende de officier, die het feit dan ook als moord
kwalificeerde en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 jaar met
aftrek van voorarrest eiste.
De advocaat van de verdachte betoogde dat er geen voorbedachte rade in
het spel was maar dat de man in een opwelling had gehandeld. Er is dan
alleen sprake van doodslag. Ook vroeg hij de rechtbank de verklaring
van het 5-jarige zoontje niet in de bewijsvoering te betrekken en een
straf op te leggen die de negen jaar niet overschrijdt.
De rechtbank doet op 5 januari 2010 uitspraak.
Openbaar Ministerie