Ingezonden persbericht


Instituut voor de nationale rekeningen
2009-12-22

Links Belgostat On-line Algemene informatie

Regionale rekeningen 2007: Eerste resultaten volgens de definitieve methode

Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) publiceert vandaag de eerste versie van de regionale resultaten van de bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen, de beloning van werknemers - beide tegen lopende prijzen - en het aantal werknemers voor het jaar 2007 opgesteld volgens de definitieve methode. De bruto toegevoegde waarde tegen lopende prijzen nam in Vlaanderen toe met 5,9 pct., in Wallonië met 4,5 pct. en in Brussel met 4,4 pct. Zowel Vlaanderen als Brussel tekenden t.o.v. het jaar 2006 een groeiversnelling op. Voor Wallonië was de toename lager na de sterke stijging in 2006. De sterkere groei van Vlaanderen t.o.v. beide andere gewesten kwam er vooral door de hogere groeibijdrage van de bedrijfstakken "groot- en kleinhandel, reparatie van auto's, motorrijwielen en consumentenartikelen" (1,0 procentpunt t.o.v. 0,5 procentpunt in Wallonië) en "vervoer, opslag en communicatie" (0,5 procentpunt t.o.v. 0,2 procentpunt in Wallonië en 0 procentpunt in Brussel). Daarnaast leverden ook de bedrijfstakken "exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening" (1,9 procentpunt), de "industrie" (0,7 procentpunt), de "bouwnijverheid" (0,5 procentpunt) en de "gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening" (0,5 procentpunt) een significante bijdrage tot de groei in 2007.
In Wallonië kwam de groei vooral op rekening van de bedrijfstakken "exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening" (1,5 procentpunt), de "industrie" (0,8 procentpunt), "groot- en kleinhandel, reparatie van auto's, motorrijwielen en consumentenartikelen" (0,5 procentpunt) en de "bouwnijverheid" (0,5 procentpunt).
Net als in de andere gewesten droeg ook in Brussel de bedrijfstak "exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening" het meeste bij tot de groei (1,8 procentpunt). Daarna volgden de "groot- en kleinhandel, reparatie van auto's, motorrijwielen en consumentenartikelen" (0,8 procentpunt), de "financiële instellingen" (0,5 procentpunt), "openbaar bestuur en defensie en verplichte sociale verzekeringen" (0,5 procentpunt) en het "onderwijs" (0,5 procentpunt).
De sterke daling van de toegevoegde waarde in de automobielnijverheid lag mee aan de basis van de negatieve groeibijdrage van de industrie tot de groei in Brussel (-0,2 procentpunt). Dit staat in schril contrast met de goede prestaties van de industrie in Wallonië, die reeds voor de tweede maal op rij een significante bijdrage leverde tot de Waalse groei. Dit was in 2006 vooral te danken aan de chemische nijverheid en de bedrijfstak "vervaardiging van metalen in primaire vorm en van producten in metaal". In 2007 kende, naast laatstgenoemde bedrijfstak, de bedrijfstak "vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen" eveneens een wezenlijke groei. Ook in Vlaanderen was het de bedrijfstak "vervaardiging van metalen in primaire vorm en van producten in metaal" die grotendeels de goede prestaties van de industrie in 2007 verklaarde. De beloning van werknemers nam in 2007 in Brussel toe met 6,1 pct., in Vlaanderen met 5,4 pct. en in Wallonië met 4,3 pct. In vergelijking met de ontwikkeling bij de toegevoegde waarde in lopende prijzen stegen de lonen in Brussel sterker - en dan vooral in de industrie, o.m. in de autonijverheid ingevolge ontslagvergoedingen -, terwijl de groei ervan in Vlaanderen en Wallonië iets lager uitkwam dan de toename van de toegevoegde waarde.

De bedrijfstakken die in 2007 het meeste bijdroegen tot de toename van de beloning van werknemers - naast de "exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening", die in alle drie de gewesten de grootste bijdrage tot de stijging van de lonen leverde - waren in Brussel de "financiële instellingen", de "vervaardiging van transportmiddelen", het "onderwijs" en het "openbaar bestuur en defensie". In Vlaanderen waren dit de bedrijfstakken "groot- en kleinhandel, reparatie van auto's, motorrijwielen en consumentenartikelen", "gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening", "onderwijs" en de "industrie" en in Wallonië waren dit de bedrijfstakken "industrie", "gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening" en "groot- en kleinhandel, reparatie van auto's, motorrijwielen en consumentenartikelen". De sterkere groei van de lonen in Brussel werd, in vergelijking tot beide andere gewesten, vooral veroorzaakt door de veel hogere groeibijdrage van de financiële instellingen en de automobielnijverheid. De sterkere toename in Vlaanderen t.o.v. Wallonië was vooral toe te schrijven aan de bedrijfstak "groot- en kleinhandel, reparatie van auto's, motorrijwielen en consumentenartikelen". De bijdrage van de industrie tot de toename van de lonen lag dan weer heel wat hoger in Wallonië dan in beide andere gewesten en was vooral gedragen door de relatief sterke stijging van de lonen in de chemische nijverheid.
De loontrekkende werkgelegenheid nam in 2007 in Vlaanderen toe met iets meer dan 39 000 personen, zijnde
1,9 pct. en in Wallonië met ruim 15 800 personen, zijnde 1,7 pct. Voor beide gewesten betekende dit een quasi gelijke groei als in 2006. In Brussel nam het aantal werknemers toe met 7 900 personen, wat neerkwam op een groei van 1,3 pct. na een krimp van 1,0 pct. in 2006.
In de 3 gewesten nam het aantal loontrekkenden het sterkst toe in de bedrijfstak "exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening" met een groeibijdrage van 0,9 procentpunt in zowel Vlaanderen als Brussel en van 0,7 procentpunt in Wallonië. Daarna volgden als belangrijkste bijdragers tot de groei in Vlaanderen de bedrijfstakken "groot- en kleinhandel, reparaties van auto's en motorvoertuigen en consumentenartikelen" (0,5 procentpunt) en "gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening" (0,3 procentpunt). Ook in Wallonië behoorden die beide bedrijfstakken tot de sterkste groeiers samen met de "bouwnijverheid" die elk een groeibijdrage van 0,3 procentpunt leverden. Naast de eerder genoemde bedrijfstak "exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening" droegen in Brussel ook de bedrijfstakken "openbaar bestuur en defensie en verplichte sociale verzekeringen" (0,5 procentpunt) en het "onderwijs" (0,3 procentpunt) vooral bij tot de groei van het aantal loontrekkenden. Bijna 60 pct. van de totale toename in Brussel vond dus plaats in de overheidssector. In Vlaanderen bedroeg dat nauwelijks 10 pct. en in Wallonië werd bij de overheid zelfs een daling van het aantal werknemers opgetekend.
Enkel in Wallonië nam de loontrekkende werkgelegenheid in de industrie in 2007 toe (+1 100 personen), en dit voor het eerst sedert 2002. Dit was vooral te danken aan de "chemische nijverheid" en de "vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen". In beide bedrijfstakken konden in 2007 telkens bijna 700 personen meer aan het werk dan in 2006. Beide andere gewesten bleven een daling optekenen van het aantal werknemers in de industrie. Bijkomende informatie:
.. Door bij de bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen de productgebonden belastingen op productie en invoer op te tellen en de productgebonden subsidies op productie en invoer af te trekken wordt het bruto binnenlands product (bbp) verkregen. Het bruto binnenlands product wordt over de diverse geografische gebieden verdeeld zoals de bruto toegevoegde waarde. Omwille van de productgebonden belastingen en subsidies, laat het bbp geen verdeling naar bedrijfstakken toe. .. Alle resultaten zijn coherent met die uit de INR-publicatie "Nationale rekeningen, Deel 2: Gedetailleerde rekeningen en tabellen, 1999-2008" van eind september 2009. .. De volledige en meer gedetailleerde regionale rekeningen - nl. de bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen, tegen lopende prijzen en in volume (de regionale economische groeicijfers), de werkgelegenheid, de beloning van werknemers, de bruto-investeringen in vaste activa en de rekening van de huishoudens - is gepland voor eind maart 2010.
Nationale Bank van België n.v. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 BRUSSEL
tel. + 32 2 221 46 28
www.nbb.be
BTW BE 0203 201 340
RPM Brussel

3
TABEL 1: BRUTO TOEGEVOEGDE WAARDE TEGEN BASISPRIJZEN, TEGEN LOPENDE PRIJZEN

Totale economie (S.1)
Miljoenen euro's
Aandeel per geografische
eenheid (pct.)
Ontwikkeling t.o.v. het
vorige jaar (pct.)
2005 2006 2007 2006 2007 2006 2007
Brussels Hoofdstedelijk
Gewest 51 622,3 53 335,5 55 695,6 18,8 18,7 3,3 4,4 Vlaams Gewest 154 956,6 163 415,0 173 036,3 57,7 58,0 5,5 5,9 Antwerpen 51 245,5 53 411,7 56 195,9 18,9 18,8 4,2 5,2 Limburg 16 844,4 18 002,7 19 197,6 6,4 6,4 6,9 6,6 Oost-Vlaanderen 31 670,5 33 382,0 35 595,8 11,8 11,9 5,4 6,6 Vlaams-Brabant 27 943,8 29 648,5 31 389,3 10,5 10,5 6,1 5,9 West-Vlaanderen 27 252,4 28 970,1 30 657,7 10,2 10,3 6,3 5,8 Waals Gewest 63 106,6 66 391,7 69 374,4 23,4 23,3 5,2 4,5 Waals-Brabant 9 126,1 9 624,2 10 040,5 3,4 3,4 5,5 4,3 Henegouwen 21 775,7 22 723,8 23 674,4 8,0 7,9 4,4 4,2 Luik 19 578,6 20 628,1 21 731,4 7,3 7,3 5,4 5,3
Luxemburg 4 514,5 4 825,3 4 972,4 1,7 1,7 6,9 3,0
Namen 8 111,7 8 590,3 8 955,7 3,0 3,0 5,9 4,3
Extraregionaal gebied 154,3 152,1 156,7 0,1 0,1 -1,4 3,0 Het Rijk 269 839,8 283 294,3 298 263,0 100,0 100,0 5,0 5,3 TABEL 2: BRUTO TOEGEVOEGDE WAARDE TEGEN BASISPRIJZEN, TEGEN LOPENDE PRIJZEN, PER BEDRIJFSTAK,

JAAR 2007
Bedrijfstak
Brussel Vlaanderen Wallonië Het Rijk
Groei
(pct.)
Groeibijdrage
(pct punt)
Groei
(pct.)
Groeibijdrage
(pct punt)
Groei
(pct.)
Groeibijdrage
(pct punt)
Groei
(pct.)
Groeibijdrage
(pct punt)
Landbouw, jacht en bosbouw 11,5 0,0 -0,5 0,0 5,8 0,1 1,4 0,0 Visserij - - 4,4 0,0 -41,7 0,0 1,6 0,0
Winning van niet-energiehoudende
delfstoffen 22,2 0,0 -2,4 0,0 -14,5 -0,1 -9,9 0,0
Industrie -3,2 -0,2 3,3 0,7 4,7 0,8 3,2 0,5
Productie en distributie van
elektriciteit, gas en water 0,1 0,0 4,7 0,1 0,4 0,0 2,2 0,0 Bouwnijverheid -1,8 0,0 9,2 0,5 9,5 0,5 8,4 0,4
Groot- en kleinhandel; reparatie
van auto's, motorrijwielen
en consumentenartikelen
7,5 0,8 7,2 1,0 4,8 0,5 6,8 0,9
Hotels en restaurants 7,6 0,1 6,0 0,1 7,8 0,1 6,7 0,1 Vervoer en communicatie 0,2 0,0 5,8 0,5 3,1 0,2 3,8 0,3 Financiële instellingen 2,7 0,5 1,7 0,1 0,0 0,0 2,1 0,1 Exploitatie van en handel in
onroerend goed, verhuur en
zakelijke dienstverlening 8,1 1,8 7,9 1,9 6,6 1,5 7,6 1,8 Openbaar bestuur en defensie;
verplichte sociale
verzekeringen 4,6 0,5 3,4 0,2 1,7 0,2 3,3 0,2
Onderwijs 10,4 0,5 4,4 0,3 2,7 0,2 4,7 0,3
Gezondheidszorg en maatschappelijke
dienstverlening 6,0 0,3 6,9 0,5 4,1 0,4 6,0 0,4
Overige gemeenschapsvoorzieningen
en sociaal-culturele
en persoonlijke diensten 2,8 0,1 9,2 0,2 5,9 0,1 6,5 0,2 Particuliere huishoudens met
werknemers -11,4 0,0 -7,8 0,0 -9,1 0,0 -8,8 0,0
Totaal 4,4 4,4 5,9 5,9 4,5 4,5 5,3 5,3
Nationale Bank van België n.v. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 BRUSSEL
tel. + 32 2 221 46 28
www.nbb.be
BTW BE 0203 201 340
RPM Brussel

4
TABEL 3: BELONING VAN DE WERKNEMERS, TEGEN LOPENDE PRIJZEN

Totale economie (S 1)
Miljoenen euro's
Aandeel per geografische
eenheid (pct.)
Ontwikkeling t.o.v. het
vorige jaar (pct.)
2005 2006 2007 2006 2007 2006 2007
Brussels Hoofdstedelijk
Gewest 30 696,9 31 233,6 33 126,5 19,6 19,7 1,7 6,1 Vlaams Gewest 85 321,3 89 999,2 94 875,3 56,4 56,5 5,5 5,4 Antwerpen 28 003,1 29 405,9 30 922,8 18,4 18,4 5,0 5,2 Limburg 9 658,6 10 275,5 10 814,2 6,4 6,4 6,4 5,2
Oost-Vlaanderen 17 282,0 18 196,6 19 187,7 11,4 11,4 5,3 5,4 Vlaams-Brabant 15 971,6 16 921,0 18 003,2 10,6 10,7 5,9 6,4 West-Vlaanderen 14 406,0 15 200,2 15 947,4 9,5 9,5 5,5 4,9 Waals Gewest 36 189,0 38 106,2 39 754,1 23,9 23,7 5,3 4,3 Waals-Brabant 4 776,8 5 146,2 5 547,2 3,2 3,3 7,7 7,8 Henegouwen 12 681,8 13 281,3 13 776,9 8,3 8,2 4,7 3,7 Luik 11 582,0 12 117,9 12 592,7 7,6 7,5 4,6 3,9
Luxemburg 2 491,3 2 658,8 2 728,3 1,7 1,6 6,7 2,6
Namen 4 657,1 4 902,0 5 109,0 3,1 3,0 5,3 4,2
Extraregionaal gebied 142,9 140,3 144,4 0,1 0,1 -1,8 2,9 Het Rijk 152 350,1 159 479,3 167 900,3 100,0 100,0 4,7 5,3 TABEL 4: AANTAL WERKNEMERS (PERSONEN)
Totale economie (S 1)
Aantal personen
Aandeel per geografische
eenheid (pct.)
Ontwikkeling t.o.v. het
vorige jaar (pct.)
2005 2006 2007 2006 2007 2006 2007
Brussels Hoofdstedelijk
Gewest 601 306 595 469 603 359 16,5 16,4 -1,0 1,3
Vlaams Gewest 2 027 315 2 063 947 2 103 158 57,2 57,3 1,8 1,9 Antwerpen 624 995 636 419 647 328 17,6 17,6 1,8 1,7 Limburg 254 259 260 133 265 910 7,2 7,2 2,3 2,2
Oost-Vlaanderen 425 866 433 004 441 821 12,0 12,0 1,7 2,0 Vlaams-Brabant 336 167 342 853 349 836 9,5 9,5 2,0 2,0 West-Vlaanderen 386 028 391 538 398 263 10,8 10,8 1,4 1,7 Waals Gewest 932 123 947 579 963 444 26,3 26,2 1,7 1,7 Waals-Brabant 102 380 105 974 109 978 2,9 3,0 3,5 3,8 Henegouwen 338 256 343 690 349 103 9,5 9,5 1,6 1,6 Luik 299 884 303 456 307 643 8,4 8,4 1,2 1,4
Luxemburg 69 518 70 572 71 445 2,0 1,9 1,5 1,2
Namen 122 085 123 887 125 275 3,4 3,4 1,5 1,1
Extraregionaal gebied 2 670 2 455 2 421 0,1 0,1 -8,1 -1,4 Het Rijk 3 563 414 3 609 450 3 672 382 100,0 100,0 1,3 1,7




Ingezonden persbericht