Woonbond


23-12-2009

Tien corporaties in gevarenzone

Tien woningcorporaties verkeren in de financiële gevarenzone. Ze hebben van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) een zogeheten B2-status gekregen, wat inhoudt dat ze op korte termijn onvoldoende vermogen hebben om de voorgenomen activiteiten te kunnen uitvoeren. Daarnaast kregen nog eens 25 corporaties de B1-status toegekend. Bij deze corporaties komt de continuïteit op middellange termijn in gevaar. De corporaties in de acute gevarenzone beheren in totaal bijna 41.000 woningen, de andere 25 bijna 155.000. Dit staat in het Verslag financieel toezicht woningcorporaties 2009 van het CFV.

De corporaties in de directe gevarenzone zijn: Woningbouwvereniging Moordrecht (788 woningen), Stichting Veron in Moerdijk (100), Wonen Wateringen (1.888), SGBB (6.439), Wherestad in Purmerend 4.338), Woningbouwvereniging Maarn (312), Stichting Interkerkelijk Bejaardenwerk (1.186), Woningbouwvereniging Gelderland (192), Haag Wonen in Den Haag (22.194) en De Kombinatie in Zeist (3.561). Ondanks een verwacht vermogenstekort, ziet het Centraal Fonds voorlopig geen reden bij deze corporaties nadere maatregelen op gebied van financieel toezicht te treffen, vooral om dat de woningmarktpositie van deze corporaties (zeer) gunstig is. Bovendien zo zegt het CFV blijkt uit onderzoek en gesprekken met de corporaties dat deze de financiële problematiek onderkennen en in veel gevallen ook al maatregelen in voorbereiding hebben ter verbetering van de financiële vooruitzichten.

Uit het CFV-verslag blijkt dat er ook nog steeds 15 corporaties zijn met een C-oordeel. Hun vermogen is juist te hoog in verhouding tot de voorgenomen activiteiten. Er zitten nogal wat grote corporaties tussen, zoals Vestia (73.243 woningen), Wonen Limburg (23.187) en De Woonplaats in Enschede (17.257).