Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Retouradres Postbus 20350 2500 EJ  Den Haag 

De Voorzitter van de Tweede Kamer                                                      Directie Markt en 
der Staten-Generaal                                                                    Consument 

Postbus 20018                                                                          Bezoekadres: 
2500 EA  DEN HAAG                                                                      Parnassusplein 5 
                                                                                       2511 VX  Den Haag 
                                                                                       T  070 340 79 11 
                                                                                       F  070 340 78 34 
                                                                                       www.minvws.nl 

                                                                                       Inlichtingen bij 



Datum  23 december 2009                                                                Ons kenmerk 
   Wijziging beleids- en beoordelingskader Subsidieregeling PGO                  MC/U-2978270 

                                                                                       Bijlagen 
                                                                                       2 
In mijn brief van 1 december jl. heb ik, mede namens de staatssecretaris, op             
                                                                                       Uw brief 
basis van de eerste leerervaringen, enkele tussentijdse wijzigingen van het             
beleids- en beoordelingskader aangekondigd. Tijdens het AO van 3 december jl.            
                                                                                       Correspondentie uitsluitend 
heb ik u aangegeven dat de staatssecretaris en ik u nog dit jaar het gewijzigde        richten aan het retouradres 
kader toesturen.                                                                       met vermelding van de datum 
                                                                                       en het kenmerk van deze 
                                                                                       brief. 
Graag wil ik benadrukken dat de staatssecretaris en ik met deze wijzigingen geen 
fundamentele aanpassing van het beleids- en beoordelingskader beogen. De 
eerste ronde is net van start gegaan en bovendien, met het oog op de evaluatie 
die voorzien is begin 2011, acht ik het nu niet opportuun om fundamentele 
wijzigingen door te voeren. Op basis van deze evaluatie zal ik bezien of, en zo ja 
welke aanpassingen wenselijk en noodzakelijk zijn.  

In bijlage 1 treft u een samenvatting van de belangrijkste wijzigingen aan, en in 
bijlage 2 het aangepaste beleids- en beoordelingskader. In deze brief ga ik kort in 
op de motie Willemse-van der Ploeg c.s., op de belangrijkste wijzigingen in 
beleids- en beoordelingskader en de afstemming met het veld over het gewijzigde 
beleids- en beoordelingskader. 

Motie Willemse-van der Ploeg c.s. 
In het bijgevoegde beleids- en beoordelingskader heb ik de motie Willemse-van 
der Ploeg c.s. (29214, nr. 41) van 17 december jl. verwerkt. In de motie vraagt 
zij om: "bij de toekenning van de projectsubsidies vanaf de tweede tranche op alle 
doelstellingen het levensbrede terrein volwaardig mee te nemen".  

Ik deel haar overweging dat mensen meer zijn dan hun chronische ziekte, hun 
beperking of hun leeftijd. Daarom heb ik in het beleids- en beoordelingskader 
aangegeven dat projectsubsidies zich kunnen uitstrekken over maatschappelijke 
participatie op het levensbrede terrein in zijn volle omvang. Het vertrekpunt 
hierbij zijn de belemmeringen die chronisch zieken, gehandicapten en ouderen 
ondervinden bij de participatie op het levensbrede terrein.  

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen 
Het beleids- en beoordelingskader wordt, per 1 januari 2010 op een zestal punten 
aangepast. De indiening van de 2e tranche projectsubsidies start per 1 februari 
2010. De organisaties hebben tot 1 juli 2010 de mogelijkheid hun projecten in te 
dienen aan de hand van het gewijzigde beleids- en beoordelingskader. 
De zes wijzigingen zijn:  

Instellingssubsidies 
    1.  Het volledig integreren van het ontwikkeldeel in de instellingssubsidie.       Pagina 1 van 3 

Per 1 januari 2010 vervangen wij het vroegere `ontwikkeldeel' door een                 Directie Markt en 
ledenonafhankelijk startbedrag van maximaal  30.000,-. Elke gesubsidieerde             Consument 
pgo-organisatie heeft daar recht op. Uit de eerste ronde projectaanvragen is          
gebleken dat vooral kleine pgo-organisaties behoefte hebben aan het uitvoeren          Ons kenmerk 
van kleine projecten die zich richten op basisactiviteiten. Daarvoor bieden wij nu     MC/U-2978270 
de ruimte.  

    2.  Het uitbreiden van de activiteiten waaraan een pgo-organisatie haar 
        instellingssubsidie mag besteden. 
De commissie 'wenkend perspectief' adviseerde ons twee taken toe te voegen aan 
de kerntaken van de pgo-organisatie. Wij hebben beide overgenomen: 
kwaliteitstoetsing en dienstverlening. Wij voegen deze taken echter niet toe als 
`verplichte' kerntaken voor pgo-organisaties. Wel zijn we van mening dat een pgo-
organisatie haar instellingssubsidie hieraan kan en mag besteden.  

Projectsubsidies 
    3.  Het richtinggevender maken van de doelstelling voor projectsubsidies. 
Door middel van projectsubsidies willen we pgo-organisaties stimuleren om 
aanvullende projectmatige activiteiten te verrichten. Daarmee willen we bereiken 
dat pgo-organisaties een gelijkwaardige speler worden tegenover partijen zoals 
verzekeraars, aanbieders van zorg en ondersteuning, overheden en andere 
maatschappelijke organisaties. Cliënten staan bij het inbrengen van hun 
ervaringsdeskundigheid sterker als zij dit collectief inbrengen. De 
ervaringsdeskundigheid draagt bij aan het verder optimaliseren van de kwaliteit 
van zorg en ondersteuning en het afstemmen van die zorg en ondersteuning op de 
wensen en behoeften van patiënten, gehandicapten en ouderen.  

    4.  Duidelijkere uitgangspunten voor de beoordeling van projectsubsidies 
        (o.a. toevoegen van samenwerking als criterium en maatschappelijke 
        participatie levensbreed) 
Pgo-organisaties kunnen voor projectsubsidie in aanmerking komen indien zij 
projecten ontwikkelen (of hun bijdrage leveren aan projecten) die - door de 
inbreng van de eigen ervaringsdeskundigheid - leiden tot sterkere pgo-
organisaties in de stelsels van zorg en ondersteuning. Bij de inbreng van 
ervaringsdeskundigheid denken wij vooral aan: 
   ·  De inbreng van cliëntenperspectief ­ Die inbreng is van belang voor de 
       afstemming op de wensen en behoeften van patiënten, gehandicapten en 
       ouderen;  
   ·  Maatschappelijke participatie ­ Om ervoor te zorgen dat patiënten, 
       gehandicapten en ouderen zolang mogelijk kunnen deelnemen aan de 
       samenleving. 

Om ervoor te zorgen dat het bereik van projecten zo groot mogelijk is, weegt de 
Programmaraad in haar beoordeling van het project voorts mee, dat het project 
bij voorkeur ook aan één of beide van de volgende twee criteria voldoet: 
   ·  Betrokkenheid van de doelgroep ­ Het groter die betrokkenheid, hoe groter 
       het bereik en des te sterker zij staan als speler.  
   ·  Samenwerking ­ Om een sterke speler te worden is het belangrijk dat 
       organisaties op die punten waar ze samen kunnen werken dat ook doen.  

Ter vereenvoudiging van de aanvragen worden tot slot nog aanpassingen 
aangebracht. 
    5.  Het niet meer verplichten van het werken met vierjarenplannen, daarvoor 
        in de plaats moet elk project eenvoudig aansluiten bij de visie van de 
        organisatie op dat project (het juiste middel voor het juiste doel). 

    6.  Verduidelijking en aanpassingen om de procedures te vereenvoudigen.            Pagina 2 van 3 

Op een aantal punten verduidelijken wij het huidige beleids- en                        Directie Markt en 
beoordelingskader. Daarnaast hebben wij de een aantal procedures versimpeld en         Consument 
meer toegespitst op de wensen van de pgo-organisaties naar aanleiding van de          
eerste ervaringen.                                                                     Ons kenmerk 
                                                                                       MC/U-2978270 
Graag willen wij nogmaals benadrukken dat alle pgo-organisaties, dus ook als 
projectvoorstellen in de 1e tranche zijn toe- of afgewezen, in de gelegenheid zijn 
om in de 2e tranche projectvoorstellen in te dienen. 

Overleg met het veld 
Bij deze bijstelling van het beleids- en beoordelingskader is het veld op 
verschillende manieren betrokken. 
Er is gesproken en afgestemd in meerdere overleggen met de CG-Raad, CSO, 
NPCF, LPGGz en Platform VG. De aandachtspunten van deze partijen zijn 
meegenomen in het gewijzigde kader, zoals: 
    -   Het verduidelijken van de verschillen tussen instellings- en 
        projectsubsidies. 
    -   Het integreren van de ontwikkelsubsidie in de instellingssubsidie, met 
        name om kleine pgo-organisaties tegemoet te komen. 
    -   Het benadrukken van het belang van maatschappelijke participatie. 
    -   Het starten van de indiening op 1 februari 2010, en daarvoor het 
        publiceren van het subsidieplafond. 

Daarnaast zijn de wijzigingen besproken of ingegeven door de ervaringen van 
PGO-support, de Programmaraad, de commissie wenkend perspectief en 
verschillende andere pgo-organisaties.  

De staatssecretaris en ik hebben er veel vertrouwen in dat het pgo-veld met het 
bijgestelde beleids- en beoordelingskader in de 2e tranche projecten zal indienen 
die ertoe bijdragen dat zij die sterke speler in de stelsels van zorg en 
ondersteuning worden.  


de Minister van Volksgezondheid, 
Welzijn en Sport, 




dr. A. Klink 

Pagina 3 van 3
---- --