Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kamervragen over tijdelijk jachtverbod

24 december 2009 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister aangeeft dat het instellen van een landelijk jachtverbod niet onder haar ministeriele verantwoordelijkheden valt. Dit is een taak voor de Gedeputeerde Staten per provincie.

Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u toekomen mijn antwoord op vragen van het lid Thieme (PvdD)
over een tijdelijke jachtverbod (ingezonden 22 december 2009).
1
Kent u het bericht "Faunabescherming wil jachtverbod"?
Ja.
2
Deelt u de mening dat dieren te lijden hebben van extreme koude, onvoldoende
voedsel in de vrije natuur en dus hun natuurlijke schuwheid opgeven als gevolg
van de weersomstandigheden? Zo nee, waarom niet?
In de Nota Dierenwelzijn heb ik aangegeven dat in het wild levende dieren een
grote mate van vrijheid genieten. Een bepaalde mate van lijden hoort bij de
natuur, ook bij omstandigheden met sneeuw en koude.1
Overigens kunnen de meeste dieren een korte periode van koude goed doorstaan,
omdat zij genoeg reserves hebben opgebouwd. De weeromstandigheden zien er
op korte termijn gunstiger uit.
3
Is het waar dat het volgen van sneeuwsporen van in het wild levende dieren, om
ze vervolgens te bemachtigen, wettelijk verboden is? Zo ja, hoe wordt daarop
toegezien? Zo nee, waarom niet?
In het algemeen is het verboden te jagen indien de grond met sneeuw bedekt is,
indien wild zich bevindt in of nabij wakken in het ijs of indien dieren zijn uitgeput
als gevolg van weersomstandigheden.
1 Bijlage bij Kamerstuk 28286, nr. 76

In geval van jacht op de wildsoorten is het verboden om voor de voet te jagen op
konijn, haas of fazant. Het verbod geldt niet in geval van beheer en
schadebestrijding.
4 en 5
Bent u bereid een landelijk jachtverbod in te stellen gedurende de periode van
strenge vorst en sneeuwval omdat dieren het onder deze omstandigheden al
zwaar genoeg hebben? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
Indien u onverhoopt niet bereid of in staat mocht zijn tot het instellen van een
landelijke jacht- en afschotstop, bent u dan bereid er bij provincies op aan te
dringen een dergelijke stop op provinciaal niveau door te voeren? Zo ja, op welke
termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
Nee, het jachtverbod valt niet onder ministeriële bevoegdheid. Gedeputeerde
staten kunnen op basis van artikel 46, lid 5 van de Flora- en Faunawet de jacht
tijdelijk sluiten. Provincie Zeeland heeft de jacht op dit moment gesloten voor de
wildsoorten en voor de kolgans, grauwe gans en smient.
6
Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden gelet op de
actuele weerssituatie, en in elk geval voor 28 december a.s.?
Ja.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg