Ingezonden persbericht


Amstelveen, 24 december 2009

Zonder salarisverhoging gaan de meeste werknemers in 2010 er licht op achteruit

De nettolonen zullen per 1 januari 2010 bij een gelijkblijvend brutosalaris voor de meeste werknemers dalen. Daarnaast raamt het Centraal Planbureau voor 2010 een inflatie van 1 procent. Voor de cao's waarbij is afgesproken dat per 1 januari 2010 een salarisronde plaatsvindt, vallen de berekeningen in veel gevallen rond de nullijn dan wel zeer licht positief uit. Zo kunnen de werknemers in de sector Grootmetaal rekenen op een verhoging van 0,75 procent van het brutoloon. Hierdoor zullen de meeste werknemers in deze sector er licht op vooruitgaan ook doordat de pensioenpremies in 2010 niet verhoogd worden. Dat blijkt uit berekeningen van Logica op basis van één miljoen werknemers in Nederland. De berekeningen zijn gebaseerd op de veranderingen in loonheffing, sociale lasten en pensioen- en ziektekostenpremies. Ze geven een goed beeld van hoe het gemiddelde loonstrookje er in 2010 uit ziet. Belangrijkste conclusies uit de berekeningen:

* De meeste maar niet alle nettolonen dalen in 2010
* In de sector Grootmetaal wordt licht geplust dankzij een cao-verhoging van 0,75 procent per 1 januari 2010
* Werknemerspremie WW blijft 0 procent en wordt naar verwachting in 2010 uitsluitend een werkgeverspremie
* Stijging van de inkomensafhankelijke bijdrage in de Zorgverzekeringswet
* Beperkte stijging eigen risico ziektekosten
* Zeer geringe daling loonheffing

* Wisselend beeld pensioenpremies binnen de verschillende sectoren

Wettelijke wijzigingen op de loonstrook in 2010
In 2010 zullen er nauwelijks wijzigingen plaatsvinden op de loonstrook. De meest in het oog springende verandering is de verhoging van de inkomensafhankelijke bijdrage in de Zorgverzekeringswet van 6,90 procent in 2009 naar 7,05 procent in 2010. Loonheffing en werknemersverzekeringen
De percentages van de eerste twee loonbelastingschijven dalen allebei met 0,05 procent nauwelijks: respectievelijk naar 33,45 procent voor de eerste schijf en 41,95 procent voor de tweede schijf. De derde schijf (42 procent) en vierde schijf (52 procent) blijven ongewijzigd. Berekeningen per sector
Logica berekent ieder jaar de nettosalarisontwikkeling voor alle werkenden én voor een viertal grote sectoren. Voor werknemers geboren in 1953 en later, laten de berekeningen het volgende beeld zien: Algemeen
Op basis van nettoveranderingen heeft een werknemer met het minimumloon, ¤ 1407,60 de kleinste nettodaling vaan ¤ 3,18. Bij een maandsalaris van ¤ 4500 is de dalialing het grootst, ¤ 15,76.

De nettolonen dalen door een combinatie van factoren, zoals de verhoging van de inkomensafhankelijk bijdrage in de Zorgverzekeringswet met 0,15 procent, de daling van de Algemene Heffingskorting met ¤ 20,00 op jaarbasis en ook een daling van de Arbeidskorting met ¤ 47,00 op jaarbasis. Het effect vann de pensioenpremies is in 2010 afhankelijk van de sector. In de Kleinmetaal is sprake van een lichte stijging van de pensioenpremies, de Grootmetaal heeft te maken met een gelijkblijvende pensioenpremie terwijl in de sector Overheid er sprake is van een dalende pensioenpremie. In de berekeningen van Logica is al rekening gehouden met de zorgtoeslag die werknemers met lagere inkomens ontvangen. In 2010 zal de maximale zorgtoeslag voor alleenstaanden per maand maximaal ¤ 61,00 bedragen. Kijk hier voor tabel Algemeen. Rekening houdend met de effecten van de pensioen- en zorgverzekeringspremies per sector zijn de wijzigingen als volgt: Zorgsector (ziekenhuizen)
In deze sector dalen de nettolonen bij vrijwel alle salarissen. De grootste daling vindt plaats bij een inkomen van ¤¬ 1500, hier bedraagt de daling 0,54 procent. Het pensioenfonds voor de zorg "Zorg en Welzijn" kan deze berekeningen nog beïnvloeden, omdat de premies pas later in december bekendgemaakt worden. Wel is rekening gehouden met een nieuwe premieverdeling tussen werknemer en werkgever in 2010, ieder 50 procent van de totale premie. In 2009 was dit nog 52 procent voor rekening van de werknemer en 48 procent voor rekening van de werkgever. Op 1 juli 2010 is er in deze sector een CAO-verhoging van 1 procent. Kijk hier voor de tabel Zorg. Metaal (Klein- en Grootmetaal)
De nettolonen van werknemers in de Kleinmetaal (Metaal en Techniek) dalen. Dit wordt naast de wettelijke wijzigingen per 2010 veroorzaakt door een stijging van de pensioenpremies. In 2010 is er geen CAO-verhoging voor de werknemers in de Kleinmetaal. Wel zijn er in 2010 3,5 extra ADV-dagen, de zogenaamde Crisis-Bestrijdings-Dagen. De werkgever heeft ook de mogelijkheid om deze dagen in een eenmalige uitkering van 1,5 procent aan (een groep van) werknemers te betalen. Werknemers in de Grootmetaal (Metalelektro) gaan er dankzij een CAO-verhoging van 0,75 procent en een gelijkblijvende pensioenpremie in 2010 zeer licht op vooruit. Kijk hier voor de tabel Kleinmetaal en hier voor de tabel Grootmetaal. Overheid (sector Gemeenten)
De nettosalarissen van gemeenteambtenaren wijzigen niet dan wel dalen of stijgen zeer licht. Een gemeenteambtenaar met een salaris van ¤ 5000 gaat er netto het meest op achteruit, namelijk ¤ 4,12, een ambtenaar met een salaris van ¤ '¬ 3250 gaat er ¤ 1,17 op vooruit. De nettosalarissen vann ambtenaren bewegen nauwelijks vanwege enerzijds een daling van de pensioenpremies en anderzijds een stijging van de wettelijke heffingen. Bij de berekeningen is geen rekening gehouden met een CAO-verhoging. De sociale partners zijn op dit moment in overleg over een nieuwe CAO. Kijk hier voor de tabel Overheid.