BOVAG

Ondergrens inkoopverklaring verhoogd naar 500 euro

30 december 2009

Op initiatief van de VSV en in samenwerking met de BOVAG en de STIBA is bij het Ministerie van Financiën in augustus van dit jaar een verzoek ingediend om de ondergrens van de Inkoopverklaring te verhogen van EUR 227 naar EUR 500. Het Ministerie heeft recentelijk laten weten dit verzoek per 1 januari 2010 in te willigen.

Met de inwerkingtreding van de BTW-margeregeling in 1996 werd aan de bedrijfsmatige koper van een margevoertuig de onderzoeksplicht opgelegd om, middels de zgn. inkoopverklaring, schriftelijk vast te leggen dat de verkopende partij (veelal een particulier) geen vooraftrek van BTW over het betreffende voertuig heeft genoten. Voor voertuigen die onder de grens van destijds 500 gulden werden verkocht behoefde geen inkoopverklaring te worden opgesteld. Met de komst van de euro werd dit bedrag omgezet naar EUR 227.

Er zijn sinds de invoering van de margeregeling zo'n 13 jaren verstreken. Het bedrag van EUR 227 stond door inflatie niet meer in verhouding tot de huidige prijsstellingen. Als gevolg van het voorgaande is de administratieve last geleidelijk gestegen daar waar de laatste jaren, juist ook door de overheid, gestreefd wordt naar een verlaging van de administratieve last.

Nu het Ministerie het verzoek heeft gehonoreerd, zal de hogere ondergrens zorgen voor minder onderzoeksplicht en dus een daling van de administratieve last. Impliciet ontstaat een reële verlaging van het risico om op "ontbrekend bewijsmateriaal" aangesproken te worden.

De impact van het optrekken van de ondergrens is erg groot, omdat deze van toepassing is op alle gebruikte goederen, kunst, antiek of verzamelvoorwerpen , die vallen onder de BTW-margeregeling. Dus niet alleen bedrijven uit de voertuigbranche zullen van deze aanpassing profiteren.