Universiteit Leiden

Castermans en Van der Weide schrijven rapport voor Staatssecretaris Heemskerk

Het rapport gaat over de verantwoordelijkheid van Nederlandse bedrijven voor hun betrokkenheid bij schendingen van fundamentele, internationaal erkende rechten. In het bijzonder beschreven Castermans en Van der Weide de verantwoordelijkheid van Nederlandse bedrijven voor in het buitenland opererende dochters, als basis voor een debat tussen overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Het rapport, dat is geschreven op verzoek van Staatssecretaris van Economische Zaken, is op 15 december 2009 aangeboden aan Frank Heemskerk. De Staatssecretaris heeft het rapport inmiddels verzonden naar de Tweede Kamer. Conclusie
Volgens Castermans en Van der Weide is er geen toegespitste regelgeving voorhanden en is jurisprudentie, internationaal gezien, schaars. 'Het komt er op aan wat wij nu - in de context waarin een bedrijf handelt - betamelijk of onbetamelijk vinden. Initiatieven van maatschappelijk verantwoord ondernemen kunnen richtinggevend zijn', aldus de auteurs. Een uitgebreide, wetenschappelijke versie van hun rapport verschijnt in het voorjaar.

Het rapport is te downloaden via de website van het Ministerie. Samenvatting van het rapport
Kan een Nederlands bedrijf verantwoordelijk worden gehouden voor de betrokkenheid van een dochterbedrijf bij een schending van fundamentele, internationaal erkende rechten in het buitenland? Wie kan de Nederlandse moeder verantwoordelijk stellen? Castermans en Van der Weide beantwoorden de vraag vanuit het perspectief van de Nederlandse civiele rechter. De Nederlandse rechter is op grond Europese regels in de regel bevoegd te oordelen over vorderingen gericht tegen een Nederlandse rechtspersoon en - met die vordering - in beginsel ook over vorderingen tegen de buitenlandse dochter. Hij zal daarbij in de regel buitenlands recht moeten toepassen, het recht van het land waar de schade is geleden. Dat kan anders zijn, bijvoorbeeld indien het buitenlands recht in strijd komt met de Nederlandse openbare orde.

Het rapport beschrijft ook het stramien dat de rechter naar Nederlands recht hanteert bij de beoordeling van de vordering zelf. Hij kan aanknopen bij misdrijven als genocide, slavernij en marteling, geregeld in de Strafwet. Maar ook buiten deze gevallen kan er sprake zijn van regels die zijn gebaseerd op fundamentele, internationaal erkende rechten. In het civiele recht - in Nederland en elders in Europa - wordt gewerkt met open normen die op de concrete situatie kunnen worden toegespitst. Aansprakelijkheid kan bestaan indien een bedrijf heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt. Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Of er sprake is van onzorgvuldig handelen, hangt af van de ernst van het nadeel, de grootte van het risico en de bezwaarlijkheid van te nemen voorzorgsmaatregelen. De omvang van deze zorgplicht hangt mede af van de ontwikkelingen in de desbetreffende branche. Ontwikkelingen rond maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn hier van belang. Meer en meer wordt van bedrijven gevraagd alert te zijn op het risico van schending van fundamentele, internationaal erkende normen door toeleveranciers of andere ketenpartners. Naarmate gedragscodes en handelsgebruiken bedrijven meer en indringender oproepen due diligence te betrachten met het oog op maatschappelijk verantwoord ondernemen, zal het bedrijf dat die oproep negeert eerder aansprakelijk kunnen worden gehouden. In de rechtspraak - niet alleen in Nederland, maar ook elders in Europa - is aangenomen dat een moeder een zorgplicht kan hebben tegenover de schuldeisers van haar dochter, zij het dat de uitspraken vooral betrekking hebben op dochters die hun financiële verplichtingen jegens de schuldeisers niet kunnen nakomen. Indien de dochter onrechtmatig jegens de benadeelden handelt, zal de moeder eerder aansprakelijk zijn naarmate zij meer invloed had of kon uitoefenen op het beleid van de dochter en op de uitvoering van dat beleid. Gedragscodes geven richting
Ook in dit verband zijn ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen van belang. Gedragscodes kunnen richting geven aan de standaard: die kunnen ertoe bijdragen dat moederbedrijven verantwoordelijkheid dragen daar waar zij volgens de code worden geacht te bevorderen dat binnen het concern rekening wordt gehouden met het risico van schending van fundamentele, internationaal erkende normen door dochters of toeleveranciers. Contact
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Alex Geert Castermans en Jeroen van der Weide (Instituut voor Privaatrecht).