Universiteit Leiden

Hubble vindt piepjonge sterrenstelsels in het verre heelal

De Hubble Ruimtetelescoop van NASA en ESA heeft een nieuw afstandsrecord geboekt. Nog nooit eerder zijn zulke zeer kleine en blauwe sterrenstelsels uit de periode van vlak na de oerknal gezien.

De Hubble Ruimtetelescoop van NASA en ESA heeft een nieuw afstandsrecord geboekt. Nog nooit eerder zijn zulke zeer kleine en blauwe sterrenstelsels uit de periode van vlak na de oerknal gezien.

Afbeelding - Hubble Ultra Deepfield WFC3/IR. Vele duizenden sterrenstelsels zijn zichtbaar, maar slechts vijf staan op recordafstand. Deze zijn aangegeven in de uitvergrotingen aan de linkerkant. Deze sterrenstelsels zijn zeer klein. (credit: HST)

13 miljard jaar
De ontdekking is gedaan door een internationaal team van sterrenkundigen met een hoge Leidse inbreng, waaronder de hoogleraar Marijn Franx. Franx heeft een ERC Advanced Grant waarmee hij zich speciaal richt op het vinden van dergelijke vroege sterrenstelsels.
De sterrenstelsels staan zo ver weg dat het licht er ongeveer 13 miljard jaar over heeft gedaan om de aarde te bereiken. De Hubble-telescoop keek als het ware terug in de tijd en heeft de nu ontdekte sterrenstelsels waargenomen zoals ze er zo'n 600 tot 800 miljoen jaar na de oerknal uitzagen. De opnames zijn gemaakt met de vorig jaar op de Hubble geplaatste Wide Field Camera 3 (WFC3). De camera heeft in augustus 2009 opnamen van het zogeheten `Ultra Deep Field' gemaakt met een totale lengte van 40 uur. De eerste resultaten worden gepresenteerd op de 215de vergadering van de American Astronomical Society in Washington D.C. op 6 januari.

Onontgonnen terrein
`Met de gerepareerde Hubble en het nieuwe instrument kunnen we nog onontgonnen terrein in kaart brengen, en nog veel meer ontdekkingen verwachten', zegt Garth Illingworth van de Universiteit van California, leider van het team dat de waarnemingen heeft gedaan. `Dit zijn de meest gevoelige foto's van het vroege heelal in het nabij-infrarood die ooit zijn gemaakt. We hebben de foto's genomen in het veld met de gevoeligste optische opnamen (het Hubble Ultra Deep Field), en hebben vele nieuwe sterrenstelsels kunnen ontdekken aan de rand van het zichtbare heelal.'

Erg blauw
Rychard Bouwens, teamlid van de University of California, Santa Cruz, en de Universiteit Leiden, publiceert twee artikelen over de eigenschappen van de nieuw ontdekte sterrenstelsels: `Ze zijn zeer opmerkelijk omdat ze heel erg blauw zijn. We kunnen hun kleur alleen verklaren door aan te nemen dat ze lijken op de eerste sterren die in het heelal zijn ontstaan: fel blauw, en bijna zonder metalen, uit een tijd toen het heelal een samenstelling had die nog leek op die van kort na de oerknal.'

Franx legt uit: `De sterrenstelsels zijn veel blauwer en kleiner dan sterrenstelsels in het nabije heelal, zoals voorspeld door theorieën over de vorming van sterrenstelsels. Later worden deze sterrenstelsels groter door inval van materie en botsingen met andere sterrenstelsels.'

Jonger
Met behulp van NASA's Spitzer Space Telescoop heeft Ivo Labbé van het
Carnegie Institute of Washington ontdekt dat de sterrenstelsels al honderden miljoenen jaren oud waren toen ze het licht uitstraalden dat nu is ontdekt. De in Leiden gepromoveerde Labbé: `De eerste sterren moeten dus gevormd zijn toen het heelal nog een paar honderd miljoen jaar jonger was.' De sterrenstelsels hebben een afmeting van slechts 1/20ste van de diameter van de Melkweg en laten een roodverschuiving zien van 7 tot boven de 8.

De WFC3/IR camera op de Hubble werkt 40 maal sneller dan de vorige camera en kan met de nieuwe infrarood-technologie in vier dagen waarnemen waar de oude camera een half jaar voor nodig had.

Meer afbeeldingen op de Hubble-website

(6 januari 2010/NOVA/SH)

Eerder in de Universitaire Nieuwsbrief
Marijn Franx gaat vroegste sterrenstelsels bekijken (19 augustus 2008)

Onderzoeksprofileringsgebied
Fundamentals of Science

Nieuwsredactie - 06/01/2010