UMC Utrecht


Hartfilm betere bewaking ongeboren baby

Bij ziekenhuisbevallingen kunnen ongeboren baby's het best via een speciaal hartfilmpje in de gaten worden gehouden. Dat concludeert gynaecoloog in opleiding Michelle Westerhuis na analyse van 5700 bevallingen. Het speciale hartfilmpje, verkregen via de zogenaamde STAN-methode, verschaft meer informatie en is minder invasief dan de huidige methode. Westerhuis promoveert vandaag aan het UMC Utrecht.

Westerhuis analyseerde in een vergelijkend onderzoek 5700 bevallingen in negen Nederlandse ziekenhuizen. Bij bevallingen bewaakt via de nieuwe STAN-methode blijken dertig procent minder kinderen met een slechte zuurstoftoestand geboren te worden. Analyse van het zogenoemde `ST-segment' van het elektrocardiogram, hetgeen de de STAN-methode doet, verschaft meer informatie dan het gewone hartfilmpje. Het huidige microbloed¬onderzoek van de hoofdhuid van de baby is daardoor minder vaak nodig. De STAN-methode levert bovendien continu informatie over de toestand van de baby, terwijl de uitslag van het bloedonderzoek slechts een momentopname is. Bewaking door middel van de STAN-methode leidt in dit onderzoek niet tot meer kunstverlossingen of keizersnedes, die komen voor bij 25 tot 30 procent van de bevallingen.

Eén tot twee procent van de baby's krijgt rond de bevalling te maken met een gebrek aan zuurstof, bijvoorbeeld door een afgeknelde navelstreng. Op de lange termijn kan dat leiden tot spastische motoriek, cognitieve beperkingen of zelfs overlijden. Om zuurstofgebrek bij de geboorte te voorkomen houden artsen normaliter de toestand van baby's in de gaten via een gewoon hartfilmpje, plus eventueel een aanvullend microbloedonderzoek. Daarbij wordt een druppel bloed van de hoofdhuid van de baby geanalyseerd. Mocht zuurstofgebrek dreigen dan kan de bevalling voortijdig beëindigd worden door een kunstverlossing of zelfs een keizersnede.

"Ik denk dat ziekenhuizen de STAN-methode in principe bij alle ziekenhuisbevallingen zouden moeten gebruiken", vindt Westerhuis. "Maar de aanschaf van de benodigde apparatuur brengt kosten met zich mee en het personeel moet een speciale training krijgen. Ik kan me dus voorstellen dat niet alle ziekenhuizen zomaar overstappen op deze bewaking. Maar het invasieve microbloedonderzoek is in het buitenland al zeer ongebruikelijk, dus het lijkt logisch dat we ook in Nederland overgaan op de STAN-methode."

Michelle Westerhuis promoveert op 7 januari aan het UMC Utrecht. Prof. dr. Gerard Visser en prof. dr. Karel Moons begeleidden haar onderzoek.

Voor meer informatie, bel 088 75 588 50 of mail info@umcutrecht.nl donderdag 7 januari 2010