Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Antwoorden op kamervragen over het instellen van een onafhankelijk toezichtorgaan op het volledige verkiezingsproces

6 januari 2010

Antwoord van de staatssecretaris op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door het lid Griffith (VVD) over het instellen van een onafhankelijk toezichtorgaan op het volledige verkiezingsproces (ingezonden 2 december 2009, met kenmerk 2009Z23219).

2009Z23219 Vragen van het lid Griffith (VVD) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het instellen van een onafhankelijk toezichtsorgaan op het volledige verkiezingsproces. (Ingezonden 2 december 2009).
1. Herinnert u zich nog het rapport van de Adviescommissie inrichting verkiezingsproces uit 2007 (de commissie-Korthals Altes) over het verkiezingsproces in het algemeen en de bijlage deel II in het bijzonder? Antwoord Ja. Rapport 'Stemmen met vertrouwen' van de commissie Korthals Altes, 27 september 2007.
2. Bent u op de hoogte van het feit dat de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) in het rapport over de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 reeds heeft aangedrongen op onafhankelijk toezicht op het verkiezingsproces? Antwoord De OVSE heeft in haar rapport opmerkingen gemaakt over het ontbreken van de mogelijkheid om klachten over het verkiezingsproces bij een juridische instantie neer te leggen. Het kabinet heeft daarop in haar reactie op dit rapport van 25 juni 2007 (kamerstukken 2007-2008, 30800 VII, nr. 60) gereageerd dat in het Nederlandse stelstel het de primaire verantwoordelijkheid van het gekozen orgaan zelf is om te beslissen over de geldigheid van de verkiezing. De commissie-Korthals Altes heeft in haar rapport geen aanbevelingen gedaan over het OVSE-rapport. Wel heeft de commissie aanbevolen om de processen-verbaal openbaar te maken en te publiceren zodat transparant is welke bezwaren er bij de verkiezing worden gemaakt en hoe daarmee wordt omgegaan. Dit heeft het kabinet overgenomen en zal in het wetsvoorstel inrichting verkiezingsproces worden geregeld.
3. Wat vindt u van de door de commissie gesignaleerde spanningen tussen de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de verschillende bestuurslagen en bestuursorganen die in het verkiezingsproces een rol spelen? Deelt u de mening dat het organiseren van verkiezingen en het toezicht houden op het verloop van het verkiezingsproces niet in één orgaan moet zijn verankerd?
4. Deelt u de mening dat het instellen van een onafhankelijk toezichtorgaan het vertrouwen van burgers in de overheid en in onafhankelijke en dus vrije en eerlijke verkiezingen vergroot? Bent u bereid daartoe over te gaan? Zo nee, waarom niet?
5. Op welke wijze bent u voornemens uitvoering te geven aan de constatering van de Adviescommissie?
6. Op welke wijze denkt u dat bij gemeenten kan worden voorzien in een onafhankelijk en controleerbaar toezicht op de uitvoering van de verkiezingstaken door gemeenten?
7. Is het nu reeds mogelijk om een externe audit te laten plaatsvinden door onafhankelijke experts zodat het verloop van de verkiezingen achteraf op een objectieve, onafhankelijke en systematische manier kan worden beoordeeld? Is dat ook gebeurd met de recent gehouden herindelingverkiezingen?
1/3 Antwoord op de vragen 2 t/m 7 De Adviescommissie heeft in haar advies geconcludeerd dat er onvoldoende toezicht is op de naleving van de wet en regelgeving en dat de transparantie en de controleerbaarheid van het verkiezingsproces vergen dat de organisatie en het verloop van de verkiezingen worden geaudit. In de aanbevelingen stelt de adviescommissie daarom voor dat de minister van BZK de bevoegdheden moet krijgen om de regie te voeren over de verkiezingen. De adviescommissie heeft daarnaast voorgesteld dat er na elke verkiezing een onafhankelijke audit moet plaatsvinden. In het rapport van de adviescommissie was voorgesteld dat de verantwoordelijkheid voor die audits bij de gemeenteraads- en provinciale statenverkiezingen bij de minister van BZK zou moeten liggen en voor de Tweede Kamerverkiezing en de Europese verkiezing bij de Tweede Kamer. In de kabinetsreactie op het rapport van de Adviescommissie inrichting verkiezingsproces is gesteld dat de verschillende taken en verantwoordelijkheden in het verkiezingsproces in de wetgeving moeten worden geformaliseerd zodanig dat duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is, waarbij de minister van BZK wordt belast met de regie op het totale verkiezingsproces. Ook is in de kabinetsreactie gesteld dat het niet noodzakelijk is een audit uit te voeren na elke verkiezing, omdat dit instrument minder geschikt is voor een uniek proces als het verkiezingsproces. Deze lijn van het kabinet is door de Kamer, in het Algemeen Overleg van 29 januari 2008, breed gesteund en zal worden uitgewerkt in het wetsvoorstel inrichting verkiezingsproces. Bij de verkiezing voor het Europees Parlement in 2009 is door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vooruitlopend op het wettelijk regelen van een onderzoek na afloop van de verkiezing een evaluatie uitgevoerd. Deze evaluatie is op 30 oktober 2009 aan de Kamer verzonden (Kamerstukken 31142, nr. 16).
8. Kunt u aangeven hoe u de toekomstige positie en taken van de Kiesraad ziet, gelet op de spanningen die de Adviescommissie heeft geconstateerd tussen de informerende-, adviserende-, organiserende-, uitvoerende- en toezichthoudende taken? Antwoord Ik zie geen reden wijzigingen aan te brengen in de positie van de Kiesraad. De Kiesraad is adviesorgaan inzake uitvoeringstechnische aangelegenheden die het kiesrecht betreffen en treedt voorts op als centraal stembureau bij de Tweede Kamerverkiezing en de verkiezing voor het Europees parlement.
9. Waar kunnen burgers die klachten hebben over het verloop van het verkiezingsproces op dit moment een klacht indienen? Hoe worden die klachten afgehandeld en op welke wijze wordt publiekelijk gerapporteerd over de klachten? Vindt u dat de huidige klachtafhandeling voldoet aan de beginselen van objectiviteit en transparantie? Antwoord Als kiezers bezwaren/klachten uiten in het stembureau dan neemt het stembureau deze bezwaren/klachten op in het proces verbaal. Het vertegenwoordigend orgaan kan in het kader van het geloofsbrieven onderzoek vervolgens kennis nemen van deze bezwaren/klachten. Als kiezers klagen bij de gemeente of een ander orgaan dan dient dat orgaan de klacht af te handelen. Ik ben van mening dat op het punt van transparantie en controleerbaarheid verbetering mogelijk is door alle processen-verbaal van de stembureaus openbaar te maken. Dit zal worden geregeld in het wetsvoorstel inrichting verkiezingsproces.
10. Wat vindt u van het idee om onafhankelijke lokale klachtencommissies dan wel lokale meldpunten in te stellen waar burgers terecht kunnen met hun klachten over het verloop van het verkiezingsproces? Antwoord Ik acht het niet noodzakelijk aparte klachtencommissies of meldpunten in te stellen voor burgers met hun klachten. 2/3 3/3
11. Op welke wijze denkt u bij de komende gemeenteraadsverkiezingen 2010 te voorzien in onafhankelijk en controleerbaar toezicht op het verkiezingsproces? Antwoord Ik hoef hier niet in te voorzien, dit is de taak van de gemeenteraden in het kader van het geloofsbrievenonderzoek. Daarmee wordt naar mijn mening op voldoende onafhankelijke en controleerbare wijze toezicht gehouden op het verloop van de verkiezing.