European Central Bank

PERSBERICHT

11 januari 2010 - Halfjaarlijkse informatie betreffende vervalsing van eurobankbiljetten

In de tweede helft van 2009 zijn in totaal 447.000 valse eurobankbiljetten aan de circulatie onttrokken. Dit is een stijging van rond 8% ten opzichte van de in de daaraan voorafgaande zes maanden aangetroffen hoeveelheid. De onderstaande tabel, die de halfjaarlijkse tendens in het aantal aangetroffen vervalsingen aangeeft, laat zien dat het totale aantal valse eurobankbiljetten is gestegen, zij het langzamer dan in de eerdere zesmaands perioden. Periode 2004/2 2005/1 2005/2 2006/1 2006/2 2007/1 2007/2 2008/1 2008/2 2009/1 2009/2
Aantal vervalsingen 287.000 293.000 286.000 300.000 265.000 265.000 296.000 312.000 354.000 413.000 447.000

In vergelijking met het toenemende aantal echte eurobankbiljetten in omloop (gemiddeld 12,8 miljard gedurende de tweede helft van 2009), is het aantal vervalsingen nog steeds zeer laag.

Desalniettemin blijft het Eurosysteem, d.w.z. de Europese Centrale Bank (ECB) en de zestien nationale centrale banken van het eurogebied, het publiek adviseren alert te blijven wanneer het bij contant-geldtransacties bankbiljetten in handen krijgt. Het Eurosysteem spant zich krachtig in om ervoor te zorgen dat het publiek goed weet hoe het een vervalst bankbiljet kan herkennen en, in het geval van professionele geldverwerkers, dat bankbiljettensorteer- en
-verwerkingsmachines vervalsingen op betrouwbare wijze kunnen herkennen en aan de circulatie kunnen onttrekken. Echte eurobankbiljetten kunnen gemakkelijk worden herkend door gebruik te maken van de eenvoudige VOEL-KIJK-KANTEL-methode die wordt beschreven op de europagina's van de website van de ECB (www.euro.ecb.eu) en de websites van de nationale centrale banken van het Eurosysteem. Bij twijfel dient een verdacht bankbiljet direct te worden vergeleken met een biljet waarvan men zeker weet dat het echt is. Eenieder die een vervalst bankbiljet denkt te hebben gekregen, dient contact op te nemen met de politie of, wanneer dit volgens de nationale regels mogelijk is, met de betreffende nationale centrale bank.

De onderstaande tabel toont een procentuele uitsplitsing naar coupure van het totale aantal vervalsingen die in de tweede helft van 2009 aan de circulatie zijn onttrokken.
Coupure EUR5 EUR10 EUR20 EUR50 EUR100 EUR200 EUR500 Uitsplitsing in percentage 0,5% 1% 47% 39% 11% 1% 0,5%

Zoals in het voorafgaande halfjaar was het EUR20-biljet de meest vervalste coupure: bijna de helft van alle vervalsingen bestond uit EUR20-biljetten. De op een na meest vervalste coupure was het EUR50-biljet, dat goed was voor ongeveer een derde van het totaal. De drie middelste coupures (EUR20, EUR50 en EUR100) waren samen goed voor 97% van alle vervalsingen. Het aantal vervalsingen van de hoge coupures (EUR200 en EUR500) is zeer laag.

De meerderheid (meer dan 98%) van de in de tweede helft van 2009 aangetroffen vervalsingen werd gevonden in de landen van het eurogebied. Slechts ongeveer 1% werd aangetroffen in de lidstaten van de EU die geen deel uitmaken van het eurogebied, en minder dan 0,5% in andere delen van de wereld.