Raad van State


Mediagevoelige uitspraken

Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van de Raad van State.

Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze uitspraken lezen.

10 uitspraken gevonden pagina: 1
1. 200806565/1/R1 200903364/1/R1 200903365/1/R1 200903367/1/R1
datum van uitspraak: woensdag 13 januari 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Tracéwet
inhoudsindicatie:

(Verruiming en verdieping Westerschelde) Uitspraak over de vaststelling door de staatssecretaris van V&W en de minister van VROM van het tracébesluit 'Verruiming vaargeul Westerschelde'. Het tracébesluit maakt het mogelijk de Westerschelde op 12 trajecten uit te diepen voor de scheepvaart. Het project zal vijf jaar duren. Het is de bedoeling om het op te graven bodemmateriaal op andere plekken in de Westerschelde weer te gebruiken. In de uitspraak komen ook de vergunning op grond van de Ontgrondingenwet, de vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatwerken, en de vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet aan de orde. De Belgische eigenaar van de Hedwigepolder vreest dat zijn polder zal worden ontpolderd. Verder hadden de staatssecretaris en de minister beter onderzoek moeten doen naar de gevolgen van de verruiming van de Westerschelde voor de veiligheid van de scheepvaart en naar de gevolgen voor de waterkwaliteit in de Schelde, aldus de eigenaar. Ook is hij bang dat zijn haventje bij de Hedwigepolder zal dichtslibben door de verruiming van de Westerschelde. Het slib zou bovendien de natuurwaarden van het 'Verdronken Land van Saeftinghe' kunnen aantasten. Dit gebied maakt deel uit van het beschermde natuurgebied 'Westerschelde en Saeftinghe'. De Vereniging van Zandwinners komt alleen in beroep tegen het tracébesluit. De vereniging is het er niet mee eens dat de zandwinning in de Westerschelde zal moeten worden afgebouwd. Ten slotte is een man uit Oudelande tegen het tracébesluit in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook hij vreest dat de verruiming van de Westerschelde leidt tot aantasting van het beschermde natuurgebied. Hij is bang dat de Everingepolder zal moeten worden ontpolderd als de staatssecretaris en de minister de aantasting moeten compenseren. Zijn agrarisch bedrijf is namelijk in die polder gevestigd. Ook zouden de kansen op een overstroming toenemen als de Westerschelde wordt verruimd. De Raad van State heeft op 28 juli 2009 in een voorlopige uitspraak bepaald dat de vaargeul van de Westerschelde niet mocht worden verruimd en verdiept. Die uitspraak is te vinden op onze website onder zaaknummers 200806565/3, 200903364/2, 200903365/2, 200903367/2 en 200903368/2. Ook het persbericht dat de Raad van State bij die uitspraak heeft uitgebracht is, via 'PERS' en 'Persberichten', te vinden op deze website. Bij de uitspraak van komende woensdag zal de Raad van State weer een persbericht uitbrengen. De zaak is op 18 december jl. op zitting behandeld.
2. 200806825/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 13 januari 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Utrecht
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'Westerheul IV' van de gemeente Ronde Venen) Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten van Utrecht van het bestemmingsplan 'Westerheul IV' van de gemeente De Ronde Venen. Het globale bestemmingsplan, dat later nog moet worden uitgewerkt, maakt de bouw van 270 woningen mogelijk op de locatie Westerheul IV in Vinkeveen. Het plan maakt bouwhoogten van 14 tot 17 meter mogelijk. Ten noorden van de toekomstige woonwijk ligt de bestaande woonwijk Westerheul III en ten zuiden daarvan ligt het bedrijventerrein Voorbancken. Zowel inwoners van deze woonwijk als bedrijven en bewoners van het bedrijventerrein verzetten zich tegen de nieuwe woonwijk. Zij hebben vooral bezwaar tegen de bouwhoogten van 14 en 17 meter, omdat deze niet zouden passen in de omgeving van Vinkeveen. Verder vrezen ze voor wateroverlast in hun woonwijk en op het bedrijventerrein omdat de grond waarop de nieuwe woonwijk wordt gebouwd met ruim twee meter wordt opgehoogd. Ook zouden de toekomstige bewoners van Westerheul IV last kunnen krijgen van geluidsoverlast omdat de woningen op te korte afstand van de bedrijven worden gebouwd. Ten slotte wordt getwijfeld aan de bereikbaarheid van het bedrijventerrein, omdat ook de nieuwe woningen gebruik gaan maken van de bestaande ontsluitingsweg. De zaak is op 16 november jl. op zitting behandeld.
3. 200900320/1/M1
datum van uitspraak: woensdag 13 januari 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Overige
inhoudsindicatie:

(Wijziging milieuvergunning voor spoorwegemplacement in Leeuwarden) Uitspraak over de wijziging door het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden van de milieuvergunning die het in 2005 aan Prorail heeft verleend voor een spoorwegemplacement aan het Stationsplein in Leeuwarden. Het gemeentebestuur heeft een aantal nieuwe voorschriften aan de vergunning verbonden. In die voorschriften is bepaald hoeveel zogenoemd 'laagfrequent geluid' er maximaal mag worden geproduceerd. Het college heeft deze voorschriften in de vergunning opgenomen, omdat omwonenden over geluidsoverlast klagen sinds openbaar vervoerder Arriva in 2007 nieuwe dieseltreinstellen gebruikt op het spoor waarvan Prorail de beheerder is. Prorail en Arriva zijn het niet eens met de voorschriften. Volgens hen zijn de voorschriften gebaseerd op ondeugdelijk onderzoek. Zo zouden er te weinig metingen zijn gedaan en is ook de tijdsduur van de metingen te kort geweest. Verder zou het gemeentebestuur zich gebaseerd hebben op onjuiste richtlijnen bij het bepalen van de geluidsvoorschriften. Ook vinden Prorail en Arriva het onbegrijpelijk waarom het gemeentebestuur streeft naar een zogenoemd nulhinderniveau. De zaak is op 19 november jl. op zitting behandeld.
4. 200900451/1/M1
datum van uitspraak: woensdag 13 januari 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Overige
inhoudsindicatie:

(Milieuvergunning motorcrossterrein in Axel) Uitspraak over de milieuvergunning die het college van gedeputeerde staten van Zeeland heeft verleend voor een motorcrossterrein aan de Lageweg in Axel in de gemeente Terneuzen. De vergunning is verleend aan de stichting Recreatieve Exploitaties Smitsschore. Met de vergunning kan er op woensdagen, zaterdagen en vijf zondagen per jaar getraind worden. Verder mag de stichting 20 wedstrijden per jaar organiseren. Een aantal inwoners uit Axel verzet zich tegen de vergunning en is in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vinden dat het gemeentebestuur een zogenoemd milieueffectrapport had moeten maken om de gevolgen voor het milieu in kaart te brengen. Verder vrezen zij vooral voor geluidsoverlast, omdat de geluidsvoorschriften in de vergunning niet streng genoeg zouden zijn. Bovendien vinden de inwoners dat de stichting te veel wedstrijden mag organiseren. Ten slotte zouden de openingstijden van het terrein moeten worden beperkt. De zaak is op 24 november jl. op zitting behandeld.
5. 200900542/1/M1
datum van uitspraak: woensdag 13 januari 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Overige
inhoudsindicatie:

(Milieuvergunning voor afvalverbrandingsoven Omrin in Harlingen) Uitspraak over de milieuvergunning die het college van gedeputeerde staten van Fryslân heeft verleend aan Omrin voor een reststoffen-energiecentrale aan de Lange Lijnbaan in Harlingen. In de centrale worden afvalstoffen verbrand. Verder wordt er hogedrukstoom geleverd aan de warmtekrachtcentrale van Frisia Zout die daarmee elektriciteit produceert. Stichting Afvaloven Nee, stichting Natuur en Milieu en de Waddenvereniging zijn tegen de vergunning in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens deze groeperingen heeft het provinciebestuur onvoldoende rekening gehouden met de aanwezigheid van de Waddenzee in de buurt van de energiecentrale. De uitstoot van schadelijke stoffen zou leiden tot nadelige gevolgen voor de Waddenzee. Ook vrezen zij voor geluidsoverlast en geurhinder. Omrin zelf is ook in beroep gekomen tegen de vergunning. Het bedrijf is het niet eens met de strenge eisen voor de uitstoot van zoutzuur en zwaveldioxide. Bij deze uitspraak brengt de Raad van State a.s. woensdag een persbericht uit. Zie ook de uitspraak over de lozingsvergunning die het dagelijks bestuur van het Waterschap Friesland heeft verleend aan Omrin. Het gaat om een vergunning voor het lozen van huishoudelijk afvalwater en bedrijfswater - via de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Harlingen - op het Van Harinxmakanaal. Die uitspraak met zaaknummer 200900862/1 wordt eveneens op 13 januari a.s. openbaar gemaakt. Beide zaken zijn op 15 oktober jl. op zitting behandeld.
6. 200901650/1/M2
datum van uitspraak: woensdag 13 januari 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:

(Verzoek om maatregelen tegen muziek van carillon Arnemuiden) Uitspraak over de weigering door het college van burgemeester en wethouders van Middelburg om maatregelen te treffen tegen het carillon van Arnemuiden. Een inwoner van Arnemuiden had om de maatregelen verzocht omdat hij geluidsoverlast van het carillon ondervindt. Het gemeentebestuur heeft geweigerd handhavend op te treden, omdat er geen wettelijke voorschriften zouden worden overtreden. Tegen de weigering door het gemeentebestuur is de omwonende in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De inwoner is ook van mening dat de gemeente eerdere brieven van hem had moeten beschouwen als verzoeken om op te treden tegen de carillonmuziek. De zaak is op 5 november jl. op zitting behandeld.
7. 200902314/1/H2
datum van uitspraak: woensdag 13 januari 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:

(Verzoek herziening berekeningswijze geluidcontour rondom Schiphol) Uitspraak over het verzoek aan de minister van Verkeer en Waterstaat om de berekeningswijze te herzien van de geluidcontour rondom vliegveld Schiphol. Een inwoonster van Aalsmeerderbrug heeft hierom verzocht. Zij wil dat de geluidsbelasting wordt berekend zonder een basisaftrek van 65 dB(A). Dit zou betekenen dat de geluidscontour ruimer valt en onder meer haar woning binnen de contour komt te liggen. In dat geval kan de vrouw aanspraak maken op geluidisolerende voorzieningen. Daarvoor moet zij dan nog wel eerst een aparte aanvraag doen. Daar gaat deze uitspraak niet over. De rechtbank in Amsterdam heeft in februari 2009 een eerder beroep van de vrouw ongegrond verklaard. Tegen die uitspraak is zij in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaak is op 30 oktober jl. op zitting behandeld.
8. 200902344/1/H1 en 200902348/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 13 januari 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Vrijstelling bestemmingsplan gebruik
inhoudsindicatie:

(Vrijstelling voor bouwrijp maken van oostlob Schiphol Logistics Park) Uitspraak over de vrijstelling die het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer heeft verleend voor het bouwrijp maken van de oostlob van het bedrijventerrein Schiphol Logistics Park bij luchthaven Schiphol. Op het park komen logistieke bedrijven die aan Schiphol zijn gebonden. Hiervoor bereidt de gemeente een bestemmingsplan voor. Om te kunnen inspelen op de vraag naar logistieke bedrijfsruimte heeft het gemeentebestuur alvast een vrijstelling verleend voor het bouwrijp maken van de oostlob. Een onroerend goed maatschappij uit Haarlemmermeer is het niet eens met de vrijstelling. Zij is van mening dat het gemeentebestuur het project had moeten voorzien van een betere 'ruimtelijke onderbouwing'. Zij vindt verder dat het gemeentebestuur de plannen voor de rest van het park bij de besluitvorming had moeten betrekken. Ook had hij beter onderzoek moeten doen naar de mogelijke gevolgen van de werkzaamheden voor de flora en fauna in het gebied, aldus de maatschappij. Ten slotte vreest de maatschappij dat het project niet aan de luchtkwaliteitsnormen voldoet. Ook Chipshol Holding B.V. is het niet eens met de vrijstelling. Volgens haar heeft het gemeentebestuur in strijd gehandeld met privaatrechtelijke afspraken, omdat het gemeentebestuur zou hebben toegezegd dat het Groenenbergterrein van Chipshol eerder zou worden ontwikkeld dan het bedrijventerrein Schiphol Logistics Park. Verder is er een overaanbod aan bedrijventerreinen en is er dus geen behoefte aan het Schiphol Logistics Park, aldus Chipshol. Tenslotte vrezen de maatschappij en Chipshol voor parkeer- en verkeersoverlast in de omgeving. De rechtbank van Haarlem heeft in maart 2009 het beroep van Chipshol ongegrond verklaard. Tegelijkertijd heeft de rechtbank in een andere uitspraak het beroep van de maatschappij gegrond verklaard, omdat het gemeentebestuur de vrijstelling had beoordeeld aan de hand van verouderde regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit. Toch heeft de rechtbank de rechtsgevolgen van de vrijstelling in stand gelaten, omdat de luchtkwaliteitsnormen inhoudelijk gezien niet veranderd zijn. De maatschappij en Chipshol zijn tegen de uitspraken van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook het gemeentebestuur van Haarlemmermeer en Schiphol Logistics Park zijn in hoger beroep gekomen. Volgens hen had de rechtbank moeten oordelen dat de vrijstelling ook de aanleg van de ontsluitingsweg mogelijk maakt. De rechtbank heeft dat ten onrechte niet gedaan, aldus het gemeentebestuur en Schiphol Logistics Park. De zaak is op 7 december jl. op zitting behandeld.
9. 200902987/1/M2
datum van uitspraak: woensdag 13 januari 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:

(Niet innen verbeurde dwangsom door gemeente Beesel in zaak café Friends) Uitspraak over de weigering door het college van burgemeester en wethouders van Beesel om over te gaan tot feitelijke handhaving met betrekking tot café Friends aan de Pastoor Vranckenlaan in Beesel. Omwonenden hebben het gemeentebestuur een aantal keer verzocht om handhavend op te treden. Het café zou te veel geluidsoverlast veroorzaken. Volgens hen heeft een aantal nachten een overschrijding van de geluidsnormen plaatsgevonden, waardoor er dwangsommen zijn verbeurd. Door niet over te gaan tot invordering van deze verbeurde dwangsommen, gedoogt het gemeentebestuur volgens de omwonenden de geluidsovertredingen. Het gemeentebestuur heeft de bezwaren van de omwonenden tegen zijn besluit om de bedragen niet in te vorderen niet-ontvankelijk verklaard. Hier zijn de omwonenden het niet mee eens. Ze zijn dan ook tegen het besluit van het gemeentebestuur in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaak is op 23 november jl. op zitting behandeld. Zie ook de uitspraken in zaaknummers 200903196/1 en 200903198/1 die de Raad van State eveneens op 13 januari a.s. openbaar maakt.
10. 200903807/1/M2
datum van uitspraak: woensdag 13 januari 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:

(Dwangsom discotheek De Hooizolder in Westkapelle) Uitspraak over de dwangsom die het college van burgemeester en wethouders van Veere heeft opgelegd aan discotheek De Hooizolder aan de Grindweg in Westkapelle. Het gemeentebestuur heeft de dwangsom opgelegd, omdat de discotheek de geluidsnormen zou overtreden. Dit zou blijken uit geluidmetingen die het gemeentebestuur 's nachts heeft laten uitvoeren in de zomer van 2008. De discotheek bestrijdt niet dat er geluidsoverlast is. Toch vindt hij dat het gemeentebestuur hem geen dwangsom had mogen opleggen, omdat hij inmiddels een offerte heeft aangevraagd voor geluidreducerende voorzieningen. Daarom is hij tegen de dwangsom in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaak is op 11 december jl. op zitting behandeld. pagina: 1