Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Uitspraak beroepsprocedure verruiming vaargeul Westerschelde


14 januari 2010 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister meldt dat de Raad van State de beroepen rond de Westerschelde ongegrond verklaard heeft. De verruiming van de vaargeul kan starten. De brief gaat ook over de Hedwigepolder.

Betreft Uitspraak beroepsprocedure verruiming vaargeul Westerschelde

In vervolg op mijn brieven van 9 oktober en 18 september 2009 (Kamerstukken II 2009/10, 30862, nrs. 38; 27) over het natuurherstel in de Westerschelde, bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, als volgt. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 13 januari jl. uitspraak gedaan in de bodemprocedure over de verruiming van de vaargeul van de Westerschelde en alle nog resterende beroepen ongegrond verklaard. De vier natuurorganisaties en een andere appellant hadden voor de zitting de beroepen al ingetrokken. De uitspraak betekent dat er geen beletsel meer is voor de verruiming van de vaargeul en dat het Vlaams Gewest met het baggeren kan starten. Bijgevoegd treft u een afschrift van de uitspraak aan. Inmiddels zijn de eerste stappen voor het rijksinpassingsplan ten behoeve van het ontpolderen van de Hertogin Hedwigepolder gezet. Er is een aankondiging in enkele regionale dag- en weekbladen gepubliceerd waarin kennis wordt gegeven van het voornemen om een rijksinpassingsplan voor de Hertogin Hedwigepolder voor te bereiden. De Provinciale Staten van Zeeland en de gemeenteraad van Hulst zijn uitgenodigd voor een reactie. Daarnaast is aan andere direct betrokkenen gevraagd te reageren op het voorontwerp. De grondgebruikers/zakelijk gerechtigden van de gronden in de Hedwigepolder zijn per brief op de hoogte gebracht van de vooraankondiging van het voorontwerp rijksinpassingsplan. Naar verwachting zal in het voorjaar van 2010 het ontwerprijksinpassingsplan formeel ter inzage worden gelegd.
Voorts span ik me tot het uiterste in om de gronden van de Hedwigepolder minnelijk te verwerven en om de pachters goed te begeleiden bij de verplaatsing van hun bedrijf.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg