Centrale Raad van Beroep


Verzoek om voortzetting van het hoger beroep nadat het is ingetrokken slaagt niet

De gemachtigde van appellant heeft namens appellant hoger beroep ingesteld en heeft vervolgens als gemachtigde van appellant het hoger beroep ingetrokken. De Raad onderzoekt of de intrekking door de gemachtigde bevoegdelijk is gedaan en of aan de kant van appellant sprake was van wilsgebreken. Uit de door appellant ter zitting gegeven beschrijving van de gang van zaken vloeit naar het oordeel van de Raad voort dat de gemachtigde van appellant bevoegdelijk het hoger beroep heeft ingetrokken. Appellant is tot de beslissing gekomen het hoger beroep in te trekken tijdens een overleg dat hij over zijn zaak met zijn gemachtigde heeft gevoerd en de gemachtigde heeft van die beslissing mededeling gedaan aan de Raad. Tevens is er geen sprake van wilsgebreken aan de zijde van appellant. Appellant is, nadat van zijn beslissing tot intrekking van het hoger beroep mededeling is gedaan aan de Raad, gaan twijfelen aan de juistheid van zijn beslissing en heeft uiteindelijk, mede na overleg met een collega op het werk, besloten om het beroep toch voort te willen zetten. Dit leidt tot vervallenverklaring van het hoger beroep.

LJ Nummer

BK9125
Zie het origineel

Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 15 januari 2010 Naar boven