Gerechtshof 's-Gravenhage
Vijf jaar en acht maanden gevangenisstraf voor verkrachtingen en
aanranding
Den Haag, 18 januari 2010 - Het gerechtshof 's-Gravenhage heeft op 18
januari 2010 een 28 jarige man veroordeeld tot vijf jaar en acht
maanden gevangenisstraf voor verkrachting van twee vrouwen en
aanranding van een derde vrouw in 2006. De verdachte werd ervan
beschuldigd deze feiten te hebben gepleegd door middel van toediening
van een bedwelmend middel aan zijn slachtoffers. Anders dan de
rechtbank en het openbaar ministerie acht het hof dit onderdeel van de
beschuldiging niet bewezen, zodat het hof de verdachte op dit punt
heeft vrijgesproken.
Van de poging tot verkrachting van de hierboven genoemde derde vrouw
en de verkrachting van een vierde vrouw heeft het hof de verdachte
vrijgesproken. Het openbaar ministerie en de advocaat hadden dit ook
bepleit. Daarnaast heeft het hof de verdachte -bij gebrek aan wettig
en overtuigend bewijs- vrijgesproken van in verschillende varianten
tenlastegelegde zedenmisdrijven jegens een vijfde vrouw. Het openbaar
ministerie heeft dit in hoger beroep na het onderzoek ter
terechtzitting ook gevorderd.
De verdediging heeft onder meer bepleit dat het openbaar ministerie
niet ontvankelijk diende te worden verklaard in de vervolging, omdat
de verdachte door toedoen van het openbaar ministerie in Brazilië
onder onmenselijke omstandigheden vast heeft gezeten in afwachting van
zijn uitlevering naar Nederland. Het hof heeft dit verweer verworpen.
Zowel de verdachte als het openbaar ministerie kunnen binnen een
termijn van veertien dagen beroep in cassatie instellen tegen deze
uitspraak bij de Hoge Raad der Nederlanden. Als dat niet gebeurt,
wordt de uitspraak van het hof onherroepelijk.
Bron: Gerechtshof 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 18 januari 2010 Naar boven