CDA

Ferrier: geen fixatie op percentage voor ontwikkelingssamenwerking maandag 18 januari 2010

Op 18 januari presenteerde de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid het rapport 'minder pretentie, meer ambitie' over ontwikkelingssamenwerking. Ook Kathleen Ferrier, woordvoerder ontwikkelingssamenwerking van het CDA, ontving het rapport. 'Een gedegen rapport met inzet op professionalisering', aldus Ferrier. 'Het biedt aanknopingspunten om uit het oude bastion van ontwikkelingssamenwerking te breken'.

Ferrier onderschrijft de conclusie van het rapport dat er minder fixatie moet zijn op een percentage voor ontwikkelingssamenwerking. Ferrier: 'Ook wij zijn er voorstander van om soepeler om te gaan met de 0,8% van het BNP en meer te focussen op interdepartementaal beleid, zoals wij in de notitie Van hulp naar investeren hebben bepleit. Ons gaat het om de effectiviteit. Die 0,8% is niet heilig'.

Uit het WRR-rapport blijkt de zorg om continuïteit en deskundigheid bij het nieuwe beleid van minister Koenders. De sterke focus op ambassadewerk brengt het gevaar met zich mee dat kennis verloren gaat. 'Ik ben dan ook ingenomen met dat het rapport de kracht van OS-organisaties uit het maatschapelijk middenveld op waarde schat'. Het plan van NL-Aid (een speciale ontwikkelingsorganisatie opgericht door het ministerie, zoals de Amerikanen en Britten die ook kennen) is een uitvoerige bestudering waard', aldus Ferrier.

Ferrier is blij met de focus die gelegd wordt op het continent Afrika, maar heeft ook kritiekpunten op het rapport, bijvoorbeeld het genoemde aantal van tien focuslanden in Afrika. Ferrier: 'Je moet inzetten op landen waar je het verschil kan maken en er valt zeker wat te zeggen om in de toekomst op minder landen in te zetten. Maar het aantal van tien lijkt mij uit de lucht gegrepen'. Ook is het CDA het niet eens met de bewering dat inzet op onderwijs en volksgezondheid niet effectief is. Ferrier: 'Voor het CDA blijven volksgezondheid en onderwijs basisvoorwaarden voor verdere ontwikkeling van een land'. In de Tweede Kamer zal de komende tijd nog uitvoerig over het rapport gedebatteerd worden.