European Union



| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
|16883/1/09 REV 1 (Presse 355)                                              |
|PERSMEDEDELING                                                             |
|Betreft:                                                                   |
|PERSMEDEDELING                                                             |
|2979e zitting van de Raad                                                  |
|Justitie en Binnenlandse Zaken                                             |
|Brussel, 30 november en 1 december 2009                                    |
|Voorzitter mevrouw Beatrice ASK                                            |
|minister van Justitie                                                      |
|de heer Tobias BILLSTRÖM                                                   |
|minister van Migratie- en Asielbeleid                                      |
|                                                                           |
|Voornaamste resultaten van de Raadszitting                                 |
|Zowel de ministers van Justitie als de ministers van Binnenlandse Zaken    |
|bespraken het strategisch meerjarenprogramma inzake de ruimte van vrijheid,|
|veiligheid en recht, het Programma van Stockholm.                          |
|Op het gebied van binnenlandse zaken nam de Raad de volgende drie          |
|wetgevingsbesluiten aan:                                                   |
|- een overeenkomst tussen de EU en Japan betreffende wederzijdse rechtshulp|
|in strafzaken,                                                             |
|- wijzigingen van Verordening nr. 539/2001 waardoor de burgers van drie    |
|Westelijke Balkanlanden (de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, |
|Montenegro en Servië) de mogelijkheid wordt verleend visumvrij naar en door|
|het Schengengebied te reizen,                                              |
|- een overeenkomst EU-VS inzake de verwerking en doorgifte van gegevens    |
|betreffende het betalingsberichtenverkeer ten behoeve van het VS-Programma |
|voor het traceren van terrorismefinanciering (TFTP) en twee politieke      |
|verklaringen over dit onderwerp.                                           |
|De Raad besprak tevens de stand van zaken met betrekking tot het           |
|gemeenschappelijk Europees asielstelsel en nam nota van de overeenstemming |
|tussen de Raad en het Europees Parlement over de oprichting van het        |
|Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO). In dezelfde context  |
|hielden de ministers een eerste gedachtewisseling over twee recente        |
|Commissievoorstellen betreffende asielprocedures en de voorwaarden voor de |
|erkenning als vluchteling.                                                 |
|De Raad onderzocht een verslag van de EU-coördinator voor                  |
|terrorismebestrijding en besprak, in het kader van de externe betrekkingen,|
|drie ministeriële bijeenkomsten van de EU respectievelijk met de VS,       |
|Rusland en de Westelijke Balkan.                                           |
|Op het gebied van justitie hield de Raad een oriënterend debat over een    |
|wetgevingsvoorstel betreffende gemeenschappelijke voorschriften ter        |
|vergemakkelijking van de overdracht van strafvervolging en een             |
|wetgevingsvoorstel om mensenhandel harder aan te pakken en de slachtoffers |
|ervan beter te beschermen. Hij nam op dit gebied ook een actiegericht      |
|document aan over de externe dimensie van de EU.                           |
|De ministers namen tevens nota van de opgelopen vertraging op het gebied   |
|van e-justitie, met name wat de oprichting van het portaal voor e-justitie |
|betreft. Ten slotte evalueerden zij de vooruitgang die is geboekt in       |
|verband met een wetgevingsvoorstel dat erop gericht is seksueel misbruik,  |
|seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie beter te bestrijden. |
|In de marge van de Raad hechtte het Gemengd Comité (de EU plus Noorwegen,  |
|IJsland, Liechtenstein en Zwitserland) zijn goedkeuring aan een besluit    |
|betreffende visumliberalisering voor Westelijke Balkanlanden en besprak het|
|de stand van het visuminformatiesysteem (VIS) en het                       |
|Schengeninformatiesysteem II (SIS II). De ministers hielden ook een        |
|beleidsdebat over de eventuele oprichting van een agentschap voor          |
|grootschalige IT-systemen.                                                 |
INHOUD1

DEELNEMERS 7

BESPROKEN PUNTEN

JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN 9

Het programma van Stockholm (2010-2014) 9

BINNENLANDSE ZAKEN 10

SIS II - Conclusies van de Raad 10

Overeenkomst EU-Japan betreffende wederzijdse rechtshulp 11

Overeenkomst EU-VS inzake de doorgifte van gegevens over betalingsverkeer voor terrorismeonderzoek 12

Gemeenschappelijk Europees asielstelsel en Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) 14

Visumliberalisering voor de landen van de Westelijke Balkan 16

Strategie en actieplan van de EU ter bestrijding van terrorisme: verslag over de uitvoering 18

Externe betrekkingen: VS, Westelijke Balkan en Rusland 19

JUSTITIE 20

Seksuele uitbuiting van kinderen 20

Overdracht van strafvervolging 21

Mensenhandel 22

Actieplan inzake e-justitie 24

Diversen 25

IN DE MARGE VAN DE RAAD 26

Gemengd Comité-:VIS, SIS II en IT-agentschap 26

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

CBRN - Conclusies van de Raad 27

Communautair kader voor rampenpreventie in de EU - Conclusies van de Raad 27

Instemming van de Gemeenschap met de deelname van Denemarken aan specifieke internationale overeenkomsten 27

Recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen 27

Spoorwegprotocol - Verdrag inzake internationale zakelijke rechten op mobiel materieel 28

Europees systeem voor forensische profielanalyse van drugs 28

Uitwisseling van de uitslag van DNA-onderzoek - Resolutie van de Raad 28

Aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten 28

Europees netwerk inzake criminaliteitspreventie (ENCP) 29

Besluiten betreffende Europol 29

Civiele crisisbeheersing 30

Jurisdictiegeschillen in strafzaken 30

Het opvoeren van de bestrijding van drugssmokkel in West-Afrika - Conclusies van de Raad 31

Aanzet voor de onderhandelingen van de Raad op het gebied van strafrecht - Conclusies van de Raad 31

Versterking van de procedurele rechten in strafprocedures - Resolutie van de Raad 32

Arbeidsmigratie en het ontwikkelingspotentieel ervan in een tijdperk van mobiliteit - Conclusies van de Raad 32

Migratie voor ontwikkeling - Conclusies van de Raad 32

Mobiliteitspartnerschappen - Conclusies van de Raad 32

Gezamenlijke verklaring: Mobiliteitspartnerschap EU-Georgië 32

Het gebruik van informatica op douanegebied 32

Overeenkomsten inzake visumvrijstelling met zes eilandstaten 33

Schengenevaluatie, C.SIS en SISNET 33

Strategie voor het beheer van rechtshandhavingsinformatie voor interne veiligheid in de EU - Conclusies van de Raad 34

Buitengrenzenfonds - Overeenkomst met IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, en Zwitserland 34

INSTITUTIONELE VRAAGSTUKKEN

Uitvoering van het Verdrag van Lissabon 34

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

Macrofinanciële bijstand aan Georgië, Servië, Bosnië-Herzegovina en Armenië 35

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Deelname aan het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk 36

VISSERIJ

Herstelplan voor zwarte heilbot 36

WERKGELEGENHEID

Fonds voor aanpassing aan de globalisering - Oostenrijk, Nederland en Zweden 36

Uitbreiding van de EU-VS-Open-Skies-overeenkomst tot IJsland en Noorwegen 37

Luchtvervoersovereenkomst met Canada * 37

Overeenkomsten betreffende luchtdiensten met Azerbeidzjan en Mongolië * 37

ONDERZOEK

Overeenkomst EU-Japan betreffende samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie 38

TRANSPARANTIE

Toegang van het publiek tot documenten 38

BENOEMINGEN

Comité van de Regio's 38

DEELNEMERS

De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:

België:
de heer Stefaan DE CLERCK minister van Justitie mevrouw Annemie TURTELBOOM minister van Binnenlandse Zaken

Bulgarije:
de heer Tsvetan TSVETANOV viceminister-president en minister van Binnenlandse Zaken mevrouw Margarita POPOVA minister van Justitie

Tsjechië:
mevrouw Daniela KOVÁ?OVÁ minister van Justitie de heer Martin PECINA minister van Binnenlandse Zaken

Denemarken:
de heer Brian MIKKELSEN minister van Justitie mevrouw Birthe Rønn HORNBECH minister van Vluchtelingen- en Immigrantenzaken en Integratie

Duitsland:
mevrouw Sabine LEUTHEUSSER- SCHNARRENBERGER minister van Justitie de heer Thomas de MAIZIERE minister van Binnenlandse zaken

Estland:
de heer Rein LANG minister van Justitie de heer Marko POMERANTS minister van Binnenlandse Zaken

Ierland:
de heer Dermot AHERN minister van Justitie, Gelijke Kansen en Hervorming van de wetgeving

Griekenland:
de heer Charalampos KASTANIDIS minister van Justitie, Transparantie en Mensenrechten de heer Spyros VOUGIAS staatssecretaris, ministerie van burgerbescherming

Spanje:
de heer Francisco CAAMAÑO DOMÍNGUEZ minister van Justitie de heer Alfredo PÉREZ RUBALCABA minister van Binnenlandse Zaken de heer Celestino CORBACHO CHAVES minister van Arbeid en Immigratie

Frankrijk:
de heer Brice HORTEFEUX minister van Binnenlandse Zaken, Overzeese Gebiedsdelen en Lokale en Regionale Overheden de heer Eric BESSON minister van Immigratie, Integratie, Nationale Identiteit en Solidaire Ontwikkeling de heer Jean-Marie BOCKEL staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van staat, minister van Justitie en Vrijheden

Italië:
de heer Angelino ALFANO minister van Justitie de heer Roberto MARONI minister van Binnenlandse Zaken

Cyprus:
de heer Loucas LOUCA minister van Justitie de heer Neoklis SYLIKIOTIS minister van Binnenlandse Zaken

Letland:
de heer Mareks SEGLI?? minister van Justitie mevrouw Ilze P?TERSONE onderstaatssecretaris ministerie van Binnenlandse Zaken

Litouwen:
de heer Remigijus ?IMA?IUS minister van Justitie

Luxemburg:
de heer Jean-Marie HALSDORF minister van Binnenlandse Zaken en de Grotere Regio, minister van Defensie de heer François BILTGEN minister van Justitie de heer Nicolas SCHMIT minister van Arbeid, Werkgelegenheid en Immigratie

Hongarije:
de heer Tibor DRASKOVICS minister van Justitie en Politie

Malta:
de heer Carmelo MIFSUD BONNICI minister van Justitie en Binnenlandse Zaken

Nederland:
de heer Ernst HIRSCH BALLIN minister van Justitie mevrouw Guus ter HORST minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Oostenrijk:
mevrouw Claudia BANDION-ORTNER minister van Justitie mevrouw Maria FEKTER minister van Binnenlandse Zaken

Polen:
de heer Krzysztof KWIATKOWSKI Minister van Justitie de heer Piotr STACHA?CZYK onderstaatssecretaris, ministerie van Binnenlandse Zaken en Bestuurszaken

Portugal:
de heer Rui PEREIRA minister van Binnenlandse Zaken

Roemenië :
mevrouw Alina Mihaela BICA staatssecretaris, ministerie van Justitie en Burgervrijheden de heer Marian Grigore TUTILESCU staatssecretaris, ministerie van Binnenlandse Zaken

Slovenië:
de heer Ale? ZALAR minister van Justitie de heer Goran KLEMEN?I? staatssecretaris, ministerie van Binnenlandse Zaken

Slowakije:
de heer Robert KALI?ÁK viceminister-president en minister van Binnenlandse Zaken de heer Daniel HUDÁK staatssecretaris, ministerie van Justitie

Finland:
mevrouw Tuija BRAX minister van Justitie mevrouw Anne HOLMLUND minister van Binnenlandse Zaken mevrouw Astrid THORS minister van Migratie en Europese Zaken

Zweden:
mevrouw Beatrice ASK minister van Justitie de heer Tobias BILLSTRÖM minister van Migratie

Verenigd Koninkrijk:
de heer Alan JOHNSON minister van Binnenlandse Zaken de heer Jack STRAW minister van Justitie en Lord Chancellor

Commissie:
de heer Jacques BARROT vicevoorzitter

BESPROKEN PUNTEN

JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

Het programma van Stockholm (2010-2014)

In een openbaar debat en in hun respectieve zittingen op beide dagen hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie besprekingen gewijd aan het Strategisch meerjarenprogramma inzake de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, het zogeheten programma van Stockholm (2010-2014).

Uit de bespreking bleek dat er over het merendeel van de tekst ruime overeenstemming bestaat, mits de komende dagen nog een aantal laatste wijzigingen worden aangebracht. Het Zweedse voorzitterschap streeft ernaar het programma van Stockholm aan te nemen tijdens de Europese Raad op 10 en 11 december 2009.

Het programma van Stockholm zal de prioriteiten bevatten voor het optreden van de EU in de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht voor de komende vijf jaar (2010-2014). Het zal de burgers centraal plaatsen in het optreden van de EU en onder meer gericht zijn op vraagstukken zoals burgerschap, justitie en veiligheid, alsmede asiel, migratie en de externe dimensie van justitie en binnenlandse zaken.

Het is tien jaar geleden dat de EU zich ten doel heeft gesteld een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht tot stand te brengen. Het programma van Stockholm zal voortbouwen op de voortgang die is geboekt tijdens de uitvoering van het programma van Tampere (2000-2004) en van het Haags programma (2005-2010).

Op 10 juni 2009 nam de Commissie twee mededelingen aan: een evaluatie van het Haags programma en een blauwdruk voor het programma van Stockholm.

BINNENLANDSE ZAKEN

SIS II - Conclusies van de Raad

De Raad nam de volgende conclusies over het Schengeninformatiesysteem II (SIS II) aan:

"De Raad van de Europese Unie


1. Herinnert aan en bevestigt zijn conclusies van juni 2009 over de verder te volgen richting voor SIS II, met inbegrip van de bijlage daarbij (10708/09);


2. Is bereid een laatste uitstel te aanvaarden met betrekking tot de afronding van de in punt 9 en de bijlage van bovengenoemde conclusies van de Raad genoemde eerste mijlpaaltest tot uiterlijk 29 januari 2010;


3. Heeft besloten de eerste mijlpaaltest op te vatten als uitwijzend dat niet aan de gestelde eisen wordt voldaan, overeenkomstig punt 9, onder d), van bovengenoemde conclusies van de Raad, ingeval deze test niet uiterlijk op 29 januari 2010 is voltooid, en bepaalt dat de in deze Raadsconclusies (punt 9, onder d), einde van de zin) genoemde termijn van twee maanden ingaat op 30 januari 2010."

Overeenkomst EU-Japan betreffende wederzijdse rechtshulp

De Raad nam een besluit aan over een Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken (15915/09).

Het is de eerste dergelijke overeenkomst tussen de twee partijen die een stevige grondslag biedt voor wederzijdse rechtshulp tussen de 27 lidstaten en Japan, en er tevens borg voor staat dat de fundamentele waarden van de EU worden geëerbiedigd. Tot nog toe bestond er geen enkele bilaterale overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp tussen een lidstaat en Japan.

De overeenkomst bevat een breed scala van maatregelen, waaronder de bewijsverkrijging, de inbeslagneming van voorwerpen, het verkrijgen van bankgegevens en het verhoor per videoconferentie.

Overeenkomst EU-VS inzake de doorgifte van gegevens over betalingsverkeer voor terrorismeonderzoek

De Raad nam een overeenkomst tussen de EU en de VS aan inzake de verwerking en doorgifte van gegevens betreffende het betalingsberichtenverkeer ten behoeve van het VS-Programma voor het traceren van terrorismefinanciering (TFTP 16110/09). Hij nam tevens twee politieke verklaringen over dit onderwerp aan.

Deze overeenkomst heeft ten doel het Amerikaanse ministerie van Financiën in staat te stellen Europese gegevens betreffende het betalingsberichtenverkeer te ontvangen ten behoeve van onderzoek naar terrorisme en daarbij een passend niveau van bescherming van persoonsgegevens te garanderen. Verzoeken van de VS dienen door de bevoegde autoriteit van de betrokken EU-lidstaat te worden gecontroleerd. In de verzoeken dient aannemelijk te worden gemaakt dat de gevraagde gegevens noodzakelijk zijn en zij dienen zo specifiek mogelijk te zijn. De overeenkomst bevat ook een gezamenlijke evaluatieprocedure, beroepsmogelijkheden en een bepaling inzake opschorting.

De overeenkomst is tijdelijk. Zij wordt vanaf 1 februari 2010 voorlopig toegepast en verstrijkt uiterlijk op 31 oktober 2010. Het Europees Parlement dient de komende maanden zijn instemming te betuigen met de formele sluiting van deze tijdelijke overeenkomst.

Voor de onderhandelingen over en de sluiting van een langetermijnovereenkomst voor de periode na 31 oktober 2010 gelden de voorschriften van het Verdrag van Lissabon. Daarin wordt bepaald dat het Europees Parlement in iedere fase van de onderhandelingen ten volle moet worden geïnformeerd en zijn instemming moet betuigen met de formele sluiting van een overeenkomst.

Wat de vervolgovereenkomst voor de periode na 31 oktober 2010 betreft, wordt de Commissie in een verklaring van de Raad verzocht zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval uiterlijk in februari 2010, een aanbeveling aan de Raad voor de onderhandelingen over een langetermijnovereenkomst in te dienen. In de verklaring staat ook dat de huidige overeenkomst niet vooruitloopt op de bepalingen van die langetermijnovereenkomst.

In een tweede verklaring verbinden de Raad en de Commissie zich ertoe de Lissabonvoorschriften na te leven en dus het Parlement in alle fasen van de onderhandelingen onverwijld en ten volle te informeren.

De onderhandelingen over de heden aangenomen voorlopige overeenkomst zijn in juli 2009 aangevat naar aanleiding van het besluit van een van de belangrijkste verstrekkers van diensten inzake internationaal betalingsberichtenverkeer om haar Europese gegevens betreffende betalingsberichtenverkeer niet langer in een database in de VS op te slaan maar alleen nog in Europa.

Het Programma voor het traceren van terrorismefinanciering (TFTP) van het Amerikaanse ministerie van Financiën heeft ten doel terroristen en hun geldschieters te identificeren, op te sporen en te vervolgen. Het is kort na de terreuraanslagen op 11 september 2001 opgezet. In het verleden zijn relevante resultaten van Amerikaanse analyses ter beschikking van de EU- lidstaten gesteld en dat zal ook in de toekomst het geval zijn. De voormalige Franse onderzoeksrechter Jean-Luis Bruguière concludeerde in een in december 2008 in opdracht van de Commissie opgesteld verslag dat het TFTP ook voor de EU-lidstaten een schat aan inlichtingen heeft opgeleverd.

Voor meer inlichtingen zie het informatieblad.

Gemeenschappelijk Europees asielstelsel en Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

De Raad besprak de stand van zaken met betrekking tot het gemeenschappelijk Europees asielstelsel. In het bijzonder nam hij nota van de overeenstemming tussen het Europees Parlement en de Raad over de oprichting van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) (6700/09) en de daarmee samenhangende wijzigingen in het Europees Vluchtelingenfonds (EVF) (6702/09). Deze overeenstemming opent de weg voor de desbetreffende wetgevingsinstrumenten die in de nabije toekomst zullen worden aangenomen.

Na een lunchbespreking verklaarde het voorzitterschap dat overeenstemming was bereikt over Valetta (Malta) als zetel van het EASO. Dit akkoord zal in de nabije toekomst worden geformaliseerd.

Het ondersteuningsbureau heeft ten doel de toepassing van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel te verbeteren, de praktische samenwerking tussen de lidstaten op asielgebied te intensiveren, alsmede operationele steun te verlenen aan de lidstaten waarvan de nationale asielstelsels onder specifieke en onevenredige druk staan en deze steun te coördineren. Het EVF dient te worden aangepast aangezien het bureau de verantwoordelijkheid overneemt voor bepaalde maatregelen die tot dusver door het vluchtelingenfonds gefinancierd zijn.

Nog steeds in het kader van de besprekingen over het gemeenschappelijk asielstelsel hebben de ministers een eerste gedachtewisseling gehouden over twee recente Commissievoorstellen:


1. een richtlijn betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de verlening of intrekking van internationale bescherming (14959/09); en


2. een richtlijn inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, en de inhoud van de verleende bescherming (14863/1/09).

Het voorzitterschap concludeerde dat de bespreking een aantal vraagstukken onder de aandacht heeft gebracht dat in de komende onderhandelingen binnen de Raad en met het Europees Parlement zal moeten worden opgelost. De leidende beginselen van de onderhandelingen zijn: grotere efficiëntie, meer kosteneffectiviteit en een hoog beschermingsniveau.

De twee voorstellen tot wijziging van een richtlijn die de Commissie in oktober 2009 heeft ingediend beogen de slachtoffers van vervolging beter te beschermen en te zorgen voor meer samenhang tussen de EU-asielinstrumenten. Zij zijn tevens bedoeld om de procedurevoorschriften te vereenvoudigen en te consolideren en op die manier misbruiken te voorkomen en de asielprocedure doeltreffender te maken.

Het gemeenschappelijk asielstelsel vindt zijn oorsprong in de conclusies van de Europese Raad van Tanpere in 1999. De Europese Raad heeft in oktober
2008 het Europees pact inzake immigratie en asiel aangenomen en zich er opnieuw toe geëngageerd het gemeenschappelijk Europees asielstelsel uiterlijk in 2012 te voltooien. Naast het gemeenschappelijk Europees asielstelsel/EVF en de twee reeds genoemde recente richtlijnvoorstellen, maken de volgende wetgevingsinitiatieven deel uit van het Gemeenschappelijk Europees asielstelsel:


1. de richtlijn opvangvoorzieningen (16913/08),


2. de zogeheten Dublin II-verordening (16929/08) tot vaststelling van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek,


3. de EURODAC-verordening (13263/09) waarbij met het oog op de doeltreffende toepassing van het Dublin-systeem een systeem voor het vergelijken van vingerafdrukken wordt opgezet;


4. een wijziging van het EVF (12985/09) die verband houdt met het opzetten van een gemeenschappelijke hervestigingsprogramma van de EU (12986/09).

Visumliberalisering voor de landen van de Westelijke Balkan

De Raad heeft besloten dat burgers van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro en Servië visumvrij naar en door het Schengengebied kunnen reizen (15521/09). Daartoe nam hij wijzingen van Verordening 539/2001 aan. De visumvrijstelling geldt vanaf 19 december 2009 voor houders van een biometrisch paspoort.

Geoordeeld werd dat Albanië en Bosnië en Herzegovina niet voldoen aan alle ijkpunten die in de dialoog over visumliberalisering met de landen van de Westelijke Balkan zijn vastgesteld. In een politieke verklaring wordt de Commissie evenwel verzocht om visumliberalisering voor deze beide landen voor te stellen zodra zij aan alle ijkpunten voldoen, zodat de burgers van deze landen zo spoedig mogelijk visumvrij kunnen reizen. In het kader van de dialoog over visumliberalisering zijn voornamelijk ijkpunten vastgesteld op de volgende gebieden: grensbewaking, documentbeveiliging, bestrijding van georganiseerde criminaliteit en corruptie alsmede buitenlandse betrekkingen en grondrechten.

In de gewijzigde verordening wordt ook Kosovo overeenkomstig Resolutie
1244/99 van de VN-Veiligheidsraad vermeld, met als gevolg dat personen die in Kosovo wonen een visum behoeven als zij naar de EU reizen.

Met de dialoog over visumliberalisering met de landen van de Westelijke Balkan is begin 2008 een begin gemaakt. De Commissie heeft in juli 2009 een voorstel tot wijziging van Verordening 539/2001 ingediend en het Europees Parlement heeft daarover op 12 november 2009 advies uitgebracht.

De tekst van de politieke verklaring van het Europees Parlement en de Raad luidt als volgt:

"De Europese Unie schaart zich volledig achter het streven om de visumregeling af te schaffen voor alle landen op de Westelijke Balkan.

Het Europees Parlement en de Raad onderkennen dat de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro en Servië aan alle voorwaarden voor visumliberalisering voldoen. De daartoe vereiste wijzigingen van Verordening (EG) nr. 539/2001 konden derhalve tijdig worden aangenomen, zodat deze drie landen met ingang van 19 december 2009 tot de visumvrije regeling kunnen toetreden.

Het Europees Parlement en de Raad spreken de hoop uit dat Albanië en Bosnië en Herzegovina op hun beurt spoedig voor visumliberalisering in aanmerking zullen komen. Het Europees Parlement en de Raad roepen deze twee landen derhalve op, zich zo veel mogelijk in te spannen om aan de ijkpunten in de stappenplannen van de Commissie te voldoen.

Het Europees Parlement en de Raad verzoeken de Commissie om, zodra zij heeft bevonden dat elk van deze landen aan de ijkpunten in de stappenplannen van de Commissie voldoet, een wetgevingsvoorstel in te dienen tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001, zodat zo spoedig mogelijk kan worden overgegaan tot visumliberalisering voor de burgers van deze landen.

Het Europees Parlement en de Raad zullen een voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 wat Albanië en Bosnië en Herzegovina betreft met spoed behandelen."

Strategie en actieplan van de EU ter bestrijding van terrorisme: verslag over de uitvoering

De EU-coördinator voor terrorismebestrijding, de heer Gilles de Kerchove, presenteerde aan de Raad zijn jongste verslag over de uitvoering van de EU- strategie en het actieplan ter bestrijding van terrorisme (15358/09), alsmede een discussienota over de toekomstige koers (15358/09). Op verzoek van de Europese Raad legt hij om de zes maanden een dergelijk verslag voor.

Het rapport geeft een overzicht van de sedert juni 2009 geboekte vooruitgang en beschrijft de veranderingen die zich op het gebied van justitie en binnenlandse zaken zullen voordoen als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, de spoedige aanneming van het programma van Stockholm en de prioriteiten van het aantredende Spaanse voorzitterschap, dat de aandacht onder meer wenst toe te spitsen op de strategie voor interne veiligheid.

In zijn verslag brengt de heer de Kerchove hulde aan het welslagen van de terreurbestrijdingsmaatregelen die reeds genomen zijn en aan het feit dat de politie in Europa en de VS een aantal complotten heeft verijdeld, waarvan sommige gericht waren op het openbaar vervoer. Hij wijst echter op het grote gevaar van een toenemende "terrorismebestrijdingsmoeheid". Daarna beschrijft hij de tien voornaamste uitdagingen voor de verdere werkzaamheden op dit gebied.

Het strategische engagement van de EU bestaat erin terrorisme mondiaal te bestrijden met inachtneming van de mensenrechten, en Europa veiliger te maken en aldus zijn burgers de mogelijkheid te bieden in een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht te leven.

In de in december 2005 aangenomen terrorismebestrijdingsstrategie van de EU (14469/4/05) die het kader vormt voor het optreden van de EU op dit gebied, worden alle acties gegroepeerd onder vier doelstellingen:


1. voorkomen dat terrorisme mensen aantrekt;


2. burgers en infrastructuur beschermen en ons minder kwetsbaar maken voor aanslagen, onder meer door een betere beveiliging van grenzen, vervoersmiddelen en kritieke infrastructuur;


3. terroristen over onze grenzen heen mondiaal achtervolgen en opsporen;


4. ons in een geest van solidariteit voor te bereiden op het beheersen en zoveel mogelijk beperken van de gevolgen van een terroristische aanslag.

Externe betrekkingen: VS, Westelijke Balkan en Rusland

Op het gebied van de externe betrekkingen nam de Raad nota van de uitkomst van de ministeriële bijeenkomsten met de VS (27 en 28 oktober) en met de Westelijke Balkanlanden (16 en17 november), alsmede van de resultaten en follow-up van het Wereldforum voor migratie en ontwikkeling (Athene, 4 en 5 november 2009). De ministers bespraken ook wat zij verwachten van de bijeenkomst met Rusland (2 december 2009).

Tijdens de bijeenkomst met de VS werd een verklaring met de doelstellingen voor de komende vijf jaar aangenomen. Thema's die aan bod zullen komen zijn ondermeer een internationale overeenkomst inzake de bescherming van voor wetshandhavingsdoeleinden uitgewisselde persoonsgegevens, een verklaring EU/VS over de gemeenschappelijke beginselen van de terrorismebestrijding, alsmede verruiming van de dialoog over migratie- en vluchtelingenvraagstukken.

Uit de bijeenkomst met de Westelijke Balkanlanden bleek dat er sprake is van goede maar ongelijkmatige voortgang bij de naleving van het acquis en de Europese normen. In het bijzonder bleek dat de dialoog over visumliberalisering een krachtige stimulans voor hervormingen biedt.

Met de Russische Federatie werd met name gesproken over de mogelijke sluiting van een operationele Europol-overeenkomst met Rusland, visumaangelegenheden en de intensivering van de migratiedialoog.

JUSTITIE

Seksuele uitbuiting van kinderen

De Raad werd op de hoogte gebracht van de stand van de bespreking van een kaderbesluit van de Raad dat erop is gericht seksueel misbruik, seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie intensiever te bestrijden (8150/09).

Met betrekking tot een aantal bepalingen is vooruitgang geboekt. De belangrijkste hangpunten zijn de definities en de reikwijdte van de strafbare feiten, het sanctieregime en de strafmaat, alsook de rechterlijke bevoegdheid.

De tot nog toe geboekte voortgang zal onder meer als basis dienen voor een nieuw wetgevingsvoorstel dat ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 noodzakelijk is geworden. In het kader van het Verdrag van Lissabon verschuift de EU-wetgeving op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken van de huidige "derde pijler" (unanimiteit in de Raad en louter raadpleging van het Europees Parlement) naar de gewone wetgevingsprocedure met stemming met gekwalificeerde meerderheid in de Raad en volledige medewetgevende bevoegdheden van het Europees Parlement (voordien de medebeslissingsprocedure).

Dit voorstel voor een kaderbesluit is in maart 2009 door de Commissie ingediend. Zodra een vervolgvoorstel aangenomen is, komen nieuwe voorschriften in de plaats van Kaderbesluit 2004/68/JBZ. Het doel bestaat erin de onderlinge aanpassing van de nationale wetgeving voort te zetten en de internationale rechtshandhaving en justitiële samenwerking te verbeteren.

Overdracht van strafvervolging

De Raad hield een oriënterend debat over een kaderbesluit van de Raad betreffende de overdracht van strafvervolging (13504/09).

Met betrekking tot diverse bepalingen is vooruitgang geboekt. Er resten echter nog een aantal hangpunten in verband met een essentieel onderdeel van dit ontwerp-besluit, namelijk het vraagstuk van de rechtsmacht. De ministers hielden een inhoudelijke gedachtewisseling over het rechtsmachtsbeginsel voor de verdere bespreking van dit dossier. Sommige lidstaten geven de voorkeur aan het territorialiteitsbeginsel, terwijl andere het actieve/passieve personaliteitsbeginsel verkiezen. Andere onopgeloste vraagstullen zijn de voorwaarden voor overdracht en de gevolgen ervan voor de overdragende lidstaat en de lidstaat waaraan wordt overgedragen, alsmede de kosten.

De tot op heden geboekte voortgang zal onder meer als basis dienen voor een nieuw wetgevingsvoorstel dat door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 noodzakelijk is geworden. In het kader van het Verdrag van Lissabon verschuift de EU-wetgeving op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken van de huidige "derde pijler" (unanimiteit in de Raad en louter raadpleging van het Europees Parlement) naar de gewone wetgevingsprocedure met stemming met gekwalificeerde meerderheid in de Raad en volledige medewetgevende bevoegdheden van het Europees Parlement (voordien de medebeslissingsprocedure).

Dit voorstel voor een kaderbesluit is in juni 2009 door 16 lidstaten gezamenlijk ingediend. Het beoogt de efficiëntie van de strafvervolging te vergroten en de rechtsbedeling te verbeteren, hetgeen aansluit bij het doel van de EU om een gemeenschappelijke Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en recht tot stand te brengen. Daartoe streeft de EU naar gemeenschappelijke voorschriften die de overdracht van strafvervolging tussen de bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten zullen vergemakkelijken; daarbij wil zij onder meer een grotere transparantie en objectiviteit bewerkstelligen in de wijze waarop de plaats wordt gekozen waar het proces zal plaatsvinden.

Momenteel zijn er in de betrekkingen tussen de lidstaten wat de overdracht en de coördinatie van strafprocedures betreft, verscheidene rechtsinstrumenten van toepassing. Er bestaat echter geen gemeenschappelijk juridisch kader op EU-niveau.

Mensenhandel

De Raad wisselde uitvoerig van gedachten over mensenhandel en in het bijzonder de ontwikkelingen op crimineel gebied in Europa en de wegen en middelen om deze op EU-niveau efficiënter het hoofd te bieden.

Binnen dit algemene vraagstuk hielden de ministers een oriënterend debat over een kaderbesluit van de Raad dat bedoeld is om mensenhandel krachtiger te bestrijden en de slachtoffers ervan beter te beschermen (8151/09). Tevens nam de Raad een actiegericht document aan (11450/5/09 REV5) over de externe dimensie van de EU met betrekking tot de bestrijding van de mensenhandel.

Wat het kaderbesluit betreft, is overeenstemming bereikt over het merendeel van de bepalingen. De tekst zal nu als basis dienen voor een nieuw wetgevingsvoorstel dat door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 noodzakelijk is geworden. In het kader van het Verdrag van Lissabon verschuift de EU-wetgeving op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken van de huidige "derde pijler" (unanimiteit in de Raad en louter raadpleging van het Europees Parlement) naar de gewone wetgevingsprocedure met stemming met gekwalificeerde meerderheid in de Raad en volledige medewetgevende bevoegdheden van het Europees Parlement (voordien de medebeslissingsprocedure).

Het voorstel voor een kaderbesluit is in maart 2009 door de Commissie ingediend. Zodra een vervolgvoorstel aangenomen is, komen de nieuwe voorschriften in de plaats van Kaderbesluit 2002/629/JBZ. Het doel bestaat erin de onderlinge aanpassing van nationale wetgeving voort te zetten en de internationale rechtshandhaving en justitiële samenwerking te verbeteren. De lidstaten hebben onder meer al overeenstemming hebben bereikt over de volgende aspecten:


1. een omschrijving van het misdrijf, de verzwarende omstandigheden en een strengere bestraffing;


2. extraterritoriale rechtsmacht, die het mogelijk moet maken EU- onderdanen te vervolgen voor in het buitenland gepleegde misdrijven en gebruik te maken van opsporingsmethoden zoals afluisteren van telefoongesprekken en toegang tot financiële gegevens;


3. een speciale behandeling van slachtoffers in strafprocedures, waaronder de niet-bestraffing van slachtoffers die de gevolgen van criminele activiteiten dragen;


4. een hogere norm voor bescherming van en bijstand aan slachtoffers, en in het bijzonder speciale beschermingsmaatregelen voor kinderen;


5. preventieve maatregelen die de vraag moeten doen afnemen.

Actieplan inzake e-justitie

De Raad nam nota van de stand van zaken op het gebied van e-justitie. De ministers betreurden het dat het Europese portaal voor e-justitie niet, zoals gepland, eind 2009 is opgezet en verzochten de Commissie al het mogelijke te doen om ervoor te zorgen dat de eerste versie van het portaal in het eerste halfjaar van 2010 beschikbaar komt.

Het actieplan voor de Europese e-justitie (PB C 75 van 31.3.2009) voorziet in de invoering van het Europees e-justitieportaal. Het portaal zal het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën op het gebied van justitie bevorderen. Het gebruik van de nieuwe technologieën strekt ertoe de gerechtelijke procedures te rationaliseren en te vereenvoudigen en de werkingskosten te verminderen, een en ander ten bate van de burgers, de ondernemingen, de rechtsbeoefenaren en de rechtsbedeling.

Het portaal zal toegang verstrekken tot informatie en diensten op het gebied van justitie, in het bijzonder in een grensoverschrijdende context. Het is bedoeld als éénloketsysteem voor justitiële informatie en functies in de EU.

Het portaal zal geleidelijk worden ontwikkeld. Op lange termijn zal het de volgende drie aspecten omvatten:


1. ten eerste, toegang tot wetgeving en informatie op Europees en nationaal niveau (N-Lex, EUR-Lex, jurisprudentie), waaronder pan- Europese databases (bv. om een notaris of advocaat te vinden in een andere lidstaat);


2. ten tweede, elektronische communicatie tussen een justitiële autoriteit en de burger (de indiening van verzoeken bij de rechter, de uitwisseling van stukken tijdens gerechtelijke procedures, bijvoorbeeld in verband met een Europees betalingsbevel, enz.); en


3. ten derde, beveiligde communicatie tussen gerechtelijke autoriteiten in een grensoverschrijdende context (informatie over videoconferenties, de beschikbaarheid en de mogelijkheden ervan, beveiligde uitwisseling van rechtshulpverzoeken, enz.).

Diversen

Onder "diversen" en tijdens de lunch luisterden de ministers van Binnenlandse Zaken naar een toelichting van de Commissie over de follow-up van de conclusies van de Europese Raad van juni over migratie in het Middellandse Zeegebied en in het bijzonder de stand van zaken in verband met Frontex. Voorts informeerde Italië de ministers over de conferentie die op 23 en 24 november in Venetië is gehouden en presenteerde Oostenrijk zijn huidige programma voor politie-opleiding.

Eveneens onder "diversen" verstrekte de Commissie de ministers informatie over de bepalingen betreffende justitie en binnenlandse zaken in het nieuwe Verdrag van Lissabon en in het bijzonder het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Zij riep de lidstaten tevens op meer nationale medewerkers te detacheren voor de EUPOL-missie in Afghanistan.

Ten slotte lichtten de Spaanse ministers de prioriteiten van het komende Spaanse voorzitterschap op het gebied van justitie en binnenlandse zaken toe. Wat binnenlandse zaken betreft, gaat het om: de lancering van het programma van Stockholm, de verdere ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS), de aanneming van een strategie voor interne veiligheid van de EU en een Erasmus-programma voor politiefunctionarissen, de bestrijding van gendergeweld en de bestrijding van de drugshandel via West-Afrika. Wat justitiële aangelegenheden betreft, gaat het om: de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de rechten van de verdachte in strafprocedures, de bestrijding van mensenhandel en seksuele uitbuiting van kinderen, alsmede voorschriften betreffende grensoverschrijdende erfopvolging en testamenten, justitiële samenwerking met derde landen en de verdere ontwikkeling en toepassing van e-justitie.

IN DE MARGE VAN DE RAAD

Gemengd Comité-:VIS, SIS II en IT-agentschap

In de marge van de Raad nam het Gemengd Comité (de EU plus Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland) nota van de stand van het visuminformatiesysteem (VIS) en de tweede generatie van het Schengeninformatiesysteem (SIS II).

Het Comité hield tevens een beleidsdebat over de eventuele oprichting van een agentschap voor grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (11722/09 en 11726/09) en hechtte zijn goedkeuring aan wijzigingen van Verordening 539/2001 die ertoe strekken onderdanen van drie Westelijke Balkanlanden de mogelijkheid te bieden visumvrij te reizen (zie blz. 17).

Wat het VIS betreft, namen de ministers nota van een herzien tijdschema van de Commissie waarin december 2010 als nieuwe streefdatum voor de invoering van het systeem wordt voorgesteld. Zodra het VIS operationeel is, zal het de uitvoering van het gemeenschappelijk visumbeleid ondersteunen en een doeltreffende grensbewaking bevorderen door de Schengenlidstaten in staat te stellen visumgegevens, waaronder biometrische gegevens, elektronisch in te voeren, te updaten en te raadplegen.

Wat het SIS II betreft, heeft het Gemengd Comité conclusies besproken die daarna door de Raad zijn aangenomen (zie blz. 11). SIS II komt in de plaats van het bestaande Schengeninformatiesysteem (SIS). Het zal de uitwisseling van informatie over personen en voorwerpen tussen de bevoegde nationale autoriteiten en met name de grenscontroles en andere douane- en politiecontroles vergemakkelijken.

Een agentschap voor grootschalige IT-systemen zal belast worden met het operationele beheer van het VIS, SIS II en EURODAC (het IT-systeem voor het vergelijken van vingerafdrukken van asielzoekers en illegale immigranten) ten einde de toepassing van de Dublin II-verordening, op basis waarvan kan worden vastgesteld welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek, te vergemakkelijken. Het nieuwe agentschap wordt tevens belast met de operationele aspecten van alle andere grootschalige IT- systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht die in de toekomst worden opgezet.

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

CBRN - Conclusies van de Raad

De Raad nam de conclusies in document 15505/1/09 + 15505/1/09 COR 1+
15505/1/09 COR 2 aan.

Zie de aanvullende persmededeling in document 16868/09.

Communautair kader voor rampenpreventie in de EU - Conclusies van de Raad

De Raad nam de conclusies in document 15394/09 aan.

Instemming van de Gemeenschap met de deelname van Denemarken aan specifieke internationale overeenkomsten

De Raad nam twee besluiten aan die procedures bevatten ter verduidelijking van de wijze waarop Gemeenschap haar instemming moet betuigen met de deelname van Denemarken aan door de Gemeenschap gesloten internationale overeenkomsten over twee juridische aangelegenheden:


1. de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (14899/09); en


2. de betekening en de kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (14902/09).

Denemarken kan besluiten al dan niet deel te nemen aan door de Gemeenschap gesloten internationale overeenkomsten. Tot nog toe bestond er echter geen procedure waardoor de Gemeenschap snel kon instemmen met een Deens besluit.

Recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen

De Raad nam een besluit aan betreffende de sluiting van het protocol van Den Haag van 23 november 2007 inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen.

Ingevolge dit besluit zijn alle lidstaten van de EU, behalve Denemarken en het Verenigd Koninkrijk, gebonden door de bepalingen van het protocol.

Het protocol heeft ten doel meer rechtszekerheid en meer voorspelbaarheid voor onderhoudsgerechtigden en onderhoudsplichtigen te bieden. In het protocol wordt bepaald welk recht van toepassing is op onderhoudsverplichtingen die voortvloeien uit familiebetrekkingen, uit bloedverwantschap, huwelijk of aanverwantschap, met inbegrip van onderhoudsverplichtingen jegens een kind ongeacht de huwelijkse staat van de ouders.

Spoorwegprotocol - Verdrag inzake internationale zakelijke rechten op mobiel materieel

De Raad nam een besluit aan tot goedkeuring van de ondertekening van een protocol bij het Verdrag inzake internationale zakelijke rechten op mobiel materieel (13949/09).

Het protocol bij het verdrag (dat bekend staat als het "Spoorwegprotocol") beoogt de financiering van duur rijdend spoorwegmaterieel te vergemakkelijken door de invoering van een bijzonder sterke internationale zekerheid ten behoeve van schuldeisers.

Europees systeem voor forensische profielanalyse van drugs

De Raad nam de conclusies in document 15876/09 aan.

Uitwisseling van de uitslag van DNA-onderzoek - Resolutie van de Raad

De Raad nam de resolutie in document 15870/09 aan.

Aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten

De Raad nam een kaderbesluit aan over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten (15905/09).

Doel van dit kaderbesluit is te bewerkstelligen dat de resultaten van de activiteiten van gerechtelijke laboratoria die in één EU-lidstaat worden verricht, worden erkend door de autoriteiten die in alle andere lidstaten bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen of onderzoeken van strafbare feiten. Daartoe moet een nationale accreditatie-instantie in elke lidstaat de aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten, erkennen als aanbieders die voldoen aan de desbetreffende internationale ISO-norm.

Dit kaderbesluit heeft in het algemeen ten doel het vertrouwen tussen de EU- lidstaten te vergroten. Ten gevolge van EU-wetgeving zoals de Eurodac- verordening en de Prüm-overeenkomst worden er in de EU steeds meer gegevens uitgewisseld. Het zal dus steeds belangrijker worden om te zorgen voor voldoende hoge kwaliteit van de gegevens.

Met betrekking tot informatie uit forensisch onderzoek dient steeds een aantal stappen te worden doorlopen om met behulp van een routineprocedure te controleren hoe een item is behandeld, welke methoden zijn gebruikt en hoe de resultaten geïnterpreteerd zijn. Ook de bekwaamheid van de bij forensisch onderzoek betrokken personen is essentieel om een vooropgesteld kwaliteitsniveau te halen.

Europees netwerk inzake criminaliteitspreventie (ENCP)

De Raad nam een besluit aan waarbij het in 2001 opgezette Europees netwerk inzake criminaliteitspreventie (ENCP) wordt omgevormd (15137/09).

Een externe evaluatie in 2008-2009 toonde aan dat de nationale vertegenwoordigers sterker bij de activiteiten van het netwerk moeten worden betrokken. Daartoe is Besluit 2001/427/JBZ ingetrokken. De structuur van het netwerk is op een aantal punten herzien, waaronder de bepalingen inzake de contactpunten, het secretariaat, de structuur van de raad van bestuur en zijn taken, met inbegrip van de benoeming van de voorzitter.

Het ENCP heeft vooral tot doel criminaliteitspreventiemaatregelen te ontwikkelen, beste praktijken uit te wisselen, en het netwerk van bevoegde nationale autoriteiten te versterken. Het netwerk legt zich vooral toe op de jeugdcriminaliteit, stedelijke en drugsgerelateerde criminaliteit.

Besluiten betreffende Europol

De Raad nam een aantal besluiten betreffende Europol aan, die betrekking hebben op:


1. de vaststelling van de regels inzake de selectie, de verlenging van de ambtsperiode en het ontslag van de directeur en adjunct- directeuren van Europol (15943/09);


2. de voorwaarden voor de verwerking van gegevens (15942/09);


3. de geheimhoudingsregels betreffende informatie (15135/1/09);


4. uitvoeringsregels voor analysebestanden van Europol (15140/1/09);


5. uitvoeringsregels voor de betrekkingen van Europol met partners, inclusief de uitwisseling van persoonsgegevens en gerubriceerde informatie (15138/1/09);


6. de lijst van derde staten en organisaties waarmee Europol overeenkomsten moet sluiten (15139/1/09); en


7. vaststelling van het reglement van orde van het gemeenschappelijk controleorgaan van Europol (15848/09).

Civiele crisisbeheersing

De Raad hechtte zijn goedkeuring aan een verslag over "De samenwerking tussen justitie en binnenlandse zaken en de civiele crisisbeheersing van het Europees veiligheids- en defensiebeleid ontwikkelen en versterken"(15880/09).

Rechters, aanklagers, politiefunctionarissen en civiele ambtenaren van de EU-lidstaten dragen, in het kader van het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB), in belangrijke mate bij tot de preventie van conflicten en de heropbouw van staten in conflictgebieden. De menselijke hulpbronnen voor de EVDB-missies voor civiele crisisbeheersing zijn voornamelijk afkomstig uit de sector justitie en binnenlandse zaken.

In het verslag wordt betoogd dat een consequent en samenhangend EU- optreden, dat stoelt op een gezamenlijke geografische aanpak van het EVDB en de JBZ-sector, de efficiëntie van de inspanningen en initiatieven in de missiegebieden ten goede zal komen.

Jurisdictiegeschillen in strafzaken

De Raad nam een kaderbesluit aan over het voorkomen en beslechten van geschillen over de uitoefening van rechtsmacht bij strafprocedures (8535/09 en 14567/09 ADD 1).

De in dit kaderbesluit vervatte regels moeten voorkomen dat tegen dezelfde persoon in verschillende lidstaten wegens dezelfde feiten parallelle strafprocedures worden gevoerd, die ertoe zouden kunnen leiden dat in deze procedures einduitspraken worden gedaan in twee of meer lidstaten. Derhalve beoogt het inbreuken op het "ne bis in idem"-beginsel te voorkomen.

Deze maatregelen hebben met name betrekking op:


1. een procedure voor het leggen van contacten tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, teneinde na te gaan of er parallelle strafprocedures lopen wegens dezelfde feiten en ten aanzien van dezelfde personen;


2. voorschriften betreffende de uitwisseling van informatie, door rechtstreeks overleg, tussen de bevoegde autoriteiten van twee of meer lidstaten waar parallelle strafprocedures worden gevoerd teneinde overeenstemming te bereiken over een effectieve oplossing die tot doel heeft de nadelige gevolgen hiervan te voorkomen.

Het kaderbesluit doet geen afbreuk aan het recht van personen om in hun eigen of in een andere jurisdictie te worden vervolgd indien het nationale recht daarin voorziet.

Volgens het Haags Programma ter versterking van vrijheid, veiligheid en recht, dat door de Europese Raad tijdens zijn zitting van november 2004 werd vastgesteld, dienen de EU-lidstaten wetgeving over rechtsmachtgeschillen te onderzoeken, met het oog op efficiëntere vervolging, waarbij de goede rechtsbedeling is verzekerd, teneinde het uitgebreide programma van maatregelen om uitvoering te geven aan het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafprocedures te completeren.

Overeenkomst betreffende uitlevering EU-VS - uitbreiding tot de Nederlandse Antillen en Aruba

De Raad nam een besluit aan tot goedkeuring van de uitbreiding, op verzoek van Nederland, van het territoriale toepassingsgebied van de Overeenkomst betreffende uitlevering EU-VS tot de Nederlandse Antillen en Aruba (16456/09).

Het opvoeren van de bestrijding van drugssmokkel in West-Afrika - Conclusies van de Raad

De Raad nam de conclusies in document 16451/09 aan.

Aanzet voor de onderhandelingen van de Raad op het gebied van strafrecht - Conclusies van de Raad

De Raad nam de conclusies in document 16798/09 aan.

Versterking van de procedurele rechten in strafprocedures - Resolutie van de Raad

De Raad nam de resolutie in document 15434/09 aan.

Arbeidsmigratie en het ontwikkelingspotentieel ervan in een tijdperk van mobiliteit - Conclusies van de Raad

De Raad nam de conclusies in document 15823/09 aan.

Migratie voor ontwikkeling - Conclusies van de Raad

De Raad nam de conclusies in document 15806/09 aan.

Mobiliteitspartnerschappen - Conclusies van de Raad

De Raad nam de conclusies in document 15811/09 aan.

Gezamenlijke verklaring: Mobiliteitspartnerschap EU-Georgië

De Raad nam nota van de gezamenlijke verklaring in document 16396/09 ADD 1.

Het gebruik van informatica op douanegebied

De Raad nam een besluit aan inzake het gebruik van informatica op douanegebied (14065/09).

Dit besluit heeft ten doel de overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied van 1995 (DIS-overeenkomst) te vervangen en in overeenstemming te brengen met Verordening 766/2008 tot wijziging van Verordening 515/97 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften.

Het douane-informatiesysteem heeft tot doel bij te dragen tot het voorkomen, het onderzoeken en het vervolgen van ernstige overtredingen van nationale wetten door deze gegevens sneller toegankelijk te maken en aldus de doeltreffendheid van de samenwerkings- en controleprocedures van de douaneadministraties van de lidstaten te verbeteren.

Overeenkomsten inzake visumvrijstelling met zes eilandstaten

De Raad nam besluiten aan tot sluiting van een
visumvrijstellingsovereenkomst met de volgende zes eilandstaten: Antigua en Barbuda, de Bahamas, Barbados, Mauritius, Saint Kitts en Nevis, en de Seychellen.

Deze overeenkomsten worden sedert 28 mei 2009 al voorlopig toegepast.

De nieuwe visumregeling houdt in dat EU-onderdanen ten hoogste drie maanden binnen een periode van zes maanden zonder visum naar het grondgebied van de zes landen kunnen reizen en omgekeerd. Het visumvrije reizen geldt voor alle categorieën personen en voor alle reisdoeleinden (bv. toerisme, culturele bezoeken, wetenschappelijke activiteiten, familiebezoek, zaken, enz.) behalve voor het verrichten van betaalde werkzaamheden.

Schengenevaluatie, C.SIS en SISNET

De Raad nam nota van het voorstel voor een verordening en voor een besluit van de Raad betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme om de toepassing van het Schengenacquis te controleren. Het algemene doel van het voorstel bestaat erin de Schengenevaluaties te verbeteren.

Met betrekking tot het C.SIS nam de Raad diverse besluiten aan over het financieel reglement betreffende de kosten voor de installatie en exploitatie van de technisch ondersteunende functie van het Schengeninformatiesysteem (C.SIS). Hij hechtte zijn goedkeuring aan het beheerrapport betreffende de uitvoering van de installatie- en exploitatiebegroting van C.SIS voor 2008.

Wat het SISNET betreft, nam de Raad een besluit aan betreffende het financieel reglement met betrekking tot de installatie en de werking van de communicatie-infrastructuur voor de Schengenomgeving "SISNET".

Strategie voor het beheer van rechtshandhavingsinformatie voor interne veiligheid in de EU - Conclusies van de Raad

De Raad nam de conclusies in document 16637/09 aan.

Buitengrenzenfonds - Overeenkomst met IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, en Zwitserland

De Raad nam een besluit aan tot goedkeuring van de ondertekening en voorlopige toepassing van een overeenkomst met IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitserland over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 (15954/09).

De overeenkomst beoogt regelingen vast te stellen voor de extra voorschriften die nodig zijn voor de deelname aan het Buitengrenzenfonds (Beschikking nr. 574/2007/EG) als onderdeel van het algemene programma "Solidariteit en beheer van de migratiestromen" .

INSTITUTIONELE VRAAGSTUKKEN

Uitvoering van het Verdrag van Lissabon

Heden, de dag waarop het Verdrag van Lissabon in werking treedt, zijn een aantal besluiten met het oog op de uitvoering van het verdrag genomen.

Na het door de staatshoofden en regeringsleiders op 19 november bereikte politieke akkoord heeft de Europese Raad besloten:


1. de heer Herman Van Rompuy te verkiezen tot voorzitter van de Europese Raad voor de periode van 1 december 2009 tot en met 31 mei 2012 (16530/1/09 REV 1), en


2. met instemming van de voorzitter van de Commissie mevrouw Catherine ASHTON te benoemen tot Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid voor de periode van 1 december 2009 tot het einde van de huidige ambtstermijn van de Commissie (16531/2/09 REV 2).

De Europese Raad heeft tevens zijn reglement van orde vastgesteld en een besluit aangenomen betreffende de uitoefening van het voorzitterschap van de Raad .

Tevens heeft de Raad heden besloten de heer Pierre de Boissieu te benoemen tot secretaris-generaal van de Raad voor de periode van 1 december
2009 tot de dag na de bijeenkomst van de Europese Raad in juni 2011 (6533/2/09 REV 2).

Voorts heeft de Raad zijn reglement van orde vastgesteld (16183/09), en een besluit aangenomen tot vaststelling van de voorschriften tot toepassing van het besluit van de Europese Raad betreffende de uitoefening van het voorzitterschap van de Raad (16517/09).

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

Macrofinanciële bijstand aan Georgië, Servië, Bosnië-Herzegovina en Armenië

De Raad nam vier besluiten aan tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan respectievelijk Georgië, Servië, Bosnië-Herzegovina en Armenië (16330/09, 16324/09, 16322/09 en 16321/09).

De financiële bijstand aan Georgië (ten belope van ten hoogste 46 miljoen euro aan subsidies) wordt verstrekt om het land te helpen bij het economisch herstel na de oorlog en de financiële druk op de uitvoering van het economisch hervormingsprogramma van de regering in tijden van financiële crisis te verlichten.

De steun aan Servië (in de vorm van een leningfaciliteit van ten hoogste
200 miljoen euro), Bosnië-Herzegovina (leningfaciliteit van ten hoogste 100 miljoen euro) en Armenië (leningfaciliteit van ten hoogste 65 miljoen euro en ten hoogste 36 miljoen aan subsidies) is bedoeld om de economische stabilisatie van deze landen te ondersteunen en de budgettaire en betalingsbalansbehoefte te financieren.

De Commissie zal periodiek onderzoeken of het economische beleid van de vier landen verenigbaar is met de doelstellingen van de EU-bijstand en of op bevredigende wijze aan de daaraan verbonden economische beleidsvoorwaarden is voldaan.

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Deelname aan het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk

De Raad hechtte zijn goedkeuring aan een ontwerp-besluit van het Gemengd Comité van de Europese Economische Ruimte (EER) waarbij IJsland, Liechtenstein en Noorwegen toestemming krijgen om deel te nemen aan het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk.

VISSERIJ

Herstelplan voor zwarte heilbot

De Raad hechtte zijn goedkeuring aan een verordening tot wijziging van Verordening 2115/2005 betreffende het herstelplan voor zwarte heilbot teneinde deze aan te passen aan de door de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (NAFO) aangenomen wijzigingen (14955/09).

Tijdens haar jaarvergadering in september 2007 heeft de NAFO een aantal wijzigingen van het herstelplan voor zwarte heilbot aangenomen die betrekking hebben op verscherpte maatregelen inzake rapportage van vangsten en aanvullende controlemaatregelen ter versterking van inspecties op zee van vaartuigen die het gereglementeerde gebied van de NAFO binnenvaren en verlaten.

WERKGELEGENHEID

Fonds voor aanpassing aan de globalisering - Oostenrijk, Nederland en Zweden

De Raad besloot om in totaal 15,9 miljoen euro aan middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) beschikbaar te stellen voor steun ten behoeve van ontslagen werknemers in de automobielsector in Zweden (Volvo Cars) en Oostenrijk (regio Steiermark), en in de bouwsector in Nederland (Heijmans) (15604/09). 9,84 miljoen euro is bestemd voor Zweden, 5,71 miljoen voor Oostenrijk en 386 114 euro voor Nederland. De Raad hechtte zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie om de steun te financieren door middel van een kredietoverschrijving van een bedrag van 15, 9 miljoen aan vastleggingskredieten van de reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering en eenzelfde bedrag aan betalingskredieten van het Europees Sociaal Fonds (ESF).

LUCHTVAART

Uitbreiding van de EU-VS-Open-Skies-overeenkomst tot IJsland en Noorwegen

De Raad hechtte zijn goedkeuring aan de ondertekening en voorlopige toepassing van een overeenkomst tot uitbreiding van de in 2007 gesloten EU- VS-luchtvervoersovereenkomst (EU-VS-Open-Skies-overeenkomst) tot IJsland en Noorwegen. De overeenkomst gaat vergezeld van een Aanvullende Overeenkomst met bepalingen betreffende de procedure.

De nieuwe overeenkomst zal EU-luchtvaartmaatschappijen het recht geven om vluchten te exploiteren tussen IJsland en Noorwegen enerzijds en de Verenigde Staten anderzijds; omgekeerd zullen luchtvaartmaatschappijen uit IJsland en Noorwegen het recht hebben om vluchten tussen de EU en de VS te exploiteren.

Voor nadere bijzonderheden, zie tevens persmededeling 14056/09 van de Raad, blz. 12.

Luchtvervoersovereenkomst met Canada *

De Raad hechtte zijn goedkeuring aan de ondertekening en voorlopige toepassing van een alomvattende luchtvervoersovereenkomst met Canada ter vervanging van de bestaande bilaterale overeenkomsten van de lidstaten met dat land.

De overeenkomst voorziet erin dat geleidelijk verkeersrechten worden ingevoerd en investeringsmogelijkheden worden gecreëerd. Zij bevat tevens maatregelen op het gebied van samenwerking op een aantal gebieden, waaronder veiligheid, beveiliging, sociale zaken, consumentenbelangen, milieu, luchtverkeersbeheer, staatssteun en concurrentie.

Over deze overeenkomst is onderhandeld op basis van een mandaat dat de Raad in oktober 2007 aan de Commissie heeft verleend.

Overeenkomsten betreffende luchtdiensten met Azerbeidzjan en Mongolië *

De Raad nam besluiten aan ter goedkeuring van de sluiting van overeenkomsten betreffende luchtdiensten met Azerbeidzjan en Mongolië (15950/09 + 15952/09).

Die overeenkomsten zijn het resultaat van onderhandelingen die de Commissie in juni 2003 met een mandaat van de Raad heeft gevoerd, en die tot doel hadden de bestaande bilaterale luchtvaartovereenkomsten van de lidstaten in overeenstemming te brengen met de EU-wetgeving.

De overeenkomst met Azerbeidzjan is op 7 juli 2009 ondertekend, die met Mongolië op 3 april 2009.

ONDERZOEK

Overeenkomst EU-Japan betreffende samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie

De Raad nam een besluit aan waarbij de ondertekening van de Overeenkomst met Japan betreffende samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie wordt goedgekeurd (13753/09). De ondertekening vond op 30 november in Brussel plaats.

TRANSPARANTIE

Toegang van het publiek tot documenten

De Raad hechtte zijn goedkeuring aan het antwoord op confirmatief verzoek
24/c/01/09 (14860/09).

BENOEMINGEN

Comité van de Regio's

De Raad nam een besluit aan houdende benoeming tot lid van het Comité van de Regio's voor de resterende duur van de ambtstermijn, te weten tot en met
25 januari 2010, van:

de heer Massimo PINESCHI, Consigliere regionale, Regione Lazio.


---

Bekendgemaakt in Publicatieblad van de EU C 53 van 3.3.2005. PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22.
Besluiten aangenomen bij schriftelijke procedure. Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 1 december 2009.