Gemeente Utrecht

Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en wethouders


1 'Afval scheiden... dat levert wat op'
Utrecht zamelt beduidend meer gescheiden afval in dan de andere G4-steden. Inwoners van Utrecht zijn ook tevreden over de geboden service. Toch is de opbrengst van gescheiden ingezameld gft-afval en glas in de afgelopen jaren iets terug gelopen. Om deze teruggang te keren en mensen weer bewust te maken van het belang van gescheiden inzamelen, geeft de gemeente vanaf april de campagne 'Afval scheiden... dat levert wat op' een nieuwe impuls. Ook start 1 februari de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsmateriaal met een bijbehorende campagne. Wat het college nog meer doet om het afval in de stad de komende jaren te scheiden staat in de vandaag vastgestelde nota afvalbeleid 2010-2014.

Zo zal vanaf begin 2011 oud papier huis aan huis worden ingezameld in wijken met weinig actieve scholen, verenigingen of kerken. Onderzoek toont aan dat huis aan huis inzamelen van oud papier meer effect heeft. In overleg met liefdadigheidsinstellingen die textiel inzamelen kijkt de gemeente naar een aanpassing van de inzamelinfrastructuur, zodat meer textiel kan worden opgehaald.

De inzameling van groente, fruit en tuinafval afval in Leidsche Rijn verandert ook. Meer dan tachtig procent van het opgehaalde compostafval uit Leidsche Rijn blijkt vervuild en moet als restafval worden verwerkt. Een communicatiecampagne ter bevordering van gescheiden aanbieden van gft-afval bracht geen verbetering. Vervuiling van gft-afval is volgens Senter Novem bij collectieve systemen een landelijk probleem. Daarom wordt de inzameling van gft-afval bij de ondergrondse brengpunten in Leidsche Rijn dit jaar beëindigd. Bij woningen tot en met vier woonlagen wordt voortaan met een city bin huis aan huis ingezameld. Grondgebonden woningen worden voorzien van een kliko, net als in de rest van de stad. Een deel van de vrijgekomen ondergrondse verzamelcapaciteit in Leidsche Rijn wordt ingezet voor restafval en gescheiden afvalstromen zoals glas, papier en kleding.

Voor meer informatie: Annemieke Vermeulen, 030 - 286 11 55


2 Participatie in Utrecht beter geregeld
Het betrekken van bewoners en belanghebbenden bij gemeentelijke projecten en beleid moet vanzelfsprekend zijn voor alle medewerkers van de gemeente. Om dit goed te regelen, heeft het college de Utrechtse Participatiestandaard vastgesteld en de inspraakverordening herzien. Hiermee worden eerdere raadsbesluiten en initiatieven over participatie uitgewerkt. Participatie is het 'in een zo vroeg mogelijk stadium betrekken van bewoners en andere belanghebbenden bij beleidsvoorbereiding, -ontwikkeling, -uitvoering of -evaluatie'.

De Utrechtse Participatiestandaard is een hulpmiddel en werkmethode voor ambtenaren, die verantwoordelijk zijn voor participatie bij beleid en projecten. Bij het organiseren van participatie worden voor elk project dezelfde stappen gevolgd, waaronder het bepalen van het niveau van participatie - raadplegen, adviseren of co-produceren - en de participatiemiddelen. Deze werkwijze levert maatwerk op, maar zorgt ook voor verbetering van de kwaliteit van participatie en voor zoveel mogelijk standaardisatie. Voor inwoners is daardoor herkenbaar hoe participatie in Utrecht werkt en welke ruimte er is om mee te denken of mee te doen. Uitgangspunt is dat participatie bij een project of beleidsontwikkeling zo vroeg mogelijk plaats vindt. Inspraak volgt vaak in de afrondende fase, waarin iedere bewoner of partij voor de laatste maal formeel de gelegenheid krijgt om te reageren.

Tegelijk is de inspraakverordening aangepast. Hierin staan de formele regels voor inspraak; de vorige versie was van 1997. In de nieuwe versie is scherper verwoord wanneer inspraakmogelijkheden geboden moeten worden en wanneer dat niet nodig is, bijvoorbeeld omdat dat wettelijk al geregeld is. Ook zijn uitzonderingen expliciet benoemd. Zo is er geen inspraak als het gaat om ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen, als het gaat om de begroting en tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen, als inspraak wettelijk is uitgesloten en als het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving. Een andere belangrijke verandering in de nieuwe inspraakverordening is dat bij planidentificaties inspraak niet meer verplicht is, maar wordt vervangen door participatie. Hierdoor wordt het zwaartepunt van bewonersbetrokkenheid verschoven naar het voortraject.