CDA

Van Dijk: Fusietoets goed middel voor behoud menselijke maat in Onderwijs

woensdag 20 januari 2010

Vandaag sprak de Tweede kamer met Minister Plasterk en
Staatssecretaris van Bijsterveldt van Onderwijs over de zogenaamde
Fusietoets in het onderwijs. De fusietoets betekent dat scholen die
willen fuseren, moeten laten zien dat, dat echt nodig is. Studenten,
docenten en ook ouders moeten gekend worden in de plannen. In de
praktijk moeten de betrokken onderwijsinstellingen een
fusie-effectrapportage (FER) opstellen. De medezeggenschapsorganen
buigen zich er daarna over. De genoemde commissie toetst vervolgens.
CDA Tweede Kamerlid Jan Jacob van Dijk zei een voorstander van
invoering van de fusietoets te zijn, omdat er een tendens gaande is
waarbij er steeds meer schaalvergroting binnen het onderwijs plaats
vind. âHoe groter de school, hoe lastiger de inspraak en de
keuzevrijheid van ouders en leerlingen voor en in de school en het
onderwijsâ aldus van Dijk.
Volgens de CDAâer maakt zijn fractie nadrukkelijk onderscheid tussen
een fusietoets en een fusiestop. âHet CDA meent dat een fusie in
bepaalde gevallen zeer gewenst kan zijn, mits het op een zorgvuldige
manier tot stand is gekomen. Het kan wel degelijk problemen oplossen
dan wel voorkomen, zoals in kleine gemeenten waar de inwonersaantallen
terug lopenâ zo zei van Dijk. Het kan in sommige gevallen ook
betekenen dat nog wel soorten en niveaus van onderwijs in bepaalde
regioâs aangeboden kunnen worden, terwijl bij een fusieverbod dit in
gevaar zou kunnen komen. Van Dijk voegt daar wel aan toe dat de
keuzevrijheid in het Nederlandse onderwijsstelsel een groot goed is.
Het vergroot de betrokkenheid van ouders bij hun school als ze zelf
kunnen kiezen waar hun kinderen naar school gaan, gebaseerd op de
levensbeschouwing van de ouders en de wens voor een bepaald
pedagogisch-didactisch concept. Het borgen van de menselijke maat
bevordert bovendien de sociale cohesie in een onderwijsinstelling maar
we moeten dat niet romantiseren. âUitholling van deze keuzevrijheid
door fusies, is alleen dan aanvaardbaar als het alternatief slechts
bestaat uit een niet langer kunnen aanbieden van onderwijs in een
bepaalde regioâ.
Tot slot plaatste van Dijk wel kanttekeningen bij de grote rol die de
Minister speelt bij het vellen van een eindoordeel over het doorzetten
van de fusie, hierin zit een gevaar van politieke willekeur volgens
van Dijk. âHet CDA pleit daarom voor een sterkere rol voor een
onafhankelijke commissie, die volgens de plannen nu ook al meebeslist.
De minister mag alleen in zwaarwegende gevallen afwijken van het
standpunt van die commissie en bovendien moet ook de
medezeggenschapsraad een zwaarwegende stem hem in het besluitâ zo
besloot Jan Jacob van Dijk.