Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Klimaatextremen beter begrijpen en voorspellen
Kans op klimaatextremen in Europa en Afrika deels te voorspellen 20 januari 2010 - Koude, hitte, droogte, overstromingen: klimaatextremen hebben een groot effect op de samenleving, zowel in Europa als in Afrika, zeker als ze een paar maanden duren. In hoeverre zijn zulke klimaatextremen te voorspellen? Mxolisi Shongwe uit Swaziland onderzocht op het KNMI een aantal concrete voorbeelden: extreme koude in het voorjaar in Europa, de warme herfst in 2006 en de veranderende kansen op droogte en overstromingen in zuidelijk en Oost Afrika. Hij is hierop vandaag gepromoveerdi aan de Universiteit Utrecht op zijn onderzoek naar "Seizoensgebonden Klimaat Extremen: Mechanismen, Voorspelbaarheid en Reacties op de Opwarming van de Aarde".
Proefschrift Seasonal Climate Extremes van Mxolisi Shongwe Proefschrift Seasonal Climate Extremes van Mxolisi Shongwe De effecten van klimaatverandering in Afrika blijken sterk van de streek en het seizoen af te hangen. In zuidelijk Afrika wordt het gebied bij de Kalahari woestijn volgens de huidige inzichten nog droger als de mondiale opwarming doorzet. Rond zijn vaderland Swaziland vond Mxolisi Shongwe een verkorting van het regenseizoen: dezelfde hoeveelheid regen in kortere tijd. Meer naar het noorden, in Tanzania en Kenya, wordt gemiddeld juist meer regen verwacht, met in de toekomst minder kans op droogte en meer kans op heel veel neerslag. Echter, door de grilligheid van het klimaat in Afrika zijn de meeste van deze trends pas na 2050 goed merkbaar.

In Europa was de herfst van 2006 uitzonderlijk warm. Een zorgvuldige analyse van de bron van deze hitte gaf aan dat dit een combinatie was van weertypen met veel zuidenwind en veel warmer dan gewoonlijk water in de Atlantische Oceaan. De zuidenwind is een paar maanden te voren nog niet voorspelbaar, maar het warmere water wel, zodat er hoop is dat we kunnen voorspellen dat er een hogere kans op dit soort extremen is. Dit geldt zeker voor koude extremen in het voorjaar in Oost-Europa. Deze blijken sterk af te hangen met de hoeveelheid sneeuw die in de winter gevallen is: de kans op een koud voorjaar is veel groter als er aan het eind van de winter nog een dik pak sneeuw ligt. Dat is deze winter zeker het geval.

Het onderzoek van Mxolisi Shongwe werd gefinancierd door het ministerie van Verkeer en Waterstaat in het kader van het 150-jarig bestaan van het KNMI in 2004. Het deelproject over extremen in Afrika werd gesteund door het DG Internationale Samenwerking van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Promotor is prof. dr. B.J.J.M. van den Hurk, co-promotor dr. G.J. van Oldenborgh.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Harry Geurts of Janine Leunessen, persvoorlichting KNMI, telefoon 030 2206317 of 030 2206386. E-mail: Persvoorlichting.
Persbericht: KS 01/10
Eerste uitgave: 20-01-10