Vereniging van Recreatieondernemers Nederland

Succesvolle bijeenkomst voor gemeentes

Woensdag 20 januari 2010 was er een heel succesvolle bijeenkomst over de gevolgen van het wegvallen van de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR) voor gemeentes. Boeiende sprekers toonden aan gemeenteambtenaren het belang van Gastvrij Nederland en het hebben van een beleidsplan dat ruimte biedt aan ondernemers. Er waren vele gemeenteambtenaren op de uitnodiging ingegaan en ze vertrokken aan het einde van de dag enthousiast met goede voornemens.

U vindt de Powerpoints van de presentaties die gehouden zijn in de Documentenbak van Info & Advies (onder RECRON > Bedrijfsgroepen > Kampeer- en bungalowbedrijven) of kunt deze opvragen via communicatie@recron.nl.

Eerste presentatie: resultaten WOR-evaluatie door Deidre Jakobs Het Kenniscentrum Recreatie inventariseerde via een quick-scan hoe gemeenten zijn omgegaan met kampeerbeleid na intrekking van de WOR. Hieruit blijkt dat 26 van de 31 ondervraagde gemeenten na de intrekking van die wet kampeerbeleid hebben opgesteld of daarmee bezig zijn. Vijf gemeenten (17 procent) hebben dat nog niet gedaan. De gewenste regionale afstemming is maar in zeven gemeenten van de grond gekomen. De meeste gemeenten hebben hun eigen beleid opgesteld. âEnerzijds leidt dat wellicht tot versnippering en oneerlijke concurrentie (in de ene gemeente is het anders geregeld dan in de andere gemeente), maar anderzijds leidt het ook tot het gewenste maatwerk: iedere gemeente maakt haar eigen keuzesâ, aldus het Kenniscentrum Recreatie in het rapport. De afstemming met de sector heeft over het algemeen goed plaatsgevonden, zeggen de ondervraagde gemeenten (individuele ondernemers zijn door de onderzoekers niet geïnterviewd). Ondernemers of koepelorganisaties zijn geïnformeerd, geraadpleegd of op een andere manier betrokken in verreweg de meeste gemeenten die met het kampeerbeleid aan de slag zijn gegaan. Het opstellen van gemeentelijk kampeerbeleid is in de meeste gevallen overigens niet direct gekoppeld aan verdere toeristisch-recreatieve ontwikkeling, zoals in Oosterhout wel is gebeurd. Het bestaande beleid vormde een aantal keren wel een basis voor het opstellen van het kampeerbeleid.
Uitgangspunt van de intrekking van de WOR was deregulering. Het Kenniscentrum Recreatie concludeert voorlopig dat veel gemeenten gehoor hebben gegeven aan de oproep om terughoudend te zijn met het opstellen van voorschriften. Het aantal kampeerplaatsen, de afmetingen van kampeerplaatsen en kampeermiddelen, de periode van kamperen en de voorzieningen op het terrein worden vaak aan de ondernemer overgelaten.
De grens tussen kleinschalige en reguliere kampeerterreinen is opgerekt: ten tijde van de WOR lag deze bij tien (gedurende het hele jaar) en vijftien kampeermiddelen (van 15 maart tot en met 31 oktober). Bijna de helft van de onderzochte gemeenten heeft het aantal toegestane plaatsen uitgebreid naar 25.
Omdat het nieuwe beleid nog maar kort van kracht is, kan nog niet gezegd worden of ondernemers daadwerkelijk met minder regels en administratieve lasten te maken krijgen. De verwachting is dat houders van reguliere kampeerterreinen wel verminderde administratieve lasten zullen hebben, omdat ze niet meer voor elke wijziging in de inrichting van hun terrein toestemming van de gemeente hoeven te vragen en de verplichting van een kampeerovereenkomst vanuit de rijksoverheid is vervallen. Het kenniscentrum wil over een paar jaar vervolgonderzoek doen, om meer duidelijkheid te krijgen over de gevolgen van het intrekken van de WOR.
De quick-scan kan worden gedownload van de site van het Kenniscentrum Recreatie: www.stichting-recreatie.nl > projecten en publicaties.

27 januari 2010